Naam:
Email:
Artikels


VS: De Route 66
PDF Afdrukken E-mailadres

THE ROAD...

1. ILLINOIS: Het land van Lincoln en maïsvelden

De Route 66 doorkruist Illinois over vijfhonderd kilometer en trekt een diagonale lijn tussen Chicago en Saint-Louis, een grensstad van Missouri. Ze vertrekt in een grootstad maar leidt daarna door een landelijk decor van oneindige velden en weides. Een vlak en monotoon traject waar armoede en isolement, ten gevolge van de aanleg van de Interstate 55, schering en inslag zijn.

Starting point: Chicago

Het vertekpunt van de Route 66 lag niet altijd aan Adams Street, op de hoek met Michigan Avenue, in het hartje van het Business District. In 1926 startte ze aan Jackson Boulevard, aan de grens met de verloederde buurten. Om de stad te verlaten, rijd je overigens door industriële buitenwijken waar soms vervallen ziekenhuizen, bedrijven en fabrieken het doffe decor vormen van de stedelijke buitenwijken. Enkele parken bieden wat ademruimte. Braakliggende terreinen waarop vroeger fabrieken en kantoren stonden, getuigen van de vergane rijkdom. Alles wijst hier op armoede, zwarte getto’s en sociale problemen. De eerste 'historische’ halte op onze pelgrimstocht is Cicero. Tijdens de drooglegging en de hoogdagen van Al Capone was het een gangstersnest, maar dat is voltooid verleden tijd. Het merendeel van de actieve bevolking is tewerkgesteld bij Western Electric en Cicero is niet meer dan een arbeidersstadje waar weinig te beleven valt. Pas in Lyons halen we voor het eerst diep adem. De enige bezienswaardigheid van dit residentieel plekje ligt van de weg verwijderd: de splitsing van het water dat hetzij naar Lake Michigan hetzij naar de Mississippi vloeit. We keren teleurgesteld terug en hopen dat de rest van onze reis meer te bieden heeft. Maar ook in Joliet is niets te zien buiten de strafinrichting waar ooit de Blues Brothers verbleven. Wilmington kondigt fier zijn ligging op de Route 66 aan, maar de enige bezienswaardigheid in de buurt is de Rocketman. Hij is enkele tientallen meter hoog en wordt ook Gemini Giant genoemd. Nu en dan lokt hij bezoekers naar het Launching Pad Café. Daarna volgt een lange rij van anonieme gehuchten. Samen vormen ze een portret van het tijdloze Amerika. We kunnen ons amper inbeelden wat de bevolking in deze verlaten uithoeken, waar vroeger heel wat auto’s en roaders langsreden, na de werkuren doet. Na Blairwood wordt het landschap bucolischer en volgen velden elkaar op. Eindeloos ver en zo vlak als Nederland...

