Afdrukken
Tweet

MEXICO: Het schiereiland Yucatan

Koloniaal verleden, Mayasteden en Caribische stranden

Het schiereiland Yucatan, dat de wateren van de Golf van Mexico en de Caribische zee scheidt, is sinds de jaren '70 uitgegroeid tot een van de populairste toeristische bestemmingen binnen het uitgestrekte Mexico. Reizigers worden vooral aangelokt door de prachtige zandstranden van Quintana Roo, een van de drie lidstaten. Maar Yucatan heeft meer te bieden dan strandvertier en waterpret. Er zijn de prachtige koloniale steden en vooral de indrukwekkende overblijfselen uit het Mayaverleden die beter dan welk naslagwerk ook de levensloop van deze fabuleuze beschaving illustreren.

Een vleugje geschiedenis

Lang voor de komst van de kolonisten bekleedde het schiereiland Yucatan al een vooraanstaande plaats binnen de Mayacultuur. Dat blijkt duidelijk uit de talloze archeologische overblijfselen die er zijn teruggevonden. Enkele sites zijn wereldwijd Ibekend: Uxmal, Tulum en vooral Chichen Itza. Chichen Itza was eeuwenlang een belangrijk handelscentrum maar moest in de 13de eeuw plaats ruimen voor Mayapan, dat zlch prompt de titel van belangrijkste metropool van Yucatan toeëigende. Midden 16de eeuw werd Mayapan op zijn beurt onderworpen en later verwoest door de Spanjaarden. De eerste Spanjaarden die het bewuste gebied bereikten, dachten dat Yucatan niet meer was dan een (oninteressant) eiland. Pas in 1527 begon conquistador Francisco Montejo aan de verovering. Hij trof vooral verzwakte steden aan die amper weerstand boden. De Mayacultuur was haar hoogtepunt immers al lang voorbij en ten prooi gevallen aan interne conflicten. De onderneming werd voltooid door zijn zoon (die dezelfde naam droeg) in 1546, waarmee het Spaanse tijdperk definitief aanbrak in Yucatan. De kolonisatie kwam op gang, ondanks het indiaanse verzet. Verplichte volksverhuizingen deden de oude indiaanse steden leeglopen. Soms werden ze vervangen door nieuwe nederzettingen of missieposten.

Na de Mexicaanse onafhankelijlkheid (1821) trad Yucatan toe tot de nieuwe staat. Uit ongenoegen over het centralistische Mexicaanse beleid scheurde de deelstaat zich echter af in 1845. Socio-culturele problemen bleven voor ondarhuidse spanningen zorgen: de inheemse Maya's werkten in semi-slavernij op de plantages van de nakomelingen van da conquistadores. De indianen kwamen in 1847 in opstand tegen hun onderdrukkers in wat de Kaste-oorlog zou heten (de "Guerra de las Castas"). De indiaanse rebellen leken aanvankelijk het pleit te winnen, tot ze onverwacht de strijd staakten om maïs te gaan planten. Daarmee tekenden ze hun doodvonnis. Mexico was bereid om de grootgrondbezitters militair te steunen tegen de opstandelingen, op voorwaarde dat Yucatan zich opnieuw zou onderwerpen aan het Mexicaanse gezag. De Maya's trokken zich terug in Quintana Roo. Rond de eeuwwende heroverde Mexico ook dit laatste bastion van de opstandelingen. Aan het begin van deze eeuw werd Yucatan opgesplitst in drie delen: Campeche, Quintana Roo en Yucatan. De namen van het schiereiland en die van de gelijknamige deelstaat worden nogal eens door elkaar gehaspeld. Vandaag maken ze alle drie deel uit van de 31 deelstaten van de Mexicaanse republiek. Yucatan is rijk aan contrasten: de mooie koloniale steden en de luxueuze badplaatsen van Quintana Roo steken schril af naast de kleine dorpen waar de hedendaagse Maya's geruisloos hun tradities verderzetten.


De Maya’s

In de pre-Spaanse periode was de "Mundo Maya" veel uitgestrekter dan het gebied waar vandaag hun afstammelingen leven. Het Mayarijk omvatte het schiereiland Yucatan, maar ook de huidige staat Tabasco, het oostelijke deel van Chiapas, Guatemala, Belize, West-Honduras en EI Salvador. Het geheel bestond uit drie verschillende geografische zones: het zuiden met kust- en berggebieden, het centrum met de grootste oppervlakte, bestaande uit regenwoud, en het noorden, bijna volledig overeenstemmend met het schiereiland Yucatan, dat zich uitstrekt over een kalksteenvlakte die zelden meer dan 200 meter hoogte bereikt. In deze heuvels ontstonden Uxmal en de andere steden op de Puucroute, op het grondgebied van de huidige staat Yucatan. Hier verzamelt het water zich in ondergrondse reservoirs, "cenotes". Bij gebrek aan rivieren waren deze cenotes van onschatbare waarde. Zij werden dan ook het voorwerp van een cultus waarbij mensen werden geofferd. De "Mundo Maya" bestond uit verschillende ethniën die niet zozeer dezelfde taal spraken maar wel een fysieke gelijkenis en vooral tal van culturele overeenkomsten vertoonden. Guatemala was de bakermat van de Mayabeschaving. Die werd door opeenvolgende migraties opgesplitst in verschillende groepen die elk invloeden van andere culturen zouden ondergaan. Vooral door toedoen van de Olmeken, wier beschaving aan de grondslag lag van de latere beschavingen van Midden-Amerika, onderging de Mayacultuur diepgaande wijzigingen qua architectuur, schrift en numeriek stelsel. Onder hun invloed onststond een eenvoudige kalender die aan de basis lag van de befaamde Mayakalender (1 zonnejaar = 365 dagen). Ofschoon het hiëroglyfenschrift van de Maya's verre van volledig is ontcijferd, beschikken wetenschappers over voldoende gegevens om een bepaalde chronologie samen te stellen die hun geschiedenis opdeelt in een pre-klassieke, klassieke en post-klassieke periode, die elk op hun beurt diverse onderverdelingen kennen.

