Afdrukken
Tweet

SPANJE: De Costa Brava, van zee tot in de bergen

Van de zee tot in de bergen: uitstapjes vanuit Girona

De Costa Brava, met haar overvolle stranden in de zomermaanden en haar enorme hotelaanbod, kennen we goed. Het achterland en de bergachtige streken zijn ons veel minder vertrouwd. Zij bezorgen Catalonië haar reputatie van charmante streek vol aangename verrassingen. In het laagseizoen vind je ook aan de kust allerlei kleine badplaatsen zonder hordes zomertoeristen. Die vormen de ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan pittoreske dorpjes waar je de plaatselijke gastronomische specialiteiten kan ontdekken. Wie verlegen zit om ideeën voor een volgende reis vindt hier een dubbele reisroute, één in de bergen, één aan zee. De stopplaatsen bieden immers voor elk wat wils. Het eerste deel: een parcours langs de zee, vertrekkend van Girona of de Costa Brava, met als uiterste grens de AP-7 autosnelweg. Afspraak in ons decembernummer voor het tweede deel, aan de bergkant, in de Catalaanse Pyreneeën.

De Costa Brava, al honderd jaar

Ze bestond uiteraard al langer, maar toen de Catalaanse dichter Ferran Agullo honderd jaar geleden met vuur de ‘Costa Brava’ bezong, was dat meteen het startschot van de groeiende reputatie van de ‘wilde kust’ rond Gerona. De naam was tegelijk verleidelijk en veelbelovend, en zou al gauw toeristen aantrekken. Het eerste decennium van de 20e eeuw was het nog stilletjes rond de Costa Brava, maar stilaan drong het aan de andere kant van de grens door dat deze kust, door Agullo omschreven als een echt pareltje, wel erg mooi was. Aanvankelijk kwamen vooral intellectuelen, schrijvers en kunstenaars afgezakt, die aangetrokken werden door de rust en inspiratie vonden in de betoverende omgeving. Zij zorgden ervoor dat de Costa Brava nog bekender werd. In hun spoor volgden de gegoede klassen, die er prachtige huizen optrokken. Toen na de oorlog het betaalde verlof algemeen ingevoerd werd, kwam er prompt een einde aan die gouden tijden. Op zoek naar zon en strand, kwamen de vakantiegangers massaal toegestroomd. Om aan de vraag te beantwoorden, deed men een beetje van alles wat. Maar te snel. De plaatselijke economie kreeg een stevige boost door al die buitenlandse deviezen, grond werd verkocht, flats opgetrokken, hotels neergeplant, zonder echt oog te hebben voor het milieu en het mooie landschap. Niet alleen qua landschap trouwens, ook op sociaal en cultureel vlak onderging de streek een heleboel veranderingen. Leefde men hier vroeger vooral van de visvangst en de landbouw, dan werd voortaan alles ingepalmd door immobiliën, horeca en diensten, met alle gevolgen van dien voor de inwoners. Vandaag is de streek zich maar al te bewust van de fouten uit het verleden. Met het besef dat het massatoerisme meer kwaad dan goed doet, wil men meer mikken op kwaliteit en de troeven naar voor schuiven die de kunstenaars vroeger - en vandaag nog altijd - naar hier lokten. Intussen vormde ook de Catalaanse identiteit zich, en dus zijn het vandaag de bezienswaardigheden van Catalonië - vaak vergeleken met Toscane - die in de verf gezet worden. Terecht: de Costa Brava en het hinterland tellen talrijke erfgoedschatten die nog te vaak onbekend zijn. Gastvrijheid is er een tweede natuur, die professioneel beoefend wordt. Naast de opmerkelijke gastronomie en de uitstekende streekproducten, maken de ambachtskunsten en de schoonheid van het landschap deze streek tot een zeer mooie en charmante plek waar de levenskunst met verve beoefend wordt. Meer dus dan een clichébeeld, is dit een streek vol karakter - een karakter dat men vandaag maar wat graag naar voor schuift.


Girona

Gerunda, zoals de stad in het Latijn heet, was al in de Romeinse tijd een welvarend centrum. Het had een strategische positie op de Via Augusta, die Rome met Spanje verbond. Tegenwoordig is Girona de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De bloeiende handel, de universiteit en het toerisme zorgen voor een levendige sfeer. Het historische centrum van de stad is gelegen op de helling van een heuvel langs de oever van de Onyar. Het is een parel qua architectuur die zijn middeleeuwse charme en uitstraling perfect heeft bewaard.

Barri Vell, de oude stad

Ons bezoek begint bij de Sant Feliu (Sint-Felix): van daar uit wandelen we langs de belangrijkste gebouwen. In Sant Feliu zijn momenteel restauratiewerken aan de gang. Het 14e-eeuwse, gotische gebouw met zijn hoge klokkentoren werd gebouwd in een oude necropolis. Dat merk je nog aan de Romeinse sarcofagen die in de muur van het koor zichtbaar zijn. Aan de achterkant van de kerk vinden we de Banys Arabs of Arabische baden. Een Catalaanse edelman bouwde ze in de 12e eeuw, lang na het vertrek van de moslims. De knap gerestaureerde baden zijn toegankelijk voor bezoekers, en soms zijn er ook tentoonstellingen. Bij de ingang van de baden vertrekt een trap naar de achterkant van de indrukwekkende kathedraal, en naar de Passeig Arqueologic en de Passeig de la Muralla, de wandelroutes onder en op de middeleeuwse stadswallen. Keren we even terug, onder de poort in de muur door, dan komen we uit bij het begin van de 96 treden van de kathedraal. Deze werd in verschillende fasen gebouwd tussen de 11e en 18e eeuw. Achter de barokke façade uit 1733 gaan dan ook verschillende bouwstijlen schuil. Bijna even indrukwekkend is het enorme schip, dat enkel in de Sint-Pieterskerk in Rome zijn meerdere moet erkennen. Tegen betaling kan je het bezoeken: dan zie je meteen ook het grootste gotische schip ter wereld. Binnenin kan je heel wat kunstwerken bewonderen. Vooral het zilveren baldakijn van het hoofdaltaar, het retabel van verguld zilver en email en de stenen troon van Karel de Grote achter het altaar zijn de moeite waard. Mis verder het kapittelmuseum niet met het Tapijt van de Schepping uit de 12e eeuw en een Beatus, een geïllustreerd manuscript over de Apocalyps uit de 10e eeuw. Om af te sluiten neem je nog een kijkje in de Lombardische klokkentoren en het Lombardische klooster, met zijn Toren van Karel de Grote uit de 12e eeuw. Beide gebouwen zijn in romaanse stijl. Naast de kathedraal ligt het Museu d’Art in het oude bisschoppelijke paleis, met een collectie van prachtige voorwerpen, van de Romeinse tijd tot nu. We vinden er onder andere het Homilieboek van Beda, een verlicht manuscript uit de 11e eeuw, schitterende gotische retabels en een merkwaardig draagbaar altaar, afkomstig uit de Sant Pere de Rodes. Onderaan de trappen van de kathedraal begint de Carrer de la Força. Die loopt door de joodse wijk, de Call. In de late middeleeuwen vestigden talrijke joodse gemeenschappen zich in Catalonië, vooral in Girona, Besalú en Barcelona. Ze vielen onder het gezag van de koning, niet onder die van de plaatselijke machthebbers. Zo genoten ze bepaalde privileges die al snel de jaloezie van hun stadsgenoten opwekten.

