Naam:
Email:
Artikels


Uitstapje in Frankrijk, Auvergne
PDF Afdrukken E-mailadres

Marcolès, een charmant dorp in het hartje van Châtaigneraie

Dit middeleeuwse stadje, oorspronkelijk een klooster dat afhing van de abdij van Aurillac, werd in de jaren ’80 prachtig gerestaureerd. Men respecteerde de verhoudingen en behield de stijl van de originele materialen, zodat het authentieke karakter bewaard is gebleven. Net zoals in Salers is het een wonder dat er hier op het platteland zo’n mooie architectuur aanwezig is. Het dorp telt immers maar 300 inwoners. Het oudste geschrift over het dorp, dat oorspronkelijk 'Pagus Marculiscus' heette, dateert uit de 10e eeuw. Begin 13e eeuw lieten de prior en de leenheer de eerste vestigingen bouwen, alsook een donjon, waar nu het Maison de la Tour staat. De 15e-eeuwse omwallingen bepaalden mee het cirkelvormige dorpsplan. Uit die tijd dateren ook de 'hoge poort' en de 'lage poort' met wapenschild, kruisvormige schietgaten en een valpoort. Het crèmekleurige graniet en de leistenen zorgen voor een harmonieus geheel. In het centrum van het dorp werd de grote kerk in de 15e eeuw heropgebouwd in gotische stijl, maar sindsdien kende het gebouw meerdere restauraties. De rijke parochieleden van toen lieten acht zijkapellen bouwen zodat ze elk hun eigen plaats en graftombe hadden. Hier vind je prachtige renaissancewoningen met booggewelven, ramen met vensterkruisen en overwelfde kelders.

De 16e eeuw was immers het gouden tijdperk voor Marcolès. Doordat het op een doorgangsweg gelegen was, werd de stad een belangrijke en drukke handelsplaats met wel 2000 inwoners. Winkels, herbergen, kruideniers, stoffenhandelaars, slagers en bakkers vestigden zich in de pittoreske straatjes van het dorp, net als smederijen, kleermakers en klompenmakers. Het hoogtepunt van het drukke leven in Marcolès waren de markten. Pas in de 20e eeuw kende het dorp door de trek naar de stad een terugval, maar dit werd snel weer goedgemaakt door het toenemende toerisme. Vandaag organiseert men hier regelmatig culturele en sportieve activiteiten. Kunstenaars worden zelfs aangemoedigd om zich met hun atelier in de stad te vestigen. Via Aurillac, een handelsstad en de hoofdstad van de Cantal, loopt ons traject omhoog naar Le Lioran. Dit is de belangrijkste wintersportplaats in de Cantal; ze wordt omringd door enkele van de hoogste bergtoppen: Plomb du Cantal (1858 m), Puy Griou (1694 m) en Puy Mary (1787 m). Wat verder ligt Murat, een gezellig dorpje in de vallei van Alagnon, vlak bij drie hoge vulkanische bergtoppen: Bonnevie, Bredons en Chastel. In de 14e eeuw moet het gezellig druk geweest zijn in Murat: het dorp leefde van de vele markten en beurzen, de handel bloeide. Het dorp wordt meermaals versterkt, tot het in de 17e eeuw op het toppunt van zijn roem zit. De belangrijkste architecturale monumenten dateren dan ook uit die tijd. De dienst voor toerisme beschikt over een gedetailleerd stadsplan met een uitgestippelde route langs alle bezienswaardige gebouwen. La Maison Consulaire, in de Rue du Faubourg Notre-Dame, is een van de mooiste woningen van de stad. De gevel dateert uit de 15e eeuw. De ramen zijn voorzien van zuilen die bovenaan ronder worden en opgaan in drie accoladebogen. Let op de benedenverdieping op het portaal met gevlochten zuilen, wat je wel vaker ziet in Murat, net als de wapenschilden, medaillons en prachtige houten deuren trouwens. Andere niet te missen cultuurstukjes zijn het Maison Renaissance, op nr. 28 in de Rue du Bon Secours, het Maison des Templiers, op nr. 1 in de Rue Vialboudou, en L’Ancien Bailliage (16e eeuw) op de Place Gandilhon-Gens-d’Armes, tegenover de kerk Notre-Dame-des-Oliviers. Deze gotische kerk uit de 13e-14e eeuw valt vooral op door zijn vreemde klokkentoren. Ten slotte is er nog het Maison de la Faune, een voornaam herenhuis uit de 16e eeuw, dat een opmerkelijke verzameling dieren tentoonstelt. Ook de geschilderde plafonds en het binnenhoutwerk zijn schitterend.

