Naam:
Email:
Artikels


BRAZILIË. Salvador de Bahia
PDF Afdrukken E-mailadres

Cidade Alta, de bovenstad

Rond het driehoekige en hellende plein van de Pelourinho ligt het oude centrum van Salvador volgens een typisch 16de-eeuws bouwplan. De barokkerken en hun kloosters, samen met de sobrados, de gekleurde herenhuizen van de kolonisten, zijn de meest opmerkelijke gebouwen. Vanaf het begin van de kolonisatie bouwden de Portugezen hier tal van kerken met imposante gevels en een weelderige decoratie. Voor de bouw gebruikten ze zwarte arbeidskrachten en de artistieke vaardigheden van de slaven voor houtbewerking en smeedkunst. Ze voerden ook de azulejos in, de typische beschilderde keramiektegels uit Portugal, om de muren van kloosters te bekleden met religieuze scènes of taferelen uit het dagelijks leven. In de wijk Pelourinho bevinden zich de meeste culturele bezienswaardigheden van Salvador en bijgevolg ook de meeste toeristen. De wijk wordt volop gerenoveerd maar er woont hier een zeer arme bevolking. Je zult merken dat zelfs de meest bouwvallige huizen, met door het vocht zwart uitgeslagen gevels, allemaal bewoond zijn. Deze woningen lijken meer op sloppenwijken dan op paleizen...

De fraai gerenoveerde gebouwen worden ingenomen door boetieks, restaurants of charmante hotels. Met de vernieuwing van de Pelourinho werd amper een vijftiental jaar geleden van start gegaan. In die tijd verkeerde de zone in een erbarmelijke toestand en de arme bevolking was er overgeleverd aan misdaad en drugshandel. Er werd enorm geïnvesteerd om de wijk te saneren en de politie staat vandaag op elke straathoek om misdaad te voorkomen en de toeristen te beschermen (zij zijn de belangrijkste inkomensbron van de stad). De miserie is niet verdwenen, maar een aantal plaatselijke initiatieven tracht opnieuw hoop te geven aan de kansarme kinderen. Die kinderen zie je in groepjes door de straten zwerven, spelend op hun trommels met een aanstekelijk enthousiasme. Hun muziek zorgt ervoor dat deze oude wijken opnieuw tot leven komen. Het is bijna onmogelijk om onbewogen te blijven bij hun meeslepende ritmes. Het Terreiro de Jesus telt niet minder dan 3 religieuze gebouwen. Het is een groot, bruisend plein rond de fontein Chafariz do Terreiro die de vier stromen van de staat Bahia uitbeeldt. ’s Avonds stellen de Baianas, vrouwen in schitterende witte jurken, er hun stalletjes op met Afro-Braziliaanse culinaire specialiteiten. De kathedraal Basilica da Sé is de oude kerk van het jezuïetencollege die in de 17de eeuw werd opgetrokken met het marmer dat diende als ballast voor de boten die leeg terugkeerden uit Portugal. De barokgevel is een klassiek voorbeeld van de Portugese koloniale stijl. De kathedraal werd heropgebouwd nadat hij begin 20ste eeuw zwaar beschadigd werd door een brand. Binnenin is de kathedraal enorm, maar het interieur is niet bepaald het meest charmante van Salvador, ondanks een hoofdaltaar van met goud bekleed hout. Let vooral op het plafond van de middenbeuk, dat versierd is met het symbool van de orde (een vergulde zon). Het mooiste deel van het bezoek is de sacristie omwille van de meubels en het houtsnijwerk in jacaranda en de portrettengalerij van de jezuïeten. Het oude jezuïetencollege was achtereenvolgens een ziekenhuis en een faculteit geneeskunde. Nu biedt het onderdak aan het Museu Afro-Brasileiro met collecties van houtsculpturen, aardewerk en andere ambachtskunsten. Een tentoonstelling illustreert enkele aspecten van de candomblé met foto’s, kostuums, sieraden en gewijde voorwerpen. Een deel van het museum is voorbehouden voor de spectaculaire sculpturen van de Argentijnse kunstenaar Carybé.