Na talloze aanvallen isoleerden de joden zich in Girona achter gesloten deuren. De Spanjaarden verjaagden hen in 1492, net zoals dat ook in de rest van het land gebeurde. Er mag dan geen synagoge meer zijn, de joodse wijk is er nog steeds. Een interessant museum in de Carrer de la Força vertelt het verhaal van de joodse gemeenschap door de eeuwen heen. De Carrer de la Força geeft uit op de Plaça de l’Oli, de winkelstraat Rambla de la Libertat en de Sant Agusti-brug. Deze voetgangersbrug over de Onyar biedt een mooi uitzicht over de gekleurde gevels van het historische centrum, die hier in de plaats van de oude wallen kwamen. Ze brengt de bezoekers naar de Plaça Sant Agusti, ook bekend als de Plaça de la Independencia. Die vormt de toegang tot het moderne Girona, gebouwd vanaf de 19e eeuw. De Rambla, alleen toegankelijk voor voetgangers, is het commerciële kloppende hart van de Barri Vell. Zoals alle rambla’s in Catolonië is ook dit dé plek om te gaan flaneren, met allemaal terrasjes, patisserieën en winkeltjes. De gewelfde gaanderijen van vroeger langs de rambla zijn nog grotendeels bewaard, maar je ziet er ook de architecturale stromingen die er in de loop der tijden opdoken, waaronder een paar mooie modernistische huizen. Onmiddellijk na het gebouw waar de toeristische dienst zit, geeft de ‘stenen brug’ Pont de Pedra uit op de Carrer Nou (Nieuwstraat), nog een voetgangerswinkelstraat, die je naar de nieuwe stad leidt. In de Barri Vell geeft de brug uit op de Plaça del Vi, ook met gewelfde gaanderijen, waar het stadhuis (Ajuntament) zich in een prachtig gebouw bevindt. Volg de trappen en doorgangetjes van de Pujada Sant Domenec om uit te komen aan de kerk met dezelfde naam en de Sant-Martikerk. Ook de gebouwen van de universiteit vind je hier, ingesloten door de stadswal en enkele tuinen. Niet ver van de Sant Feliu-kerk ligt het oude Benedictijnenklooster van Sant Pere de Galligants, dat opvalt door zijn aparte stijl. Vanaf 1131 begon men aan dit interessante gebouw in Lombardische stijl. Vandaag blijven enkel nog een kleine kerk en het klooster over, waar het Archeologisch Museum gehuisvest is. Hier hangt echt poëzie in de lucht. Het uitzicht, aan de achterkant, op de wallen en op de kathedraal, is trouwens ideaal voor foto’s.

Meer info:

• Museu d’Historia dels Jueus, 8 Carrer de la Força. www.ajuntament.gi/call. Open van 10 tot 18u (zon- en feestdagen: van 10 tot 15u).

• Museu d’Art: Palau episcopal, 12 Pujada de la Catedral. www.museuart.com Open van 10 tot 18u (zon- en feestdagen: van 10 tot 14u). Maandag gesloten.

• Museu de la catedral. Plaça de la Catedral. www.lacatedraldegirona.com

• Museu d’Arqueologica de Catalunya. Plaça Sta Llucia. www.mac.cat Open van 10 tot 14 en van 16 tot 19u (zon- en feestdagen: van 10 tot 14u). Maandag gesloten. Goed om weten: een groepsticket geeft recht op 50% korting vanaf het eerste bezoek aan de andere stadsmusea (waaronder ook het Filmmuseum, op de andere oever). Te koop in de 5 musea en bij de dienst voor toerisme. Dienst voor Toerisme: Rambla de la Libertat 1, vlakbij de Pont de Pedra. Meer info www.costabrava.org


Gezellige badplaatsjes en een hinterland vol verrassingen

Alt Emporda: Cap de Creus en de baai van Roses

Het noorden van de Costa Brava en Alt Emporda is het meest ongerepte en ruige deel van de regio. De kust aan de Cap de Creus is zo grillig en de uitlopers van de Pyreneeën zijn er zo steil dat er geen plaats was om een weg aan te leggen tussen Port de la Selva en Cadaqués, die allebei diep in de inham liggen. Cadaqués is enkel te bereiken via een kilometerslange weg vol bochten. Voor de weg naar het dorp afdaalt, komt hij langs de 10 ha grote wijngaarden van Rafael Marti en Carme Faixo. Ze hebben er een bodega in de oude Mas Sa Perafita, waar je een merlot, een cabernet sauvignon en andere rode wijnen kan degusteren, afkomstig van hun wijngaarden op de rotsachtige grond. En voor de liefhebbers is er ook een aardig wit wijntje uit Cadaquès...

Het vissershaventje van weleer is nu in de zomer een drukke badplaats, maar het dorp heeft zijn charmes niet verloren. Een groot deel van zijn succes dankt Cadaquès aan de vele kunstenaars die er vroeger vertoefden. Vlakbij ligt namelijk ook Portlligat, waar Dalí zijn huis en atelier had (zie ‘de Dalí-driehoek’, p. 25). Maar Cadaquès is ook zonder de herinneringen aan Dalí erg bekoorlijk, met zijn witgekalkte huisjes en kleine kreken met keienstrandjes en vissersbootjes. Hoogbouw wordt hier geweerd, en dus wist men hier een zekere graad van authenticiteit te bewaren. Het benedictijnenklooster Sant Pere de Rodes op het schiereiland Cap de Creus bevindt zich op een werkelijk unieke locatie. Het ligt op een bergflank onder de ruïnes van het kasteel Sant Salvador de Verdera, dat vroeger voor de bescherming van het klooster instond. Het uitzicht op de baai van Llança en Port de la Selva is adembenemend. Aan het einde van de 10e eeuw werd het hier als een soort arendsnest op 520 meter hoogte gebouwd, waarschijnlijk op nog oudere, maar tot nu toe niet onderzochte fundamenten. Sommige teksten maken al gewag van het klooster in 878. Het groeide snel uit tot een pelgrimsoord en een van de grootste kloosters in de streek - zijn invloedssfeer reikte tot over de Pyreneeën. In 1793 werden de monniken het slachtoffer van plunderingen en moesten ze het complex verlaten. Langzaam verviel het klooster tot een ruïne, tot het in 1930 als Nationaal Monument werd geklasseerd en sindsdien stap voor stap gerestaureerd werd. De schatten van het klooster zijn dus niet meer te bewonderen, maar een bezoek is beslist de moeite waard. Je hebt toegang tot het klooster, de klokkentoren, de verdedigingstoren en de kerk, die als een van de mooiste voorbeelden van de romaanse architectuur in Catalonië beschouwd wordt. De aanpassingen aan de gebouwen illustreren dan weer de verschillende stijlperiodes door de eeuwen heen. Een deel van het klooster is nu in gebruik als studiecentrum en een kantoor van het natuurreservaat van Cap de Creus. (De mooiste weg naar het klooster loopt door het gebergte. De laatste kilometer leg je te voet af. Toegang: € 4,50. In het natuurgebied zelf zijn verschillende uitgestippelde wandelpaden, onder andere langs een romaanse kapel in de buurt, de ruïnes van San Salvador en het kloostercomplex.) Roses ligt midden in de gelijknamige baai. In de oudheid was het een belangrijke Griekse handelspost, die altijd indringers en rovers aantrok. Uit die periode getuigen nog overblijfselen zoals een citadel, waarin nu het plaatselijke geschiedkundige museum gevestigd is. Tussen deze badplaats en de jachthaven van l’Escala strekken zich maar liefst 20 km stranden uit langs het Parc Natural Aiguamolls de l’Emporda, een weids moerasgebied vol typische vogels, dat veel weg heeft van de Camargue (de hoofdingang is in Sant Pere Pescador). In de buurt kan je ook de Santa Maria-‘kathedraal’ (14e-15e eeuw) van Castello d’Empuries bezichtigen, hoofdstad van het graafschap tussen de 11e en de 14e eeuw. Castello d’Empuries was indertijd een welvarend handelscentrum. Het kon zich dus veroorloven een kerk van zulke afmetingen te bouwen, in de hoop de zetel van het bisdom te worden en op die manier de plaatselijke economie weer een injectie te geven. Maar er dook nooit een kerkvoogd op en van het rijke verleden bleef verder alleen de Llotja (handelsbeurs, 14e eeuw) bewaard, die nu onderdak biedt aan de dienst voor toerisme...

