Naam:
Email:
Artikels


Kroatië: Split
PDF Afdrukken E-mailadres

Ten westen van Split: uitstap naar Solin en Trogir

De baan naar Solin ligt amper een tiental meter naast het aquaduct van Diocletianus. Het bouwwerk verkeert in een zeer goede staat en wordt nog altijd gebruikt om sommige wijken van de stad van water te voorzien. In de verte verrijst de burcht van Klis tussen de Kozjak- en Mosorheuvels, 11 km van Split. Het gebouw dateert uit de middeleeuwen en was de woning van de hofhouding van een Kroatische prins. Het gebouw veranderde daarna meermaals van eigenaar. De Ottomanen vestigden zich er in 1537 en in 1648 streken de Venetianen er neer en ze transformeerden de moskee van Klis in kerk. Nu kan je dit indrukwekkende gebouw bezoeken en je geniet er van een schitterend uitzicht op de kust en de eilandjes. Kastela ligt in een baai tussen Split en Trogir. Ondanks het ontluikende toerisme leeft de bevolking hier vooral van de landbouw (fruit, groenten, olijven, wijnbouw…) en van de handwerksnijverheid, handel en visserij. Destijds ontstonden hier zeven dorpjes rond evenveel kastelen (kastel). De leefgemeenschappen werden genoemd naar de forten die het dorp tijdens aanvallen moesten verdedigen. Deze vestingen vormden samen de zogenaamde “verdedigingsmuur van het christendom” tegen de Turkse dreiging en de islam. Nu vormen deze dorpen een uitgebreid stedelijk netwerk met een aantal overblijfselen uit lang vervlogen tijden en kerken. De meeste bezienswaardigheden staan in de historische centra vlakbij de kust. Toch kunnen deze parels niet rivaliseren met Trogir waarvan de oude stad op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco prijkt en zich op een eilandje nestelt. Twee bruggen verbinden dit oude stadsdeel met de andere wijken op het vasteland en met het eiland Ciovo waar je in het jachthaventje van een mooi uitzicht op de zuidkant van Trogir geniet. Let op de 15de-eeuwse Venetiaanse toren en vestingwerken waar 's zomers concerten en evenementen worden georganiseerd.

TROGIR

Trogir ligt 25 km van Split en is een architecturale parel in de zee. Kenmerkend voor de zuidelijke ingang van de stad zijn de kleine hallen waar vis werd verkocht (in de zomer verkoopt men er vooral souveniertjes voor toeristen) en die een schuilplaats waren voor wie voor de gesloten stadspoorten stond. Hier verrijst de toren van het benedictijnerklooster waar nog altijd zes nonnen een teruggetrokken leven leiden. Het religieuze gebouw staat in een steegje en vertoont meerdere bouwstijlen. De werkzaamheden begonnen in de 11de eeuw, maar duurden lang. Hierdoor is het kloostergebouw een mengeling van romaanse stijl, gotiek, renaissancestijl en barok (de klokkentoren bijvoorbeeld). Enige manier om een glimp op te vangen van het gebouw is de “Kairos” (verzameling van kunstvoorwerpen) bezoeken. Een van de schatten van deze collectie is een Grieks bas-reliëf dat in de zolder van een slager werd gevonden. Trogir werd in de 3de eeuw v.Chr. gesticht door de Grieken van het eiland Issa, daarna volgde een Romeinse periode, behoorde het een tijdlang tot Byzantium en waren er invallen van de Slaven. Daarna werd het stadje opgenomen in het Hongaars-Kroatische Rijk en de komst van de Venetianen maakte hier begin 15de eeuw een eind aan. Tijdens de Venetiaanse over-heersing veranderde het stadsbeeld grondig, en soms doet Trogir aan de Dogenstad denken. De meeste gebouwen dateren uit deze periode, maar toch staan er in de oude stad gebouwen uit de 12de en 13de eeuw. Belangrijkste overblijfselen van het architecturale erfgoed zijn het Stadhuis (15de eeuw), het Venetiaanse Cipikopaleis en de gemeentelijke loggia (in de 16de eeuw diende de wandelgalerij op het terras als rechtbank) met de oorspronkelijke tafel en bas-reliëfs.