Voorbij Wilmington treffen we meerdere verouderde en gezellige road cafés aan, maar dat van Pontiac verdient een aparte vermelding. Net voor je het plaatsje binnenrijdt, verrijst The Old Log Cabin, ingericht in een houten hut. Kijk goed uit, want voor je het weet, rijd je er voorbij. De voorgevel is allesbehalve uitnodigend, maar het interieur des te meer: tafels bedekt met groen-wit geblokte tafellakens, glanzende aluminium stoelen, een lange toog waaraan enkele eenzaten elkaar gezelschap houden tijdens het drinken van een pint of een kop koffie. Het café is rijkelijk bezaaid met verwijzingen naar The Mother Road, waaronder oude kaarten, een herdruk van de originele gids van Jack Rittenhouse en op-en-top kitscherige souvenirs aan de R66. En om het plaatje helemáál af te maken: een hamburger is er al even lekker als de koolsla met mayonaise die erbij opgediend wordt. Ook dit gedeelte van de route verdient de stempel 'historisch’. Het betonnen rijvak dateert van 1918 - het kleinste gaatje is overwoekerd met gras en onkruid - en loopt over meerdere kilometers parallel met de spoorlijn en een recentere, macadammen rijbaan. Iets verderop volgt ze de autosnelweg zo goed als evenwijdig. Nadat de Route 66 uitgeroepen was tot historisch monument, durfde niemand er nog aankomen en de verlaten miles bleven nutteloos achter, als archeologische restanten uit een ander tijdperk. Ze geven het decor een tikkeltje nostalgie mee. Tijdens onze volgende halte strekken we de benen even en bezoeken we het bedrijfje dat in alle gidsen over de R66 vermeld staat: Funk’s Grove, waar men sinds 1891 de plaatselijk beroemde Maple Sirup van de familie Funk produceert. Maar een pitstop bij McLean, in het Dixie Truckers Home, is nog kostelijker. Dit in de jaren 1960 heropgebouwde benzinestation annex wegrestaurant straalt weinig bijzonders uit, maar het spektakelgehalte van het parkeerterrein ligt hoog. De ene truck pronkt er naast de andere met kleurrijke, gechromeerde of met liefde versierde aanhangwagens. De chauffeurs zitten in de diner room van Dixie. Ze hebben de autosnelweg verlaten om hier een korte break in te lassen. Dixie Truckers Home werd opgericht in1928 en het cliënteel bestaat voornamelijk uit vrachtwagenchauffeurs - een uitzonderlijk gegeven aangezien er op The Mother Road nog maar weinig trucks rijden. Maar Dixie is dan ook héél goed uitgerust voor een verzorgde truckers-pauze: een restaurant en een zelfbedieningszaak met gereedschap, olie, stickers en decoratieve voorwerpen die van een uitzonderlijk slechte smaak getuigen.

Verder staan er telefooncellen, gokapparaten, elektronische spelletjes, douches, een garage en een slaapplaats ter beschikking. Ook aan de toeristen werd gedacht. Ze kunnen er de Hall Of Fame van The Mother Road bezoeken: een lange gang boordevol herinneringen aan vervlogen tijden en oude foto’s van de legendarische baan. De weg leidt langs het gehucht Lincoln, zo genoemd ter nagedachtenis van de zestiende president van de VS en, samen met Al Capone en The Untouchables, ongetwijfeld de belangrijkste historische figuur van Illinois. Maar op zich valt er niet veel te beleven. Het graf en het huis waar 'Abe’ Lincoln woonde vóór zijn verkiezing tot president bevinden zich in Springfield. Het betreft eigenlijk een stadje met meerdere 19de-eeuwse huizen waarin het Visitors Center een geleid (en gratis) bezoek organiseert. De gids vertelt enkele grappige details over het leven van de bekende babaarde man met de hoge hoed. Maar de veronderstelde thuishaven van de familie Simpson telt nog andere 'historische’ gebouwen, waaronder het wel heel megalomane Capitol. Je ziet zijn koepel al van ver op de autosnelweg. Springfield - en dus niet Chicago - vervult al sinds 1837 de rol van hoofdstad van de staat, waarschijnlijk om de talrijke grondeigenaars uit de omgeving van de Corn Belt tevreden te stellen. De stad mag dan al een architecturaal getinte wandeling waard zijn, qua sfeer kan ze niet op tegen Chicago: na zes uur 's avonds liggen de straten er verlaten bij en enkel de locals weten waarnaartoe om de tijd en de verveling te doden. Mitchell is het eindpunt van de R66 op het grondgebied van Illinois. The Chain of Rocks Bridge, een fotogeniek plekje uit de succesperiode van The Mother Road, is een metalen brug die in haar bouwjaar 1929 beschouwd werd als een waar meesterwerk. Vandaag is ze niet meer dan een vergeten, nutteloos en voor het verkeer gesloten bouwwerk aan de oevers van de Mississippi.

