Naam:
Email:
Artikels


MEXICO: Het schiereiland Yucatan
PDF Afdrukken E-mailadres

Merida, koloniale glorie

Merida is voor vele toeristen de uitvalsbasis voor een bezoek aan Yucatan en de Mayaruïnes vooraleer ze verdertrekken naar de stranden van Quintana Roo. Wat de reisgidsen ook mogen beweren, Merida, hoofdstad van zowel de staat Yucatan als van het hele schiereiland, kan de vergelijking met andere koloniale steden als Oaxaca of San Cristobal de las Casas niet doorstaan. Ondanks de mooie koloniale gebouwen die het centrum van de stad sieren, oogt Merida veel moderner. Op de plaats waar vandaag Merida verrijst, bevond zich vroeger Tiho, een belangrijke Mayanederzetting. Fransico de Montejo ("El mozo": de jongere) onderwierp Tiho aan het Spaanse gezag in 1542. Hij verwoestte de Mayastad en herdoopte haar Merida: de Mayapiramides en -tempels deden hem immers terugdenken aan de Romeinse ruïnes die hij in de gelijknamige Spaanse stad had gezien. Merida telt vandaag meer dan een half miljoen inwoners, waarvan één derde jonger dan 15 jaar; een uitzondering in Yucatan dat kampt met een verregaande vergrijzing van zijn bevolking. Drie of vier uur zijn ruimschoots voldoende voor een bezoek aan de interessantste bezienswaardigheden van de stad. De straten dragen in Merida geen naam maar een nummer: van noord naar zuid onpaar, van west naar oost paar. De "zocaio", de Plaza Mayor, bevindt zich tussen de straten 61 in het noorden, 63 in het zuiden, 60 in het oosten en 62 in het westen. Daar getuigen de 16de eeuwse kathedraal, de oudste op het Amerikaanse continent, en het gouverneurspaleis met zijn fresco's van het koloniale verleden van Merida. Verder zijn het stadhuis (1735) en de Casa Montejo, het huis van stichter en veroveraar van Yucatan, Montejo "junior", interessant. AI de andere bezienswaardigheden zijn geconcentreerd tussen de straten 55 tot 69 en 64 tot 50; het park van Santa Lucia (Calle 60-55), de universiteit van Yucatan (6057), de José Peon Contreras-schouwburg (60-57), de Plaza Hidalgo met haar mooie zitbanken en het Gran Hotel uit het begin van de eeuw (60-59), het stedelijk museum (61-58), de Plaza en kerk van San Juan (64-69) en het marktplein (65-54). Merida heeft een eigen versie van de "Champs Elysées", zij het dan op een iets bescheidener niveau: de Paseo Montejo werd gebouwd naar Parijs' voorbeeld en in 1888 ingehuldigd. Vandaag vindt men op de boulevards vooral restaurants, bars, bescheiden hotels en ambassades. Voor de Amerikaanse is het steeds aanschuiven geblazen, want de Verenigde Staten zijn voor vele Mexicanen nog steeds het land van onvervulde dromen. Wie zoekt, vindt nog enkele mooie koloniale huizen die herinneren aan het feit dat de Paseo Montejo ooit een sjieke buurt was. Plan uw bezoek aan Merida indien mogelijk op een zondag: de winkels zijn dan weliswaar gesloten, maar de straatjes in het centrum zijn dan autovrij en gezellig druk en overal wordt muziek gepeeld: Op zondag is Merida heerlijk.

RONDRIT LANGS KLOOSTERS EN HACIËNDA’S

 ln Yucatan zijn historische overblijfselen overal aanwezig. De Mayacentra zijn ongetwijfeld de drukst bezochte, maar er bestaat ook een interessante kloosterroute die doorheen de dorpen Acancen, Tecoh, Tekit, Mama, Chumayel, Teabo, Tipikal, Mani en Oxcutzacab voert, waar de oude Mayatradities nog levend zijn. Onderweg zijn er ook enkele prachtige haciënda's te bekijken. ln enkele daarvan kan u 's middags van de traditionele keuken genieten.