De Sint-Laurentiuskathedraal wordt momenteel gerestaureerd. Let op de klokkentoren van dit gebedshuis dat eind 16de eeuw afgewerkt werd en een mengeling is van verschillende bouwstijlen. Binnen bestaat de kerk uit drie hoofdbeuken en ook hier merk je zowel romaanse als gotische elementen. Men begon de bouw van de kathedraal in romaanse stijl (13de eeuw) en het gebouwd kreeg uiteindelijk een gotische afwerking in de 14de eeuw. Let er vooral op de schitterende 15de-eeuwse gotische koorstoelen, 14de-eeuwse preekstoel en een mooi beschilderd kruis van de hand van een 15de-eeuwse plaatselijke kunstenaar. De volledig met marmer versierde kapel van de heilige Jan Ursini is een van de mooiste plaatselijke voorbeelden van renaissancestijl. Let op de fijn bewerkte vakzoldering, inspiratiebron voor deze versiering was het plafond van de Jupitertempel van Split. Andere bezienswaardigheden in de kapel zijn de bas-reliëfs, het liggende beeld en de ernstige standbeelden van de apostelen. De sacristie herbergt een “schat”: liturgische voorwerpen van edelmetaal opgeborgen in kasten met mooi houtsnijwerk. Wandel lukraak in de steegjes en doorgangen, over de pleintjes en langs de Riva over de kades waar vissers- en plezierboten en kleine cruiseschepen dobberen. Dit is de beste manier om de kerken en gebouwen van de charmante stad te ontdekken. Aan de kust, rechtover Ciovo en tot aan de toren (destijds een onderdeel van de vandaag onvolledige vestingwal), bevinden zich terrassen van cafés en gezellige restaurants. Blikvanger is hier een mooi gebouw waar nu een school in gehuisvest is, maar dat niet zou misstaan als luxueus hotel in pure Venetiaanse palazzostijl. Wie van een onvergetelijk uitzicht op Trigur en de eilandjes voor de kust wil genieten, moet de weg naar Sibenik volgen.

SOLIN

De archeologische vindplaats Salona torent boven het moderne stadje Solin uit. Deze naam is natuurlijk afgeleid van de Romeinse benaming van de gewezen hoofdstad van de provincie Dalmatië waar destijds tien keer meer mensen woonden dan nu. Deze plaats werd reeds bevolkt voor de Romeinen er neerstreken: na de Illyriers was het de beurt aan de Grieken die er in de 4de eeuw v. Chr. een haven stichtten die zou groeien en bloeien. Het forum en de ruïnes van het theater (in het zuiden), dateren van de Griekse periode. Onder de heerschappij van de Romeinse keizer Diocletianus (4de eeuw) groeide Salona uit tot de belangrijkste stad van de oostelijke Adriatische kust. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er weinig indrukwekkende ruïnes overblijven. De oude stad werd in de 7de eeuw verwoest door de Kroaten en andere volkeren. Dit is ook de reden waarom de oorspronkelijke bevolking vertrok om zich in het gewezen paleis van Diocletianus te verschansen. Er blijft dan ook weinig over van de Griekse omwalling (die de Romeinen verbreedden) en het honderdtal vestingtorens die over de stad waakten. De meeste overblijfselen van dit glorieuze verleden bevinden zich in het noordelijke gebied van de archeologische vindplaats met bijvoorbeeld een amfitheater en ruïnes van andere gebouwen. Er zijn ook overblijfselen van een basiliek die werd opgetrokken op een christelijke begraafplaats waar de heilige Duja na zijn terechtstelling werd begraven. Omdat iedereen naast de martelaar wou begraven worden, groeide de necropool snel. Tijdens opgravingen werden veel stenen sarcofagen gevonden en de mooiste exemplaren werden naar het Museum voor Archeologie van Split overgebracht. Op de necropool werd begin 6de eeuw een basiliek met drie hoofdbeuken opgetrokken. Dit gebedshuis werd een eeuw later verwoest tijdens de invallen van de Kroaten. Toen de oorspronkelijke inwoners op de vlucht sloegen, namen ze het stoffelijke overschot van Duja mee naar de kathedraal in het paleis van Diocletianus.