DE PRE-KLASSIEKE PERIODE

• Oud pre-klassieke periode (1500 v. Chr.): embryonale beschavingssporen die wijzen op een jagers-verzamelaarsmaatschappij.

• Recent pre-klassieke periode (500 v.Chr - 325 na Chr.): de "formatieve periode". Een eigen Mayacultuur begint zich af te tekenen. Karakteristieken van deze kunst: menselijke figuren met zeer uitgesproken gelaatstrekken (het ‘Mayaprofiel’: een lange scherpe neus in het verlengde van het voorhoofd). De eerste decoratieve elementen duiken op in de bouwkunst.

DE KLASSIEKE PERIODE (325-975 na Chr.)

Wordt gewoonlijk onderverdeeld in oudklassiek, vol-klassiek en de periode van verval. Elk van deze tijdsspannes stemt overeen met bepaalde culturele evoluties: nieuwe bouwkundige verwezenlijkingen en gedateerde historische gebeurtenissen voor de eerste periode; hoogtepunt van astronomische, wiskundige en architecturale verwezenlijkingen voor de tweede; cultureel verval en de leegloop van de steden voor de derde.

DE POST-KLASSIEKE PERIODE

• De Mexicaanse periode (975-1200): ook wel Maya- Tolteekse periode genoemd vermits op dat ogenblik de Tolteken, afkomstig uit het Centrale hoogplateau, zich mengden onder de Maya's en hun invloed op deze beschaving doorsijpelde. Voor het eerst worden afbeeldingen van de bekende "Gevederde Slang" als decoratief element gebruikt in de bouwkunst (Quetzalcoatl, door de Maya's Kulkucan genoemd). Ook Chac Mool, de mythische strijder, duikt op. De vermenging van culturen is duidelijk zichtbaar in Chichen Itza, een van de meest gerenommeerde sites in Yucatan.

• De periode van Mexicaanse integratie of post-klassieke periode (1200-1540): deze 340 jaar werden gemarkeerd door een reeks interne conflicten die resulteerden in cultureel verval maar een commerciële en militaire bloei met zich meebrachten. Het Spaanse tijdperk zou pas in 1517 aan breken, met de verkenning van de Golf van Mexico door Francisco Hernandez de Cordoba. De verovering liet nog op zich wachten maar in 1697 werd het laatste Mayabolwerk onderworpen door de Spaanse troepen.

DE MAYASTEDEN

Vanaf het begin van de Klassieke periode (4de eeuw) zorgden de diversiteit van de teelten, de landbouwkundige vooruitgang en de vernuftige irrigatietechnieken voor een economische groei, met een enorme bevolkingstoename als gevolg. De eerste grote steden en religieuze centra werden opgericht en geleidelijk aan begon zich een sociale hiërarchie af te tekenen. De elite bewoonde de centra: in de eerste plaats de bestuurders, maar ook de priesters en de sjamanen, handelaars, soldaten, architecten, sterrenkundigen, ambachtslui en dienaars van de bestuurders. Ook de schrijvers leefden in de stedelijke centra. Zij waren verantwoordelijk voor het opstellen van de "codices": geïllustreerde vouwboeken waarin kronieken en genealogieën werden vastgelegd. De Spanjaarden hebben de meeste van deze geschriften vernietigd in hun religieuze ijver. De Popol Vuh, het "Boek van de Raad" werd echter in het Latijn overgeschreven en bleef op die manier bewaard. De tekst is nog steeds van bijzonder belang voor wie de geschiedenis van de Maya's bestudeert. Het Mayaschrift was bovendien het meest geavanceerde dat in Midden-Amerika werd ontwikkeld. De rest van de bevolking - jagers, vissers, boeren en slaven - leefde buiten de steden. Maar de toenemende interne conflicten en de latere kolonisatie zouden uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de totale ineenstorting van deze sociale organisatie, wat tot uiting kwam in het geleidelijke verval van de steden.

DE RELIGIE

Het belang dat de Maya's hechtten aan hun godsdienst en religieuze rituelen blijkt duidelijk uit de vooraanstaande positie die hun priesters op sociaal en politiek vlak bekleedden. Zij stonden in voor de organisatie van de ceremonies. De natuurelementen, de hemellichamen of de dood: alles wat bewondering of vrees inboezemde, kreeg bij de Maya's een goddelijke status. Vooral Chac, god van de regen en de donder speelde een belangrijke rol in het Mayapantheon. Na de komst van de Tolteken werd zijn positie bedreigd door Quetzalcoatl of Kulkucan, de Gevederde Slang. De godheden namen beurtelings een menselijke of dierlijke vorm aan waarbij de slang de regen vertegenwoordigde, de jaguar en de ara voor de zon stonden en de uil voor de dood.

DE MAYA’S VANDAAG

Vandaag leven er nog zo'n 9 miljoen Maya's in Mexico, Guatemala, Belize en Honduras. Ze spreken verschillende talen die echter eenzelfde linguïstische oorsprong delen. Ook fysiek zijn er gelijkenissen. Hoewel voor het merendeel katholiek, houden ze vast aan de verering van bepaalde natuurkrachten en zijn oude cultussen door de eeuwen heen bewaard gebleven. Hun sociale organisatie is gebaseerd op het gemeenschapsleven met een strikte taakverdeling. In Mexico bevinden de Maya's zich net als de andere indiaanse volkeren onderaan de sociale ladder, een gemarginaliseerde minderheid die het slachtoffer is van racisme. Ze krijgen enkel minderwaadige taken toebedeeld en ze worden angstvallig geweerd uit het stedelijke leven.