Chichen Itza

Chichen Itza is onbetwistbaar de nummer één van al de Mayasites op Yucatan. Parkings en allerhande voorzieningen voor bezoekers, souvenirwinkeltjes, autocars en gladgeschoren grasvelden laten er echter geen twijfel over bestaan: een bezoek aan Chichen Itza is geen rustige aangeleigenheid. Mystiek is hier ver te zoe ken. Door de hectische drukte is Chichen Itza dan ook weinig sfeerfvol maar de archeologische resten behoren ontegensprekelijk tot het interessantste wat er van de Mayacultuur rest. Chichen Itza werd rond 450 gesticht door de Itzaes. Waar men vroeger veronderstelde dat zij hun nederzetting aan het begin van de 10de eeuw hadden verlaten, zoals bij veel andere Mayacentra het geval was, overheerst vandaag de mening dat de stad toen bezet werd door stammen uit de hoogplateaus die zich onder de Mayabevolking mengden. Op de site zijn dan ook twee types van architectuur te onderscheiden: het Priestergraf en het merendeel van de andere gebouwen in Puucstijl zijn van Maya-oorsprong (voor de 9de eeuw), maar de piramide en de andere gebouwen op het noordelijke deel van de site zijn recenter en waarschijnlijk Tolteeks. Voigens de overlevering kwamen rond het jaar 1000 Tolteken afgezakt uit het verre Tula, in het noorden van Mexico. Zij veroverden de stad onder leiding van Quetzalcoat (of Kulkucan, de Gevederde Slang), een titel die voor de Tolteekse heerser was wat "Caesar" was voor de Romeinen. Aan de noordrand werd een nieuw stadsdeel gebouwd. De symbiose tussen beide volken markeerde de wedergeboorte van Chichen Itza. De stad groeide al snel uit tot het belangrijkste centrum op het schiereiland. De architectuur van de noordelijke groep gebouwen vertoont duidelijk kenmerken van de Tolteekse overheersing: beeltenissen van de Gevederde Slang, mannenbeelden die als steunpilaar fungeren en talloze krijgersfiguren, maar ook Mayaelementen als het Chac-personage zijn vertegenwoordigd. De reden waarom de stad in de 13de eeuw definitief verlaten werd, is nog steeds niet achterhaald. Sommigen zoeken de oorzaak bij de opkomst van de rivaliserende stad Mayapan, wier heersers de streek in economisch en politiek opzicht zouden domineren tot aan het midden van de 15de eeuw. Chichen Itza werd dus verlaten maar bleef een belangrijke roI vervullen als cultusplaats en bedevaartsoord tot aan de koloniale periode. Daarna was het verval compleet en viel de stad ten prooi aan de oprukkende vegetatie. ln 1841 werden de ruïnes van Chichen Itza opnieuw ondekt door de Amerikaan Stephens. Archeologen starten opgravings- en restauratiewerken. Mar ook hier vormt het opgegraven gedeelte slechts een fractie van wat ooit een uitgestrekt centrum van beschaving is geweest.

DE MOOISTE GEBOUWEN

De site bestaat uit twee delen: de noordelijke groep, die de recentste gebouwen omvat uit de Tolteekse periode, en de zuidelijke groep, opgericht door de Maya's.

1. DE NOORDELIJKE GROEP

El Castillo (of Piramide van Kulkucan)

Een bezoek aan de site start met de Piramide van Kulkucan, de "grote piramide", het eerste gebouw dat opvalt bij het betreden van het uitgestrekte grasveld. Net als de naburige constructies van het balspeelveld en de Tempel van de Krijgers is dit een van de jongere Tolteekse) restanten, een van de hoogste en mooiste Mayapiramides. Bekroond door een vierhoekige tempel, is het bouwwerk 24 meter hoog en 55 meter breed aan de basis. Het telt negen etages, getal dat bij de Maya's symbool stond voor de hel, het oord van de doden. Aan elke zijde van de piramide bevindt zich een trap, aan weerszijden gedecoreerd. De balustrades van de noordelijke trap eindigen in een reusachtige gebeeldhouwde slangenkop die de god Quetzalcoatl / Kulkucan voorstelt. Op de top, nog steeds aan de noordkant, zijn de tempelzuilen eveneens gedecoreerd met slangen en maskers van Chac. Maar het interieur van de piramide is het meest belangwekkend: de binnenste tempel, die bovenop een oudere constructie stond die overbouwd werd. De toegang bevindt zich onderaan de bijzonder steile hoofdtrap. Binnenin bevindt zich een roodkleurige troon, met jade ingelegd, in de vorm van het hoofd van een jaguar.