Een andere bezienswaardigheid in de baai zijn de ruïnes van Empuries, dicht bij L’Escala. Het is de belangrijkste archeologische site uit de oudheid aan de Catalaanse kust. Het uitgestrekte opgravingsterrein is prachtig gelegen, of je er nu met de wagen, te voet of vanaf de zeepromenade vanuit het dorpje Sant Marti d’Empuries naartoe trekt. Voor een bezoek voorzie je best minstens 2 uur. De oude Grieken bouwden de nederzetting vanaf de 7e eeuw voor Christus; aan het einde van de 3e eeuw voor Christus werd de handelspost uitgebreid met een Romeinse stad. Zes eeuwen lang werd hier geleefd en werden hier zaken gedaan, tot de steden Barcelona en Gerona begonnen te bloeien en de plaats stilaan in verval geraakte en volledig verlaten werd. Vanaf 1908 werd met opgravingen gestart, waarbij 2 zones werden blootgelegd: de Griekse stad (Neapolis), omzoomd door een cyclopische muur, en de Romeinse cité. Deze is wel groter, maar enkel de fundamenten zijn nog te zien. Van zodra je in het Griekse gedeelte langs de doorgang in de muur bent gelopen, sta je voor twee religieuze complexen gewijd aan Asklepios en Serapis. Daarachter ligt het commerciële hart, met de ‘tabernae’ (winkels) aan de agora (plein). Aan de noordwestzijde van het plein staat het ‘Huis met het mozaïek’, tegenover een necropool uit een latere periode, die een bezienswaardigheid op zich is. (De site is het hele jaar geopend, van 10 tot 18u vanaf oktober tot mei en tot 20u van juni tot eind september. Toegang: € 3, gratis voor kinderen onder de 16 en voor senioren. Geleide bezoeken en audiogidsen, archeologisch museum. Inlichtingen: www.mac.cat/cat/Seus/Empuries).


Baix Emporda

La Bisbal d’Emporda, aan de oever van de Daro, is het centrum van de regio Baix Emporda. Op de rechteroever, verstopt achter de gevels van het moderne stadsdeel, bevindt zich het oude middeleeuwse centrum met een doolhof van steegjes, de voormalige joodse wijk (Call jueu). In dit historische hart vind je ook het Bisschoppelijk Paleis (11-12e eeuw), aan de Plaza Major. Het is een excellent voorbeeld van de burgerlijke romaanse kunst in Catalonië. Vlakbij staan ook twee mooie barokkerken die boven de steegjes uittorenen en enkele art nouveau-gebouwen uit een periode waarin hier veel culturele en commerciële bedrijvigheid heerste. Vandaag roept vooral de wekelijkse vrijdagmarkt in de straten van de oude stad die levendige sfeer weer op. De patisserieën verkopen een lokale specialiteit: de bisbalenc, gebak van bladerdeeg met pijnboompitten en marsepein. In Bisbal zijn er ook tal van antiekwinkeltjes, maar de stad staat in de eerste plaats bekend als het Catalaanse centrum van het aardewerk. De kwaliteit van de rode klei en de eeuwenoude ambachtelijke traditie genieten nog steeds een goede reputatie, en dat heeft veel pottenbakkers en keramisten naar de stad gelokt. Het aardewerkmuseum staat volledig in het teken van dit ambacht. Het bevindt zich in een voormalige fabriek en stelt bijzondere collecties tentoon van plaatselijk vervaardigde stukken of werken van keramisten uit de regio. Dit deel van de Costa Brava, dichtbij Girona, telt een heleboel leuke badplaatsjes, waarvan er een paar nog de sfeer wisten te bewaren van de vroegere vissershaven die ze waren. Op de rotsachtige kust is er immers weinig bebouwing. Ideaal om van deze charmante plekjes te genieten is het einde van de zomer, wanneer de rust is teruggekeerd. Dat doe je bijvoorbeeld in Tamariu, in de kreken van Sa Tuna en Sa Riera (Begur), of nog in La Fosca (Palamos).

Calella de Palafrugell is een van de meest pittoreske stranden van de Costa Brava. Je vind er ook ‘Port-Bo’ en ‘Port d’En Calau’, haventjes die eigenlijk niet meer zijn dan een paar bootjes op het zand. Doordat de rotsen natuurlijke pieren vormen, zijn er weinig golven, wat deze door rotskliffen omgeven baai nog mooier maakt. Het plaatje wordt helemaal compleet door twee zuilengalerijen die langs de kust lopen. De vissers gebruikten die vroeger als schuilplaats tegen wind, zon en regen om hun visnetten te herstellen. Gegrilde vis kan je trouwens beter komen proeven buiten het seizoen: deze plek is gekend en wordt fel gesmaakt, en toeristen bestormen ze dan ook massaal tijdens de zomer. Vooral tijdens het Festival van Havanares is het er erg druk. Dan zijn er muziek- en dansvoorstellingen, folklore die de zeelui in de 17de en 18de eeuw meebrachten uit Latijns-Amerika. Vanuit de botanische tuin op de Cap Roig heb je een uitstekend uitzicht op de grillige kustlijn en de Formigues-eilanden. In Platja d’Aro ligt een mooie kreek (Sa Cova), achter de rotspunt waar ook het charmante hotel Costa Brava ligt. Dit hotel is het enige dat zich – 50 jaar geleden – op deze geprivilegieerde locatie kon vestigen. Er loopt een wandelpad langs de zee. Platja d’Aro is verder vooral vermaard om zijn carnaval, het prijkt zelfs op de wereldranglijst van carnavalssteden. Meer naar het zuiden toe is er S’Agaro met zijn kleurrijke strandcabinetjes. Nadat een industrieel uit Girona het in 1920 ontdekte, wist het zijn status van chique woongebied te behouden. De industrieel kocht er een grote lap grond en liet er een prachtige villa bouwen. Nadien volgden er meer, samen met een paar luxehotels, die kunstenaars, politici en andere leden van de jetset aantrokken. De burgeroorlog zette een punt achter deze mondaine evolutie, hoewel er vandaag nog heel wat van overblijft: art nouveau villa’s en het Gavina, een prestigieus vijfsterrenhotel. Na de oorlog kwamen er steeds meer buitenverblijven, en kreeg S’Agaro opnieuw succes. In de jaren 1960 was dit hét glamouroord aan de Catalaanse kust: je kon er Elisabeth Taylor, Kirk Douglas en andere internationale sterren uit de showbizz tegen het lijf lopen. Dat is nu voorgoed voorbij, maar een wandelingetje over het landgoed en een discreet bezoekje aan hotel La Gavina roepen wel de pracht en praal van weleer op. Een andere leuke wandeling is de Cami de Ronda. De Generalitat van Catalonië riep deze kustweg, net als de oorspronkelijke residentiële wijk, in 1995 uit tot ‘Cultureel erfgoed van nationaal belang’. Sant Feliu de Guíxols heeft zich ontwikkeld rond een mooi benedictijnenklooster in romaanse stijl, dat geflankeerd wordt door twee torens. De oprichting dateert al uit de 10e eeuw, en het was een van de machtigste uit de streek. Zowel de plaats als de haven kenden een florissante groei. Je vindt er ook weer enkele uitstekende voorbeelden van art nouveau en koloniale stijl (les Cases d’Indianos).

