Naam:
Email:
Artikels


ARGENTINIË. Buenos Aires, hoofdstad van de tango
PDF Afdrukken E-mailadres

2. Het zuiden: Puerto Madero, San Telmo en La Boca

Achter het Plaza de Mayo en de Casa Rosada ligt Puerto Madero, de meest recente wijk. Deze buurt bestaat uit vier lange havendokken uit de 19de eeuw. Na de aanleg van de Puerto, iets meer naar het noorden, liet men deze constructies verloederen. De opslagplaatsen van rode baksteen zijn nu een tweede leven begonnen en herbergen lofts, kantoren en restaurants. Op de andere oever werden eveneens nieuwe gebouwen opgetrokken, die o.a. een prestigieus vijfsterren hotel huisvesten. De huurprijzen zijn hier vanzelfsprekend buitensporig hoog en een vierkante meter grond kost hier US$ 1000 tot 3000. Jachten en zeilschepen namen aan beide kanten van een zeer eigentijdse draaibrug de plaats in van de transportschepen van weleer. Deze commerciële vaartuigen werden immers snel te groot en te zwaar voor de breedte en de diepte van de bassins. Achter de hightechgebouwen strekt zich een zeer grote groene zone uit die tot aan de Rio de la Plata reikt. In deze Reserva Ecologica tref je verschillende natuurlijke biotopen aan, zoals een pampa bevolkt door vogels die langzaam uitgroeit tot een populaire plek voor zondagse wandelingen. San Telmo is wellicht de gezelligste buurt van de stad. Dit is de koloniale stad, die rond 1730 ontstond en de meeste gebouwen uit de Spaanse periode en antiquairs telt. De Antiguo Mercado, een grote overdekte structuur (1897-1930) te midden van een huizenblok, is meer het domein van sjacheraars dan van verkopers van groeten en fruit. Deze markt dateert van na de sociale metamorfose van deze buurt, waar destijds aristocraten en rijke families woonden. Deze bevolkingslaag ruilde de wijk in 1870 voor het noorden van de stad omdat de havenwijk werd getroffen door een epidemie van gele koorts. De mooie huizen werden verbouwd tot goedkope woningen waar nieuwe immigranten een onderkomen vonden. Het stadsbestuur be-sliste pas in de jaren 1970 de buurt te re-staureren en te redden wat er nog te redden viel. Ondanks deze opfrisbeurt is het rustige San Telmo (zonder grote lanen en druk autoverkeer) nog altijd een vrij volkse buurt met heel wat daklozen. De Calle Defensa is het hart van San Telmo, maar het Plaza Dorrego is een andere pleis-ter-plaats van de wijk. Deze esplanade met twee niveaus telt vele terassen van cafés en restaurants waar accordeonmuzikanten en tangodansers (vooral ‘s avonds, op zondag tijdens de rommelmarkt) voor sfeer zorgen. De Dorrego is een heus plaatselijk instituut en is een omweg waard. Carlos Gardel kwam vaak over de vloer van dit café. Het lijkt wel alsof de tijd hier al een eeuw stilstaat: de houten bar met ingekerfde hand-tekeningen, oude zwartwitfoto’s van toenmalige sterren (o.a. Gardel) en vierkante tafeltjes vol gekribbel van illustere onbekenden…

