Afdrukken
Tweet

VS: De Route 66

Een mythische reis door de Verenigde Staten

In november 2001 vierde The Mother Road haar vijfenzeventigste verjaardag. Maar lang niet alle delen van de highway hebben de concurrentie met de autosnelwegen, die heel wat gehuchten tot volledige vergetelheid veroordeeld hebben, overleefd. Sommige bermen zijn overwoekerd met onkruid, andere gaan over in weides of lopen enkele kilometers parallel met de autosnelweg. Tijdens een tocht langs de Route 66 ontdek je alle facetten van de Verenigde Staten. Of toch bijna. De baan vertrekt in Chicago, dringt tot diep in Amerika binnen, doorkruist het land van Easy Rider en loopt dwars door bucolische landschappen en spookdorpen in the middle of nowhere. Daarna betreedt ze het rode en droge Indiaanse grondgebied, loopt langs de poorten van de Grand Canyon en door de Mojave-woestijn, om aan het einde van haar vierduizend kilometer lange traject uit te monden op de Grote Oceaan. Dit is meteen ook het meest contrasterende stukje: Hollywood Boulevard, de glamour en glitter van Beverly Hills en de draaimolens van Santa Monica Pier. Na de strikte levenswijze van de Amish en de staten van de Bible Belt, bereik je het 'vrijgevochten’ Californië - al is monokini op de stranden er nog steeds niet ingeburgerd... De Route 66 toont de tegenstellingen, de verscheidenheid en de immense oppervlakte van het land. Ze vertelt, net als Steinbeck dat deed in "The Grapes of Wrath", de geschiedenis van de boeren - door de crisis van de jaren 1930 geruïneerd en door de Dust Bowl verjaagd. Maar de Route 66 is tevens vervuld van nostalgie naar de jaren 1950, de periode waarin ze uitgroeide tot een mythische weg. Verkopers van Corvettes, Mustangs en Harley Davidsons verdienden er fortuinen en talrijke snackbars en motels, waarvan vele inmiddels hun lichtreclame gedoofd hebben, openden hun deuren. En dan zijn er nog de ontmoetingen. Nu eens grappig of bizar, dan eens apart, vervelend of bewogen. Ze zijn de spreekwoordelijke kers op de taart, werken soms storend, geven je de blues of de zin om terug te keren.

DE GESCHIEDENIS VAN EEN LEGENDE

De eerste Amerikaanse wegen volgden over het algemeen het traject van de reeds bestaande onverharde paden, die op hun beurt naast de spoorlijnen liepen. Ze werden gefinancierd door regionale privé-investeerders en grote ondernemingen. Een treinrit van Los Angeles naar Chicago duurde drie dagen. Over de weg kon die reisduur oplopen tot een jaar... Het idee voor de aanleg van een weg die Lake Michigan met de Californische kust verbindt, werd gelanceerd in het begin van de 20ste eeuw door een zekere Cyrus Avery, een ondernemer uit Oklahoma. Het was wachten tot 1916 vooraleer het plan opgenomen werd in het nationaal programma voor de ontwikkeling van het wegennet, dat in 1925 door het Congres goedgekeurd werd. De route kreeg al in 1926 het nummer 66 mee, maar het duurde tot 1938 vooraleer ze volledig geplaveid was. De aanleg van deze highway voldeed aan de noden van het snel veranderende land. De wegen moesten het transport voor auto’s en vrachtwagens verbeteren en zo de mogelijkheden tot uitwisseling en de mobiliteit bevorderen. John Steinbeck doopte de Route 66 in The Grapes of Wrath om tot The Mother Road en beetje bij beetje groeide ze uit tot een ware mythe. De roman (1939) en later de film droegen bij tot haar nationale populariteit. Ze vertellen het verhaal van de pijnlijk odyssee van de tweehonderdduizend personen die verjaagd werden door de Dust Bowl (een enorme stof- en zandwolk die zeven jaar lang, van 1933 tot 1940, over het land raasde), maar maakten van de US Highway 66 vooral de route van de hoop. Duizenden werklozen - slachtoffers van de Grote Depressie van de jaren 1930 - werden tussen 1933 en 1938 tewerkgesteld om de weg te bedekken met betonplaten. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog kwam de Route 66 goed van pas bij de mobilisering van de militaire troepen en bij het optrekken van trainingskampen in gebieden die voordien amper toegankelijk waren. Tijdens en net na de oorlog investeerde de federale overheid aanzienlijk in het wegennet (onder andere in Californië) en in de ontwikkeling van nieuwe industrietakken, met duizenden nieuwe jobs als gevolg. Vanaf dan maakten talrijke Amerikanen gebruik van The Mother Road: om een job te vinden in een naburige staat of om een nieuw leven te beginnen in het zonnige Californië. Een van die emigranten heette Robert William (Bobby) Troup. Net als zovele anderen volgde hij de Route 66. Hij droeg er de woorden 'Get your kicks on Route 66’ aan op. Nat King Cole maakte die zin onsterfelijk in 1946.

In het kader van de socio-economische impuls van de New Deal politiek werd de Route 66 gerenoveerd en werden nieuwe baanvakken aangelegd. Garages, motels, cafés en restaurants vestigden zich langs de weg. Dit bevorderde de groei van het prille toerisme in de loop van de bloeiende jaren 1950. De aan een bepaald petroleummerk verbonden gas stations doken op langs de R66. Het merendeel van de eenvoudige pompstations transformeerde zich snel in service stations, inclusief een winkel, snackbar of restaurant en garage. Tegenwoordig lijkt dat concept ons heel alledaags, maar destijds was het gloednieuw. De groei van deze infrastructuur versterkte de toeristische rol van de Route 66. In de jaren 1960 liep er op het televisiestation CBS zelfs een feuilleton over de legendarische baan. Tijdens de Golden Fifties & Sixties nam de koopkracht toe en daar plukte, onder andere, de auto-industrie de vruchten van. Het was de periode van de mooie Amerikaanse wagens zoals Mustangs en Corvettes in pasteltinten. Langs de R66 werden ze toen meer verkocht dan om het even waar in de VS. Kortom, mede dankzij het toerisme floreerden de handel en de dorpen langs The Mother Road. Maar na verloop van tijd slibde de weg dicht. De tussen 1926 en 1945 aangelegde rijvakken waren immers niet voorzien op zoveel verkeer, waardoor het vrachtvervoer vertraging opliep. Ondanks de technische voorsprong van de VS, bevond het wegennet zich in een embryonaal stadium en was de nood aan vierbaans autosnelwegen groot. Eisenhower, die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder de indruk was van de Autobahnen van nazi-Duitsland, trok budgetten uit voor de modernisering van het Amerikaanse wegennet. Vanaf 1970 was een groot deel van de R66 vervangen door snelwegen. Enkele jaren later verbonden talrijke Interstates de tussenliggende gebieden, hetgeen verklaart waarom The Mother Road daar nu op sommige plaatsen mee samenvalt of er volledig parallel mee loopt. Bepaalde delen werden sindsdien verlaten, maar overleefden de tand des tijds doordat de R66 inmiddels het statuut van nationaal monument verwierf. Hier en daar loopt een stuk weg recht in een veld of wordt hij overwoekerd door onkruid, maar nergens werd de R66 afgebroken. Het tracé van de Route 66 volgen is niet altijd even makkelijk en een roadbook en gedetailleerde kaart komen zeker van pas. Sommige alignments lopen dood of gaan op in een stedelijk netwerk.

De Main Street of America werd in oktober 1984 volledig verdrongen door de afwerking van de autosnelweg. The Mother Road raakte in de vergeethoek. De drang naar snelheid, de verandering van modes en gewoontes, de aantrekkingskracht van al wat nieuw is en de concurrentie van de burgerluchtvaart speelden hier een rol in. Sinds een tiental jaar groeit het aantal verenigingen die bekommerd zijn om het lot van dit patrimonium en ook het toerisme bloeit langzaam weer op. Maar de autosnelweg heeft een definitief einde gemaakt aan de droom van heel wat Amerikanen. Talrijke plekjes vervielen tot spooksteden of zijn aardig op weg om eentje te worden. Vreemd genoeg dragen ze bij tot de aparte charme van de Route 66, een mytisch parcours dat van oost naar west een hele natie doorkruist en zowel verbaast door zijn diversiteit, door zijn bizarre omwonenden als door zijn socio-culturele eigenaardigheden.


Enkele feiten op een rijtje

•De Route 66 is 2.448 miles of ongeveer 4.000 kilometer lang. Ze verbindt Chicago met Santa Monica, Los Angeles, Californië. •Ze doorkruist acht staten en drie tijdszones.

•De natuurlijke en historische richting van de R66 loopt van oost naar west.

•De maximumsnelheid bedraagt 80 of 90 km/u, behalve in de bebouwde kom, waar je ten hoogste 30 of 40km/u mag rijden.

•In 1926 was amper 800 mijl van de R66 geplaveid. Het duurde tot 1938 vooraleer de baan van begin tot einde bedekt was met cement, beton of macadam.

•Tegenwoordig kan je het volledige tracé van de R66 niet meer volgen: de Interstates (federale autosnelwegen die door twee of meer staten lopen) 55, 44, 40, 15 en 10 hebben sommige baanvakken letterlijk opgeschrokt.

•Voorzie twee weken voor een reis langs de Route 66, van Chicago tot Los Angeles en een twintigtal dagen als je tevens enkele roadsides wil inlassen.

•De Route 66 heet officieel US Highway 66, maar kreeg de bijnamen The Mother Road, The Main Street of America en The Will Rogers Highway mee.

•'Route 66’ was van 1960 tot 1964 tevens de titel van een tv-serie op CBS.

• In 1984 verloor de Route 66 zijn statuut van Highway en werd ze zelfs geschrapt van de officiële wegenkaarten. Inmiddels valt ze samen met talrijke straten, boulevards, lanen, autowegen en landwegen en verandert ze dus permanent van naam.


THE ROAD...

1. ILLINOIS: Het land van Lincoln en maïsvelden

De Route 66 doorkruist Illinois over vijfhonderd kilometer en trekt een diagonale lijn tussen Chicago en Saint-Louis, een grensstad van Missouri. Ze vertrekt in een grootstad maar leidt daarna door een landelijk decor van oneindige velden en weides. Een vlak en monotoon traject waar armoede en isolement, ten gevolge van de aanleg van de Interstate 55, schering en inslag zijn.