Aan dit deel van de kust liggen nog twee overbekende badplaatsen: Tossa de Mar en Lloret de Mar. Tossa de Mar heeft alle hoogbouw aan de strandzijde geweerd, om het beeld van het oude dorp met de middeleeuwse muur met uitkijktorens te bewaren. Het oude deel werd volledig gerestaureerd. Het is een prachtig zicht, bovenop de vooruitstekende rots in de zee – echt postkaartmateriaal! In Lloret de Mar, een beetje zuidelijker, draait alles om het toerisme. De boulevard naar de zeepromenade wordt volledig door cafés, restaurants en discotheken in beslag genomen. Toch zijn er een paar leuke plekjes: de fraaie botanische tuin van Santa Clotilde of de Hermitage Santa Cristina, waar je een magnifiek uitzicht hebt op de ruwe kustlijn met pijnbomen, olijfbomen en palmen. Een mooi tochtje, te voet of met een mountainbike, voert naar het hoger gelegen deel met Sant Pere del Bosc, een oud armengesticht. Het wordt nu door de familie gerestaureerd die er een uniek restaurant zal openen, dat enkel in het hoogseizoen open zal zijn.


Wandeling in het achterland van Platja d’Aro en Calonge

De Sierra de Gavarres, een knooppunt van wandelwegen, is sinds een dertigtal jaar beschermd tegen bouwpromotoren. Toch zijn er nog altijd een aantal ‘verkavelingen’, die nu genieten van een geprivilegieerde positie. Dit natuurpark, op nauwelijks een paar kilometer van de mediterrane kust, heeft namelijk een bos van kurkeiken dat nog steeds ontgonnen wordt. Het is een ideaal vertrekpunt voor wandelingen of fietstochten, en er zijn ook aardig wat curiositeiten te zien. Zo is er bijvoorbeeld de Dolmen de la Cova d’en Daina, een mooie cirkel van keien rond een graf, één van de vroegste neolithische sporen in Catalonië. Een eindje verder is er het dorpje Romanya de la Selva, dat prachtig bewaard bleef. Er zijn maar een handvol huizen, met een paar restaurants, een versterkte woonst van de lokale adel, de kerk Sant Marti uit de 10de eeuw en een pleintje dat zich op de plaats van het oude kerkhof bevindt. In de zomer houdt men er een openluchtmis: daarom is er ook een altaar onder de galerij - heel pittoresk. Een beetje verderop ligt Solius, met een toch wel speciale bezienswaardigheid: het cisterciënzerklooster van Santa Maria de Solius, gebouwd op de restanten van een romaanse kerk uit de 11e, begin 12e eeuw. De omgeving alleen al is om lyrisch van te worden, maar er is ook een speciale verzameling kerstkribbes te bezichtigen, van de hand van een van de kloosterlingen, Gilbert Galceran, nu bijna 97! Zijn eerste kerststal bouwde hij in 1970, en sindsdien maakte hij voor elke kerst een nieuwe. Ze werden al tentoongesteld in Rome en in de abdij van Hauterive, in Zwitserland. Het zijn heel realistische meesterwerkjes die veel geduld hebben gekost en groot en klein ontroeren. De toegang is gratis, maar een gift voor onderhoudswerken is steeds welkom. Mannelijke rustzoekers kunnen in het klooster terecht voor een retraite of een spirituele pauze, hiervoor betaal je wat je ‘hart je ingeeft‘, de monniken vragen immers geen bijdrage. Op een paar kilometer van Platja d’Aro ligt Castell d’Aro, rond een middeleeuws kasteel dat zorgvuldig werd gerestaureerd, en de laat-gotische kerk Santa Maria. In het piepkleine oude stadje staan nog veel gebouwen uit de 15e tot de 18e eeuw. Tijdens de dagen na de kerst nemen de inwoners deel aan een levende kerststal met verschillende uitbeeldingen van het dagelijkse leven uit de tijd waarin Jezus geboren werd. Deze taferelen vormen een heel parcours door het oude centrum.

Een heel apart museum: La Casa Magica!

Aan de rand van het oude centrum van Santa Cristina d’Aro staat een mooi huis dat onderdak biedt aan een wel heel origineel museum: la Casa Magica, een van de zeldzame musea gewijd aan de goochelkunst, en in elk geval het grootste op dit gebied. De collectie telt niet minder dan 9000 stukken uit de hele wereld en een ongelooflijke verzameling bewegend speelgoed. Toverspiegels, klokken die achteruit lopen, de grootste viool ter wereld, speelkaarten voor blinden (onder andere), materiaal van bekende internationale goochelkunstenaars, oude affiches en intrigerende voorwerpen en ruimtes, van de magische keuken tot de heksenkelder: je vindt het hier allemaal. Er is ook een spektakelzaal en een Houdinikamer. Tijdens de rondgang valt er heel wat af te lachen, en ook de tuin staat vol amusante beelden. Dit buitengewone museum is het geesteskind van XEVI, een internationaal gereputeerd Spaans illusionist met een grote passie voor zijn vak. Zijn trucs zijn nooit van humor gespeend en met een beetje geluk kan je hem er zelf aan het werk zien. Av. Esglesia, 1. Sta Cristina d’Aro. Tel: 0034 972837209. In de zomer zijn er geleide bezoeken om 19u, in de winter om 12u ’s middags, van donderdag tot zondag. www.xevi-illusionista.com


Het ene middeleeuwse dorpje na het andere

Vanaf La Bisbal ontvouwt zich een landschap dat werkelijk bezaaid is met schilderachtige dorpen van middeleeuwse oorsprong. Pals is ongetwijfeld de grootste trekpleister. De meeste toeristen laten de minder bekende middeleeuwse plaatsjes links liggen, zodat die vaak veel rustiger en authentieker zijn. Pals werd vermoedelijk nog voor de 9e eeuw gesticht op de helling van een heuvel. Het keek uit over de moerassige vlakten in de omgeving, die landbouwers later drooglegden. De Spaanse burgeroorlog verwoestte de gotische muur bijna volledig. De restauraties begonnen in 1948 en duurden dertig jaar: zij zorgden ervoor dat het dorp zo bekend werd. Ook de steegjes met stenen huizen die naar de Sant Pere-kerk leiden, zijn mooi gerenoveerd. Men herbouwde ze meerdere keren en dat leverde een mix op van romaanse, gotische en barokke stijlkenmerken. Voor de laatste renovatie uit 1478 gebruikte men stenen van het naburige kasteel, nadat een aardbeving kolossale schade had veroorzaakt. Enkel de Torre de les Hores, de Toren der Uren, uit de 11e-12e eeuw, herinnert ons nog aan dat kasteel. Aan de voet van de donjon, op een rotsachtig uitsteeksel dat een mooi uitzicht biedt, kan je Visigotische tombes zien en een panorama dat tot aan de Medes-eilanden reikt. Elders in het dorp zijn er nog meer tombes.