Dichtbij tref je de kerk van San Pedro Telmo aan, een van de oudste van de stad, die in 1734 door de jezuïeten werd opgetrokken. De achthoekige torens en koepels zijn midden 19de eeuw toegevoegd. Binnen zie je 18de-eeuwse olieverfschilderijen, relikwieën van de heilige en een schitterend altaar. Andere bezienswaardigheden in deze buurt zijn passages die worden ingenomen door een hotel, verkopers van oude en/of ongewone voorwerpen, patio’s en galerijen (Galeria Viejo Hotel, Calle Balcarce, Pasaje San Lorenzo, Calle Defensa en huis nummer 380, de Casa Minima, het smalste pand van Buenos Aires)… Het mooi-ste huis is ongetwijfeld de Galeria Pasaje La Defensa (Calle Defensa), met een driedubbele patio en vloer met dambordmotief. In deze buurt zijn twee musea een bezoekje waard. Het eerste tref je aan naast de kerk en is een gewezen gevangenis (Museo Penitenciario Argentino) waarvan de cellen rond een plein met arcaden liggen. Het gebouw was tussen 1822 en 1976 een vrouwengevangenis, maar daarvoor was het een jezuïetenschool (1740) waarvan de kapel en het ziekenhuis overbleven. In de zalen zie je gestreepte gevangenispakken en tal van andere voorwerpen uit de penitentiaire wereld. Het Museo de Arte Moderno ligt aan de Avenida San Juan en is ondergebracht in een gewezen tabaksfabriek, inclusief opslagplaatsen, naast het Museo del Cine (museum van de Argentijnse film). Verderop, voorbij het viaduct van autosnelweg 25 de Mayo, volgen drie bezienswaardigheden elkaar op aan de Defensa: de Bar Britanico, die even beroemd is als de Dorrego maar minder kunstzinnig en fotogeniek, de honderdjarige Russische orthodoxe kerk (Calle Brasil) die herkenbaar is aan de blauwe koepels van de klokkentorens en het Museo Histórico Nacional. Dat museum is ondergebracht in het gewezen huis van een van de rijkste families van San Telmo, de Lezama (het paleis is opgetrokken in Italiaanse stijl). De 32 kamers van het pand zijn gevuld met foto’s, documenten en andere voorwerpen die ‘s lands geschiedenis tussen de 16de en 19de eeuw vertellen. Het Parque Lezama en de nogal kitscherige tuin met standbeelden hebben de plaats van de familiale ranch ingenomen. Dit mooie park komt vooral in de late namiddag tot leven, wanneer kaart- en schaakspelers plaatsnemen aan stenen tafeltjes. Talrijke beeldhouwwerken hebben hier een historisch thema omdat deze plek de bakermat van de stad was…

Iets meer zuidwaarts kronkelen de geplaveide steegjes van La Boca rond een inham van een bocht van de Riachuelo voordat die zich in de Rio de la Plata stort. Deze buurt, die je ‘s nachts het beste mijdt, is naar verluidt de enige wijk ter wereld waar gevels, boomstammen en elektriciteitspalen de kleur van een voetbalclub mogen dragen. De club Boca Juniors geniet hier naam en faam, want de nationale held Diego Maradona werd er ontdekt. Sindsdien verkopen de supporterwinkeltjes, die je traditioneel rond stadiums aantreft, het beroemde gele en hemels-blauwe voetbalshirtje niet alleen aan Porteños. La Boca, dat zichzelf de titel van republiek aanmat, wordt hoofdzakelijk bevolkt door een Italiaanse gemeenschap. Deze immigranten gingen hier midden 20ste eeuw aan wal en vestigden zich rond de kaaien. Ze namen hun intrek in gammele huisjes opgetrokken in baksteen, hout en golfplaten. Om de boel op te fleuren gebruikten de bewoners overschotten van verf die diende voor scheepsrompen. Dat verklaart meteen de aanwezigheid van de vele kleuren die deze wijk een uniek en levendig karakter schenken. Deze plek is natuurlijk zeer toeristisch en de toeristenwinkeltjes schoten er als paddenstoelen uit de grond. Veel meer dan de Bombonera (de bijnaam van het voetbalstadium) zijn het Caminito met de kleurrijkste barakken en de straten er rond die de bezoekers aantrekken. Je vindt er ook een interessante kunstgalerij (Fondacion Proa, Avenida Don Pedro de Mendoza, recht tegenover de kaai) en het Museo de Bellas Artes de la Boca (aan dezelfde laan die de Vuelta de Rocha, de baai, volgt). In het verlengde van de enorme, metalen bruggen ligt de Calle Necochea, met oude cantinas, de populaire restaurants die liever groepen dan individuele reizigers verwelkomen. Rond het nabijgelegen Plaza Solis tref je andere kleurrijke huizen aan. Deze panden zijn iets minder toeristisch dan de huizen van Caminito.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 16:56