Aan de andere kant van het plein zijn de kerken São Pedro dos Clérigos en da Ordem Terceira de São Domingos enkel tijdens de erediensten geopend voor het publiek, wat de bezoeker niet verhindert om de fraaie rococo-gevels te bewonderen en eventueel de beschilderde plafonds voor wie de gelegenheid heeft binnen te glippen. Achteraan op het Largo do Cruzeiro (ook praça Anchieta genoemd) in het verlengde van het Terreiro de Jesus, staan het klooster en de kerk van Sao Francisco. De kerk verbergt achter haar 18de-eeuwse barokgevel adembenemende schatten met een overvloed van gouden versieringen. Op de muren beelden azulejos taferelen uit het leven van Franciscus van Assisi uit. Let op de standbeelden van engelen waarvan de lichamen en de grijnzende gezichten soms geïnterpreteerd worden als een wraak van de slaven die gedwongen werden om in de kerken te werken terwijl het hen zelf verboden was hun rites uit te oefenen. De wanden en de zalen van het klooster zijn eveneens gedecoreerd met grote scènes in azulejos, waarvan sommige getrouwe weergaven zijn van het leven in de 18de eeuw. Op sommige muren zijn kleine allegorieën te zien, op andere het huwelijk van de koning van Portugal met een Oostenrijkse prinses in een decor dat Lissabon kan zijn voor de aardbeving van 1755. Dit zou de enige getuige zijn van hoe de Portugese hoofdstad er in die tijd uitzag! De kerk van São Francisco wordt beschouwd als een van de mooiste en rijkste religieuze gebouwen van Brazilië. Onmiddellijk daarnaast bevindt zich de Igreja da Ordem Terceira de São Francisco die een merkwaardige geschiedenis heeft. Dit kerkje dateert van 1705 en heeft een gevel die volledig gedecoreerd is met stenen beeldjes, uniek in Brazilië. Gedurende onbepaalde tijd was de gevel echter volledig bekleed met een aantal pleisterlagen die deze ornamenten aan het zicht onttrokken. Het was pas in 1932 dat een arbeider ze toevallig ontdekte toen hij een gat boorde in de gevel om een elektriciteitskabel te bevestigen.

De binnenkant van de kerk is een stuk minder interessant dan die van São Francisco. Geplaveide steegjes leiden bergaf van het Terreiro de Jesus naar de Largo do Pelourinho, het plein waar zich tot 1835 de schandpaal bevond waaraan slaven werden vastgebonden en gegeseld. Vandaag is het de meest pittoreske plaats van de stad met een merkwaardige driehoekige vorm, huizen in pasteltinten en een schitterende helblauwe kerk. De kerk Nossa Senhora do Rosario dos Pretos werd in de 18de eeuw door slaven gebouwd die na hun werkdag een eigen kerk wilden omdat de toegang tot andere kerken hen ontzegd werd. Op de rococo gevel staan twee mooie klokkentorens. De binnenkant is harmonieus met fraai houtsnijwerk. Merk op dat alle heiligen hier zwart zijn! Bovenaan op het plein herbergt het Museu da Cidade standbeelden op ware grootte van de orixas en een bonte collectie van kunst en gewijde objecten. Daarnaast in het Casa de João Amado worden foto’s, boeken en persoonlijke bezittingen van de beroemde Braziliaanse auteur tentoongesteld. Aan de andere kant van het plein van de Pelourinho gaan we de straat bergop tot de Largo do Carmo. Onderweg zien we links de grote trap die naar de Igreja do Santissimo Sacramento do Passo (1737) leidt, een kerk met een sinister uitzicht, zwart uitgeslagen door de vochtigheid. Sinds mensenheugenis is ze gesloten voor renovatie. De kerk Ordem Terceira do Carmo werd in 1636 gebouwd en in 1828 in neoklassieke stijl heropgebouwd na een brand.