De wandeling langs straten en doorgangen, pleintjes en winkels loont de moeite, vooral in het laagseizoen wanneer het dorp niet vol toeristen zit. Op amper enkele kilometers van Pals ligt Peratallada. Vroeger zat het helemaal ingesloten tussen wallen, waardoor er zeer veel bewaard is van het oude dorpje. De kleine middeleeuwse straatjes zijn prachtig heropgeknapt. Je vindt er een hele rits restaurantjes, gastenverblijven en hotelletjes die zorgen voor een aangenaam verblijf. Op de Plaça del Castell staan het oude kasteel en de donjon. Ooit was hier een luxehotel, maar dat is nu gesloten. Je wandelt via leuke geplaveide steegjes verder tot de Plaça Les Voltes, omringd door een mooie zuilengalerij met terrasjes. Eén van de steegjes, de Carrer Roca, bevat nog steeds de groeven die karrenwielen destijds achterlieten. Dicht bij La Bisbal vind je Cruïlles, dat als enige overblijfsel van zijn oorspronkelijke burcht een cilindrische romaanse toren heeft overgehouden. Bovenop die toren groeit merkwaardig genoeg een olijfboom. Een beetje buiten het dorp ligt het benedictijnenklooster Sant Miguel de Cruïlles, eveneens in romaanse stijl, en beslist ook een omweg waard. Mocht Pubol zijn middeleeuws kasteel niet hebben, dan lieten toeristen dit charmante gehucht wellicht gewoon links liggen. Dat was buiten Dali gerekend: die kocht het kasteel voor zijn vrouw Gala. Sinds 1996 is het ‘Gala Dali Kasteel’ ingericht als museum. Het vormt de perfecte aanvulling bij een bezoekje aan het museum te Figueras, 40 kilometer noordwaarts (zie verder). De kunstenaar decoreerde er de kamers, die een rust- en toevluchtsoord vormden voor zijn echtgenote. Op de excentrieke meesterwerken na lijken de kamers eenvoudig en schaars gemeubeld. Toen alles klaar was, zou Dali zijn vrouw Gala geblinddoekt meegenomen hebben naar Pubol om haar het kasteel cadeau te doen. Ze wou dit geschenk aanvaarden op één voorwaarde: hij kon haar enkel bezoeken via een geschreven uitnodiging. ‘Die voorwaarde,’ zo zei hij later, ‘wist mijn masochistische gevoelens te prikkelen en maakte me geestdriftig. Gala werd de ondoordringbare burcht die ze altijd al was. Intimiteit, en vooral de gewoonte, zijn dodelijk voor elke passie’.

De uitbeelding van die gedachte valt af te lezen op een foto die zowel hier als in Figueras te zien is: het gezicht van de jonge Gala. Op haar voorhoofd schreef Dali: ‘Tête à château’. Gala ligt hier begraven, en tussen 1982 en 84 was dit het laatste atelier van Dali. Toen de kunstenaar het in 1969 in handen kreeg, bevond het zich in een armzalige staat. Maar hij begon het op een kunstzinnige manier te restaureren, met talloze muurfresco’s, trompe-l’oeils, meubels en andere bizarre voorwerpen die aan het brein van de geniale surrealist ontsproten. Zo is er een wc-bril in het salon en een salontafel met struisvogelpoten. In het omringende platteland kom je nog charmante plekjes tegen. Zo is er de romaanse kerk van Pedrinya, afgezonderd in het mooie, rurale landschap. Ook Madremanya en Monells, twee van de mooiste middeleeuwse dorpjes uit de regio, zijn prachtig. In Madremanya liet een joodse gemeenschap haar sporen na. Daarnaast is er een prachtig historisch centrum rond de kerk, met een oude gotische omwalling. Je ziet er leuke huisjes, versierd met bloemen en trappen die naar het sanctuarium en het kerkpleintje leiden. Er zijn ook een of twee gastverblijven en restaurants met een echte Catalaanse keuken. Monells ligt vier kilometer verder, niet ver van La Bisbal. Het hoeft niet onder te doen voor Madremanya. Een bucolisch weggetje leidt je door de velden en bossen, waar je proeft van het authentieke, landelijke Catalonië, amper dertig kilometer van het strand. Je kan je overigens moeilijk voorstellen dat de grootste streekmarkt zich hier bevond! Voorbij de rivierbedding, die meestal droog ligt, weet dit gehucht zijn bezoekers echt te verrassen. Monells is werkelijk pittoresk door de talrijke straatjes en passages die bijna allemaal uitkomen op de Plaça Jaume I met zijn zuilengalerijen, waar de rustieke tafeltjes staan van twee kleine cafeetjes. Dit is een erg romantische en fotogenieke plek, waar een kattenkolonie zich helemaal thuis voelt. De route gaat verder langs Bordils. Op het eerste gezicht biedt dit boerendorp, dat gekend is voor zijn ‘witte bomen’, weinig bijzonders. Toch bezit het een prachtige kerk. Die heeft meer weg van een kasteel, geflankeerd door twee torentjes en met een zuilengalerij op de hogere verdieping. Een echt architecturaal buitenbeentje in deze regio. Vanaf Flaça volgt er een mooie rit langs de Rio Ter, door bossen en heuvelachtige velden. Hier kom je langs het gehucht Sant Llorenç de les Arenes met zijn mooie romaanse kerk (11e eeuw), en nadien in Foixa, een hoger gelegen dorp rond een kasteel. Van daaruit heb je een panoramisch uitzicht op de vlakte van L’Emporda. Foixa was de wieg van een van de voornaamste Catalaanse families van weleer. Daarom staat hier nog een kasteel, nu een beetje verloren te midden van de velden… De volgende halte is Rupia, geklasseerd als historisch en artistiek geheel door de Catalaanse overheid. Rupia was lang een van de landgoederen van de aartsbisschop van Gerona.