Saint-Flour, een stad met karakter

Saint-Flour bevindt zich op de top van een berg uit basalt. Op het eerste gezicht ziet deze stad er somber uit – zeker bij bewolkt weer – door de zwarte lavastenen waarin de huizen zijn opgetrokken. Dit gesteente is erg hard en dus moeilijk te bewerken: niet evident dus om woningen te voorzien van ornamenten en sculpturen. Vanaf de 5e eeuw speelde Saint-Flour al een belangrijke rol in de religieuze geschiedenis van de Haute-Auvergne. Later, vanaf 1317, werd de stad de zetel van een machtig bisdom. Rond de Place d’Armes, het kloppende hart van de stad, bevinden zich alle belangrijke musea en monumenten. Hier komen alle straten samen. In het Maison Consulaire bevinden zich het Musée d’Art en het Musée d’Histoire Alfred Drouët. Met een prachtige gevel in renaissancestijl (16e eeuw) overkoepelt dit gebouw in feite 3 oude woningen uit de 13e, 14e en 15e eeuw. Er is ook een binnenplaats met een waterput en een 15e-eeuwse trappentoren. De kunstvoorwerpen en het meubilair in het museum zijn van de historicus A. Drouët, die het huis in 1918 kocht. Achter het museum heeft men een prachtig zicht op het lager gelegen deel van de stad. De imposante maar sobere Saint-Pierrekathedraal (14-15e eeuw) lijkt eerder op een fort dan op een gotische kerk. Sommige delen van de toren deden trouwens dienst als gevangenis - de bisschoppen genoten het voorrecht over gerechtigheid te oordelen. Naast de kerk staat het oude Bisschoppelijk Paleis uit de 17e eeuw, waar nu het Musée de la Haute-Auvergne is ondergebracht dat religieuze kunst, archeologie en folklore uit de Auvergne tentoonstelt. Achter de kathedraal heb je vanaf de Place Jean-de-Brisson een mooie kijk op de stad en op de Pont-Vieux over de Ander. Lange tijd was dit de enige brug over het water.

De plaats is ook gekend om de 'recluserie' of ‘kluizenarij’, een huisje waar kluizenaars zich vrijwillig lieten opsluiten om de stad met hun gebeden te beschermen. En dan zijn er nog de gezellige straatjes die samenkomen op de Place d’Armes, waar je kan slenteren langs de typische renaissancegevels van Saint-Flour. Tijdens de wandeling zal je misschien vreemd opkijken van een paar bizarre anachronismen. Elke zomer organiseert de stad 'Le Chemin d’Art', een wandeling door het centrum waar Franse en buitenlandse kunstenaars hun werken mogen tentoonstellen. Sommige creaties blijven permanent in de stad, zodat de oude donkere basaltstenen hier en daar worden opgefleurd met wat kleur en fantasie. Onze laatste etappe brengt ons terug naar Puy-de-Dôme, waar we 2 stadjes zullen aandoen. We beginnen bij Usson, dat ook al werd uitgeroepen werd tot één van de mooiste dorpen van Frankrijk, en hoog op een vulkanische bergtop ligt. Hier stond in de middeleeuwen een enorm fort. Helaas blijft er niet meer over dan een herinnering aan La Reine Margot, Margaretha van Valois, vrouw van Hendrik IV, die hier 20 jaar lang zat opgesloten. Dit dorpje telt veel mooi gerestaureerde huisjes met prachtige gevels en heeft een romaanse kerk met een klokkentoren en een gewelfd portaal. Ook hier kan je de fameuze ‘orgelpijpen’ in vulkaansteen zien. Met haar okergele huizen en gaanderijen straalt de stad Issoire een zuidelijke charme uit. Het is de moeite om hier even te stoppen, al was het maar voor de romaanse kerk, die misschien wel de mooiste van de Auvergne is. Deze abdijkerk, de abbatiale Saint-Austremoine, werd gesticht door benedictijnse monniken in de 12e eeuw.

De perfecte verhoudingen, de zuivere lijnen en de rijke maar eenvoudige versiering maken van deze kerk een harmonieus geheel. Het chevet in drie niveaus met mozaïeken uit lokale steen en de bas-reliëf die de dierenriem moeten voorstellen, behoren tot de mooiste voorbeelden van romaanse kunst uit de streek. Binnen is het schip van de kerk met 2 verdiepingen en 7 traveeën perfect in proportie. Het is alleen spijtig dat de kerk in de 19e eeuw helemaal in felle kleuren werd geschilderd, waardoor de soberheid van de vormen niet goed uitkomt. De eenvoudige maar mooie crypte heeft statige zuilen die de gewelven ondersteunen, en werd gelukkig gespaard van al te felle kleuren. Wanneer je de kerk verlaat, zie je op je linkerkant een fresco uit de 15e eeuw dat het Laatste Oordeel voorstelt, met alle horrorbeelden van dien… Wie goed kijkt, kan ook een paar satirische details ontdekken. Een prachtige plaats om een reis langs de mooiste dorpjes van de Auvergne te beëindigen…



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 14:23