QUINTANA ROO: De «corridor» Cancun-Tulum

De reizigers die naar het zuiden van de langwerpige deelstaat Quintana Roo afzakken, zijn weinig talrijk. Vooral de "corridor" Cancun-Tulum is de toeristische trekpleister van Quintana Roo, dat zich uitstrekt langs de rand van de azuurblauwe zee. Enkel de ruïnes van Coba, 50 km landinwaarts slagen erin bezoekers weg te lokken van de paradijselijke stranden. Helaas wordt de 130 km-lange kustlijn langzaam maar zeker aangevreten door bouwwerken en toenemende urbanisatie. Het echte Quintana Roo ligt meer in het zuiden of dieper in het binnenland. Meer dan elders in Mexico lijkt het alsof deze streek op een of andere manier wars is gebleven van elke moderne ontwikkeling. Hoewel die bewering ongeloofwaardig zal klinken in de oren van wie in Cancun arriveert.

CANCUN is allesbehalve authentiek: de hele stad is in de ban van het massatoerisme. Beton boort er de stranden af, winkelcentra, restaurants, bars en Planet Hollywood- of Hard-Rock cafe's dringen zich overal op aan de rand van de Caribische zee of in de lagune. Zonder de golfterreinen te vergeten natuurlijk. Neergepoot temidden van wat ooit een mangrovebos was, groeide Cancun in de jaren 70 uit tot "Cancun Beach". De regering die, hongerend naar vreemde deviezen, een nieuwe badplaats wilde bouwen, had haar oog laten vallen op de zandbank voor het vissersdorpje Puerto Juarez, die de vorm had van een zeven. Daar moest het Mexicaanse Miami Beach verrijzen. Een leger arbeiders werd eropuit gestuurd om de jungle weg te hakken, de mangrovebossen uit te rukken, de muggen te verdelgen en de bruggen te bouwen die de "7" van Cancun met het vasteland moesten verbinden. In 1972 werd het eerste hotel gebouwd: een onmiddellijk succes. Al snel bleek dat de vastgoedpromotoren niet alleen juist hadden gegokt maar zelfs het grote lot hadden gewonnen. De toeristen stroomden toe. Cancun draaide mee op de mallemolen van een hectische speculatie. En de naburige eilanden, vooral Cozumel, gingen dezelfde weg op. Jaarlijks strijken meer dan 2 miljoen strandfanaten en watersporters neer op de stranden van Cancun die ontdekkings reiziger John Lloyd Stephens ooit om schreef als een door muggen geplaagde duinenrij. Cancun Beach, of de "zona hotellera", 1 een veel realistischer benaming, beschikt effectief over twee troeven: prachtige stranden en verleidelijk, kristalhelder kustwater. Maar het is onmogelijk om vanuit de stad zelf de zee nog te zien, want tal van hotels belemmeren het uitzicht. Als u houdt van rustige baaitjes of op zoek bent naar overblijfselen van de Mayacultuur, vergeet dan Cancun. Zelfs de archeologische site van EI Rey, klein en teleurstellend, is niet echt een bezoek waard. Het centrum van de stad heeft evenmin veel te bieden, is zelfs uitgesproken lelijk. Wie wil watersporten, is hier echter wel aan het juiste adres. Windsurfen, duiken, snorkelen, jetski of parasailing behoren tot de mogelijkheden. Anderen geven de voorkeur aan een tennis- of golfpartijtje onder de tropenzon. In de stad zorgen discotheken en bars waar allerhande exotische cocktails worden geserveerd, voor avondvertier.

PLAYA DEL CARMEN kende een tragere opgang. Dit voormalige vissersdorp heeft dan ook iets meer van zijn charme bewaard. Op gelijke afstand van Cancun en Tulum is dit de badplaats waar iets minder gefortuneerde toeristen heentrekken. De betere hotels werden gebouwd aan de rand van het strand en in de straten die erop uitkomen. De belangrijkste winkelstraat loopt achter een huizenblok paralIel aan het strand. De rest van het stadje is uitgegroeid tot het domein van de toeristen: niet echt mooi maar wel sympathiek en geanimeerd. Rugzakreizigers treffen elkaar in de Avenida Quinta, tussen de "zocalo" (het centrale marktplein), de aanlegsteiger voor de ferries en de Calle 8. 's Avonds zinderen de terrasjes er op de tonen van een mariachi-orkestje of weerklinkt er hippiemuziek. De prijzen worden hier in Amerikaanse dollars uitgedrukt en zo goed als iedereen spreekt Engels: 70 procent van de toeristen is dan ook afkomstig uit de Verenigde Staten. De rijkeren logeren iets verderop, in PLAYACAR, de 4- of -5 sterrenversie van Playa del Carmen. Zo heeft elke badplaats op de route Cancun-Tulum zijn eigen kenmerken. Cancun is een tweede Miami Beach, naar Playacar komt men voor de kalmte. De resorts liggen er verspreid over een groot bewaakt domein, aan een prachtig strand, omringd door een weelderige vegetatie die elk gevoel van drukte tenietdoet.

PUERTO VENTURAS, meer naar het zuiden, is een recent aangelegde luxueuze jachthaven. Een nog exclusiever oord dan Playacar. De plaats bij uitstek voor wie de jongste trends inzake jachts wil ontdekken. Natuurliefhebbers zullen echter AKUMAL verkiezen. In de baai werden enkele private villa's en andere bouwsels neergezet waar kamers of appartementen verhuurd worden. Verder staan er enkele hotels en strandhutjes ("cabana's") ter beschikking van de reiziger. Akumal is tevens een ecologisch centrum dat de opdracht heeft om de mariene flora en fauna te beschermen. Elke zomer kruipen hier tientallen zeeschildpadden aan land om hun eieren op het strand te begraven. Als gevolg van de oververzadiging van Cancun is het uitzicht van de Caribische kust van Mexico grondig veranderd. Op enkele jaren tijd rezen badplaatsen als Playacar of Puerto Venturas als paddestoelen uit de grond en ook de laguna's van XCARET en XEL-HA zijn echte pretparken geworden. Wie graag snorkelt maar drukte en geldklopperij wil vermijden, kan naar YAL-KU, op het noordelijke uiteinde van de baai Akumal. Van alle plaatsen die de snel verouderende gidsen vermelden, lijkt XCACEL de enige die nog niet is aangetast door het moderne toerisme. Het strandje in de kleine baai is heerlijk. Zowat overal onderweg nodigen panelen u uit om de lokale cenote te bezoeken, op 300 meter van het strand, in de jungle. Te bekijken vóór 17u00, vanwege de muggen! Enkele kilometers verder ligt TULUM, interessant vanwege zijn Mayasite.


