Naam:
Email:
SPANJE: De Costa Brava, van zee tot in de bergen
PDF Afdrukken E-mailadres

Baix Emporda

La Bisbal d’Emporda, aan de oever van de Daro, is het centrum van de regio Baix Emporda. Op de rechteroever, verstopt achter de gevels van het moderne stadsdeel, bevindt zich het oude middeleeuwse centrum met een doolhof van steegjes, de voormalige joodse wijk (Call jueu). In dit historische hart vind je ook het Bisschoppelijk Paleis (11-12e eeuw), aan de Plaza Major. Het is een excellent voorbeeld van de burgerlijke romaanse kunst in Catalonië. Vlakbij staan ook twee mooie barokkerken die boven de steegjes uittorenen en enkele art nouveau-gebouwen uit een periode waarin hier veel culturele en commerciële bedrijvigheid heerste. Vandaag roept vooral de wekelijkse vrijdagmarkt in de straten van de oude stad die levendige sfeer weer op. De patisserieën verkopen een lokale specialiteit: de bisbalenc, gebak van bladerdeeg met pijnboompitten en marsepein. In Bisbal zijn er ook tal van antiekwinkeltjes, maar de stad staat in de eerste plaats bekend als het Catalaanse centrum van het aardewerk. De kwaliteit van de rode klei en de eeuwenoude ambachtelijke traditie genieten nog steeds een goede reputatie, en dat heeft veel pottenbakkers en keramisten naar de stad gelokt. Het aardewerkmuseum staat volledig in het teken van dit ambacht. Het bevindt zich in een voormalige fabriek en stelt bijzondere collecties tentoon van plaatselijk vervaardigde stukken of werken van keramisten uit de regio. Dit deel van de Costa Brava, dichtbij Girona, telt een heleboel leuke badplaatsjes, waarvan er een paar nog de sfeer wisten te bewaren van de vroegere vissershaven die ze waren. Op de rotsachtige kust is er immers weinig bebouwing. Ideaal om van deze charmante plekjes te genieten is het einde van de zomer, wanneer de rust is teruggekeerd. Dat doe je bijvoorbeeld in Tamariu, in de kreken van Sa Tuna en Sa Riera (Begur), of nog in La Fosca (Palamos).

Calella de Palafrugell is een van de meest pittoreske stranden van de Costa Brava. Je vind er ook ‘Port-Bo’ en ‘Port d’En Calau’, haventjes die eigenlijk niet meer zijn dan een paar bootjes op het zand. Doordat de rotsen natuurlijke pieren vormen, zijn er weinig golven, wat deze door rotskliffen omgeven baai nog mooier maakt. Het plaatje wordt helemaal compleet door twee zuilengalerijen die langs de kust lopen. De vissers gebruikten die vroeger als schuilplaats tegen wind, zon en regen om hun visnetten te herstellen. Gegrilde vis kan je trouwens beter komen proeven buiten het seizoen: deze plek is gekend en wordt fel gesmaakt, en toeristen bestormen ze dan ook massaal tijdens de zomer. Vooral tijdens het Festival van Havanares is het er erg druk. Dan zijn er muziek- en dansvoorstellingen, folklore die de zeelui in de 17de en 18de eeuw meebrachten uit Latijns-Amerika. Vanuit de botanische tuin op de Cap Roig heb je een uitstekend uitzicht op de grillige kustlijn en de Formigues-eilanden. In Platja d’Aro ligt een mooie kreek (Sa Cova), achter de rotspunt waar ook het charmante hotel Costa Brava ligt. Dit hotel is het enige dat zich – 50 jaar geleden – op deze geprivilegieerde locatie kon vestigen. Er loopt een wandelpad langs de zee. Platja d’Aro is verder vooral vermaard om zijn carnaval, het prijkt zelfs op de wereldranglijst van carnavalssteden. Meer naar het zuiden toe is er S’Agaro met zijn kleurrijke strandcabinetjes. Nadat een industrieel uit Girona het in 1920 ontdekte, wist het zijn status van chique woongebied te behouden. De industrieel kocht er een grote lap grond en liet er een prachtige villa bouwen. Nadien volgden er meer, samen met een paar luxehotels, die kunstenaars, politici en andere leden van de jetset aantrokken. De burgeroorlog zette een punt achter deze mondaine evolutie, hoewel er vandaag nog heel wat van overblijft: art nouveau villa’s en het Gavina, een prestigieus vijfsterrenhotel. Na de oorlog kwamen er steeds meer buitenverblijven, en kreeg S’Agaro opnieuw succes. In de jaren 1960 was dit hét glamouroord aan de Catalaanse kust: je kon er Elisabeth Taylor, Kirk Douglas en andere internationale sterren uit de showbizz tegen het lijf lopen. Dat is nu voorgoed voorbij, maar een wandelingetje over het landgoed en een discreet bezoekje aan hotel La Gavina roepen wel de pracht en praal van weleer op. Een andere leuke wandeling is de Cami de Ronda. De Generalitat van Catalonië riep deze kustweg, net als de oorspronkelijke residentiële wijk, in 1995 uit tot ‘Cultureel erfgoed van nationaal belang’. Sant Feliu de Guíxols heeft zich ontwikkeld rond een mooi benedictijnenklooster in romaanse stijl, dat geflankeerd wordt door twee torens. De oprichting dateert al uit de 10e eeuw, en het was een van de machtigste uit de streek. Zowel de plaats als de haven kenden een florissante groei. Je vindt er ook weer enkele uitstekende voorbeelden van art nouveau en koloniale stijl (les Cases d’Indianos).

Aan dit deel van de kust liggen nog twee overbekende badplaatsen: Tossa de Mar en Lloret de Mar. Tossa de Mar heeft alle hoogbouw aan de strandzijde geweerd, om het beeld van het oude dorp met de middeleeuwse muur met uitkijktorens te bewaren. Het oude deel werd volledig gerestaureerd. Het is een prachtig zicht, bovenop de vooruitstekende rots in de zee – echt postkaartmateriaal! In Lloret de Mar, een beetje zuidelijker, draait alles om het toerisme. De boulevard naar de zeepromenade wordt volledig door cafés, restaurants en discotheken in beslag genomen. Toch zijn er een paar leuke plekjes: de fraaie botanische tuin van Santa Clotilde of de Hermitage Santa Cristina, waar je een magnifiek uitzicht hebt op de ruwe kustlijn met pijnbomen, olijfbomen en palmen. Een mooi tochtje, te voet of met een mountainbike, voert naar het hoger gelegen deel met Sant Pere del Bosc, een oud armengesticht. Het wordt nu door de familie gerestaureerd die er een uniek restaurant zal openen, dat enkel in het hoogseizoen open zal zijn.



Laatst aangepast op zondag, 04 april 2010 09:48