Naam:
Email:
Artikels


FRANKRIJK, Reportage in Camargue
PDF Afdrukken E-mailadres

Les Saintes-Maries-de-la-Mer

Historisch gezien was de delta al tijdens de vierde eeuw v.Chr. bewoond: opgravingen bevestigen dat. Volgens de plaatselijke overlevering stond hier in Saintes een tempel uit Marseille, gewijd aan Artemis van Efese - een hypothese die niet met zekerheid bevestigd kan worden. Misschien gaat het wel om de prachtige kerk van Notre-Dame-de-la-Mer, een van de vele schatten hier. Het christendom maakte er een oratorium van (dat van Maximin), een kapel en later een bedevaartsoord, waardoor het kleine stadje fors uitbreidde maar ook ten prooi viel aan herhaalde aanvallen van piraten en Saracenen. In de 9de eeuw werd het opnieuw opgebouwd en kwam het onder voogdij van de Majoriens van Montmajour (11de eeuw) die er een echt fort van maakten (11-12de eeuw) waar de plaatselijke bevolking zijn toevlucht zocht. De oevers van de delta werden langzaam weggevreten door de zee en kwamen steeds dichter bij de stad. Het zoutgehalte steeg en was nefast voor de landbouw. De monniken trokken definitief weg. De stad en de kerk zouden dus langzaam opgeslokt worden door het water, maar de aanleg van de dijken besliste daar anders over. Lagunes, moerassen en bouwland werden ingedijkt. Vandaag denken we bij Les Saintes-Maries-de-la-Mer niet echt aan een badstad. Er zijn wel stranden en toeristische infrastructuur, waaronder een thalassocentrum, een camping en een plezierhaven, maar het stadje heeft de vastgoedexplosie kunnen afhouden – in tegenstelling tot de naburige dorpen, zoals la Grande-Motte met haar bedenkelijke piramidale, betonnen en gedateerde architectuur. De straatjes van Les Saintes hebben hun Provençaalse en schilderachtige karakter behouden, zelfs al krioelt het er van de restaurants, terrasjes en souvenirwinkels met gardian-materiaal (de plaatselijke veehoeders), die het geheel een vleugje couleur locale verlenen…

De belangrijkste bezienswaardigheden van Les Saintes-Maries zijn de kerk Notre-Dame-de-la-Mer en het Baroncellimuseum (1869-1943), het vroegere stadhuis en vredegerecht dat nu helemaal gewijd is aan een van de belangrijkste figuren uit de geschiedenis van de Camargue. Baroncelli was een Provençaals schrijver met een even grote voorliefde voor de ‘beschaving van de delta’ als voor Amerikaanse indianen. Het museum staat specifiek in het teken van de fauna, de geschiedenis van Les Saintes en de plaatselijke folklore, maar ook Baroncelli zelf wordt niet vergeten. Elk jaar wordt hem hulde gebracht tijdens de bedevaart van 26 mei (het is dan verzamelen geblazen voor zijn graf, aan de D38). De plaatselijke ster is ongetwijfeld de romaanse kerk, die je al van tien kilometer ver kunt zien. Het gebouw werd in de middeleeuwen versterkt en is sober maar elegant. Boven staat een kapelletje met een donjon, een uitkijkpost en een rondgang, die je kunt bezoeken. Religieuze en militaire architectuur gaan harmonieus samen. Tijdens de 14de en 15de eeuw onderging het gebouw verschillende transformaties, zodat je er vandaag de verschillende bouwstijlen uit de verschillende periodes kunt bewonderen. Hoogtepunten van het bezoek zijn het marmeren hoofdkussen van Les Saintes-Maries, dat helemaal is afgesleten door de vele aanrakingen van gelovigen en pelgrims, het bootje van de twee Maria’s, de oude put waar de dorpelingen, die zich tijdens de aanvallen in de kerk verscholen, konden drinken, twee van de acht oude kapitelen en natuurlijk de veelkleurige standbeelden van de heiligen (in de kerk) en het zwarte standbeeld van Sarah (in de crypte waar volgens de overlevering de woonruimte van de heiligen lag)… Praktisch • Baroncellimuseum: op de hoek van de Rue Victor Hugo. Open van maandag tot vrijdag van 14.00 tot 18.00 uur, op zaterdag en zondag van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 18.00 uur. Gesloten op dinsdag. • Kerk en crypte van de Notre-Dame-de-la-Mer: Place de l’Eglise. Van 10.30 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 18.30 uur.