Starting point: Chicago

Het vertekpunt van de Route 66 lag niet altijd aan Adams Street, op de hoek met Michigan Avenue, in het hartje van het Business District. In 1926 startte ze aan Jackson Boulevard, aan de grens met de verloederde buurten. Om de stad te verlaten, rijd je overigens door industriële buitenwijken waar soms vervallen ziekenhuizen, bedrijven en fabrieken het doffe decor vormen van de stedelijke buitenwijken. Enkele parken bieden wat ademruimte. Braakliggende terreinen waarop vroeger fabrieken en kantoren stonden, getuigen van de vergane rijkdom. Alles wijst hier op armoede, zwarte getto’s en sociale problemen. De eerste 'historische’ halte op onze pelgrimstocht is Cicero. Tijdens de drooglegging en de hoogdagen van Al Capone was het een gangstersnest, maar dat is voltooid verleden tijd. Het merendeel van de actieve bevolking is tewerkgesteld bij Western Electric en Cicero is niet meer dan een arbeidersstadje waar weinig te beleven valt. Pas in Lyons halen we voor het eerst diep adem. De enige bezienswaardigheid van dit residentieel plekje ligt van de weg verwijderd: de splitsing van het water dat hetzij naar Lake Michigan hetzij naar de Mississippi vloeit. We keren teleurgesteld terug en hopen dat de rest van onze reis meer te bieden heeft. Maar ook in Joliet is niets te zien buiten de strafinrichting waar ooit de Blues Brothers verbleven. Wilmington kondigt fier zijn ligging op de Route 66 aan, maar de enige bezienswaardigheid in de buurt is de Rocketman. Hij is enkele tientallen meter hoog en wordt ook Gemini Giant genoemd. Nu en dan lokt hij bezoekers naar het Launching Pad Café. Daarna volgt een lange rij van anonieme gehuchten. Samen vormen ze een portret van het tijdloze Amerika. We kunnen ons amper inbeelden wat de bevolking in deze verlaten uithoeken, waar vroeger heel wat auto’s en roaders langsreden, na de werkuren doet. Na Blairwood wordt het landschap bucolischer en volgen velden elkaar op. Eindeloos ver en zo vlak als Nederland...

Voorbij Wilmington treffen we meerdere verouderde en gezellige road cafés aan, maar dat van Pontiac verdient een aparte vermelding. Net voor je het plaatsje binnenrijdt, verrijst The Old Log Cabin, ingericht in een houten hut. Kijk goed uit, want voor je het weet, rijd je er voorbij. De voorgevel is allesbehalve uitnodigend, maar het interieur des te meer: tafels bedekt met groen-wit geblokte tafellakens, glanzende aluminium stoelen, een lange toog waaraan enkele eenzaten elkaar gezelschap houden tijdens het drinken van een pint of een kop koffie. Het café is rijkelijk bezaaid met verwijzingen naar The Mother Road, waaronder oude kaarten, een herdruk van de originele gids van Jack Rittenhouse en op-en-top kitscherige souvenirs aan de R66. En om het plaatje helemáál af te maken: een hamburger is er al even lekker als de koolsla met mayonaise die erbij opgediend wordt. Ook dit gedeelte van de route verdient de stempel 'historisch’. Het betonnen rijvak dateert van 1918 - het kleinste gaatje is overwoekerd met gras en onkruid - en loopt over meerdere kilometers parallel met de spoorlijn en een recentere, macadammen rijbaan. Iets verderop volgt ze de autosnelweg zo goed als evenwijdig. Nadat de Route 66 uitgeroepen was tot historisch monument, durfde niemand er nog aankomen en de verlaten miles bleven nutteloos achter, als archeologische restanten uit een ander tijdperk. Ze geven het decor een tikkeltje nostalgie mee. Tijdens onze volgende halte strekken we de benen even en bezoeken we het bedrijfje dat in alle gidsen over de R66 vermeld staat: Funk’s Grove, waar men sinds 1891 de plaatselijk beroemde Maple Sirup van de familie Funk produceert. Maar een pitstop bij McLean, in het Dixie Truckers Home, is nog kostelijker. Dit in de jaren 1960 heropgebouwde benzinestation annex wegrestaurant straalt weinig bijzonders uit, maar het spektakelgehalte van het parkeerterrein ligt hoog. De ene truck pronkt er naast de andere met kleurrijke, gechromeerde of met liefde versierde aanhangwagens. De chauffeurs zitten in de diner room van Dixie. Ze hebben de autosnelweg verlaten om hier een korte break in te lassen. Dixie Truckers Home werd opgericht in1928 en het cliënteel bestaat voornamelijk uit vrachtwagenchauffeurs - een uitzonderlijk gegeven aangezien er op The Mother Road nog maar weinig trucks rijden. Maar Dixie is dan ook héél goed uitgerust voor een verzorgde truckers-pauze: een restaurant en een zelfbedieningszaak met gereedschap, olie, stickers en decoratieve voorwerpen die van een uitzonderlijk slechte smaak getuigen.

Verder staan er telefooncellen, gokapparaten, elektronische spelletjes, douches, een garage en een slaapplaats ter beschikking. Ook aan de toeristen werd gedacht. Ze kunnen er de Hall Of Fame van The Mother Road bezoeken: een lange gang boordevol herinneringen aan vervlogen tijden en oude foto’s van de legendarische baan. De weg leidt langs het gehucht Lincoln, zo genoemd ter nagedachtenis van de zestiende president van de VS en, samen met Al Capone en The Untouchables, ongetwijfeld de belangrijkste historische figuur van Illinois. Maar op zich valt er niet veel te beleven. Het graf en het huis waar 'Abe’ Lincoln woonde vóór zijn verkiezing tot president bevinden zich in Springfield. Het betreft eigenlijk een stadje met meerdere 19de-eeuwse huizen waarin het Visitors Center een geleid (en gratis) bezoek organiseert. De gids vertelt enkele grappige details over het leven van de bekende babaarde man met de hoge hoed. Maar de veronderstelde thuishaven van de familie Simpson telt nog andere 'historische’ gebouwen, waaronder het wel heel megalomane Capitol. Je ziet zijn koepel al van ver op de autosnelweg. Springfield - en dus niet Chicago - vervult al sinds 1837 de rol van hoofdstad van de staat, waarschijnlijk om de talrijke grondeigenaars uit de omgeving van de Corn Belt tevreden te stellen. De stad mag dan al een architecturaal getinte wandeling waard zijn, qua sfeer kan ze niet op tegen Chicago: na zes uur 's avonds liggen de straten er verlaten bij en enkel de locals weten waarnaartoe om de tijd en de verveling te doden. Mitchell is het eindpunt van de R66 op het grondgebied van Illinois. The Chain of Rocks Bridge, een fotogeniek plekje uit de succesperiode van The Mother Road, is een metalen brug die in haar bouwjaar 1929 beschouwd werd als een waar meesterwerk. Vandaag is ze niet meer dan een vergeten, nutteloos en voor het verkeer gesloten bouwwerk aan de oevers van de Mississippi.

2. MISSOURI : Het land van de Bible Belt: het ultrapuriteinse Amerika

De Route 66 legt vierhonderdtachtig kilometer door het hart van Ozark Country af, in het zuiden van Missouri: een uitgestrekt heuvelplateau waar de Interstate 55 plaats ruimt voor de I-44, die ook hier The Mother Road trouw volgt en haar hier en daar opslokt. Missouri is een van de staten die de "Bible Belt", de uiterst protestante staten in het zuiden van de VS, vormt. Ze tooit haar kudde gelovigen in een puriteins keurslijf, hetgeen in de VS over het algemeen samengaat met hypocrisie, racisme en een afkeur voor alles wat niet conform de regeltjes is. De talrijke plekjes die we hier aandoen passen volledig in het plaatje van het Amerika van "Easy Rider", maar we worden wél vrij hartelijk ontvangen. Het verval van de R66 bracht een economische malaise met zich mee en de meeste plekjes hebben iets nostalgisch, verouderds, bijna armoedigs. Een heel ander gezicht van dit mythische parcours...

De 180.468km2 van Missouri tekenen zich op een kaart af als een rechthoek en worden grotendeels omlijnd door natuurlijke grenzen, een vrij uniek gegeven in de VS. De Route 66 betreedt Missouri via Saint-Louis, dat ondanks zijn omvang en aantal inwoners niet de hoofdstad is. In het centrum van Saint-Louis wordt meer gewerkt dan geleefd. Tijdens het weekend ligt downtown er voor elf uur 's ochtends verlaten bij. In de late voormiddag sijpelen de eerste wandelaars binnen in Union Station, een voormalig station dat omgebouwd werd tot winkelcentrum en in het Gateway Arch Park met zijn ellipsvormige, symbolische metalen constructie die hoger is dan de obelisk van Washington en het Vrijheidsbeeld. In de cabines van de Arch geniet je van een panoramisch maar weinig fotogeniek uitzicht op het stadscentrum, de rivier en de omgeving. De eerste echt toeristische stopplaats bevindt zich in Stanton. De Meramec Caverns en hun tweeënveertig kilometer lange galerijen hebben, naar verluidt, dienst gedaan als schuilplaats voor Jesse James. Om, zoals de folder het bescheiden verwoordt, "de meest geliefde grotten der Amerikanen sinds 1935” te bezoeken, moet je de R66 over ongeveer vijf miles verlaten. Missouri telt talrijke grotten en aangezien deze zo goed gelegen zijn, nabij The Mother Road, waren ze gedurende lange tijd een populaire bestemming voor familie-uitstapjes. Met het verval van de route, raakten ze ietwat in de vergeethoek. Maar dankzij grote reclamepanelen langs de naburige autosnelweg, de oprichting van een motel, een camping en een uitvalsbasis voor kano- en kajakvaarten, trekken de Meramec Caverns opnieuw bezoekers aan. De souvenirwinkel is daarentegen amper geëvolueerd sinds de glorieperiode van de route. Dat geldt overigens voor alle musea in de omgeving - ze zijn kitscherig en oubollig. Zo ook het Jesse James Museum, volledig gewijd aan de plaatselijke historische ster, en het Antique Toy Museum, een onvoorstelbaar rommelige collectie van drieduizend stuks speelgoed die tijdens de afgelopen vijfendertig jaar verzameld werden en volgens de eigenaar ervan afkomstig zijn uit alle hoeken van de wereld. Opnieuw op de hoofdbaan, rijden we voorbij Sullivan en zijn Shamrock Motel en, verderop, Bourbon (een handvol weinig typische huizen). Het landschap bestaat zo ver het oog reikt uit weides afgewisseld met bossen. Kerken, autowrakken en -verkopers zijn er bijna even talrijk als woningen. Tot in Rolla merken we voornamelijk hoeves op - niet opvallend groot of chic. In tegenstelling tot Texas is de grond van de boeren en veehandelaars van Missouri niet rijk aan petroleum. Maar laat je niet misleiden door die eerste indruk, want schijn bedriegt in de Grote Prairie van de Heer...