TULUM: tempels met zicht op zee

De schitterende site van Tulum, aan één kant afgeboord door de zee, aan de andere zijde door een stenen omwalling, is een van de meest belangwekkende Mayaoverblijfselen aan de kust van Quintana Roo. Net als op andere archeologische sites vertegenwoordigen de opgegraven ruïnes van Tulum slechts een onooglijk stukje (zo'n 10 procent) van de oude stad waarvan de vestingmuren zich meer dan 5 km langs de kustlijn slingeren. Tulum is jonger dan Uxmal en werd pas in de 12de eeuw gebouwd, tijdens de post-klassieke periode, toen het verval van de Mayacultuur zich reeds deed gevoelen: de ommuring vormt het bewijs van de onrust die toen heerste. De invloed van de later binnengevallen Tolteken is manifest aanwezig. De stad bleef bewoond tot aan de komst van de Spanjaarden in de 16de eeuw. Maar toch lijkt de site veel slechter bewaard dan die van Uxmal, mede vanwege de rudimentaire restauratie. De enkele gebouwen die nog overeind staan, zijn echter prachtig gelegen tegen de achtergrond van de helderturkooise Caribische zee en ontlenen hun schoonheid voor een groot deel aan de schitterende omgeving. Ook de piramide, "EI Castillo", maakt indruk, ondanks haar bescheiden afmetingen. Eens voorbij de omwalling vallen de piramide en enkele andere gebouwen onmiddellijk op binnen de schaars bebouwde ruimte. Langs de wand van de piramide loopt een enkele trap naar de tempel die op de top werd gebouwd. Het bouwwerk wordt geflankeerd door twee tempeltjes. Links van de piramide bevindt zich de Tempel van de Neerdalende God. Het interieur van de tempel werd met fresco's beschilderd maar is jammer genoeg niet toegankelijk voor het publiek.

In Tulum was naar verluidt een specifieke cultus gewijd aan deze godheid. Een andere gebouw dat de aandacht trekt, is de Tempel der Fresco's: drie opeenvolgende structuren vormen het gebouw dat 2 etages hoog is. Het oudste gedeelte, op de begane grond, werd ingekapseld in een galerij die de tweede structuur uitmaakt. De derde structuur bestaat uit het geheel dat boven beide uittorent. De façade werd gedecoreerd met nissen waarin de Neerdalende God en andere godheden en personages werden uitgehouwen. De tempel ontleent zijn benaming aan de muurschildering waarop goden, offerscènes en ineengestrengelde slangen staan afgebeeld. Ook het portret van een akelig grijnzende grijsaard met een slurf als neus valt op: waarschijnlijk gaat het om Chac, de regengod, wiens beeltenis de hoeken van de façade siert. Tegenover de tempel bevindt zich een zuil waarop in bas-reliëf een teken, vermoedelijk een cijfer, werd aangebracht waarvan de betekenis nog altijd niet duidelijk is. Kenmerkend voor de site van Tulum is dat er zich tussen de heiligdommen ook huizen bevinden. Dat van Halach Uinic is het mooist, ondanks het feit dat de gevelversieringen grotendeels zijn vervaagd. Enkel de figuur van de NeerdaIende God is nog duidelijk te onderscheiden. Even verderop bevindt zich het Huis van de Cenote: het waterreservoir wordt gedeeltelijk door het bouwsel overdekt, maar als u de trap beklimt tot aan het touw dat u de toegang ontzegt, ziet u de gang die in de bodem werd uitgegraven en die rlechtstreeks uitkomt op de cenote. Dan is er nog de Tempel van de Windgod, neergezet op een rots die een prachtig uitzicht biedt op de idyllische omgeving. Aan de overzijde van de 12 m-hoge kliffen waarop "EI Castillo" werd gebouwd, kijkt de toren het over de schitterende stranden van Tulum. Maar het mooiste zicht is te vinden aan de achterzijde van de omheining van de piramide: in een boog van 180° strekken zich de stranden uit, immens en zo goed als verlaten, langs de rotsen die in het turkooise water verdwijnen.

EXCURSIES NAAR DE EILANDEN

COZUMEL

Cozumel, het "Eiland van de zwaluwen", is het grootste eiland van Mexico. Gelegen tegenover Playa del Carmen snoept het steeds meer toeristen - en dus inkomsten - af van de populaire badplaatsen aan de kust van Quintana Roo. Langs de rand van het eiland slingert zich een 45 km-lange strook restaurants, hotels, bars en boetieks, net als in Cancun. Toch is de sfeer hier intiemer: het eiland waakt over het behoud van zijn exotisch imago. San Miguel is de haven waar de reizigers arriveren. Vooral voor duikers is het eiland een interessante bestemming. Op de duikershitparade staat het koraalrif van Palancar hoog genoteerd. De dichtst bebouwde zijde van het eiland is die tegenover het vasteland, de mooiste stranden liggen bijgevolg aan de andere kant. Voor anderen kunnen de vier archeologische sites van Cozumel interessant zijn. Maar wie Uxmal, Tulum of Chichen Itza al gezien heeft, wacht waarschijnlijk een teleurstelling.