Daaraan heeft het een mooi kasteel in arduinsteen te danken, in een burgerlijk gotische stijl met een rechthoekige plattegrond. Het werd opgetrokken tussen de 14e en 15e eeuw. Je kan er ook nog de 15e-eeuwse vestingmuren zien, die de middeleeuwse vervingen en het oude centrum tegen indringers moesten beschermen. Op een heuvel aan de Ter ligt Verges, omringd door velden. Vroeger was deze plaats ook afgeschermd door vestingmuren, waarvan nog een groot deel behouden zijn. In het centrum bevindt zich de kerk met nog enkele delen uit de romaanse periode. Maar Verges is vooral beroemd om zijn folkloristische tradities. Tijdens de nacht van Witte Donderdag nemen de inwoners deel aan een theatrale, eeuwenoude versie van het passiespel. De processie trekt elk jaar duizenden toeschouwers. Met een paukenslag worden telkens de belangrijkste momenten aangekondigd. Uit het donker komen dan plots vijf personages te voorschijn die de dans van de Dood spelen, vermomd als skelet, een ritueel dat teruggaat tot de middeleeuwen en uniek is voor deze regio. Op Vastenavond vieren de inwoners ook het Feest van de Soep, een banket dat een vast onderdeel vormt van het carnavalsprogramma. Ullastret is piepklein en telt, naast een donjon, niet meer dan een handvol middeleeuwse straten achter de restanten van de stadsmuur. Het charmantste hoekje? Dat is het plein voor de prachtige kerk, met maar liefst vier klokken. Toch stoppen bezoekers meestal in Ullastret voor een andere bezienswaardigheid: het Poblat ibèric - Museu d’Arqueologia de Catalunya. Hier vind je de ruïnes van het Iberische dorp Puig de Sant Andreu, gesticht tussen de 4e en 2e eeuw v.Chr. Het is het grootste en best bewaarde Iberische dorp in Catalonië, ook al blijven enkel de tracés van de straten over, de funderingen van de huizen en de grondvesten van de muren met hun torens. Ook voorwerpen die archeologen bij opgravingen vinden, krijgen een plek in het museumpje. Het kasteel van Torroella de Montgri is met zijn 4 donjons al zichtbaar vanuit Ullastret - en ook nog van heel wat verder weg. Jacobus II van Aragon bouwde het goed bewaarde kasteel in de 13e eeuw op een prominente maar dorre heuveltop. Het nooit afgewerkte kasteel moest de weerspannige graven van Empúries onder de duim houden. Jammer genoeg kunnen enkel doorgewinterde wandelaars het van dichtbij bekijken en van het uitzicht genieten: het kasteel is enkel te voet toegankelijk na een fikse klim. Anderen moeten zich tevreden stellen met een foto vanaf de voet van de heuvel. Het decor zou in elk geval niet misstaan in ‘De Naam van de Roos’... Torroella koestert ook nog enkele overblijfselen uit ver vervlogen tijden: restanten van oude torens, een middeleeuwse stadsmuur, een mooi marktplein met arcades, de Sant-Geniskerk en het oude koninklijk paleis. Daar verbleven onder andere Jaime de Veroveraar en andere gekroonde hoofden van het Catalaans-Aragonees vorstenhuis...


Figueres en de Daliaanse driehoek

Alleen al om haar levendige winkelstraten en mooie kerk is Figueras de moeite waard. Toch komen mensen er vooral voor het Teatro-Museo Dali. Het museum, dat midden in de autovrije stad ligt, is even excentriek en geniaal als zijn bedenker – echt een geval apart. Nadat het in 1974 zijn deuren opende, groeide het uit tot het meest bezochte museum in Spanje, na het Prado in Madrid. Dali, die geboren werd in Figueras, koos zelf deze gedenkplek voor zijn werken. Hij maakte van het oude, 19de-eeuwse stadstheater, volledig geruïneerd door de burgeroorlog, ‘het grootste surrealistische voorwerp in de hele wereld’. Ter rechtvaardiging van zijn keuze haalde de kunstenaar drie redenen aan: ‘Ten eerste, omdat ik een enorm theatraal schilder ben; ten tweede, omdat het theater zich vlak tegenover de kerk bevindt waar ik gedoopt ben; en ten derde, omdat mijn eerste tentoonstelling plaatsvond in de vestiaire van het theater’. Vandaag bestaat het museum uit twee ruimtes. De eerste is het eigenlijke museum, een uniek kunstwerk waarvan ‘elk element een integraal onderdeel is van het geheel’. De tweede bestaat uit alle zalen die aan het theatermuseum zijn toegevoegd. Daar hangen de werken van Dali en die van andere artiesten, onder meer die uit de privé-collectie van de meester. De exposities mogen dan wel een goed beeld geven van Dali’s artistieke loopbaan, toch zijn de bezoekers nog het meest geïnteresseerd in de uitzinnige en extravagante zalen die hij zelf ontworpen heeft. Zo is er de ‘Patio’, waar een oude Cadillac het gewicht torst van een groot krijgsfiguur. Op de vensterbanken van een met glas bedekte zaal in de vorm van een halve cirkel kijken vergulde beelden naar het tafereel. Ook de ‘scène’ van het theater met haar immense muurfresco onder een koepel van glas en staal, is de moeite. De ‘Mae West’-zaal heeft een sober en absurd decor dat, wanneer je het van bovenop een trap en met een vergrootglas bekijkt, vreemd genoeg verandert in het gezicht van de Amerikaanse actrice. Wie goed uitkijkt, komt nog andere trompe-l’oeils of bizarre, geniale en unieke creaties tegen. De setting is al even opmerkelijk. De achterkant van het theater heeft iets weg van een rood fort. De muren zijn bedekt met broodjes en er balanceren enorme eieren op. Leuk weetje: 39 juwelen, die Dali tussen 1940 en 70 ontwierp, zijn te zien in de permanente expositie, Dali.Joies. Je vindt er ook de tekeningen en schilderijen die aan de basis van lagen van de sieraden. Ten slotte brengt het ‘Dali’-parcours, dat een driehoek vormt tussen Figueras, Cadaques en Pubol, je ook langs Port Lligat , in het noorden van Cadaques. Hier tref je een van de huizen waar de meester ooit woonde. Sinds 1997 is het een museum, dat bestaat uit verschillende vissershutjes die op verschillende momenten werden aangekocht. Het geheel vormt een soort labyrint dat Dali en Gala vanaf 1930 40 jaar lang decoreerden. Je kan er het atelier bezoeken, de bibliotheek, de privé-kamers en de tuin met zwembad.

Een land van kunstenaars

Maar het artistieke leven in Catalonië is niet gestopt bij Dalí. De streek bleef schilders en beeldhouwers inspireren, die er vaak ook kwamen wonen. Nogal wat onder hen openden zelfs een museum met hun werk en/of dat van collega’s. Hieronder alvast een paar van de meest markante hedendaagse kunstenaars, die stuk voor stuk afkomstig zijn uit de streek rond Gerona, of er toch definitief zijn blijven hangen... Joan Abras werd geboren in La Bisbal d’Empordà in 1949. In zijn schilderijen, keramiek en beeldhouwwerken (vooral in brons) zien we invloeden van Greco, Dalì en Rodin, kunstenaars die hij graag als zijn meesters beschouwt. Abras vindt zijn inspiratie in zijn geboortestreek Empordà, in de wind en het eeuwig vrouwelijke. Wind en vrouwen of vrouwen met de haren in de wind in een mysterieus landschap zijn de thema’s die we terugvinden in de werken van Abras. Daarnaast maakt hij binnen hetzelfde thema ook monumentale beeldhouwwerken die in de hele Costa Brava te vinden zijn. In La Bisbal richtte hij een oude fabriek in tot atelier en opende hij ook een restaurant. Daarnaast doet de fabriek ook dienst als woning, je kan er bovendien ook een bezoek brengen aan een museum met werken van hem. Apartat de Correus 59. Tel: 0034 629 102363 of 0034 972 643192. www.joanabras.com