Reclame is verboden langs de Route 66, maar het traject Cuba-Rolla ligt op amper vier meer van de Interstate 44, waardoor je recht hebt op enorme panelen die de motels en hotels in de volgende steden en dorpen van Ozark Country aankondigen. Zo ook in Rolla en Springfield, het hoofdkwartier van de evangelisten en tevens het epicentrum van de Bible Belt. Van in Halltown rijden we, te midden van weilanden met kuddes koeien, over een wel héél oud gedeelte van de Route 66. Zowat overal verrijzen verlaten boederijen en kleine firma’s met een vooroorlogse aanblik. Het bordje 'closed’ hangt ongetwijfeld al enkele jaren aan de deur. Albatros, Phelps, Rescue, Shadyside Camp, Plew en Log City zijn allemaal zo goed als onbewoond en transformeren zich beetje bij beetje in spooksteden. Van op de autosnelweg leidt geen enkele afrit ernaartoe en de garagisten, hoteleigenaars, restauranthouders en andere zelfstandigen hebben hun zaak stuk voor stuk moeten opdoeken. Voor nostalgische roaders is dit het meest authentieke gedeelte van The Mother Road. Een dompelbad in de sfeer van "Easy Rider"...

In Carthage verandert het uitzicht, al blijft het even verbazingwekkend. In deze na de Secessieoorlog heropgebouwde stad woonden destijds meer miljonairs dan elders in de Verenigde Staten. Vandaag zijn de ertsen in de tin- en loodmijnen, de bron van dit fortuin, uitgeput. Maar Carthage gaat er prat op als enige in de VS over een architecturaal patrimonium te beschikken dat meer dan anderhalve eeuw oud is - een heuse antiquiteit ginds! Het stadhuis van Carthage diende als inspiratiebron voor dat uit de film "Back to the Future". Maar de belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich op enkele miles van het stadscentrum: Precious Moments van Sam Butcher. Het is een religieus pretpark waar Europeanen, ook als ze katholiek zijn, hartelijk om lachen. Sam Butcher ward geboren in Jackson, Michigan in 1939. Hij stamt af van een arme familie met vijf kinderen. Al op jonge leeftijd ontdekte hij zijn artistieke talent en liet hij zich beïnvloeden door de bijbelpassages die zijn grootmoeder hem voorlas om die creativiteit te uiten. Als kind illustreerde hij deze bijbels taferelen, totdat God in hoogsteigen persoon de te volgen weg aantoonde en vroeg om zijn kunst ten dienste van de godsdienst te stellen. Dat is althans de versie van de folder die je bij de ingang van het park, samen met je toegangsticket van $10 (het dubbele in de zomer), krijgt. Vanaf dat ogenblik wijdt Sam zich volledig aan zijn bekeringsmissie en stort zich op zijn meesterwerk, een mollig engeltje dat wat doet denken aan de afbeeldingen op communicantenprentjes uit de jaren 1950 en 1960. Maar om dat kunstwerk te mogen aanschouwen, moet je betalen, waardoor we, kritisch als we zijn, durven twijfelen aan de nobele doelen van deze 'weldoener’. "Precious Moments" is een spiritueel pretpark, waar je niet als bezoeker benaderd wordt, maar als pelgrim. Butcher ging de mosterd halen bij Disney en liet niets aan het toeval over: souvenirwinkels, restaurants en cafés horen erbij. In de toiletten weerklinkt een new age deuntje dat nu en dan onderbroken wordt door een zeemzoete stem die je eraan herinnert dat de cd’s van de "Precious Moments Collection" te koop zijn. De Sixtijnse Kapel is de hoofdattractie van het park. De kunstenaar heeft ze volledig herwerkt en beschilderde de muren met fresco’s van de fameuze engeltjes. Die figuren komen overigens steeds terug: als standbeelden langs de paden van het park, te midden van een fontein en op de winkelrekken (op tassen, kussens en lepels of onder de vorm van poppetjes enzovoort). Jaarlijks bezoeken zo’n zevenhonderdduizend mensen dit pretpark. Met zijn zeventig permanente werknemers en tweehonderddertig tijdelijke krachten is Precious Moments een van de grootste werkgevers van de streek. In Carthage twijfelt men dan ook niet aan de lovenswaardige bedoelingen van Sam Butcher...


3 & 4. KANSAS & OKLAHOMA: Dwars door het ware Amerika

De Route 66 doet Kansas maar heel even aan. Kansas is het land van de indianen en de bizons dat rijk en begeerd werd dankzij mijnen en oliebronnen. Maar inmiddels hebben die mijnen, samen met de hotels, saloons en winkels, hun deuren gesloten. De Association Route 66 van Kansas probeert om de mythe in stand te houden en rekent op het toerisme om die paar ingedommelde gemeenschappen aan The Mother Road opnieuw leven in te blazen. De geschiedenis van Oklahoma vertelt hetzelfde verhaal. De staat werd in de jaren 1930 al zwaar op de proef gesteld. De Grote Depressie en de Dust Bowl dwongen duizenden mensen de baan op en de Route 66 was voor heel wat Okies een bron van hoop op een beter leven. Veel boeren maken er nu nog gebruik van. Dat zijn waarschijnlijk de redenen waarom de Route 66 in Oklahoma het langst is (ongeveer zeshonderdtwintig kilometer) en over de mooiste baanvakken beschikt. Mooi in de zin van pittoresk, naïef of charmant...

Joplin is de laatste stad in Missouri langs de Route 66. Daarna steekt ze de grens met Kansas over, waar ze, door een landschap van weiden, boerderijen en riviertjes dat sinds de na-oorlogse periode nauwelijks veranderde, amper twintig kilometer aflegt. In Galena maken we voor Main Street een kleine omweg: er heerst een spookachtig sfeertje, de winkels zijn gesloten, de tijd is er stil blijven staan, en in de uitstalramen hangen kleren uit de jaren 1960... Enkele mijlen verder, in Baxter Springs, is het 'architecturaal’ patrimonium dat verrassend fel op dat van de oude mijnsteden in de Far West lijkt beter bewaard gebleven. Wanneer we het grondgebied van Oklahoma betreden, regent het - kwestie van er ons aan te herinneren dat we ons in de staat van de cyclonen bevinden. Het weer heeft hier zo zijn grillen, maar, zoals een plaatselijke boer zegt: "Dat voedt het gras in de weiden, dus klaagt niemand erover”. Tot in Tulsa volgt een resem gelijkaardige gehuchten, het ene al oubolliger of nostalgischer dan het andere. In Miami werd het in 1929 in Spaanse missiestijl opgetrokken Coleman Theatre gerenoveerd. In Afton sloot de in het roadbook vermelde bizonfokkerij al in 1997 de deuren, maar de nabijgelegen snackbar, Dairy Ranch, dient nog steeds buffalo burgers op. We hopen maar dat ze sinds de sluiting van hun buur met andere leveranciers werken en dat de burgers niet al die tijd in het vriesvak gelegen hebben... In Vinita, het oudste stadje van Oklahoma, tref je een aanzienlijk aantal cafés, benzinestations en motels uit de tijd van toen aan. En dit ondanks de verpletterende concurrentie van de nieuwkomers, waaronder de grootste McDonald’s ter wereld. Een traject door Oklahoma is een reis door het hart van het diepe Amerika, ouderwets en alledaags. Maar de bevolking is sympathiek en nieuwsgierig naar onze afkomst. De locals beantwoorden onze vragen en stellen er minstens evenveel. Wanneer we vertellen dat we het traject van de Route 66 tot in Los Angeles afleggen, worden we op enthousiaste waouw-kreten onthaald. Helemaal naar de andere kant van de wereld! In Catoosa wacht een glimlachende, blauwe, betonnen walvis ons op. Hij ligt in het water en doet al sinds de jaren 1950 dienst als schuifaf en bar.