MUJERES

Mujeres, een eiland ter hoogte van Cancun, is als een land op zich. De architectuur doet hier eerder Caribisch aan dan Mexicaans. Het "Vrouweneiland" ontleent zijn naam aan de talloze vrouwenbeeldjes die de Spanjaarden bij de Mayaruïnes op de zuidkant van het eiland vonden toen ze er in 1517 landden. Mujeres is een goed alternatief voor wie op de vlucht is voor de Amerikaanse drukte van Cancun. Op het eiland zijn verschillende excursies mogelijk: zwemmen met dolfijnen, snorkelen in een van de mooiste koraalriffen ter wereld, een bezoek aan de (weinig indrukwekkende) Mayaruïnes of aan een haciënda en een verkenning van de mooie lagunes van Makay of Salina Grande. Wie opteert voor kalmte moet naar de stranden op de noordkust van het eiland. Hopelijk hebben plezierboten tegen die tijd hun passagiers daar nog niet gelost.

CONTOY

Contoy, een natuurreservaat van 230 hectare, fungeert als broedplaats voor tal van zeevogels waaronder pelikanen, fregatvogels en ooievaars, om er maar enkele te noemen. Sinds de tijd dat de Amerikaan Stephens het eiland in 1852 beschreef, lijkt er niets veranderd. Na een boottocht van anderhalf uur wacht de reiziger de aanblik van duizenden vogels: het kleine eiland telt maar liefst 97 soorten. Ook zeeschildpadden kiezen deze plek om hun eieren veilig achter te laten. Krokodillen zijn hier hun enige bedreiging. Enkel geautoriseerde boten mogen hier aanleggen en er zijn geen overnachtingsfaciliteiten voorzien. Een excursie naar het eiland omvat gewoonlijk een toer rond de lagunes en de baaien van het eiland en ook duiken en snorkelen behoren tot de mogelijkheden.


Merida, koloniale glorie

Merida is voor vele toeristen de uitvalsbasis voor een bezoek aan Yucatan en de Mayaruïnes vooraleer ze verdertrekken naar de stranden van Quintana Roo. Wat de reisgidsen ook mogen beweren, Merida, hoofdstad van zowel de staat Yucatan als van het hele schiereiland, kan de vergelijking met andere koloniale steden als Oaxaca of San Cristobal de las Casas niet doorstaan. Ondanks de mooie koloniale gebouwen die het centrum van de stad sieren, oogt Merida veel moderner. Op de plaats waar vandaag Merida verrijst, bevond zich vroeger Tiho, een belangrijke Mayanederzetting. Fransico de Montejo ("El mozo": de jongere) onderwierp Tiho aan het Spaanse gezag in 1542. Hij verwoestte de Mayastad en herdoopte haar Merida: de Mayapiramides en -tempels deden hem immers terugdenken aan de Romeinse ruïnes die hij in de gelijknamige Spaanse stad had gezien. Merida telt vandaag meer dan een half miljoen inwoners, waarvan één derde jonger dan 15 jaar; een uitzondering in Yucatan dat kampt met een verregaande vergrijzing van zijn bevolking. Drie of vier uur zijn ruimschoots voldoende voor een bezoek aan de interessantste bezienswaardigheden van de stad. De straten dragen in Merida geen naam maar een nummer: van noord naar zuid onpaar, van west naar oost paar. De "zocaio", de Plaza Mayor, bevindt zich tussen de straten 61 in het noorden, 63 in het zuiden, 60 in het oosten en 62 in het westen. Daar getuigen de 16de eeuwse kathedraal, de oudste op het Amerikaanse continent, en het gouverneurspaleis met zijn fresco's van het koloniale verleden van Merida. Verder zijn het stadhuis (1735) en de Casa Montejo, het huis van stichter en veroveraar van Yucatan, Montejo "junior", interessant. AI de andere bezienswaardigheden zijn geconcentreerd tussen de straten 55 tot 69 en 64 tot 50; het park van Santa Lucia (Calle 60-55), de universiteit van Yucatan (6057), de José Peon Contreras-schouwburg (60-57), de Plaza Hidalgo met haar mooie zitbanken en het Gran Hotel uit het begin van de eeuw (60-59), het stedelijk museum (61-58), de Plaza en kerk van San Juan (64-69) en het marktplein (65-54). Merida heeft een eigen versie van de "Champs Elysées", zij het dan op een iets bescheidener niveau: de Paseo Montejo werd gebouwd naar Parijs' voorbeeld en in 1888 ingehuldigd. Vandaag vindt men op de boulevards vooral restaurants, bars, bescheiden hotels en ambassades. Voor de Amerikaanse is het steeds aanschuiven geblazen, want de Verenigde Staten zijn voor vele Mexicanen nog steeds het land van onvervulde dromen. Wie zoekt, vindt nog enkele mooie koloniale huizen die herinneren aan het feit dat de Paseo Montejo ooit een sjieke buurt was. Plan uw bezoek aan Merida indien mogelijk op een zondag: de winkels zijn dan weliswaar gesloten, maar de straatjes in het centrum zijn dan autovrij en gezellig druk en overal wordt muziek gepeeld: Op zondag is Merida heerlijk.

RONDRIT LANGS KLOOSTERS EN HACIËNDA’S

 ln Yucatan zijn historische overblijfselen overal aanwezig. De Mayacentra zijn ongetwijfeld de drukst bezochte, maar er bestaat ook een interessante kloosterroute die doorheen de dorpen Acancen, Tecoh, Tekit, Mama, Chumayel, Teabo, Tipikal, Mani en Oxcutzacab voert, waar de oude Mayatradities nog levend zijn. Onderweg zijn er ook enkele prachtige haciënda's te bekijken. ln enkele daarvan kan u 's middags van de traditionele keuken genieten.