De verschijning van Kulkucan

Bij het begin van de lente en de herfst verzamelen hordes kijklustigen zich voor de grote piramide van Kulkukan. Vanaf 13u tekent de zon er op de hoofdtrap schaduwen die lijken op een bewegende slangenlijf. ln maart lijkt het alsof de slang naar de heilige bron afdaalt, in september lijkt ze in omgekeerde richting te kronkelen. De oriëntatie van de piramide en de gebeeldhouwde slangenhoofden onderaan de hoofdtrap bevestigen het vermoeden dat de piramide een astronomische functie vervulde.

Het balspeelveld

Als een van de grootste Mayabalspeelvelden (70 m breed, 95 m lang) maakt het balspeelveld van Chichen Itza deel uit van een gebouwenensemble, waaronder de Tempel van de Jaguar en zijn voorhal, die aan de buitenzijde van het veld naar de piramide is gekeerd. ln de hal bevindt zich een indrukwekkend beeld van een jaguar dat de tand des tijds wonderwel heeft kunnen doorstaan. Ook de fresco's op de zuilen waarop krijgers en de Gevederde Slang zijn afgebeeld of de Maya-fresco's binnenin zijn schitterend bewaard gebleven. De Tempel van de Jaguar zelf werd opgericht op de oostelijke muur van het balspeelveld: hij is te herkennen aan de twee enorme slangenhoofden die een colonne van massieve reptielenlichamen ondersteunen.

De Tzompantli

De Tzompantli, Tolteeks voor "Tempel van de Schedels", bevindt zich tussen de Tempel van de Jaguar en "El Castillo", de Piramide. Het lage gebouw werd in de vorm van een "T" geconstrueerd en gedecoreerd met gebeeldhouwde menselijke schedels. Het is het grootste van de drie platforms die gebruikt werden bij het uitvoeren van allerhande rituelen. Het Huis van de Arenden is een klein platform dat opgeluisterd werd met beeltenissen van arenden en jaguars die mensenharten verslinden. Een bosweg leidt vervolgens vanaf de Tempel van de Morgenster (de planeet Venus) naar een ander sinister oord, de Heilige Bron ("cenote"), een natuurlijke waterput met een doorsnede van ongeveer 60 meter. Dit voorbeeld illustreert de Mayaverering voor het kostbare water: aanvankelijk werden enkel voorwerpen aan de watergod geofferd om zijn gunsten af te smeken, maar later werd het offeren van mensen, ook kinderen, gangbaar. Ten Oosten van de piramide bevindt zich een spectaculair geheel van tempels en zuilengalerijen. De centrale trap langs de vier etages van de Tempel van de Krijgers leidt naar een groot platform waarop zich het imposante en raadselachtig standbeeld van de krijger-godheid Chac-Mool bevindt, geflankeerd door twee pilaren in de vorm van slangen. Het dak van de tempel is verdwenen maar samen met het woud van zuilen vormt hij een indrukwekkend geheel, de Zaal der Duizend Zuilen.

2. DE ZUIDELIJKE GROEP

Ten zuiden van "El castillo", de piramide, vertrekt een pad naar een ander en ouder geheel van Mayabouwwerken. Het pad loopt langs een drinkplaats die onmiddelijk gevolgd wordt door het 0ssuarium, een kleine piramide met vier trappen waarnaast een soort totem staat, die gedecoreerd werd met 4 maskers van de godheid Chac. Prachtig. Vervolgens geeft het pad uit op een grasveld waarop diverse gebouwen verspreid staan. Het Observatorium (ook "El Caracol" of slakkenhuis genoemd vanwege zijn vorm) doet met zijn koepelvormig dak erg modern aan. ln de cylindervormige toren kringelt een wenteltrap omhoog naar de uitkijkpost waarin zich het astronomische observatorium bevond. Tot slot komt men bij het Nonnenhuis, dat waarschijnlijk dienst deed ais paleis en tot de oudste gebouwen van de site behoort. Vlakbij bevindt zich de Anexo este, een ruimte waarvan de buitenzijde met prachtige fresco's van maskers en gestileerde slangen werd opgeluisterd. Het laatste gebouw van deze groep is de Kerk, een ruimte die zich onderscheidt van de andere gebouwen door de goed bewaarde geometrische motieven die als versiering op de buitenmuren werden aangebracht. Gebeeldhouwde maskers van Chac en andere personages doen vermoeden dat de plek gebruikt werd als cultusplaats voor de regen en -watergodheid.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 11:56