Naar verluidt was dit apart gevaarte een liefdesgeschenk van de vorige eigenaar aan zijn vrouw, een verwoede verzamelaarster van voorwerpen in de vorm van een walvis. De constructie bleef prima bewaard en is, ondanks zijn ouderwets tintje, een van de charmantste overblijfselen langs de weg. Tulsa, ooit het Amerikaanse centrum van de petroleum, is de tweede stad van Oklahoma, ook al heeft ze in vergelijking met de hoofdstad Oklahoma City meer weg van een groot dorp. De Route 66 doet downtown aan via 11th Street, de universiteit en het gigantische sportstadion. Nadat Tulsa zijn statuut van hoofdstad van de Amerikaanse oliesector verloor, blies de universiteit de stad nieuw leven in. Er valt met andere woorden niet zo heel veel te bezoeken. Prettige uitzondering hierop is het art deco erfgoed, waarvan de methodistische kerk op Boston Avenue (1928) ongetwijfeld het mooiste voorbeeld is. Na de kantooruren liggen de straten er verlaten bij en zit er de roader niet veel anders op dan 11th Street te volgen tot aan Metro Diner, waar opnieuw dat sfeertje uit de glorieperiode van de R66 hangt. Dit fastfoodrestaurant is met zijn overdadige chroom en roze neonlicht, zijn rode leren banken en vloer in dambordmotief een van de knapste landmarks van de Road 66. In de categorie 'nostalgie’ verdient Depew een aparte vermelding. Net als zoveel plekjes die Tulsa voorafgaan, telt Depew talrijke oude gebouwen die uit een spookstad zouden kunnen komen, ware het niet dat je er mensen kruist die - ondanks het feit dat de helft van de winkels gesloten is - boodschappen doen op Main Street. Verder op de route strekt zich een lichtglooiend, rood, aarden landschap uit dat bezaaid is met weides, bossen, rivieren en enkele oude, metalen en verroeste bruggen. Oude baanvakken van de R66 liggen zij aan zij met de OK66, die ze vervangen heeft. Het levert knappe plekjes op voor fotoliefhebbers... Langs dit ongetwijfeld meest pittoreske gedeelte van het parcours beschikt elk gehucht zo over zijn eigen bezienswaardigheid: een pioniersmuseum (Lincoln Museum) in Chandler, de bizons tussen Chandler en Wellston, een wijngaard zo’n zes mijl verderop, een ronde schuur die opgetrokken werd in 1898 te Arcadia en, zowat overal, een oud café of verlaten benzinestation. Maar lang niet alle overblijfselen vermeld in de roadbooks bestaan nog en soms blijft enkel een bordje over. Kortom, Oklahoma City doorbreekt de betovering van dit retro traject een beetje. We komen aan in een échte stad, met brede lanen, druk verkeer, industriële wijken en een business district. Deze zakenwijk is sinds de aanslag van 1995 berucht. Een extremist blies toen een building op en er vielen honderdachtenzestig doden en zeshonderd gewonden.

Op de plek waar het gebouw stond werd een Memorial Park aangelegd. Net als in Los Angeles verrijzen zelfs in het stadscentrum grote boortorens. Men ontdekte het zwarte goud er in het begin van de 20ste eeuw. Tot op heden is het de voornaamste bron van inkomsten van de staat, al zijn de boorputten een pak minder productief dan die in Texas. Ook de veeteelt neemt een flinke brok van de plaatselijk inkomsten voor zijn rekening. Dat blijkt overigens uit een van de meest interessante 'bezienswaardigheden’ van de hoofdstad: The Oklahoma National Stock Yards, een enorme veemarkt. De markt opende zijn deuren in 1910 en creëerde tweeduizendvierhonderd nieuwe jobs in een stad die op dat ogenblik zestigduizend inwoners telde. National Stock Yards werd meteen de belangrijkste werkgever van de stad. Met een jaarlijkse verkoop van meer dan een half miljoen dieren, is het tevens de grootste veemarkt ter wereld. Van maandag tot woensdag vindt de verkoop per opbod plaats - een heus western spektakel! Elke maandag vanaf acht uur 's ochtends kan je er deelnemen aan een rondleiding. Ook niet te missen: de giant steaks van het Cattlemen’s Steakhouse, al sinds 1910 een gevestigde waarde. Goed voor een duik in de Far West. El Reno, in het hartje van het Cheyenne-reservaat wordt getekend door socio-economische problemen en heeft geen toeristische waarde. Men draaide er een scène uit Rain Man in het Big 8 Motel, waardoor het plekje cinefielen en fans van Tom Cruise aantrekt. In Hydro gaan we op zoek naar het benzinestation annex snackbar van Lucille Hamons. Alle roadbooks omschrijven het als een ware instelling op de Route 66. Lucille bediende de roaders er meer dan negenenvijftig jaar lang, waardoor ze de oudste actieve dienster langs de Road 66 was.

Maar het minuscule restaurant heeft inmiddels zijn deuren gesloten en op een bordje staat vermeld dat Lucille in augustus 2000 op vijfentachtigjarige leeftijd overleden is. Een kruis langs de weg en wat bloemen eren deze dame. De snackbar is per opbod op het Internet verkocht en voorlopig weet men niet wat de nieuwe eigenaar ermee van plan is. De klassieke gevestigde waarden van de Route 66 verdwijnen een na een. We zoeken tevergeefs naar Pop Hicks Restaurant (aan de invalsweg naar Clinton), vlakbij Glancy Motor Hotel want het restaurant brandde in 1999 af. Enkel de tegels van de keukenvloer hielden stand. Het Route 66 Museum is daarentegen gloednieuw en is gelegen aan Gary Boulevard, tegenover het Trade Winds Inn, een beschermd motel dat tot de oldies van het parcours behoort. Elvis zou er meermaals geslapen hebben, maar het motel is overgenomen door de hotelketen Best Western en is al zijn charme verloren. Al doet het restaurant nog verbazend fel aan de jaren 1960 denken...

5. TEXAS: Het land van cowboys en olie

De Route 66 is in het noorden van Texas amper driehonderdtwintig kilometer lang. Dat is weinig in verhouding tot de oppervlakte van de staat. Honderd jaar geleden bevolkten de Kiowa’s, Comanches en bizons de prairies en canyons van de streek. Nu duiken ranches en enkele derricks in het landschap op. Lang niet iedereen kan hiervan leven. The Mother Road doorkruist dunbevolkte steden die zo goed en zo kwaad als het kan overleven dankzij een zeer marginale vorm van toerisme. Voorbij de Texaanse grens verandert het landschap amper. De Route 66 volgt de I-40 nog steeds even trouw, maar ze ligt er zodanig verlaten bij dat we even snel rijden als de vrachtwagens op de autosnelweg. Gehuchten als Shamrock overleven dankzij de aanwezigheid van de Route 66. De roaders houden er - uit gewoonte of toevallig - halt bij de benzinestations, bars en restaurants. Het U-Drop-Inn Café van Shamrock wijst erop dat het toerisme langzaam groeit: het werd gebouwd in 1936 en lag er nog geen tien jaar geleden volledig verlaten bij, maar restauratiewerken doen het architecturaal art deco-pareltje heropleven. We rijden door minuscule dorpen als McLean en Groom en dompelen ons opnieuw onder in de sfeer van de oude weg. Verlaten huizen staan er zij aan zij met enkele geherwaardeerde relieken of een of ander 'museum’. In Mc Lean (nog geen negenhonderd inwoners), begin 20ste eeuw gesticht door een Britse rancher die enkele jaren later overleed aan boord van de Titanic, verwijzen muurschilderingen naar de glorieperiode van het stadje. Main Street telt slechts enkele winkels en motels - God weet hoe ze het hoofd boven water houden. Het plaatselijke museum is gewijd aan... prikkeldraad (Devil’s Rope), maar een van de zalen staat in het teken van The Mother Road. Mc Lean is bovendien de hoofdzetel van de Texaanse vereniging Historic Route 66, die voor het behoud van het architecturaal patrimonium ijvert en onder andere het uiterst fotogenieke benzinestation Philips 66 op de hoek van First en Gray Street, gerestaureerd heeft. In Groom staat al sinds 1955 een stalen kruis van meer dan vijftig meter hoog langs de autosnelweg. Het is omringd met bronzen beelden die samen een kruisweg vormen. 'Peace to all who enter here’...

Enkele leden van een fundamentalistische christelijke vereniging ontvangen er de bezoekers (of nieuwsgierigen) en overhandigen hen een brochure waarin de projecten van hun gemeenschap uit de doeken gedaan worden: de oprichting van een kapel, een (lege) graftombe en een bronzen engel, de aanleg van een tuin met standbeelden die bijbelse taferelen uitbeelden, de bouw van een Visitors Center uitgerust met een amfitheater en de onvermijdelijke bibliotheek. De giften stromen vlot binnen, met een winstgevend handeltje tot gevolg. In dit land doet men schijnbaar vaak beroep op God... Tot in Amarillo zijn de weides zowat overal uitgehold door vele kleine kloven. Ze doorbreken het anders monotone landschap van dit immense plateau dat eraan herinnert dat, hoewel Texas hét land van de olie is, het tevens dat van de immense ranches is. Sommige eigendommen zijn zo groot dat men een vliegtuig nodig heeft om de buurman te groeten! Amarillo is de enige 'grote’ Texaanse stad die doorkruist wordt door de Route 66. In vergelijking met Dallas of Austin is het amper een zakdoek groot. Amarillo ligt er overigens ook ver van verwijderd, want, net als in Kansas, trekt de Route 66 slechts door een klein deel van de tweede grootste staat van de VS. The Mother Road ontsluiert dus maar een fractie van Texas. Hier zwaaien geen oliebaronnen, maar cowboys ofte veehouders de plak. Sommigen bezitten domeinen die zo groot zijn als een Belgische provincie. Een aantal onder hen zijn overigens niet van Texas afkomstig. Maar ze zijn wel allemaal rijk en machtig. De familie Bush zal ons niet tegenspreken... De veehouders maken twee keer per week hun opwachting in de Western Stockyards op Grand Avenue. Ze kopen er, net als in Oklahoma, vee, paarden en zelfs konijnen per opbod. Het enige verschil zit hem in de look van de Texanen: ze dragen allemaal een hoed... Slechts weinig roaders houden halt in Amarillo, een knooppunt van wegen en een stad met weinig charme - behalve dan misschien in het district San Jacinto, een zogenaamd hippe wijk. De Route 66 loopt er dwars door, net als door het kleine en verlaten downtown. San Jacinto moet het hebben van die paar antiquairs en cafés. De belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich buiten de stad langs de autosnelweg: Cadillac Ranch, een van de meest symbolische monuments van de R66. En tevens een van de meest bijzondere: oude Cadillac-modellen (ze dateren van 1949 tot 1964) staan er sinds 1974 half ingegraven in de bodem van een weide. Het lijken wel metalen struisvogels... Na Amarillo wijzigt het landschap in mesa’s (harde lavaplateaus op een zachte ondergrond) en wordt de aarde donkerder, bedekt met dras en droge struiken. Het laatste gehucht in Texas heet Glenrio en staat al met één voet in New Mexico. Er woont nog een handvol mensen (die allemaal tot dezelfde familie behoren). Ze vrijwaren het plekje van het statuut 'spookstad’. We vragen ons af wat hen bezielt om in dit grensgebied in the middle of nowhere te blijven wonen. Ze lijken alle realiteitszin verloren te hebben. De autosnelweg ligt vlakbij, maar niemand houdt halt in dit dunbevolkte gehucht met leegstaande huizen. De schoolbus staat voorgoed geparkeerd langs de weg. Hier leven al enkele jaren geen kinderen meer. En dus ging de school dicht...