Tomas Vila werd in 1952 geboren in La Cellera de Ter, nabij Gerona. Vila voelt een nauwe band met zijn streek en zijn familie en wijdt zich al meer dan 30 jaar aan de schilderkunst. Zijn inspiratie vindt hij eerder in de landelijke landschappen dan aan de kust. Zijn werken, die we postimpressionistisch kunnen noemen, zijn allemaal ontstaan in zijn ateliertje in Mas Moner, een ‘masia’ (boerderij) uit de 16e eeuw waar hij is opgegroeid en vandaag nog steeds woont. Dankzij de beperkte afmetingen van zijn atelier, zegt hij zich ten volle te kunnen concentreren op het essentiële: zijn doek. Een deel van het gebouw doet dienst als museum waar bezoekers op afspraak de werken van Vila kunnen bekijken. Op zijn website kan je kennismaken met zijn doeken. Mas Moner, La Cellera de Ter. Tel : 0034 639 325326. www.telefonica.net/wb2/toma... Geboren in 1945 in Tetouan, Marokko, vestigde Josep Niebla zich, na een korte omweg via Sevilla, in Catalonië. Hij verwierf internationale faam dankzij een enorm fresco dat hij maakte tijdens de Olympische Spelen in Barcelona en door deel te nemen aan zo’n 200 tentoonstellingen in de hele wereld. Zijn werken worden ook tentoongesteld in verschillende musea wereldwijd en leverden hem al meerdere prijzen op. In zijn woonplaats Casavells, dichtbij La Bisbal en Gerona, richtte hij een stichting op voor hedendaagse kunst en cultuur. Hij blinkt uit in abstracte kunst en realiseerde zowel muurschilderingen als kunstwerken in verschillende groottes. Vooral het passionele van het creëren komt er op verbazingwekkende manier uit naar voren en weet te bekoren, vooral in contrast met de rust van zijn toevluchtsoord in dit dorpje waar je ook zijn werken kunt ontdekken. Fundació Niebla, Major 9, Casavells. Tel: 0034 972 630 215. www.niebla-art.com

Enric Ansesa wordt geboren in Sant Daniel in de provincie Gerona in 1945 en wijdt zich vanaf 1962 aan zijn kunstopleiding. Hij schildert dan zijn eerste aquarellen en ‘abstracte kalligrafieën’, maar voelt zich aangetrokken tot andere beeldende kunsten. Wanneer hij in 1972 terugkeert na een rondreis door Europa, maakt hij zijn eerste meesterwerken en stelt hij voor de eerste keer tentoon. Zijn werken sieren onder andere de muren van het metrostation Diagonal in Barcelona. Later houdt hij verschillende tentoonstellingen, wijdt zich aan beeldhouwen, schilderen en zeefdrukken (vanaf 1979) en werkt mee aan het renovatieproject voor de huizen langs de oevers van de Onyar in Gerona. Enric Ansesa is een vurig verdediger van de Catalaanse identiteit, vooral door middel van kunst en cultuur. In zijn werken overheerst zwart, dat hij gebruikt als ‘een energieveld waaruit kalligrafische elementen, tekens, texturen, materie, collages ontstaan’. Zijn werken maken deel uit van een heleboel private en openbare collecties in Europa en de Verenigde Staten en zijn een vaste waarde binnen de hedendaagse Catalaanse kunst. Voor meer info: www.ansesa.com


Sport en natuur

Sportievelingen komen aan de Costa Brava beslist aan hun trekken. In de eerste plaats natuurlijk op het vlak van watersport. Vanuit de havens en jachthavens kan je erop uit trekken met een vissersboot, om te gaan duiken of gewoon een tochtje te maken. Maar de streek is ook bezaaid met uitgestippelde paden voor wandelaars, ruiters en mountainbikers, die door het heerlijke landschap en langs middeleeuwse dorpen lopen. Alleen al van Baix Emporda werd 33% van het grondgebied geklasseerd als natuurgebied, als het al niet beschermd is. Van de moerasgebieden en vijvers van Baix Emporda tot de heuvels van L’Ardenya, over de kalksteenketen van Montgri, de Médeseilanden, zowel onder als boven water interessant, het massief van Gavarres, vol dolmens en romaanse kerken, het maritiem reservaat van Ses Negres en de bergen van Begur, de regio is zo divers dat wandelaars en fietstoeristen of mountainbikers er zeker hun hart kunnen ophalen. Je hebt de keuze tussen ‘lange routes’ (GR/LR), ‘korte routes’ (PR/SR) of ‘lokale paden’ (SL/LT). Langs de paden geven vijftalige borden uitleg over opmerkelijke plekjes wat natuur, geschiedenis of cultuur betreft. Bij de toeristische diensten kan je je ook verschillende kaarten aanschaffen. De GR92 volgt bijvoorbeeld de hele kust van de Costa Brava, met een ommetje op de vlakte van Baix Emporda, om daarna terug te draaien naar de kust in Tamariu.

Daar gaat het verder langs de zee tot Sant Feliu, waar je opnieuw het binnenland intrekt, naar de vlakte in Palau-Sator, langs heuvels, natuurreservaten en bossen in het hinterland. Je komt hierbij langs bijzondere plaatsen zoals Santa Maria de Solius (zie boven), Romanya de la Selva of Peratallada. Een weg die je niet op één dag aflegt, natuurlijk, maar sommige touroperators organiseren wandelreizen in etappes. Je logeert telkens in een karaktervol pension of op een boerderij met gastenkamers en je bagage wordt steeds naar het volgende adres vervoerd. Een andere populaire tocht is de ‘Cales i Camins de Ronda’ (Kreken en rondwegen). Hier stap je langs kustpaadjes die vroeger door de douane gebruikt werden om de smokkelarij te bestrijden. Ze werden ook benut om naar de kreken af te dalen, de wacht te houden voor piraten, sneller drenkelingen te hulp te schieten... Nu zijn het perfecte paadjes om langs de grillige kust te wandelen met de vele ongerepte baaitjes, bijna volledig verlaten buiten het hoogseizoen. Door de grote hoogteverschillen was er vaak geen verbinding mogelijk tussen de verschillende delen. Je kan ook 12 wandelingen maken met vertrek vanuit verschillende, bijvoorbeeld tussen Cala Montgo en Punta Mila, ten noorden van Estartit, waar de klippen van het massief van Montgri beginnen, met hun inhammen, grotten en rotspunten in de Middellandse Zee. Een beetje zuidelijker, tussen Cala Ferriol en Cap de la Barra, ontdek je een van de steilste en meest aparte kustzones van de Costa Brava, een nog ongerept deel, zonder bebouwing, met hoge rotswanden en verlaten kreken. Nog een beetje verder zuidwaarts loopt de weg van Platja de Castell naar Cala Margarida langs mooie baaitjes met kristalhelder water, vaak lege stranden en oude vissersdorpjes die hun authentieke charme behouden hebben. De voorbeelden zijn talrijk, de paden zitten echt vol verrassingen. Het fietsnetwerk is ook perfect uitgewerkt. Baix Emporda telt veel lokale fietspaden, ver genoeg van de drukke verbindingswegen, zodat je in alle rust het land en het patrimonium kan ontdekken. In het zuiden werd nog recent een nieuwe route geopend vanuit Sant Feliu de Guixols, langs een oude spoorweg tussen deze badplaats en de stad Gerona. En natuurlijk is dit ook voor golfterreinen het perfecte kader. De meeste greens, zoals die van Pals (18 holes) of van Mas Nou (in het hooggelegen Platja d’Aro, 2 terreinen met 18 en 9 holes) zijn grandioos gelegen. In het hogere gedeelte van Lloret de Mar (L’Angel) bevindt zich een golfterrein in een natuurreservaat, dicht bij Sant Pere del Bosc. Na heraanleg zal het 18 holes tellen en tot de mooiste terreinen van de regio behoren.


Gastronomie

Slechts weinig mensen weten dat Catalonië de Spaanse regio is met de meeste Michelin-sterren. Van alle gelauwerde restaurants is El Bulli ongetwijfeld het bekendste. De ‘moleculaire’ keuken van chef Ferran Adria, die schuimpjes op je bord tovert, werd geprezen door critici uit alle windstreken. We kunnen je trouwens maar beter waarschuwen: om in dit restaurant te kunnen aanschuiven, moet je maanden van tevoren reserveren! De gerechten zijn ware ‘uitvindingen’ die in een laboratorium worden ontwikkeld. De nieuwe generatie Catalaanse topchefs laat je trouwens van de ene verbazing in de andere vallen, dankzij verrassende vormen of ongeziene smaakcombinaties. Daarbij grijpen ze graag terug naar de lokale gastronomische traditie van hun voorouders.