De binnenkant werd gedecoreerd door Francisco Xavier das Chagas, beter bekend als O Cabra (de mulat), een slaaf die geen enkele artistieke opleiding genoot. Op het barokke altaar verwijst het beeld van de Maagd volgens sommigen naar koningin Isabel II en ze kennen aan het kindje Jezus in haar armen de trekken van een mulat toe. O Cabra is ook de maker van een opmerkelijk Christusbeeld in de straat naast de kerk. Het bloed van het standbeeld werd verkregen door ossenbloed, walvisolie, hars van de bananenboom en 2.000 kleine robijntjes te mengen. Het klooster en de kerk van de karmelieten ernaast worden momenteel gerenoveerd en verbouwd tot een luxehotel. Verder in de rua do Carmo komen we in een wijk waar een aantal woningen werden gerenoveerd tot charmante hotels. Vanop de straat lijken de huizen met een of twee verdiepingen erg klein. Maar dat is in werkelijkheid, vooral aan de linkerkant, helemaal niet het geval. We bevinden ons op de rand van de rots tegenover de haven en de huizen zijn niet alleen erg diep, ze bezitten ook een of twee verdiepingen tegenover de oceaan en dus onder het niveau van de straat. De rua do Carmo geeft uit op de Praça de Santo Antônio met het oude Portugese fort van 1703 en de kerk Santo Antonio Além do Carmo die een van haar klokkentorens verloor tijdens een storm (de toren werd vervangen door een standbeeld van Sint-Antonius). We keren terug naar de kathedraal, waar links de Praça da Sé begint. Het is een gerenoveerd plein met een fontein, rondwandelende koffieverkopers en capoeiradansers. Verder bevindt zich op het Praça Municipal (of Praça Tomé de Souza) het fraaie Palacio Rio Branc, gebouwd in 1549 om er het kantoor van Tomé de Souza in onder te brengen, de eerste gouverneur-generaal van Brazilië. Het paleis werd in 1919 na een brand heropgebouwd. De esplanade biedt een schitterend uitzicht over de haven, de Mercado Modelo en de benedenstad, die in enkele seconden bereikbaar is met de Elevador Lacerda, een indrukwekkende lift in art-decostijl.

Van de Praça Municipal naar de Porto da Barra

De weg daalt af naar het noorden tot in Barra, aan de rand van de oceaan. We doorkruisen diverse wijken zonder belangrijke bezienswaardigheden. Campo Grande en Vitoria zijn vrij chique, residentiële wijken met zowel moderne gebouwen als mooie oude panden. In dit stadsdeel bevinden zich ook enkele musea: het Museu Costa Pinto stelt in een schitterend pand de privé-collectie van Carlos Costa Pinto tentoon met oude meubels, schilderijen, juwelen, porselein en objecten van ivoor en Chinees lakwerk. Het Museu de Arte da Bahia biedt een interessant overzicht van Braziliaanse artiesten van de 18de eeuw tot begin 20ste eeuw. De kleine stranden van Porto da Barra zitten tijdens het weekend overvol, maar een wandeling langs de avenida Oceânica loont de moeite. Niet zelden zie je hier jongeren op zoek naar de ultieme kick van de dijk in het water duiken. Op de drie rotsen van Barra bevinden zich oude forten. Het grootste is het Forte de Santo Antônio, gebouwd in 1590 precies op de plaats waar Amerigo Vespucci in 1501 aanlegde, daar waar de baai van Todos os Santos versmelt met de Atlantische Oceaan. In het fort bevindt zich het Museu Hidrografico en ook de elegante vuurtoren Farol da Barra. Vanuit Barra is het zicht op de zonsondergang indrukwekkend. Verder naar de noordelijke buitenwijken van Salvador strekken zich mooiere stranden uit.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 21:04