6. NEW MEXICO: Indiaans grondgebied

Hoewel de Route 66 in deze grote staat, die men ook wel 'het land van de betovering’ noemt, slechts ongeveer zeshonderd kilometer aflegt, rijd je er door de mooiste streken. Het landschap bestaat uit mesa’s, pijnboombossen en grote oppervlakten van rode aarde. De weg volgt meestal de spoorweg van de Santa Fe Cie. In New Mexico woont iets minder dan een vijfde van het Belgische bevolkingsaantal, maar de rijkdom is er in handen van enkele families, die hun miljarden niet altijd te danken hebben aan de bewerking van hun gronden. Zo beschikt de beroemde Ted Turner (ex-man van Jane Fonda en mediamagnaat) er over talrijke ranches en meer dan vijfhonderdduizend hectaren grond. Toegegeven, die ranches stellen honderden cowboys tewerk, maar we hebben ook aandacht voor de eisen van de indianen die geconfonteerd worden met die rijkdom en opgesloten zitten in hun reservaten. De armoede die langs de Route 66 tentoon gespreid wordt gaat gepaard met drugs en delinquentie. Dat betekent geenszins dat de rit gevaarlijk zou zijn, want het onthaal van buitenlanders is over het algemeen verlegen maar hartelijk. Een uitgestrekte en droge vlakte vergezelt ons tot in Tucumcari, dat er prat op gaat over dertig motels en vierentwintig restaurants te beschikken. Het eerste gehucht langs de Route 66 op het grondgebied van New Mexico is trouwens niet meer dan een drie kilometer lange baan omzoomd met hotels en andere diensten die uit de jaren 1950 en 1960 dateren. De Blue Swallow, bijvoorbeeld, heeft de crisis doorstaan en biedt als enige een kamer met garage aan voor $29. Wannneer we 's nachts de wind horen razen, bedenken we dat dat aanbod niet eens zo gek is...

Tussen Tucumcari en Santa Rosa is de weg een pak grilliger dan voorheen en zien we ons af en toe verplicht om de I-40 te volgen. Het decor doet al heel West-Amerikaans aan en wordt tot in Arizona alsmaar verder uitgehold - er vormen zich diepe schoorstenen en prachtige kloven. De wind raast over de heuvels bedekt met droog, geel gras. Mesa’s doorbreken het landschap en het water heeft kloven geslagen die op sommige plaatsen een heus netwerk vormen, onzichtbaar van op de autosnelweg. Om volop van de wilde schoonheid van dit westerndecor te genieten, moet je de Interstate dus verlaten. In Santa Rosa kan je een halte inlassen aan de Blue Hole, een turkooizen koudwatermeer dat tachtig meter diep tussen de rotsen ligt en waarin 's zomers duikers trainen en kinderen zwemmen. Maar het gloednieuwe R66 Auto Museum is een pak boeiender. Alle in het 'museum’ tentoongestelde auto’s worden ook te koop aangeboden. Dat neemt niet weg dat je $5 moet neertellen om ze te mogen bewonderen. James a.k.a. Bozo heeft ze in zijn wat verderop gelegen garage opgelapt. Soms is hij meer dan twee dagen onderweg om een wagen op te halen in een andere staat. Zo is er de prachtige Mustang 61 afkomstig uit Wyoming. We moeten ons bedwingen om geen uitspatting te doen: $9.500 zonder transportkosten voor de boottocht naar Antwerpen. We stellen we ons dan maar tevreden met een paar foto’s. Terwijl het nieuwste baanvak van de Route 66 recht naar Albuquerque leidt, maakt het stuk uit 1937 een omweg van ongeveer tweehonderdveertig kilometer via Santa Fe en Las Vegas (dat niets te maken heeft met het gokparadijs in Nevada). Op die manier geniet je extra lang van de prachtige landschappen die nu eens heel droog zijn en dan weer bebost. In de verte zien we de besneeuwde bergtoppen van de Sierra van Santa Fe, de Sangre de Cristo Ranges, met zijn skipistes die bijna het hele jaar door open zijn. In de dorpen die veel weghebben van sloppenwijken, leeft geen mens. We bevinden ons in het het hart van het indiaans grondgebied, maar de enige levende wezens die ons pad kruisen zijn bijzonder agressieve honden. Santa Fe is een bijzonder mooie stad die vooral in de smaak valt bij kunstenaars en dus per definitie trendy is. Ze straalt iets van een oude pueblo uit met adobe huisjes in oud roze die onder geen beding meer dan twee verdiepingen mogen tellen. Je kan er makkelijk een dag vullen met een bezoek aan de missie, het hotel La Fonda, een architecturaal beschermde instelling, het kindermuseum, de Loretto-kapel en zijn wenteltrap, de kathedraal, het paleis van de gouverneur (waarin het museum van New Mexico gehuisvest is), de indianenmarkt met ambachtswerk onder de arcades van de Plaza en het Museum of Fine Arts. Ook de omgeving van Santa Fe is charmant.

Het Turquoise Trail vertrekt in Santa Fe en biedt de mogelijkheid om pittoreske voormalige mijnstadjes als Cerillos of Madrid te verkennen. Albuquerque ligt aan de oevers van de Rio Grande. Op 4th Street en Central Avenue verrijst een indrukwekkende sliert motels en restaurants langs de langste straat ter wereld (bijna dertig kilometer!) en rijden we dwars door een wereld van massaconsumptie. We vragen ons af wie al die hamburgers, pizza’s, taco’s en andere fastfood eet en wie al die auto’s en banden, die om de twintig meter voor reusachtige showrooms prijken, koopt. Het enige fotogenieke gebouw van de stad is het Kimo Theatre (op Central Avenue) met zijn opgefriste art deco voorgevel in Spaanse stijl. Het Historic Old Town Plaza, een soort historisch centrum dat op een filmdecor lijkt, is slechts een verzameling restaurants en hippe winkels die toeristen moeten lokken. Weinig autheniek dus. De voormalige missie van San Felipe, gebouwd rond 1706, vormt hier de enige uitzondering op. Het nabijgelegen Acoma Pueblo is beter bekend onder de naam Sky City. Dit gehucht met adobe huizen hangt aan de top van een 1.200 meter hoge mesa en is een klassieke roadside. Je verneemt er meer over de native Americans die er al sinds 1150 zouden leven, waarmee Acoma het oudste indiaanse dorp van Amerika is. Vervolgens doorkruist de Route 66 Grants, waar het merendeel van de hotels en restaurants gesloten werd nadat de uraniummijn, die het stadje in de jaren 1950-1960 rijk maakte, niet langer rendabel bleek. Eenmaal de mijn uitgeput was, specialiseerde Grants zich in dienstverlening voor vrachtwagenchauffeurs en verlegde het zijn handelscentrum naar de afrit van de autosnelweg, waar gloednieuwe motels, fastfoodrestaurants en benzinestations openden. Grants is uitgegroeid tot de stopping place bij uitstek en trekt klanten aan dankzij zijn voordelige tarieven, waarvoor reclame gemaakt wordt op enorme panelen langs de Interstate. De dienstensector stelt meer dan de helft van de bevolking tewerk. Ook de drie gevangenissen, die gerund worden door een privé-firma, bieden werkgelegenheid. Een derde van de gedetineerden zit er opgesloten omwille van drugsbezit of - handel. Gallup: 76 restaurants, 32 motels, 54 service stations - zo luidt de reclame aan de ingang van de stad. In tegenstelling tot Grants is Gallup veel meer dan een doorgangsstadje of een spoorwegkruispunt. Toegegeven, de spoorweg loopt er parallel met de baan en doorkruist het stadscentrum. De wagons van de maatschappij Santa Fe hebben er hun eindhalte maar Gallup, gelegen op tweeëntwintig mijl van de grens met Arizona, is de hoofdstad van de westerns en van het indiaanse Amerika, van de juwelen en van het Navajo- en Zuni-ambachtswerk...

Het is waarschijnlijk de enige plek in de VS met zo veel Trading Posts. In augustus komen naar aanleiding van het Inter-Tribal Indian Ceremonial meer dan dertigduizend indianen van alle stammen van het land samen voor een van de grootste pow-wows van het land, rodeo’s en een indrukwekkende parade (op zondag). Dit is trouwens de gelegenheid om juwelen en andere waardevolle voorwerpen te verpanden. hierdoor blijft een lange traditie van ruilhandel en leningen levendig. De toeristische dienst van Gallup organiseert een patrimoniale rondleiding. Ze loopt langs de historische gebouwen van de stad, die voor het merendeel dateren uit de glorieperiode van de Route 66. Dat is onder meer het geval voor het El Rancho Hotel, Home of The Movie Stars, opgericht door de broer van D.W. Griffith. De lobby is ingericht in pure westernstijl en zag al heel wat acteurs de revue passeren. Er is zelfs een kamer naar Jane Fonda genoemd en in de mezzanine prijken foto’s van showbizzsterren. Het Rancho Hotel is meer dan een toeristische trekpleister (de buitenlandse bezoekers zijn overigens schaars) want de lokale bevolking komt er lunchen aan democratische prijzen in een uiterst kitscherig hacienda-decor. Gallup is tevens een ideaal vertrekpunt voor een verkenningstocht van de natuurlijke decors waar reeds veel filmploegen gebruik van gemaakt hebben: Red Rock Canyon, Church Rock, Mesa Verde of de schitterende Chelly Canyon. Als je al deze roadsides wil aandoen, moet je minstens op een dag of twee rekenen. De Route 66 leidt vervolgens tot in Hollbrook, Arizona en volgt de spoorweg en haar eindeloos lange treinen...