*** Goede restaurants… Catalaanse restaurants hebben dus meer te bieden dan zeevruchtenschotels op de zeedijk of stevige, overvloedige porties boerenkost in het binnenland - ook al blijven ook die natuurlijk hun charmes hebben. Maar we willen je graag wat spannenders serveren: echte smaakontdekkingen, met streekproducten die op een originele manier worden verwerkt door sterrenchefs die het verdienen om weldra in de gids der gidsen opgenomen te worden. Lijst van de restaurants die lid zijn van de La Cuina de l’Empordanet: www.cuinadelempordanet.net

*** Cava en wijn Deze parelende witte wijn zou je het broertje van de champagne kunnen noemen… Behalve dan de naam, heeft hij er nogal wat gemeen mee, want de productie verloopt helemaal volgens de ‘méthode champenoise’. Net zoals bij champagne, geldt ook bij cava een gecontroleerde oorsprongsbenaming. In Catalonië vormen de wijngaarden een lappendeken op de heuvels in het binnenland: er zijn dan ook niet minder dan 11 verschillende herkomstbenamingen te vinden. Om te ontdekken hoe cava wordt gemaakt, kan je bijvoorbeeld een bezoek brengen aan de kelders van Martin Faixo, in een mooie, authentieke ‘masia’, een stenen huis uit de 14e eeuw. Celler/Bodega Martin Faixo, Sa Perafita, Weg naar Cadaques. Tel: 0034 972258954. www.cellermartinfaixo.com

*** Kooklessen Kooklessen zijn de nieuwe trend in heel wat steden in Europa en de rest van de wereld. Chefs laten je proeven van de traditionele recepten van hun land of regio, of ze leggen zelfs de geheimen van hun eigen creaties bloot. Je vindt arrangementen aan verschillende prijzen, in verschillende formules, van meer ontspannen tot heel professioneel. Ook niet-koks zijn welkom, zolang je maar de armen uit de mouwen stroopt om te helpen bij de voorbereiding van de gerechten, die je op het einde van de les mag proeven. - De ‘Aula Gastronomica’ Deze school, die een uitstekende reputatie geniet bij de plaatselijke horeca, leidt normaal jongeren op tot professionele koks. De Aula Gastronomica heeft haar activiteiten onlangs echter uitgebreid en biedt nu ook cursussen aan voor liefhebbers en toeristen. Wat de lessen zo interessant maakt, is dat ze gegeven worden door jonge talentvolle koks die traditie perfect weten te mengen met vindingrijkheid. Op het menu staan bijvoorbeeld ravioli van gedroogde vruchten met een concentraat van «suquet» en garnalen van Palamos. De «suquet» was een typisch vissersgerecht: vissers maakten deze soep aan boord van hun schepen met hun verse vangst. Als dessert is er bijvoorbeeld een moelleux van chocolade. Niks speciaals, zou je denken, maar de moelleux wordt wel gemaakt met zout, olie en truffelgelei! In november was Jordi Roca (Chef van El Celler de Can Roca, 2 Michelin-sterren) hier nog om een demonstratie te geven van enkele van zijn desserts. Het water in de mond gekregen? Raadpleeg dan het lessenoverzicht op de website van het centrum: je vindt daar niet alleen alle praktische informatie, maar ook enkele recepten! Aula Gastronomica del Emporda, Carretera Palamos, km 328, 17253. Vall-llobrega. Tel: 0034 972 31 20 91. Website: www.aulagastronomicadelempo... Goed om weten: de lessen duren ongeveer 3u en worden gevolgd door de maaltijd. Een sessie per dag, van maandag tot vrijdag. Formules op maat zijn ook mogelijk (zoals bezoeken, wijndegustaties, overnachtingen). Prijs: vanaf € 60 per persoon, wijn inbegrepen.

Praktische info

*** Hoe geraak je er? •Met het vliegtuig Ryanair vliegt rechtstreeks naar Gerona vanuit Charleroi. De prijzen variëren in functie van vraag en aanbod, reisdata en eventuele promoties. Tarieven en meer informatie vind je op www.ryanair.com. Op de luchthaven van Gerona kan je een auto huren. •Met de wagen Gerona en Platja d’Aro liggen op ongeveer 1300 km van Brussel. Je bent 12 uur onderweg en betaalt ongeveer € 70 aan tolgeld als je de snelweg neemt (voor een enkele rit). *** Waar kan je verblijven? Drie hotelgroepen bieden een brede waaier van verblijfsmogelijkheden in heel Catalonië: • BlauVerd Hotels: www.reservashoteles.net • Costa Brava Hotels: www.reservashoteles.net • Petits Grans Hotels: www.petitsgranshotelsdecata... En: • Hôtel Costa Brava*** (Platja d’Aro): www.hotelcostabrava.com • Hôtel Aromar*** (Platja d’Aro): www.hotelaromar.com • Hôtel S’Agaro**** (S’Agaro): www.hotelsagaro.com • Mas de Torrent***** (Torrent): www.mastorrent.com • Hôtel Monterrey***** (Lloret de Mar): www.guitarthotels.com *** Voor meer info • Over Baix Empordà: www.baixemporda-costabrava.org • Over Gerona en de Costa Brava: www.costabrava.org • Over Alt Empordà: www.altemporda.com In België: Catalaanse dienst voor toerisme in België Tel: 02 6406151 E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. www.catalunyaturisme.com



Praktische info

Hoe geraak je er?

•Met het vliegtuig Ryanair vliegt rechtstreeks naar Gerona vanuit Charleroi. De prijzen variëren in functie van vraag en aanbod, reisdata en eventuele promoties. Tarieven en meer informatie vind je op www.ryanair.com. Op de luchthaven van Gerona kan je een auto huren. •Met de wagen Gerona en Platja d’Aro liggen op ongeveer 1300 km van Brussel. Je bent 12 uur onderweg en betaalt ongeveer € 70 aan tolgeld als je de snelweg neemt (voor een enkele rit).

Waar kan je verblijven?

Drie hotelgroepen bieden een brede waaier van verblijfsmogelijkheden in heel Catalonië:

• BlauVerd Hotels: www.reservashoteles.net • Costa Brava Hotels: www.reservashoteles.net

• Petits Grans Hotels: www.petitsgranshotelsdecatalunya.com

En: • Hôtel Costa Brava*** (Platja d’Aro): www.hotelcostabrava.com

• Hôtel Aromar*** (Platja d’Aro): www.hotelaromar.com

• Hôtel S’Agaro**** (S’Agaro): www.hotelsagaro.com

• Mas de Torrent***** (Torrent): www.mastorrent.com

• Hôtel Monterrey***** (Lloret de Mar): www.guitarthotels.com

Voor meer info

• Over Baix Empordà: www.baixemporda-costabrava.org

• Over Gerona en de Costa Brava: www.costabrava.org

• Over Alt Empordà: www.altemporda.com

In België: Catalaanse dienst voor toerisme in België Tel: 02 6406151 E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. www.catalunyaturisme.com

Laatst aangepast op zondag, 04 april 2010 09:48