Naam:
Email:
Artikels


VS: De Route 66
PDF Afdrukken E-mailadres

3 & 4. KANSAS & OKLAHOMA: Dwars door het ware Amerika

De Route 66 doet Kansas maar heel even aan. Kansas is het land van de indianen en de bizons dat rijk en begeerd werd dankzij mijnen en oliebronnen. Maar inmiddels hebben die mijnen, samen met de hotels, saloons en winkels, hun deuren gesloten. De Association Route 66 van Kansas probeert om de mythe in stand te houden en rekent op het toerisme om die paar ingedommelde gemeenschappen aan The Mother Road opnieuw leven in te blazen. De geschiedenis van Oklahoma vertelt hetzelfde verhaal. De staat werd in de jaren 1930 al zwaar op de proef gesteld. De Grote Depressie en de Dust Bowl dwongen duizenden mensen de baan op en de Route 66 was voor heel wat Okies een bron van hoop op een beter leven. Veel boeren maken er nu nog gebruik van. Dat zijn waarschijnlijk de redenen waarom de Route 66 in Oklahoma het langst is (ongeveer zeshonderdtwintig kilometer) en over de mooiste baanvakken beschikt. Mooi in de zin van pittoresk, naïef of charmant...

Joplin is de laatste stad in Missouri langs de Route 66. Daarna steekt ze de grens met Kansas over, waar ze, door een landschap van weiden, boerderijen en riviertjes dat sinds de na-oorlogse periode nauwelijks veranderde, amper twintig kilometer aflegt. In Galena maken we voor Main Street een kleine omweg: er heerst een spookachtig sfeertje, de winkels zijn gesloten, de tijd is er stil blijven staan, en in de uitstalramen hangen kleren uit de jaren 1960... Enkele mijlen verder, in Baxter Springs, is het 'architecturaal’ patrimonium dat verrassend fel op dat van de oude mijnsteden in de Far West lijkt beter bewaard gebleven. Wanneer we het grondgebied van Oklahoma betreden, regent het - kwestie van er ons aan te herinneren dat we ons in de staat van de cyclonen bevinden. Het weer heeft hier zo zijn grillen, maar, zoals een plaatselijke boer zegt: "Dat voedt het gras in de weiden, dus klaagt niemand erover”. Tot in Tulsa volgt een resem gelijkaardige gehuchten, het ene al oubolliger of nostalgischer dan het andere. In Miami werd het in 1929 in Spaanse missiestijl opgetrokken Coleman Theatre gerenoveerd. In Afton sloot de in het roadbook vermelde bizonfokkerij al in 1997 de deuren, maar de nabijgelegen snackbar, Dairy Ranch, dient nog steeds buffalo burgers op. We hopen maar dat ze sinds de sluiting van hun buur met andere leveranciers werken en dat de burgers niet al die tijd in het vriesvak gelegen hebben... In Vinita, het oudste stadje van Oklahoma, tref je een aanzienlijk aantal cafés, benzinestations en motels uit de tijd van toen aan. En dit ondanks de verpletterende concurrentie van de nieuwkomers, waaronder de grootste McDonald’s ter wereld. Een traject door Oklahoma is een reis door het hart van het diepe Amerika, ouderwets en alledaags. Maar de bevolking is sympathiek en nieuwsgierig naar onze afkomst. De locals beantwoorden onze vragen en stellen er minstens evenveel. Wanneer we vertellen dat we het traject van de Route 66 tot in Los Angeles afleggen, worden we op enthousiaste waouw-kreten onthaald. Helemaal naar de andere kant van de wereld! In Catoosa wacht een glimlachende, blauwe, betonnen walvis ons op. Hij ligt in het water en doet al sinds de jaren 1950 dienst als schuifaf en bar.