7. ARIZONA: Het land van de natuurparken

Arizona, in het hart van het wilde westen, beschikt over het mooiste stukje Route 66 (in totaal vijfhonderdvijftig kilometer) en de indrukwekkendste roadsides. Van in New Mexico tot aan de Colorado-rivier (een natuurlijke grens met Californië), gaat The Mother Road van de rode aarde en de mesa’s naar de woestijn van Mojave, via Petrified Forest, bergen bedekt met pijnbomen en oude, veelal verlaten mijnsteden. Zo’n honderd kilometer verder bereiken we de unieke Grand Canyon en het Mead-meer en, nog verder, Las Vegas. Minder veraf: het Havasu-meer, met de nabijgelegen Londense brug over de Colorado die er steen per steen heropgebouwd werd. Na drie uur rijden stappen we uit om ons te laten overdonderen door de kaarsen van Monument Valley, die al zo vaak dienst deden als westerndecor. Petrified Forest is de eerste uitzonderlijke roadside in het land van de natuurparken: een grote steenwoestijn met versteende en tweehonderdvijfentwintig jaar oude boomstronken die, net als in Pompeji, zo goed bewaard beleven door de lavastroom van een vulkaanuitbarsting. Het begin van het parcours loopt langs enkele uitzichtspunten op Painted Desert met zijn minerale lagen, die het landschap kleuren. Toch overheerst het baksteenrood, waardoor het decor iets wegheeft van het Mars-landschap uit de film Red Planet. De rest van het traject biedt zonodig nog indrukwekkendere panorama’s: de overblijfselen van een pueblo dat waarschijnlijk bewoond was tussen de 12de en begin 15de eeuw, petrogliefen, versteende boomstronken en teepees - rotsformaties die hun naam danken aan hun kegelvorm. In het Rainbow Forest Museum wordt een gedeelte van het geraamte van Gertie tentoongesteld, een tyranosaurus die in 1984 in het park gevonden werd. Tot in Flagstaff loopt de Route 66 naast de autosnelweg. Je moet de baan dan ook verlaten om de drie belangrijkste bezienswaardigheden van The Mother Road met je eigen ogen te zien: het Wigwam Motel en zijn betonnen tipi’s te Holbrook, het paneel van Jack Rabbit Trading Post, net voorbij Joseph City en het Posada Hotel van Winslow, een etablissement in hacienda-stijl dat volledig gerenoveerd is en opnieuw zijn deuren opende.

Wigwam Village en zijn oude Amerikaanse wagens

Dit ongewone motel werd in 1950 opgetrokken door de vader van de huidige eigenaars. Sindsdien lijkt er niets veranderd . De betonnen tipi’s kregen onlangs een nieuw likje verf, maar vanbinnen zijn ze minder uitnodigend dan de oude Cadillacs en andere Amerikaanse auto’s die her en der geparkeerd staan voor deze nogal aparte bungalows. Wigwam Village is misschien niet de meest ideale plek om de nacht door te brengen, maar wél een must langs de Route 66... Zodra je Flagstaff nadert, tekenen de besneeuwde bergtoppen van de San Francisco Peaks zich alsmaar scherper aan de horizon af. We verlaten de snelweg via de afrit Walnut Canyon, waar de Road 66 opnieuw haar eigen weg baant. In downtown Flagstaff werden de oude huizen en enkele opslagplaatsen gerenoveerd en heringericht als winkels, hotels, banken, cafés en restaurants. De stad leeft voornamelijk van zijn universiteit en het toerisme. Flagstaff is immers de ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan de Grand Canyon en andere nationale parken in de omgeving. Je kan er tevens het Lowel Observatory bezoeken. Het observatorium werd opgericht in 1894 en verwierf een eervolle reputatie nadat men er, in 1930, voor het eerst de planeet Pluto waarnam. Het gebouw is publiek toegankelijk - ook tijdens zomernachten, voor een romantisch sterrenspektakel... In Williams verlaten we opnieuw de snelweg en laten we onze blik langs de talrijke keurig opgefriste motels en restaurants van de twee hoofdstraten glijden. In het Visitors Center legt men uit dat het een kwestie van overleven was. Williams wou immers niet vervallen tot een spookstad en daarom werd deze infrastructuur verder uitgebouwd. Tussen Flagstaff en Kingman blaast men de oude mythe leven in. Nogal wat toeristen maken tussen Las Vegas en de Grand Canyon een omweg langs de Route 66. Sommige handelaars hebben, kwestie van klanten te lokken met een apart aanbod, bijvoorbeeld een voormalig bordeel omgebouwd tot een Bed & Breakfast (The Red Garter). In het mooie station vertrekt een oude stoomtrein naar de zuidelijke kant van de Grand Canyon, zo’n zestig mijl verder. Twintig mijl voor Seligman verlaten we de Interstate 40 definitief: The Mother Road herwint eindelijk haar onafhankelijkheid en dat blijft zo tot aan de Californische grens. De dennen verdwijnen uit het landschap en we doorkruisen een uitgestrekt plateau met hier en daar een bergkam.

De Route 66 trekt een mooie rechte lijn van twee baanvakken. In Seligman zorgen de broers Delgadillo - twee commercieel ingestelde nostalgici van de R66 - voor een plaatselijke attractie. Juan baat snackbar Snow Cap uit, een plekje waar motorrijders samenkomen en waar een ongelooflijk allegaartje van oude wagens en de meest uiteenlopende voorwerpen voor een vrolijke knipoog zorgen. Angel is kapper en heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Tegenwoordig leeft hij vooral van de inkomsten van zijn souvenirwinkeltje, dat hij samen met zijn vrouw runt. In dezelfde categorie bezienswaardigheden, kan je in Hackberry, het laatste stadje voor Kingman, een bezoek brengen aan het R66 Visitors Center. Dit informatiecentrum is tevens een voormalige general store, opgericht in 1934 en vandaag dienst doet als souvenirwinkel annex snackbar waar oude foto’s van Marilyn Monroe en Elvis Presley de muren sieren. Buiten wacht een blinkende Corvette van 1959 op de geluksvogel die er $40.000 voor kan neertellen. In Kingman maken we via een resem hotels en benzinestations een sprong naar de 21ste eeuw. Gedaan met de charme. Het plaatsje ligt op het kruispunt van de autosnelwegen van Las Vegas, Los Angeles en Phoenix en zag het levenslicht dankzij de aanleg van een spoorweg in 1880. Vandaag is het een groot dorp dat volledig in het teken van de consumptie staat. De winkels zijn, om de talrijke passanten optimaal te dienen, 24 uur op 24 open. De zuivere lucht van de omliggende woestijn, de warmte en de relatief lage levenskost trekken jaarlijks nieuwe inwoners aan, maar voor de doorsnee toerist heeft Kingman weinig te bieden. Tenzij je uit bent op een nachtje in een cleane, maar vrij comfortabele motelkamer. Enige uitzondering op deze regel: Andy Devine Boulevard, een beschermd historic district dat de meest fotogenieke lichtreclames van de stad telt. Net voorbij deze slaapstad, verleent het minerale decor The Mother Road opnieuw een nostalgisch tintje: we belanden in de jaren 1940, met het oude asfalt en afgelegen dorpen. Dit gedeelte van de Route 66 is eenvoudigweg geniaal! Oatman ligt pal in het midden tussen Kingman en Needles, voorbij de Californische grens. Oude saloons en houten huizen houden de plaatselijke en overduidelijk western folklore in ere. Tijdens weekends en op feestdagen bootsen pseudo cowboyhelden een afrekening na, met revolverschoten en al. Burritos lopen in alle vrijheid rond in de enige straat van het dorp. Met vertelt dat ze afstammen van de ezels die de goudzoekers bij de sluiting van de mijnen, midden jaren 1930, achterlieten. Sindsdien vormen ze de hoofdattractie. Tijdens de weekends worden ze afgelost door motorfanaten die er samenkomen voor een barbecue met een biertje in volle zon, bij een minimumtemperatuur van 35C°. De in 1904 ontdekte goudmijnen trokken gedurende meer dan dertig jaar een massa goudzoekers aan. Tijdens zijn bloeiperiode telde Oatman tot tienduizend inwoners, twintig saloons en een half dozijn hotels. Vandaag blijft enkel het Oatman Hotel over, waar Clark Gable en Carole Lombard hun huwelijksnacht doorbrachten. Een kleine twintig mile verder verandert het uitzicht. In Topock volgen we opnieuw de autosnelweg tot in Needles, met zijn motels en service stations. Welcome in California!


8. CALIFORNIË: Aankomst aan de Stille Oceaan

Vooraleer je verloren loopt in de wirwar van de straten in Los Angeles, doorkruist de Route 66 de Mojave-woestijn onder de naam van National Old Trails Highway, zoals de route genoemd werd voor de invoering van de numerieke naamgeving eind jaren 1920. Ook hier werden heel wat stadjes en dorpen langs de Route 66 verlaten of blijven er slechts enkele huizen en motels van over. Het lijken wel levensechte filmdecors, aan de poort van Hollywood, Beverly Hills en de andere wijken van de bekende filmstad. Tenslotte mondt The Mother Road uit in Santa Monica, aan het strand van de oceaan... We betreden Californië via de schitterende Mojave-woestijn en het laatste stuk van de Route 66 vooraleer ze zich verliest in het gigantische wegennetwerk van Los Angeles en de honderden bebouwde zones errond.

De eerste meldenswaardige halte langs de Mother Road voorbij Needles is Goffs, dat niet langer de spookstad is die in ons roadbook aangekondigd wordt. De eerste verdieping van de general store is weliswaar verlaten en dakloos, maar op het gelijkvloers werd een saloon heringericht. Op de parkeerplaats staat een oude, zwarte Oldsmobile met chromen afwerking te koop. Prijskaartje: $17.000. Na Essex, dat honderd inwoners zou tellen en slechts uit enkele woonwagens en verlaten huizen bestaat, leidt de R66 rechtstreeks door de woestijn. Ze wordt daarbij geëscorteerd door een lage, uitgeholde en rotsachtige bergketen. Hier bedekt niet langer zand de bodem, maar een immens tapijt van dicht struikgewas - groen in de lente, bruin en verschroeid door de zon in de zomer. Bijna zonder het te beseffen doorkruisen we Cadiz, Amboy en Bagdad - minuscule puntjes op de kaart en niet meer dan enkele huisjes groot. Het bekende Bagdad Café dat dienst deed als filmdecor voor Percy Adlon ligt wel degelijk langs de Route 66, maar wel enkele mijlen verderop, in Newberry Springs. Dat van Bagdad overleefde tot in 1968 en werd door vandalen vernietigd. Tot in Barstow vervangt de autosnelweg de R66. De overgebleven cafés en benzinestations zijn al lang verlaten. Enkel in Amboy (twee inwoners) heeft het Roy’s Motel met veel moeite de strijd tot in voor enkele jaren overleefd. Dit motel is een monument dat sinds 1938 gerund werd door een Route 66-fanaat. De omgeving doet met zijn fifties lichtreclame en oude politiewagen op het parkeerterrein, denken aan Easy Rider.