Chichen Itza

Chichen Itza is onbetwistbaar de nummer één van al de Mayasites op Yucatan. Parkings en allerhande voorzieningen voor bezoekers, souvenirwinkeltjes, autocars en gladgeschoren grasvelden laten er echter geen twijfel over bestaan: een bezoek aan Chichen Itza is geen rustige aangeleigenheid. Mystiek is hier ver te zoe ken. Door de hectische drukte is Chichen Itza dan ook weinig sfeerfvol maar de archeologische resten behoren ontegensprekelijk tot het interessantste wat er van de Mayacultuur rest. Chichen Itza werd rond 450 gesticht door de Itzaes. Waar men vroeger veronderstelde dat zij hun nederzetting aan het begin van de 10de eeuw hadden verlaten, zoals bij veel andere Mayacentra het geval was, overheerst vandaag de mening dat de stad toen bezet werd door stammen uit de hoogplateaus die zich onder de Mayabevolking mengden. Op de site zijn dan ook twee types van architectuur te onderscheiden: het Priestergraf en het merendeel van de andere gebouwen in Puucstijl zijn van Maya-oorsprong (voor de 9de eeuw), maar de piramide en de andere gebouwen op het noordelijke deel van de site zijn recenter en waarschijnlijk Tolteeks. Voigens de overlevering kwamen rond het jaar 1000 Tolteken afgezakt uit het verre Tula, in het noorden van Mexico. Zij veroverden de stad onder leiding van Quetzalcoat (of Kulkucan, de Gevederde Slang), een titel die voor de Tolteekse heerser was wat "Caesar" was voor de Romeinen. Aan de noordrand werd een nieuw stadsdeel gebouwd. De symbiose tussen beide volken markeerde de wedergeboorte van Chichen Itza. De stad groeide al snel uit tot het belangrijkste centrum op het schiereiland. De architectuur van de noordelijke groep gebouwen vertoont duidelijk kenmerken van de Tolteekse overheersing: beeltenissen van de Gevederde Slang, mannenbeelden die als steunpilaar fungeren en talloze krijgersfiguren, maar ook Mayaelementen als het Chac-personage zijn vertegenwoordigd. De reden waarom de stad in de 13de eeuw definitief verlaten werd, is nog steeds niet achterhaald. Sommigen zoeken de oorzaak bij de opkomst van de rivaliserende stad Mayapan, wier heersers de streek in economisch en politiek opzicht zouden domineren tot aan het midden van de 15de eeuw. Chichen Itza werd dus verlaten maar bleef een belangrijke roI vervullen als cultusplaats en bedevaartsoord tot aan de koloniale periode. Daarna was het verval compleet en viel de stad ten prooi aan de oprukkende vegetatie. ln 1841 werden de ruïnes van Chichen Itza opnieuw ondekt door de Amerikaan Stephens. Archeologen starten opgravings- en restauratiewerken. Mar ook hier vormt het opgegraven gedeelte slechts een fractie van wat ooit een uitgestrekt centrum van beschaving is geweest.

DE MOOISTE GEBOUWEN

De site bestaat uit twee delen: de noordelijke groep, die de recentste gebouwen omvat uit de Tolteekse periode, en de zuidelijke groep, opgericht door de Maya's.

1. DE NOORDELIJKE GROEP

El Castillo (of Piramide van Kulkucan)

Een bezoek aan de site start met de Piramide van Kulkucan, de "grote piramide", het eerste gebouw dat opvalt bij het betreden van het uitgestrekte grasveld. Net als de naburige constructies van het balspeelveld en de Tempel van de Krijgers is dit een van de jongere Tolteekse) restanten, een van de hoogste en mooiste Mayapiramides. Bekroond door een vierhoekige tempel, is het bouwwerk 24 meter hoog en 55 meter breed aan de basis. Het telt negen etages, getal dat bij de Maya's symbool stond voor de hel, het oord van de doden. Aan elke zijde van de piramide bevindt zich een trap, aan weerszijden gedecoreerd. De balustrades van de noordelijke trap eindigen in een reusachtige gebeeldhouwde slangenkop die de god Quetzalcoatl / Kulkucan voorstelt. Op de top, nog steeds aan de noordkant, zijn de tempelzuilen eveneens gedecoreerd met slangen en maskers van Chac. Maar het interieur van de piramide is het meest belangwekkend: de binnenste tempel, die bovenop een oudere constructie stond die overbouwd werd. De toegang bevindt zich onderaan de bijzonder steile hoofdtrap. Binnenin bevindt zich een roodkleurige troon, met jade ingelegd, in de vorm van het hoofd van een jaguar.

De verschijning van Kulkucan

Bij het begin van de lente en de herfst verzamelen hordes kijklustigen zich voor de grote piramide van Kulkukan. Vanaf 13u tekent de zon er op de hoofdtrap schaduwen die lijken op een bewegende slangenlijf. ln maart lijkt het alsof de slang naar de heilige bron afdaalt, in september lijkt ze in omgekeerde richting te kronkelen. De oriëntatie van de piramide en de gebeeldhouwde slangenhoofden onderaan de hoofdtrap bevestigen het vermoeden dat de piramide een astronomische functie vervulde.

Het balspeelveld

Als een van de grootste Mayabalspeelvelden (70 m breed, 95 m lang) maakt het balspeelveld van Chichen Itza deel uit van een gebouwenensemble, waaronder de Tempel van de Jaguar en zijn voorhal, die aan de buitenzijde van het veld naar de piramide is gekeerd. ln de hal bevindt zich een indrukwekkend beeld van een jaguar dat de tand des tijds wonderwel heeft kunnen doorstaan. Ook de fresco's op de zuilen waarop krijgers en de Gevederde Slang zijn afgebeeld of de Maya-fresco's binnenin zijn schitterend bewaard gebleven. De Tempel van de Jaguar zelf werd opgericht op de oostelijke muur van het balspeelveld: hij is te herkennen aan de twee enorme slangenhoofden die een colonne van massieve reptielenlichamen ondersteunen.