Naar verluidt was dit apart gevaarte een liefdesgeschenk van de vorige eigenaar aan zijn vrouw, een verwoede verzamelaarster van voorwerpen in de vorm van een walvis. De constructie bleef prima bewaard en is, ondanks zijn ouderwets tintje, een van de charmantste overblijfselen langs de weg. Tulsa, ooit het Amerikaanse centrum van de petroleum, is de tweede stad van Oklahoma, ook al heeft ze in vergelijking met de hoofdstad Oklahoma City meer weg van een groot dorp. De Route 66 doet downtown aan via 11th Street, de universiteit en het gigantische sportstadion. Nadat Tulsa zijn statuut van hoofdstad van de Amerikaanse oliesector verloor, blies de universiteit de stad nieuw leven in. Er valt met andere woorden niet zo heel veel te bezoeken. Prettige uitzondering hierop is het art deco erfgoed, waarvan de methodistische kerk op Boston Avenue (1928) ongetwijfeld het mooiste voorbeeld is. Na de kantooruren liggen de straten er verlaten bij en zit er de roader niet veel anders op dan 11th Street te volgen tot aan Metro Diner, waar opnieuw dat sfeertje uit de glorieperiode van de R66 hangt. Dit fastfoodrestaurant is met zijn overdadige chroom en roze neonlicht, zijn rode leren banken en vloer in dambordmotief een van de knapste landmarks van de Road 66. In de categorie 'nostalgie’ verdient Depew een aparte vermelding. Net als zoveel plekjes die Tulsa voorafgaan, telt Depew talrijke oude gebouwen die uit een spookstad zouden kunnen komen, ware het niet dat je er mensen kruist die - ondanks het feit dat de helft van de winkels gesloten is - boodschappen doen op Main Street. Verder op de route strekt zich een lichtglooiend, rood, aarden landschap uit dat bezaaid is met weides, bossen, rivieren en enkele oude, metalen en verroeste bruggen. Oude baanvakken van de R66 liggen zij aan zij met de OK66, die ze vervangen heeft. Het levert knappe plekjes op voor fotoliefhebbers... Langs dit ongetwijfeld meest pittoreske gedeelte van het parcours beschikt elk gehucht zo over zijn eigen bezienswaardigheid: een pioniersmuseum (Lincoln Museum) in Chandler, de bizons tussen Chandler en Wellston, een wijngaard zo’n zes mijl verderop, een ronde schuur die opgetrokken werd in 1898 te Arcadia en, zowat overal, een oud café of verlaten benzinestation. Maar lang niet alle overblijfselen vermeld in de roadbooks bestaan nog en soms blijft enkel een bordje over. Kortom, Oklahoma City doorbreekt de betovering van dit retro traject een beetje. We komen aan in een échte stad, met brede lanen, druk verkeer, industriële wijken en een business district. Deze zakenwijk is sinds de aanslag van 1995 berucht. Een extremist blies toen een building op en er vielen honderdachtenzestig doden en zeshonderd gewonden.

Op de plek waar het gebouw stond werd een Memorial Park aangelegd. Net als in Los Angeles verrijzen zelfs in het stadscentrum grote boortorens. Men ontdekte het zwarte goud er in het begin van de 20ste eeuw. Tot op heden is het de voornaamste bron van inkomsten van de staat, al zijn de boorputten een pak minder productief dan die in Texas. Ook de veeteelt neemt een flinke brok van de plaatselijk inkomsten voor zijn rekening. Dat blijkt overigens uit een van de meest interessante 'bezienswaardigheden’ van de hoofdstad: The Oklahoma National Stock Yards, een enorme veemarkt. De markt opende zijn deuren in 1910 en creëerde tweeduizendvierhonderd nieuwe jobs in een stad die op dat ogenblik zestigduizend inwoners telde. National Stock Yards werd meteen de belangrijkste werkgever van de stad. Met een jaarlijkse verkoop van meer dan een half miljoen dieren, is het tevens de grootste veemarkt ter wereld. Van maandag tot woensdag vindt de verkoop per opbod plaats - een heus western spektakel! Elke maandag vanaf acht uur 's ochtends kan je er deelnemen aan een rondleiding. Ook niet te missen: de giant steaks van het Cattlemen’s Steakhouse, al sinds 1910 een gevestigde waarde. Goed voor een duik in de Far West. El Reno, in het hartje van het Cheyenne-reservaat wordt getekend door socio-economische problemen en heeft geen toeristische waarde. Men draaide er een scène uit Rain Man in het Big 8 Motel, waardoor het plekje cinefielen en fans van Tom Cruise aantrekt. In Hydro gaan we op zoek naar het benzinestation annex snackbar van Lucille Hamons. Alle roadbooks omschrijven het als een ware instelling op de Route 66. Lucille bediende de roaders er meer dan negenenvijftig jaar lang, waardoor ze de oudste actieve dienster langs de Road 66 was.