Na de inwijding van de autosnelweg in 1974, was het Roy’s Motel de meest populaire halte tussen Needles en Barstow. In het restaurant dat 24 uur op 24 open was, het hotel en de garage werkten meer dan negentig mensen. Vandaag dient het gebouw enkele weekends per jaar als verzamelplaats voor een tiental Harley Davidson freaks. De volumeknop op tien, een barbecue en een resem stevige motoren in allerlei modellen en van verschillende bouwjaren kris kras door elkaar. In Newberry Springs ligt het Bagdad Café er nog altijd bij zoals tijdens de opnames van de film: dezelfde toog, dezelfde bankjes in gecapitonneerd namaakleer, dezelfde kitscherige versiering. Maar op Bob na, een gepensioneerde man uit de buurt die er uren aan een stuk aan een koffie zit te slurpen, zijn alle klanten Japanners. Aan de muur prijkt een kaart van de Japanse eilanden boordevol handtekeningen - ze zijn duidelijk niet de eersten die vanuit Los Angeles of Las Vegas een omweg maken tot in het Bagdad Café! Andrea Pruett, de eigenares, houdt de mythe met zorg in leven: de schotels zijn genoemd naar acteurs of filmpersonages en in het souveniralbum verzamelt ze foto’s van de gasten (hey, die goede oude Bob zat er toen ook al!) van over de hele wereld. We ontsnappen niet aan haar gastenboek. "Dit is het negende exemplaar”, verduidelijkt ze terwijl ze ons laat tekenen. "Dit boek ben ik begonnen op 30 september 2000 en het allereerste dateert van november 1995, de maand waarin ik het café overgenomen heb.” Andrea stopt onze Jack Palance Burger in de oven. Allesbehalve gastronomisch, maar de bediening is hartelijk. De bazin poseert lachend voor de foto. Ze vraagt om haar een exemplaar te bezorgen "voor in haar boek!”. Amerikanen kennen het plekje amper. De film heeft in het buitenland blijkbaar meer succes gekend dan in de VS...

De etappe Barstow-Victorville is het laatste schilderachtige strookje van The Mother Road. Wanneer je voorbij Helendale rijdt, kan je een kleine omweg maken naar het Exotic World & Burlesque Museum. Dixie Evans waakt er over de herinnering aan een tiental knappe stripteasedanseressen en lookalikes van showbizzsterren van de jaren 1930 tot 1950. Dixie Evans, bijgenaamd Burlesque of Marilyn Monroe, beschikt over een duizelingwekkende collectie foto’s, persknipsels, jurken en accessoires die ooit aan Marilyn toebehoorden of die ze gebruikt heeft tijdens een van haar talrijke imitaties. In de weinige kamers van het huis staan ontroerende souvenirs van stripteaseuses en sterrenimitatoren tentoongesteld. Sommigen hebben succes gekend, anderen hebben een chaotische carrière achter de rug. Je ontedekt er de nostalgie naar de tijd waarin pin-up-shows aan de filmwereld deden denken en tot de populairste voorstellingen van de VS behoorden. Dixie Evans is nu zevenenzeventig jaar en organiseert nog steeds een jaarlijkse stripwedstrijd. In 2006 vindt de zestiende editie plaats. De kandidates voor de verkiezing van Miss Exotic World komen uit alle uithoeken van het land en zelfs van over de hele wereld. Tegen onze verwachtingen in, stromen hier de eerste zaterdag van juni journalisten, cameramannen en fotografen van de nationale en internationale media toe om het spektakel - dat overigens hoegenaamd geen X-gehalte heeft - te verslaan. De danseressen kleden zich nooit helemaal uit en de misplaatste woordspelingen vloeien al even rijkelijk als de alcohol. Met de opbrengsten van dit evenement verwezenlijkt Dixie een oude droom: minstens twee kamers volledig aan Marilyn wijden. Een resem voorwerpen, die ze met de hulp van de leden van haar club verzameld heeft, ligt opgestapeld in dozen in afwachting van een geschikte tentoonstellingsruimte en geld. De toegang tot het museum en de rondleiding zijn gratis, maar giften zijn, vanzelfsprekend, welkom. Voorbij Victorville is de Route 66 vaak gekoppeld aan de Interstate 15 en biedt ze een mooi uitzicht op de besneeuwde piek van de Cajon. Daarna loopt ze langs bergflanken die met het San Bernardino National Forest bedekt zijn. We verlaten de weg aan Devore Road en volgen Cajon Boulevard waar The Mother Road over amper enkele miles een nieuw asfaltkleedje kreeg en vier rijvakken telt. Het bos vergezelt ons nog steeds, maar van op een afstand. In de verte zien we de bekende mist van warmte en vervuiling van Los Angeles. Hij verleent de autowrakken, de elektriciteits- en telefoonpalen, de treinsporen, de fabrieken en de weides een wazig tintje. We doorkruisen verloederde buitenwijken. Enkele motels bieden weerstand aan de heersende sfeer van verlatenheid. Van hun voormalige concurrenten blijft soms enkel de lichtreclame over...

We betreden de grootstad via San Bernardino. De Route 66 verandert in Foothill Boulevard, een lange laan omzoomd met de onvermijdelijke vertegenwoordigers van de dienstensector. Niets nieuws onder de zon dus. De laan verandert tot in Pasadena drie keer van naam en doorkruist zonder onderbreking dertien plaatsen die door het gigantisch stedelijk netwerk van Great Los Angeles & Vicinity opgeslokt worden. Ter hoogte van Rialto rijden we voorbij het Wigwam Motel, een zo goed als identieke kopie van dat in Holbrook, al zijn de tipi’s hier kleurrijker en is het motel uitgerust met een klein zwembad en een grasperk (in plaats van een met oude Amerikaanse sleeën bezaaid parkeerterrein). Het uithangbord "Do it in a teepee!” verwijst duidelijk naar de klanten van het huis: de prostituees van om de hoek... Het landschap wijzigt de volgende kilometers nauwelijks. In Upland en, vooral, in Claremont, betreden we het universum van een andere sociale klasse: langs de kant van de weg duiken steeds meer palmbomen op en de winkelcentra nemen alsmaar hallucinantere proporties aan. Maar we zijn nog lang niet in Beverly Hills... De tocht door Pasadena via Colorado Boulevard is een pak interessanter en we maken een ommetje langs het historische centrum met zijn mooie gebouwen in Spaanse stijl, de prachtige Huntington Library, Art Collection and Botanical Gardens. Er liggen meer dan zeshonderdduizend boeken en drie miljoen manuscripten opgeslagen, waaronder de bijbel van Gutenberg (1455). Ook werken van Europese grootmeesters uit de 17de, 18de en 19de eeuw behoren tot de collectie van de instelling. Het geheel is verspreid over het prachtige huis van spoorwegbaron Huntington en de bijbehorende thematische tuinen. Eenmaal voorbij de Pasadena Freeway (110) , die door het heuvelachtige Los Angeles zigzagt, gaat de Route 66 over in Sunset en later in Monica Boulevard, die the best of L.A. aandoen: het vrij verlaten West Hollywood, Beverly Hills en Bel Air, het miljardairsparadijs met immense, ommuurde domeinen die 24 uur op 24 bewaakt worden. Contrasten, contrasten en nog eens contrasten... Via de Route 66 doorkruis je Californische gekleurde wijken, straten waar je best niet lang blijft rondhangen en rijke woonwijken om uiteindelijk op de stranden van de Surf Generation te belanden. Maar Santa Monica en Malibu zijn Venice niet. Op de stranden loop je bruingebrande surfers en Beach Watchers, bekend uit de serie Bay Watch, tegen het lijf. In Venice trainen de bodybuilders in open lucht, te midden van de plaatstelijke Promenade des Anglais, waar bimbo’s in spe op rollers langszoeven. Ze hopen om ooit gespot te worden door een hoge piet uit de filmindustrie... De Route 66 eindigt op Ocean Boulevard, op enkele miles van het reuzenrad en de permanente kermis aan Santa Monica Pier. Ze maken deel uit van een pretpark dat opgedragen is aan Will Rogers, net als de bronzen gedenkplaat die het einde van de Mother Road aanduidt.

On the road

DE ROUTE 66 PRAKTISCH

DE VLUCHTEN

Als je de volledige Route 66 wil afleggen, moet je een heenvlucht naar Chicago en een terugvlucht vanuit Los Angeles boeken. Dat kan bij alle Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen (American Airlines, Delta Air Lines, United Airlines...).

ZICH VERPLAATSEN

Je huurt een wagen in Chicago met drop off in Los Angeles. De prijs/dag is over het algemeen betaalbaar (ongeveer €25), maar hou er rekening mee dat je bij de rekening minstens €500 drop off-kosten moet bijtellen. Ook een Harley Davidson of een oude Amerikaanse slee behoren ook tot het aanbod, al kan niet iedereen zich zo’n extraatje veroorloven. Niets weerhoudt je overigens om slechts een gedeelte van de route af te leggen. Info: Route 66 Riders, Rent A Harley, tel: 00-1-310-578 0112. website: www.route66riders.com. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

WAAR VERBLIJVEN?

Motels genoeg langs de R66. Buiten de toeristische regio’s (Flagstaff of Williams, nabij de Grand Canyon, en in Santa Monica) zijn de prijzen heel betaalbaar, althans wat de oude hotelletjes en motels langs de R66 betreft. Vermijd stopping places zoas Grants of Kingman - de prijzen die langs de weg aangekondigd worden stemmen niet overeen met de werkelijkheid. Tip: hoe vroeger je toekomt, hoe goedkoper het tarief. Voor meer details, zie hieronder. Overnachten "on the road"... Opgelet: aan alle hieronder vermelde prijzen moet ongeveer 8 tot 10% taks toegevoegd worden.