De Tzompantli

De Tzompantli, Tolteeks voor "Tempel van de Schedels", bevindt zich tussen de Tempel van de Jaguar en "El Castillo", de Piramide. Het lage gebouw werd in de vorm van een "T" geconstrueerd en gedecoreerd met gebeeldhouwde menselijke schedels. Het is het grootste van de drie platforms die gebruikt werden bij het uitvoeren van allerhande rituelen. Het Huis van de Arenden is een klein platform dat opgeluisterd werd met beeltenissen van arenden en jaguars die mensenharten verslinden. Een bosweg leidt vervolgens vanaf de Tempel van de Morgenster (de planeet Venus) naar een ander sinister oord, de Heilige Bron ("cenote"), een natuurlijke waterput met een doorsnede van ongeveer 60 meter. Dit voorbeeld illustreert de Mayaverering voor het kostbare water: aanvankelijk werden enkel voorwerpen aan de watergod geofferd om zijn gunsten af te smeken, maar later werd het offeren van mensen, ook kinderen, gangbaar. Ten Oosten van de piramide bevindt zich een spectaculair geheel van tempels en zuilengalerijen. De centrale trap langs de vier etages van de Tempel van de Krijgers leidt naar een groot platform waarop zich het imposante en raadselachtig standbeeld van de krijger-godheid Chac-Mool bevindt, geflankeerd door twee pilaren in de vorm van slangen. Het dak van de tempel is verdwenen maar samen met het woud van zuilen vormt hij een indrukwekkend geheel, de Zaal der Duizend Zuilen.

2. DE ZUIDELIJKE GROEP

Ten zuiden van "El castillo", de piramide, vertrekt een pad naar een ander en ouder geheel van Mayabouwwerken. Het pad loopt langs een drinkplaats die onmiddelijk gevolgd wordt door het 0ssuarium, een kleine piramide met vier trappen waarnaast een soort totem staat, die gedecoreerd werd met 4 maskers van de godheid Chac. Prachtig. Vervolgens geeft het pad uit op een grasveld waarop diverse gebouwen verspreid staan. Het Observatorium (ook "El Caracol" of slakkenhuis genoemd vanwege zijn vorm) doet met zijn koepelvormig dak erg modern aan. ln de cylindervormige toren kringelt een wenteltrap omhoog naar de uitkijkpost waarin zich het astronomische observatorium bevond. Tot slot komt men bij het Nonnenhuis, dat waarschijnlijk dienst deed ais paleis en tot de oudste gebouwen van de site behoort. Vlakbij bevindt zich de Anexo este, een ruimte waarvan de buitenzijde met prachtige fresco's van maskers en gestileerde slangen werd opgeluisterd. Het laatste gebouw van deze groep is de Kerk, een ruimte die zich onderscheidt van de andere gebouwen door de goed bewaarde geometrische motieven die als versiering op de buitenmuren werden aangebracht. Gebeeldhouwde maskers van Chac en andere personages doen vermoeden dat de plek gebruikt werd als cultusplaats voor de regen en -watergodheid.


UXMAL

De weg van Merida naar Campeche (250 km via de lange nr 261) doorkruist een vlakte, enkele armoedige dorpen met namen als Tuc-Puc of Ich-Ek en twee vervallen gehuchten (enkel de scholen zijn verzorgd) Hopelchen en Bolonchen, waar men geen prijs lijkt te stellen op vreemde bezoekers. Maar het is deze weg die leidt naar tal van andere archeologische sites als Uxmal en de Puucroute die op 145 km van Campeche en 20 km van Uxmal begint.

DE SITE VAN UXMAL

Gesitueerd te midden van weelderig groen, op 80 km ten zuidwesten van Merida, is Uxmal de belangrijkste archeologische site van de Puucregio (Puuc is Maya voor "heuvelachtig"). Volgens archeologen is dit ook het beste voorbeeld van de bouwstijl die men genoemd heeft naar de streek, de Puucstijl. Hij karakteriseert zich door lage horizontale gebouwen en decoratieve elementen die geometrische motieven (meanders, bijenkorven, rasterwerk en gestileerde vormen) vermengen met afbeeldingen van de regengod Chac. Gebouwd in vijf verschillende etappes (Uxmal betekent in het Maya nochtans "in drie keer gebouwd"), was het een van de belangrijkste Puucsteden in de laatklassieke periode. Zijn geschiedenis, die aanvangt bij het begin van de 7de eeuw, houdt abrupt op in het jaar 900, zonder dat men weet waarom de stad zo plots verlaten werd. Gebrek aan water, de concurrentie van Chichen Itza of een combinatie van beide is misschien de oorzaak geweest. De enkele ruïnes die vandaag overblijven, zijn op een bijzonder harmonieuze manier verdeeld over de site, alhoewel ook deze stad die in de 19de eeuw werd herontdekt, slechts ten dele werd opgegraven. Uxmal heeft zijn eigen kenmerken, die een reden te meer zijn om de archeologische resten te gaan bekijken. Een eerste aspect springt onmiddellijk in het oog bij het naderen van de site. De "Piramide van de Tovenaar", die niet "castillo" wordt genoemd zoals de andere Mayapiramides, is ovaal van vorm wat uitzonderlijk is in de Maya-architectuur. Opgericht in verschillende opeenvolgende fasen (archeologen vonden vijf verschillende bouwlagen), vormt de piramide de onderbouw voor twee boven elkaar geplaatste tempels. De eerste (op niveau vier) wordt de Tempel van Chenes genoemd (of "Tempel West IV") en is spectaculair: een enorme opengesperde slangenmuil vormt de toegang tot het heiligdom. De tweede, die noodzakelijkerwijs veel smaller is ("Tempel V"), is typisch Puuc: Chacmaskers zijn hier het enige en sobere decoratieve element. Om de top te bereiken moet men een trap nemen. Een ketting biedt houvast bij de wel zeer steile klim. Geen wonder dat de meeste bezoekers op hun achterste terug naar beneden afdalen: neem uw voorzorgen en draag een oude jeans! Voor mensen met hoogtevrees is dit trouwens niet echt een aanrader. Juist achter de piramide prijkt een prachtig versierde groep gebouwen, die echter veel minder grondig werden gerestaureerd. Het Nonnenklooster, dat zijn naam ontleent aan het grondplan dat sterk lijkt op dat van de kloosters zoals de Spaanse veroveraars ze kenden. Het Nonnenklooster vervulde mogelijk een administratieve functie of diende misschien als school voor de priesters. Maar ook hier is de plaatsing van vier gebouwen rond een grote binnenhof typisch Puuc, net als de ornamenten die Mayahutten en maskers verbeelden. De façade van het oostelijke gebouw is prachtig: geometrische trapeziumvormen en zuiltjes die eindigen in prachtig uitgewerkte uilenhoofden. Ook de fries die de westelijke zijde van het gebouw siert, is opmerkelijk en nog complexer: slangen, Chac-maskers en ander mythische figuren vermengen zich met ingewikkelde geometrische motieven en in steen uitgehouwen rasterwerk. Mooi.