Het eiland Hvar

Hvar heeft een oppervlakte van 300 km2, is 62 km lang, heeft de vorm van een hagedis en is het tweede grootste eiland van Kroatië. De grootste stad van het eiland heeft dezelfde naam en er leven zo'n 4000 inwoners (iets meer dan een derde van de totale eilandbevolking). Maar sinds het begin van de 20ste eeuw daalde het aantal inwoners van Hvar met 50 %. De ontwikkeling van het toerisme kan niet verhinderen dat de bevolking blijft wegtrekken. Jongeren keren na hun studies in Zagreb en Split zelden terug naar Hvar. Naar verluidt is het leven op het eiland buiten het toeristische hoogseizoen niet bijzonder vrolijk. Hoewel het eiland altijd van de landbouw (en wijndruiven) en visserij leefde, is toerisme er niets nieuws. Er is reeds anderhalve eeuw sprake van een toeristische activiteit. De eerste vakantiegangers zochten er het gunstige klimaat en aangename zomertemperaturen op. Keizerin Sissi verbleef regelmatig in het Hotel van keizerin Elisabeth (nu het Palace), een etablissement dat ze grotendeels zelf financierde. De zon zou er 2715 uur per jaar schijnen, hetgeen meer is dan in Nice (2706 uur) en de hotels zouden naar verluidt kortingen geven als het in de winter sneeuwt, vriest en als de mist langer dan acht uur blijft hangen.

Nu trekken toeristen vooral naar Hvar voor het prachtige landschap en blauwe water. Ook het charmante stadje is een bezienswaardigheid: het werd opgetrokken rond een vissershaventje en bezit een indrukwekkend erfgoed dat hoofdzakelijk Venetiaans is. De ferryboten die het eiland met het vasteland verbinden leggen aan in Stari Grad waar de passagiers de bus en taxi kunnen nemen naar Hvar. Hier zie je reeds de indrukwekkende citadel die werd opgetrokken door de Fransen op de Venetiaanse vestingmuur (13de eeuw). Dit piepkleine stadje kan terugblikken op een woelig verleden omdat de haven een strategische ligging genoot. De stad werd in de 4de eeuw v. Chr. gesticht door de Grieken, ingenomen door de Illyriers (omstreeks 235 v. Chr.) die in 219 v. Chr. werden verjaagd door de Romeinen. Daarna streden de Venetianen, Byzantijnen, Kroaten en Hongaren om Hvar en uiteindelijk zijn het de Venetianen die zich er vestigden en die de stad gouden tijden bezorgden. Vooral de handel en scheepswerf waren zeer winstgevend, maar de stad werd in 1571 door de Turken verwoest. Na de val van de Republiek Venetië werd het eiland, en heel Dalmatië, Oostenrijks om in 1806 Frans te worden (de Russen bombardeerden het eiland in hetzelfde jaar).