2. MISSOURI : Het land van de Bible Belt: het ultrapuriteinse Amerika

De Route 66 legt vierhonderdtachtig kilometer door het hart van Ozark Country af, in het zuiden van Missouri: een uitgestrekt heuvelplateau waar de Interstate 55 plaats ruimt voor de I-44, die ook hier The Mother Road trouw volgt en haar hier en daar opslokt. Missouri is een van de staten die de "Bible Belt", de uiterst protestante staten in het zuiden van de VS, vormt. Ze tooit haar kudde gelovigen in een puriteins keurslijf, hetgeen in de VS over het algemeen samengaat met hypocrisie, racisme en een afkeur voor alles wat niet conform de regeltjes is. De talrijke plekjes die we hier aandoen passen volledig in het plaatje van het Amerika van "Easy Rider", maar we worden wél vrij hartelijk ontvangen. Het verval van de R66 bracht een economische malaise met zich mee en de meeste plekjes hebben iets nostalgisch, verouderds, bijna armoedigs. Een heel ander gezicht van dit mythische parcours...

De 180.468km2 van Missouri tekenen zich op een kaart af als een rechthoek en worden grotendeels omlijnd door natuurlijke grenzen, een vrij uniek gegeven in de VS. De Route 66 betreedt Missouri via Saint-Louis, dat ondanks zijn omvang en aantal inwoners niet de hoofdstad is. In het centrum van Saint-Louis wordt meer gewerkt dan geleefd. Tijdens het weekend ligt downtown er voor elf uur 's ochtends verlaten bij. In de late voormiddag sijpelen de eerste wandelaars binnen in Union Station, een voormalig station dat omgebouwd werd tot winkelcentrum en in het Gateway Arch Park met zijn ellipsvormige, symbolische metalen constructie die hoger is dan de obelisk van Washington en het Vrijheidsbeeld. In de cabines van de Arch geniet je van een panoramisch maar weinig fotogeniek uitzicht op het stadscentrum, de rivier en de omgeving. De eerste echt toeristische stopplaats bevindt zich in Stanton. De Meramec Caverns en hun tweeënveertig kilometer lange galerijen hebben, naar verluidt, dienst gedaan als schuilplaats voor Jesse James. Om, zoals de folder het bescheiden verwoordt, "de meest geliefde grotten der Amerikanen sinds 1935” te bezoeken, moet je de R66 over ongeveer vijf miles verlaten. Missouri telt talrijke grotten en aangezien deze zo goed gelegen zijn, nabij The Mother Road, waren ze gedurende lange tijd een populaire bestemming voor familie-uitstapjes. Met het verval van de route, raakten ze ietwat in de vergeethoek. Maar dankzij grote reclamepanelen langs de naburige autosnelweg, de oprichting van een motel, een camping en een uitvalsbasis voor kano- en kajakvaarten, trekken de Meramec Caverns opnieuw bezoekers aan. De souvenirwinkel is daarentegen amper geëvolueerd sinds de glorieperiode van de route. Dat geldt overigens voor alle musea in de omgeving - ze zijn kitscherig en oubollig. Zo ook het Jesse James Museum, volledig gewijd aan de plaatselijke historische ster, en het Antique Toy Museum, een onvoorstelbaar rommelige collectie van drieduizend stuks speelgoed die tijdens de afgelopen vijfendertig jaar verzameld werden en volgens de eigenaar ervan afkomstig zijn uit alle hoeken van de wereld. Opnieuw op de hoofdbaan, rijden we voorbij Sullivan en zijn Shamrock Motel en, verderop, Bourbon (een handvol weinig typische huizen). Het landschap bestaat zo ver het oog reikt uit weides afgewisseld met bossen. Kerken, autowrakken en -verkopers zijn er bijna even talrijk als woningen. Tot in Rolla merken we voornamelijk hoeves op - niet opvallend groot of chic. In tegenstelling tot Texas is de grond van de boeren en veehandelaars van Missouri niet rijk aan petroleum. Maar laat je niet misleiden door die eerste indruk, want schijn bedriegt in de Grote Prairie van de Heer...