Het "Gouverneurspaleis" dat op een plateau van 122 bij 27 meter rust, bereikt men via het vroegere balspeelplein. Het veld is klein in vergelijking met zijn tegenhanger in Chichen Itza. Maar een van de ringen waar de spelers hun zware balIen doorheen moesten mikken en een deel van de ornamenten zijn zeer goed bewaard gebleven. Enkele trappen geven vervolgens uit op een uitgestrekt plein. ln de rechterhoek ligt het Schildpaddenhuis, een sober gedecoreerde kleine tempel die zijn naam ontleent aan de prachtige fries waarop schildpadden zijn afgebeeld als symbool voor water en vruchtbaarheid. Deze plek biedt een schitterend uitzicht op de Piramide van de Tovenaar, het Nonnenklooster en het Balspeelplein. Ook de achterzijde van het Gouverneurspaleis, gedecoreerd met friezen en Chacmaskers, laat zich van hieruit bewonderen. Opvallend zijn de befaamde "Mayabogen", driehoekige openingen die aan de basis gedeeltelijk werden opgevuld uit vrees voor verzakking. Aan de voorzijde van het paleis staat op een sokkel een altaar dat gevormd wordt door een tweehoofdige jaguar. Ook hier is de invloed van de Tolteken zichtbaar in de slangen, de gepluimde figuren naast Chac (waarvan men hier niet minder dan 103 grote maskers heeft aangetroffen) en in de geometrische motieven. Aan de oostkant, achter het Gouverneurspaleis, bevindt zich een andere gebouwengroep. De Grote Piramide springt het meest in het oog: net iets hoger dan de piramide van de T ovenaar is zij volgens het klassieke vierkante grondplan gebouwd. Zij telt negen verdiepingen. Deze piramide werd minder goed gerestaureerd maar biedt opnieuw een prachtig uitzicht over de omgeving. Op de top bevindt zich de Papegaaientempel, genoemd naar de ara's die als symbool van vuur en zon het gebouw decoreren. Even verder naar het zuiden bevindt zich de Duiventil, de restant van een gevel met rechthoekige openingen en bekleed met een kantwerkachtige fries, die ooit deel uitmaakte van een woonhuis. De rest van de zuidelijke gebouwengroep is vervallen en overwoekerd en oogt niet bepaald aantrekkelijk. De meeste bezoekers keren dan ook hier op hun schreden terug. Nochtans loopt van hieruit een pad naar de Piramide van de Oude Vrouw, een van de oudste bouwwerken op de site van Uxmal. Een ander pad brengt u naar de gebouwengroep van het grafveld (vanaf het balspeelveld). De Piramide van de Oude Vrouw bevindt zich echter in verregaande staat van verval en trekt daarom minder bezoekers dan de andere gebouwen. En als de "Fallustempel" u mocht interesseren: het ornament dat dit bouwwerk sierde, bevindt zich naast het restaurant in de buurt van de dienst- en sanitaire gebouwen. Wat het grafveld betreft, enkel de gebeeldhouwde schedels en beenderen zijn de verplaatsing waard, hoewel de schedels van de Tzomantli in Chichen Itza veel indrukwekkender zijn.

YUCATAN PRAKTISH

HOE ERNAARTOE?

Zie www.reiswereldmagazine.be: online reserveren: georganiseerde reizen en rondritten.

FORMALITEIT Voor Belgen is enkel een reispas (geldig voor 6 maanden) ereist.

WANNEER?

Het klimaat op het schiereiland Yucatan is tropisch en dus vochtig. Het regenseizoen loopt van juni tot oktober, met de meeste neerslag in juli en augustus. De regenbuien zijn hevig maar duren gewoonlijk niet lang. De thermometerstijgt makkelijk tot 35° maar aan de kust maakt een frisse bries de hitte draaglijk. Ais u uw reis verderzet richting Chiapas en Oaxaca, neem dan een warm kledingstuk mee voor de koele avonden. Zelfs in voLle zomer kan het koud zijn op 2000 meter hoogte.

GEZONDHEID

Ais u kiest voor een comfortabel hotelverblijf in Quintana Roo is het niet nodig voorzorgsmaatregelen te nemen tegen malaria maar een muggenstick of -lotion helpen u de talloze muskieten van het lijf te houden. De meest voorkomende kwaal is buikloop. Het is moeilijk de salad-bars te negeren na de overdosis tortillas, gekruide taco's en geplette bonen die u overal voorgeschoteld worden. Maar voor wie zijn verlangen naar rauwkost niet kan onderdrukken, zijn de gevolgen onvermijdelijk. Langdurige buikloop is altijd gevaarlijk, let dus op de symptomen. Eet geen rauwe groenten die u niet zelf hebt bereid, drink geen vers vruchtensap of water dat niet uit een gesloten fies komt en weiger ijsblokjes.

MONEY, MONEY… De nieuwe peso is ongeveer 0,07€.

VOOR MEER INFO

ln België is er geen Mexicaanse Dienst voor Toerisme. Voor meer informatie wendt u zich het best tot de dienst in Parijs ; Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Inlichtingen op internet : www.destinationmexique.com


Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 11:56