Illinois

•Days Inn on Lincoln Park North (644 West Diversey Parkway. Tel: 00-1-773-525 7010. Website: www.daysinn.com). Klassiek, maar redelijk goed gelegen en vooral schappelijk qua prijs.

•Best Western, Chicago: twee betaalbare goed gelegen hotels Best Western River North Hotel (125 West Ohio Street) en Best Western Inn of Chicago (162 East Ohio Street). Reservering vanuit België (gratis nummer): 0800 1 6776. Website: www.bestwestern.com (gratis parkeerplaats, een niet te versmaden detail in een stad als Chicago)

•Downtowner Motel: een groot fifties motel in het hart van Pontiac, vlakbij het stadscentrum. vanaf $50 voor een 2-pers.kamer.100 N. Main Street. Tel: 00-1-815-844 5102.

•Victoria Tyme Inn B&B, Carlinville: een handvol kamers in een schattig huis. Tel: 00-1-217-854 8689. Website: www.victoriatymeinn.com. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

•Rail Haven (Best Western): rond het thema 'het spoor’. Een grote klassieker langs de route, te Springfield. 203 S. Glenstone Avenue, op de hoek van de R66 en de US65. Tel: 00-1-417-866 1963. Ongeveer $55 à $75.

Missouri

•Ko Ko Motel, Carthage: 3102 E. 7th Street. Tel: 00-1-417-624 6493.

•Munger Moss Motel, in Lebanon: al sinds 1949 een vaste waarde.1336 East Route 66. Tel: 00-1-417- 532 3111. Website: www.mungermossmotel.com. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Ongeveer $35.

•Wagon Wheel Motel: ligt al sinds 1930 aan de R66. Er is geen telefoon in de kamers, maar het tarief is meer dan aantrekkelijk: vanaf $26 per nacht. 901 E. Washington Street, Cuba. Tel: 00-1-573-885 3411.

•Dickey House B&B: ingericht in een mooi huis in 'Griekse renaissancestijl’. 331 South Clay Street, Marshfield. Tel: 00-1-417-468 3000. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

Oklahoma

•Tradewinds Best Western, Clinton, 2128 Gary Boulevard. Tel: 00-1-580-323 2610. Ongeveer $60 voor een 2-pers.kamer.

•Old Hotel: een antiek houten huis in Far West-stijl met lekker ouderwetse kamers voor een heel redelijke prijs. 311 W. Main Street, Sayre. Tel: 00-1-580-928 5446. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

Texas

•Auntie’s House B&B: opgericht in 1912 (dus lang voor de aanleg van de R66), beschermd als 'Historic Place’ en versierd met antiquiteiten. Redelijke prijs, stevig ontbijt inbegrepen. 1712 South Polk Street, in het centrum van Amarillo. Tel: 00-1-806-371 8054. Website: www.auntieshouse.com. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

New Mexico

•Blue Swallow Motel: nog zo’n instelling langs de Route 66. 66815 E. Tucumcari Blvd., Tucumcari. Tel: 00-1-505-461 9849. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .

•El vado Motel: met 'Motor Court’-decor in adobe-stijl (sinds 1937). De kamers werden inmiddels vernieuwd, maar de sfeer is intact gebleven. 2500 Central SW, Albuquerque. Tel: 00-1-505-248 1086. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . •Sands Motel: nog een 'monument’ van de Route. 112 McArthur, Grants. Tel: 00-1-505-287 2996.

 

•Roseway Inn: dit historische motel biedt grote kamers met een keukentje aan vanaf $35/nacht. 2003 West Highway 66, Gallup. Tel: 00-1-505-863 9385.

•El Rancho Hotel: het hotel van de showbizzsterren met een lodge-look. In het kitscherige maar charmante restaurant kan je lunchen voor een democratische prijs. 1000 E. Hwy 66, Gallup. Tel: 00-1-505-863 9311. Website: www.elranchohotel.com. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Arizona

•Wigwam Village Motel: oude auto’s staan voor de betonnen tipi’s geparkeerd. Schijnbaar onveranderd sinds de jaren 1950. Beperkt comfort, maar dit is een van de musts van de R66. 811 W. Hopi Drive, Holbrook. Tel: 00-1-520-524 3048. Ongeveer $35 à $55 per 2-pers.kamer.

•Posada Hotel: deze hacienda gebouwd in 1928 werd onlangs gerestaureerd en beschermd als historisch gebouw. Vandaar ook de hoge prijs (vanaf $79/nacht). 303 E. Second Street (op de R66), Winslow. Tel: 00-1-928-289 4366. Website: www.laposada.org •Birch Tree Inn: beschikt over amper twee kamers, ingericht in een oud huis met veranda. 824 West Birch Avenue, Flagstaff. Tel: 00-1-520-774 1042. Website: www.birchtreeinn.com.

•The Red Garter Bed & Bakery: voormalig bordeel, nu een hotel annex bakkerij. Ouderwets ingerichte kamers. 137 Railroad Avenue, Williams. Tel: 00-1-520-635 1484. Website: www.redgarter.com Californië

•Days Inn, Santa Monica, vlakbij de kust. 3007 Santa Monica Blvd. Tel: 00-1-310-829-6333. Website: www.daysinn.com. Vanaf $90.

•Best Western Gateway Hotel Santa Monica (1920 Santa Monica Boulevard) en Best Western Ocean View Hotel (1447 Ocean Avenue): uitstekende ligging voor een redelijke prijs aan de Californische kust (respectievelijk vanaf $90 en $125). Reservering vanuit België (gratis nummer): 0800 1 6776. Website: www.bestwestern.com

ETEN LANGS DE R66

•Ariston Cafe, Litchfield: klein familierestaurant dat al sinds 1924 gasten langs de R66 ontvangt.

•Polk-a-Dot Drive In: al meer dan 40 jaar een vaste waarde. 222 North Front Street, Braidwood, Illinois (Tel: 00-1-815-458 3377).

•Old log Cabin: Route 66, Pontiac, Illinois. •Stake 'N’ Shake (burgers): 1158 E. St. Louis Street, Springfield, Illinois.

•Clanton’s Cafe: de Clantons houden dit restaurant al vier generaties open (sinds 1927). Niet gastronomisch, maar de sfeer en de inrichting zijn een bezoekje waard. 319 East illinois, Vinita.

•Metro Diner, Tulsa, Oklahoma: 3001 E. 11th Street & College (op de R66). Tel: 00-1-918-592 2616.

•Cattlemen’s Steakhouse (sinds 1910), in de Stockyards van Oklahoma City, 2221 Exchange Avenue.

•Red River Steakhouse, in een houten gebouw met western look. Open van 11u tot 21u, op de R66 in McLean, Texas.

•Joseph’s Bar & Grill, 'The fat man Lives”: de familie Campo ontvangt je hartelijk en de grill is heerlijk. 865 Will Rogers Drive (R66), Santa Rosa, New Mexico.

•66 Diner: in een typische fifties milkbar verorber je lekkere hamburgers. 405 Central Avenue, Albuquerque, New Mexico.

•Route 66 Drive-Inn: je blijft in de auto zitten en wacht tot de dienster je bestelling komt opnemen - net als in de jaren 1950-1960. Tex-Mex maaltijden. 1301 West Highway 66, Gallup, New Mexico.

•Route 66 Diner: dezelfde stijl als dat in Albuquerque, maar de burgers, die er al sinds 1946 opgediend worden, zijn gigantsich. Op een kwart mijl van afrit 339, Sanders, Arizona.

•Miz Zips Cafe: huisbereide gerechten in een familierestaurant. 2924 East Route 66, Flagstaff, Arizona.

•Rod’s Steakhouse: het kader verwijst naar de tijd van toen en doet wat ouderwets aan, maar de steaks zijn al sinds 1946 befaamd. Route 66, Williams, Arizona.

VOOR MEER INFO

•National Historic Route 66 Federation Tel/fax: 00-1-818-352 7232 E-Mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Historic Route 66 Association of Arizona, Kingman E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•California Historic Route 66 Association, La Verne E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Historic Route 66 Association of Illinois, Springfield E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Kansas Route 66 Association, Riverton Tel: 00-1-316-848 3330. Fax: -848 3703.

•Route 66 Association of Missouri, Saint-Louis E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•New Mexico Route 66 Association, Albuquerque E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Oklahoma Route 66 Association, Oklahoma City E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•The Texas Old Route 66 Association, McLean E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Bagdad Café 46548 National Trails Highway, PO Box 37, Newberry Springs CA 92365-0037 Tel: 00-1-760-257 3101. Websites: www.bagdadcafeusa.comwww.wemweb.com/bagdad.html E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

•Exotic World (Burlesque Museum) 29053 Wild Road, Helendale, CA 92342 Tel: 00-1-760-243 5261 (gesloten op maandag). Website: www.exoticworldusa.com

•Precious Moments 4321 Chapel Road, Carthage, Missouri Tel: 00-1-417-358 7599. www.preciousmoments.com Websites: www.route66.com www.national66.com www.carizona.com/route66/

BOEKEN, KAARTEN en ROADBOOKS

De grote klassiekers: A Guide Book to Highway 66, de ‛bijbel’ van de route, van Jack D. Rittenhouse, University of New Mexico Press, Albuquerque. Route 66, The Mother Road, van Michael Wallis, St.Martin’s Press, New York. Route 66 Traveler’s Guide, een grote klassieker van Tom Snyder, St.Martin’s Griffin, New York. Recenter werk: Route 66: A Guidebook to the Mother Road van Bob Moore en de Belg Patrick Grauwels. Thematisch: Antique Roads of America. Bicycle Guide for Route 66 van Dan Mahnke. Motorcycle Guide to Historic Route 66 van Kirk Woodward. The Route 66 Cookbook, een culinaire gids, niet bepaald gastronomisch maar wél origineel, van Marian Clark. Kaarten: Here it is! Route 66, the map series, J. McClanahan en Jim Ross, Ghost Town Press. Road Map of Historic Route 66, Dave York.




Laatst aangepast op dinsdag, 06 april 2010 18:12