Maar het minuscule restaurant heeft inmiddels zijn deuren gesloten en op een bordje staat vermeld dat Lucille in augustus 2000 op vijfentachtigjarige leeftijd overleden is. Een kruis langs de weg en wat bloemen eren deze dame. De snackbar is per opbod op het Internet verkocht en voorlopig weet men niet wat de nieuwe eigenaar ermee van plan is. De klassieke gevestigde waarden van de Route 66 verdwijnen een na een. We zoeken tevergeefs naar Pop Hicks Restaurant (aan de invalsweg naar Clinton), vlakbij Glancy Motor Hotel want het restaurant brandde in 1999 af. Enkel de tegels van de keukenvloer hielden stand. Het Route 66 Museum is daarentegen gloednieuw en is gelegen aan Gary Boulevard, tegenover het Trade Winds Inn, een beschermd motel dat tot de oldies van het parcours behoort. Elvis zou er meermaals geslapen hebben, maar het motel is overgenomen door de hotelketen Best Western en is al zijn charme verloren. Al doet het restaurant nog verbazend fel aan de jaren 1960 denken...

5. TEXAS: Het land van cowboys en olie

De Route 66 is in het noorden van Texas amper driehonderdtwintig kilometer lang. Dat is weinig in verhouding tot de oppervlakte van de staat. Honderd jaar geleden bevolkten de Kiowa’s, Comanches en bizons de prairies en canyons van de streek. Nu duiken ranches en enkele derricks in het landschap op. Lang niet iedereen kan hiervan leven. The Mother Road doorkruist dunbevolkte steden die zo goed en zo kwaad als het kan overleven dankzij een zeer marginale vorm van toerisme. Voorbij de Texaanse grens verandert het landschap amper. De Route 66 volgt de I-40 nog steeds even trouw, maar ze ligt er zodanig verlaten bij dat we even snel rijden als de vrachtwagens op de autosnelweg. Gehuchten als Shamrock overleven dankzij de aanwezigheid van de Route 66. De roaders houden er - uit gewoonte of toevallig - halt bij de benzinestations, bars en restaurants. Het U-Drop-Inn Café van Shamrock wijst erop dat het toerisme langzaam groeit: het werd gebouwd in 1936 en lag er nog geen tien jaar geleden volledig verlaten bij, maar restauratiewerken doen het architecturaal art deco-pareltje heropleven. We rijden door minuscule dorpen als McLean en Groom en dompelen ons opnieuw onder in de sfeer van de oude weg. Verlaten huizen staan er zij aan zij met enkele geherwaardeerde relieken of een of ander 'museum’. In Mc Lean (nog geen negenhonderd inwoners), begin 20ste eeuw gesticht door een Britse rancher die enkele jaren later overleed aan boord van de Titanic, verwijzen muurschilderingen naar de glorieperiode van het stadje. Main Street telt slechts enkele winkels en motels - God weet hoe ze het hoofd boven water houden. Het plaatselijke museum is gewijd aan... prikkeldraad (Devil’s Rope), maar een van de zalen staat in het teken van The Mother Road. Mc Lean is bovendien de hoofdzetel van de Texaanse vereniging Historic Route 66, die voor het behoud van het architecturaal patrimonium ijvert en onder andere het uiterst fotogenieke benzinestation Philips 66 op de hoek van First en Gray Street, gerestaureerd heeft. In Groom staat al sinds 1955 een stalen kruis van meer dan vijftig meter hoog langs de autosnelweg. Het is omringd met bronzen beelden die samen een kruisweg vormen. 'Peace to all who enter here’...