Daarna bezetten de Britten het eiland dat in 1813 opnieuw Oostenrijks werd. Deze periode van aanslepende conflicten betekende het einde van de haven van Hvar. Nu leeft de stad van het toerisme. Het historische centrum (Grad) ligt aan de voet van de vestingmuur en strekt zich uit rond een groot rechthoekig plein met zicht op zee. Op een van de hoeken aan de kades staat het gewezen arsenaal dat nu het toerismebureau en het theater huisvest. Dit gebouw is het laatste overblijfsel van een destijds levensnoodzakelijke activiteit. Toen de Venetianen Hvar in de 13de eeuw als uitvalsbasis voor hun oorlogsvloot kozen, groeide de stad door de handel (vooral de pekelvis) snel uit tot de rijkste stad aan de Adriatische Zee. De welvaart was in die periode zo groot en algemeen dat bijna iedereen van een hoge levensstandaard genoot. Toch behielden de edellieden de politieke macht. Dit machtsoverwicht was niet naar de zin van de rijke burgers (die ook schitterende huizen lieten bouwen en wiens kinderen ook in het buitenland studeerden). Deze ontevredenheid veroorzaakte conflicten die begin 16de eeuw tot een gewapende opstand escaleerden. Het conflict duurde bijna vier jaar en Venetië koos uiteindelijk de kant van de adel en maakte een bloederig einde aan de opstand. Toch konden de machthebbers de revolte niet in de kiem smoren en de conflicten zouden tot 1610 aanslepen. De ondertekening van een verdrag dat aan alle bewoners van Hvar dezelfde rechten toekende, maakte een eind aan de onlusten. Dit verdrag maakte van het eilandje de eerste Europese democratie. Deze datum was zo belangrijk voor de plaatselijke bevolking dat dit jaartal het begin werd van een nieuwe jaartelling: boven de ingang van het theater lees je bijvoorbeeld het opschrift: “Tweede jaar van vrede”. Dit eerder discrete gebouw, op de bovenverdieping van het arsenaal, was het eerste openbaar theater van Europa. Er bestonden natuurlijk theaterzalen in andere steden, maar dat waren stuk voor stuk privé-eigendommen (zelfs de beroemde Londense Globe). Het theater van Hvar was voor iedereen toegankelijk: van edellieden tot vissers, die hun toegangs-kaartje konden betalen met twee gepekelde vissen. Het interieur van het gebouw is recenter (begin 19de eeuw) en oorspronkelijk waren er geen loges. De mooie zaal is klein en in de inkomhal herinnert een houten draak aan de oorspronkelijke militaire functie van het gebouw: het monster stond op de boeg van een galei dat in 1571 deelnam aan de slag bij Lepanto…

Het arsenaal stond vroeger in het water: de schepen die er werden gebouwd, werden door de boogvormige poort te water gelaten. Deze monumentale poort geeft vandaag op de kade uit. Het gebouw weer-staat sinds de 13de eeuw aan de tand des tijds, maar nu takelt nu snel af. De barsten zijn zorgwekkend groot en het is nog altijd wachten op de toelage van de Unesco voor de restauratie van de constructie. In afwachting van betere tijden heeft men het aantal toeschouwers beperkt tot 2000. Het grote plein deelde de stad destijds in twee. Het oudste stadsdeel (Grad) lag te midden van de verdedigingswerken en werd vooral door edellieden bewoond. Vlakbij het arsenaal bevonden zich de zogenaamde “voorsteden” (Burg) voor het “plebs” dat echter zeer welstellend was en grote panden liet optrekken. Op de heuveltop stond de citadel die door de Venetiaanse soldaten als uitkijkpost werd gebruikt. Het fort dat je hier anno 2005 ziet, is niet de oorspronkelijke constructie die in 1550 werd afgewerkt. Een blikseminslag deed deze opslagplaats van buskruit in 1579 ontploffen. Hierdoor leden meer dan tachtig galeien en paleizen schade. Marmont, een maarschalk van Napoleon, liet in 1807 een nieuwe burcht bouwen op een iets hoger gelegen plaats. Nu is het gebouw gedemilitariseerd en herbergt het een afdeling van de universiteit van Zagreb, gespecialiseerd in het observeren van de zon en aardbevingen. Enkele van de belangrijkste gebouwen stonden vlakbij de omwalling zoals het Stadhuis gehuisvest in de loggia (dit is nog altijd zo) en het hotel Palace (het enige luxehotel van het eiland). Deze gebouwen werden aan de rand het plein gebouwd, vlakbij de zee. De ingang van de versterkte stad ligt in een zijstraatje naast een onafgewerkt 15de-eeuws gotisch paleis. Deze “eeuwige” werf wordt binnenkort wellicht eindelijk afgewerkt. Een Rus die beweert af te stammen van de oor-spronkelijke eigenaar heeft het gebouw onlangs gekocht en is van plan om het paleis af te werken aan de hand van originele plannen. Iets hoger ligt het benedictijnerklooster waar de 15 zusters nog altijd kant klossen en hiervoor een techniek gebruiken uit Tenerife (maar die er ondertussen helemaal is verdwenen). Dit is een tijdrovende bezigheid: aan een vierkantje van 100 cm2 werken de dames ongeveer 500 uur.

