Naam:
Email:
Artikels


FRANKRIJK, Reportage in Midi-Pyrénées
PDF Afdrukken E-mailadres

Montauban

Montauban werd in 1144 gesticht door Alphonse Jourdain, graaf van Toulouse. Het stadje werd gebouwd op een uitstekend stuk rots boven de Tarn, en ontwikkelde zich zo snel dat het al gauw uit zijn voegen barstte. Montauban had erg te lijden onder de opeenvolgende oorlogen en andere wederwaardigheden, al werden die zware tijden telkens afgewisseld met periodes van heropbouw: in de 17e en 18e eeuw kreeg de stad onder andere zijn Notre-Damekathedraal, prachtige burgerwoningen en een mooie, nieuwe Place Nationale. In de 19de eeuw volgden de neoklassieke gebouwen... De belangrijkste bezienswaardigheden van Montauban liggen tussen Le Pont Vieux (14de eeuw) en de kathedraal, onder andere langs de vierkante Place Nationale, die tot de Franse Revolutie ‘Place Royale’ heette. Op het met bakstenen gebouwen omzoomde plein kan je lang zoeken naar de stadshal: die is er niet. Nog zoiets merkwaardigs: de gaanderijen van Montauban zijn er in tweevoud. Daardoor konden de Montaubanen vroeger door één van de wandelgangen lopen, terwijl in de andere de handelaars alle ruimte hadden om hun waren uit te stallen. Vandaag vindt de markt gewoon plaats op het plein, en in de plaats van de vroegere verkopers kwamen er terrasjes. Op een boogscheut van het plein vind je de klokkentoren van de Saint-Jacqueskerk (13de eeuw) die erg doet denken aan die van de Saint-Serninbasiliek in Toulouse. De toren kreeg het hard te verduren tijdens de Honderdjarige Oorlog en dgodsdienstoorlogen (Montauban was calvinistisch terrein), maar werd deels heropgebouwd in de 15de eeuw en nog eens na 1630. Toch kan je aan de voet van de toren en op de zuidelijke muur nog altijd de sporen zien van de kanonkogels die tijdens het beleg van 1621 werden afgevuurd...

Aan de voet van de Pont Vieux ligt het Musée Ingres, dat uitkijkt over de Tarn. Het museum is gelegen in het vroegere bisschoppelijke paleis, dat in 1664 werd opgetrokken op de fundamenten van een kasteel dat de Engelsen nooit konden afmaken. Uit die periode blijft op de kelderverdieping nog altijd de prachtige Salle du Prince Noir over, met enorme haarden in renaissancestijl, die werden heropgebouwd op de middeleeuwse funderingen tijdens de Honderdjarige Oorlog. De werken van Ingres (1780-1867), de beroemde schilder die hier geboren werd, vind je terug op de eerste verdieping in de vertrekken van de bisschop. Die zijn grotendeels intact gebleven, en hebben nog altijd de prachtige houten plafonds die in de 17de eeuw beschilderd werden. In een van de uitstalkasten kan je de spreekwoordelijk geworden ‘violon d’Ingres’ bewonderen, die de kunstenaar aan zijn stad schonk, op één voorwaarde: dat men zijn geliefkoosde instrument zou tentoonstellen samen met de partituur van Mozarts Le Nozze di Figaro. In een van de grotere zalen wordt je aandacht als vanzelf naar een van Ingres’ topwerken getrokken: ‘Jésus parmi les docteurs’. De verwijzing naar Rafael, een kunstenaar waar de schilder helemaal weg van was, is duidelijk, zowel op thematisch als op technisch vlak. Maar nog interessanter zijn wellicht de studies die Ingres maakte voor hij aan zijn doeken begon. Zo kan je een portretje van Jezus bewonderen, in dezelfde houding als waarin hij later op het grote doek zal prijken... Verder zijn ook werken van vrienden of leerlingen van Ingres te zien, waaronder een studie van Géricault: een detail van een rug, die men later zal terugvinden op zijn ‘Le Radeau de la Méduse’. Ook de moeite waard, in de aanpalende ruimte: een proefstuk voor ‘Le Voeu de Louis XIII’, dat je in veel grotere versie kan bewonderen in de kathedraal. Het gelijkvloers van het museum staat helemaal in het teken van Bourdelle, een andere kunstenaar die in de stad geboren werd. Zijn beeldhouwwerken zijn een perfecte weerspiegeling van de twee grote periodes die zijn carrière kenmerkten: de dionysische en de apollinische periode. De stad verleent deze zoon trouwens nog meer eerbetoon: op strategische plaatsen in de stad werden tien van zijn kunstwerken neergeplant. Twee daarvan vind je alvast net voor de ingang van het museum.

Les gorges de l’Aveyron

 

Montricoux

Aan het begin van de Gorges de l’Aveyron ligt Montricoux, een piepklein dorpje. Montricoux telt nog altijd een paar eeuwenoude vakwerkhuizen en enkele overblijfselen van de middeleeuwse omwalling, maar het is het kasteel met zijn Donjon des Templiers (12e eeuw) dat hier het meeste volk naar toe lokt. Dat bouwwerk is het enige overblijfsel van het oorspronkelijke geheel, dat in 1568 door de Calvinisten van Montauban werd platgegooid, maar vervolgens in een totaal andere stijl in 1730 werd heropgebouwd. Iets meer dan twintig jaar geleden besliste een kunsthandelaar, helemaal verliefd als hij was op de werken van de plaatselijke schilder Marcel Lenoir, om het domein op te kopen. Hij bracht er alle schilderijen en tekeningen in onder die hij na de dood van de schilder in Parijs had gekocht. Vandaag is het kasteel dus museum geworden, al wonen de eigenaars er ook nog altijd. Marcel Lenoir, geboren Jules Oury, werd in 1872 geboren in Montauban. Net als zijn vader en zijn grootvader was hij voorbestemd om smid te worden, tot hij – om zijn techniek te verfijnen - naar de hoofdstad trok. Eens in Parijs raakte hij helemaal in de ban van de musea, waardoor hij zich stilaan op de schilderkunst zou beginnen toeleggen. Lenoir was een belangrijk figuur in Montparnasse, maar hij bleef vrij onbekend in de rest van het land en van de wereld, ondanks de vele werken die hij naliet. Die illustreren trouwens perfect de opeenvolgende stromingen die in het begin van de 20e eeuw en vogue waren. De laatste jaren van zijn leven bracht de kunstenaar in Montricoux door, waar hij in 1931 overleed - vandaar dus de keuze voor dit dorp. In het museum kan je vandaag een hele collectie schilderijen ontdekken van deze getalenteerde kunstenaar, en dat in een weinig voor de hand liggend, maar absoluut betoverend kader. De grootste ruimte, waarvoor de kunstenaar ooit een paar monumentale doeken maakte, doet vandaag nog altijd dienst als salon voor de huidige eigenaars, die de bezoekers ook zelf ook rondleiden.



Laatst aangepast op maandag, 29 maart 2010 10:06