Enkele leden van een fundamentalistische christelijke vereniging ontvangen er de bezoekers (of nieuwsgierigen) en overhandigen hen een brochure waarin de projecten van hun gemeenschap uit de doeken gedaan worden: de oprichting van een kapel, een (lege) graftombe en een bronzen engel, de aanleg van een tuin met standbeelden die bijbelse taferelen uitbeelden, de bouw van een Visitors Center uitgerust met een amfitheater en de onvermijdelijke bibliotheek. De giften stromen vlot binnen, met een winstgevend handeltje tot gevolg. In dit land doet men schijnbaar vaak beroep op God... Tot in Amarillo zijn de weides zowat overal uitgehold door vele kleine kloven. Ze doorbreken het anders monotone landschap van dit immense plateau dat eraan herinnert dat, hoewel Texas hét land van de olie is, het tevens dat van de immense ranches is. Sommige eigendommen zijn zo groot dat men een vliegtuig nodig heeft om de buurman te groeten! Amarillo is de enige 'grote’ Texaanse stad die doorkruist wordt door de Route 66. In vergelijking met Dallas of Austin is het amper een zakdoek groot. Amarillo ligt er overigens ook ver van verwijderd, want, net als in Kansas, trekt de Route 66 slechts door een klein deel van de tweede grootste staat van de VS. The Mother Road ontsluiert dus maar een fractie van Texas. Hier zwaaien geen oliebaronnen, maar cowboys ofte veehouders de plak. Sommigen bezitten domeinen die zo groot zijn als een Belgische provincie. Een aantal onder hen zijn overigens niet van Texas afkomstig. Maar ze zijn wel allemaal rijk en machtig. De familie Bush zal ons niet tegenspreken... De veehouders maken twee keer per week hun opwachting in de Western Stockyards op Grand Avenue. Ze kopen er, net als in Oklahoma, vee, paarden en zelfs konijnen per opbod. Het enige verschil zit hem in de look van de Texanen: ze dragen allemaal een hoed... Slechts weinig roaders houden halt in Amarillo, een knooppunt van wegen en een stad met weinig charme - behalve dan misschien in het district San Jacinto, een zogenaamd hippe wijk. De Route 66 loopt er dwars door, net als door het kleine en verlaten downtown. San Jacinto moet het hebben van die paar antiquairs en cafés. De belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich buiten de stad langs de autosnelweg: Cadillac Ranch, een van de meest symbolische monuments van de R66. En tevens een van de meest bijzondere: oude Cadillac-modellen (ze dateren van 1949 tot 1964) staan er sinds 1974 half ingegraven in de bodem van een weide. Het lijken wel metalen struisvogels... Na Amarillo wijzigt het landschap in mesa’s (harde lavaplateaus op een zachte ondergrond) en wordt de aarde donkerder, bedekt met dras en droge struiken. Het laatste gehucht in Texas heet Glenrio en staat al met één voet in New Mexico. Er woont nog een handvol mensen (die allemaal tot dezelfde familie behoren). Ze vrijwaren het plekje van het statuut 'spookstad’. We vragen ons af wat hen bezielt om in dit grensgebied in the middle of nowhere te blijven wonen. Ze lijken alle realiteitszin verloren te hebben. De autosnelweg ligt vlakbij, maar niemand houdt halt in dit dunbevolkte gehucht met leegstaande huizen. De schoolbus staat voorgoed geparkeerd langs de weg. Hier leven al enkele jaren geen kinderen meer. En dus ging de school dicht...



Laatst aangepast op dinsdag, 06 april 2010 18:12