Reclame is verboden langs de Route 66, maar het traject Cuba-Rolla ligt op amper vier meer van de Interstate 44, waardoor je recht hebt op enorme panelen die de motels en hotels in de volgende steden en dorpen van Ozark Country aankondigen. Zo ook in Rolla en Springfield, het hoofdkwartier van de evangelisten en tevens het epicentrum van de Bible Belt. Van in Halltown rijden we, te midden van weilanden met kuddes koeien, over een wel héél oud gedeelte van de Route 66. Zowat overal verrijzen verlaten boederijen en kleine firma’s met een vooroorlogse aanblik. Het bordje 'closed’ hangt ongetwijfeld al enkele jaren aan de deur. Albatros, Phelps, Rescue, Shadyside Camp, Plew en Log City zijn allemaal zo goed als onbewoond en transformeren zich beetje bij beetje in spooksteden. Van op de autosnelweg leidt geen enkele afrit ernaartoe en de garagisten, hoteleigenaars, restauranthouders en andere zelfstandigen hebben hun zaak stuk voor stuk moeten opdoeken. Voor nostalgische roaders is dit het meest authentieke gedeelte van The Mother Road. Een dompelbad in de sfeer van "Easy Rider"...

In Carthage verandert het uitzicht, al blijft het even verbazingwekkend. In deze na de Secessieoorlog heropgebouwde stad woonden destijds meer miljonairs dan elders in de Verenigde Staten. Vandaag zijn de ertsen in de tin- en loodmijnen, de bron van dit fortuin, uitgeput. Maar Carthage gaat er prat op als enige in de VS over een architecturaal patrimonium te beschikken dat meer dan anderhalve eeuw oud is - een heuse antiquiteit ginds! Het stadhuis van Carthage diende als inspiratiebron voor dat uit de film "Back to the Future". Maar de belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich op enkele miles van het stadscentrum: Precious Moments van Sam Butcher. Het is een religieus pretpark waar Europeanen, ook als ze katholiek zijn, hartelijk om lachen. Sam Butcher ward geboren in Jackson, Michigan in 1939. Hij stamt af van een arme familie met vijf kinderen. Al op jonge leeftijd ontdekte hij zijn artistieke talent en liet hij zich beïnvloeden door de bijbelpassages die zijn grootmoeder hem voorlas om die creativiteit te uiten. Als kind illustreerde hij deze bijbels taferelen, totdat God in hoogsteigen persoon de te volgen weg aantoonde en vroeg om zijn kunst ten dienste van de godsdienst te stellen. Dat is althans de versie van de folder die je bij de ingang van het park, samen met je toegangsticket van $10 (het dubbele in de zomer), krijgt. Vanaf dat ogenblik wijdt Sam zich volledig aan zijn bekeringsmissie en stort zich op zijn meesterwerk, een mollig engeltje dat wat doet denken aan de afbeeldingen op communicantenprentjes uit de jaren 1950 en 1960. Maar om dat kunstwerk te mogen aanschouwen, moet je betalen, waardoor we, kritisch als we zijn, durven twijfelen aan de nobele doelen van deze 'weldoener’. "Precious Moments" is een spiritueel pretpark, waar je niet als bezoeker benaderd wordt, maar als pelgrim. Butcher ging de mosterd halen bij Disney en liet niets aan het toeval over: souvenirwinkels, restaurants en cafés horen erbij. In de toiletten weerklinkt een new age deuntje dat nu en dan onderbroken wordt door een zeemzoete stem die je eraan herinnert dat de cd’s van de "Precious Moments Collection" te koop zijn. De Sixtijnse Kapel is de hoofdattractie van het park. De kunstenaar heeft ze volledig herwerkt en beschilderde de muren met fresco’s van de fameuze engeltjes. Die figuren komen overigens steeds terug: als standbeelden langs de paden van het park, te midden van een fontein en op de winkelrekken (op tassen, kussens en lepels of onder de vorm van poppetjes enzovoort). Jaarlijks bezoeken zo’n zevenhonderdduizend mensen dit pretpark. Met zijn zeventig permanente werknemers en tweehonderddertig tijdelijke krachten is Precious Moments een van de grootste werkgevers van de streek. In Carthage twijfelt men dan ook niet aan de lovenswaardige bedoelingen van Sam Butcher...



Laatst aangepast op dinsdag, 06 april 2010 18:12