Van legende tot bedevaart…

De religieuze ‘rol’ van dit deel van het Middellandse Zeegebied begon al in de periode van de kruistochten, al gaan de echte roots een heel eind verder terug. De geschiedenis erachter is echter niet meer dan een samenraapsel van legenden die de monniken bedachten, bedoeld om de pelgrims te onderhouden. Toen de heidenen Jeruzalem definitief veroverden, verloor het Westen zijn belangrijkste bedevaartsoord en kwam de aandacht steeds meer op de grote Europese heilige plaatsen te liggen, zoals Santiago de Compostella. Aan de wegen erheen werden druk kerken en abdijen gebouwd, zo ook in het huidige Saintes-Maries-de-la-Mer. De monniken schrokken er niet voor terug om allerlei legenden te bedenken, een stamboom op te maken of een religieus verleden samen te stellen, compleet met mirakels, heiligen en valse relikwieën. Zo hoopten ze de bedevaarders aan te trekken. Een van die legendes is het verhaal van Les Saintes-Maries, dat meteen een vaste waarde in de geschiedenis werd, een ware cultus zelfs. In het midden van de 15de eeuw kreeg de legende zelfs steun uit onverwachte hoek, toen een stel beenderen werd gevonden, echter zonder doorslaggevende bewijskracht. De beenderen werden al snel relikwieën en maakten van de plek een echt bedevaartsoord... Wat vertelt de overlevering nu precies? Maria-Jacobé zou de zus geweest zijn van de Heilige Maagd en de moeder van apostel Jacobus. Salomé van haar kant was de moeder van Jacobus de Meerdere en Johannes de Evangelist. Door vervolgingen uit Palestina verdreven, vluchtten beide vrouwen op een eenvoudig bootje over zee, samen met andere ‘bekende’ christenen (zoals Lazarus en Maria Magdalena…). Ze strandden in de Rhônedelta, ergens op een oever in de Camargue, op het strand van Les Saintes-Maries. Hoewel het verhaal twijfelachtig klinkt, kan worden aangenomen dat de christenen uit Palestina effectief verdreven werden naar de meer zuidwestelijk gelegen kusten en dat de kerstening van Frankrijk begon in de Rhônevallei. De legende vertelt verder dat beide Maria’s besloten in de Camargue te blijven, terwijl hun medereizigers beslisten hun geloof verder uit te dragen. Sarahs rol lijkt meer obscuur. De plaatselijke traditie wil dat zij de dienstmaagd van Maria was, maar de zigeuners stellen haar voor als de vrouw die hen op de kusten aantrof, zich bekeerde en hun trouwe volgelinge werd…

Wat er ook van aan is, het is ter ere van hen dat de stad jaarlijks drie bedevaarten mag ontvangen. De oudste vindt plaats op de zondag die het dichtst bij 22 oktober valt, volgens een traditie die tot de middeleeuwen teruggaat en waarschijnlijk ontstond bij de veehoeders. 24 mei staat in het teken van Sarah, de beschermheilige van de zigeuners. Op die dag stromen zij uit alle windstreken toe om hun zwarte heilige hulde te brengen. De dag begint met een openingsmis, waarna de schrijnen met de relikwieën naar beneden gehaald worden. De volgende dag, na de mis alweer, volgt een processie naar zee. De standbeelden van de twee Maria’s worden op een bootje gezet. Voor het terug naar de kerk gaat, wordt de zee gezegend. Nadien volgt een reeks feestelijkheden. Op 26 mei ten slotte wordt de markies van Baroncelli herdacht. Na de bedevaart barst in de straten (abrivado en bandido) en de arena’s (veehoedersspelen en stierenrennen) een stierenvechtersfeest los.



Laatst aangepast op vrijdag, 07 mei 2010 10:54