Slechts een van deze kloosterzusters mag in contact komen met de buitenwereld (van 10 tot 12 u). De kloostergemeenschap leeft uitsluitend van de kantverkoop en giften en is niet toegankelijk voor bezoekers. Wie de kerk wil bezoeken moet dit tijdens de misvieringen doen. In de straatjes binnen de omwalling staan tal van mooie woningen die jammer genoeg niet in een zeer goede staat verkeren. Buitenlanders kopen deze panden massaal omdat het de Kroaten de noodzakelijke financiële middelen ontbreekt om ze te kopen en te restaureren. Binnen enkele jaren zullen deze kleine paleizen gerenoveerd zijn en wellicht als buitenverblijf dienen. Misschien kan je er binnen afzienbare tijd zelfs een gastenkamer boeken, want het ontbreekt de negen plaatselijke geprivatiseerde hotels duidelijk aan charme... Het meest interessante monument van Hvar is wellicht de kathedraal, aan het hoofdplein. Dit gebouw is reeds de 5de kerk die sinds de 6de eeuw op dezelfde plaats werd gebouwd. De kathedraal werd opgetrokken van de 16de tot de 18de eeuw. Dit is de reden waarom het interieur barok en de buitenkant in renaissancestijl is. In de gevel merk je gotische (de vensters) en romaanse (de klokkentorens) elementen. In het timpaan zie je de heilige Stefanus die als een boeddha oogt en aan wie de kathedraal is opgedragen. De oude gotische kerk werd opgehoogd en er kwamen twee zijbeuken bij met elf barokke altaars. Het oudste van deze altaars is het allereerste werk van de toen 17-jarige Balthazar. Andere parels zijn de schitterende houten gotische koorstoelen (uit de oude kerk). Aan de linkerkant van het hoofd-altaar merk je een neoklassieke 19de-eeuwse kapel op waar het gemummificeerde bovenlichaam van een martelaar van het vroege christendom rust. Jaarlijks komt een bisschop speciaal naar het eilandje om deze relieken tijdens een processie aan de bevolking te tonen.

Op Hvar duren sommige processies maar liefst negen uur en het lijdensverhaal van Christus duurt de hele nacht. Ander belangrijk religieus gebouw is het franciscanenklooster dat vlakbij de zee werd gebouwd in het verlengde van de kade. De legende wil dat een Venetiaans officier ooit zwoer om de bouw van een rusthuis voor behoeftige zeemannen te financieren als hij een schipbreuk overleefde. Dit plan kreeg de steun van de adel. Het gebouw deed eerst dienst als ziekenhuis met daarnaast een begraafplaats en een kerk die in de 15de eeuw werd vergroot. Nu ontfermen slechts twee monniken zich over het gebouw dat ook een olijfgaard, moestuin en een bibliotheek van 10.000 boeken (met 60 incunabels) omvat. Jammer genoeg hebben de geestelijken te weinig geld om het klooster te onderhouden en te renoveren. Een van de weinige gerestaureerde plaatsen van het gebouw is de kloostergang in renaissancestijl. In de waterput kon tot 300.000 liter regenwater worden opgevangen. Deze voorraad was handig toen het eiland (waar weinig drinkbaar water beschikbaar was) de galeien moest bevoorraden met behulp van een ondertussen verdwenen leiding. Het gebouw heeft een uitstekende akoestiek en er worden 's zomers kleinschalige concerten van klassieke muziek georganiseerd. Een van de deuren geeft toegang tot de gewezen refter van de monniken, een zaal die bij het museum van liturgische voorwerpen hoort en waar het enorme schilderij van het laatste avondmaal (toegeschreven aan verschillende artiesten) staat. Volgens kenners zou dit het enige doek zijn van Mateo Ponzoni die bijzonder jong stierf.

Als dit inderdaad zo is, is zijn heengaan een groot verlies voor de schilderkunst: het licht en de gelaats-uitdrukkingen van de apostelen zijn schitterend. Ook de kerk is bijzonder. De vloer is bedekt met grafstenen: vlakbij het hoofdaltaar begraven worden, was destijds bijzonder prestigieus. Families die de bouw van de kerk financierden, kregen een laatste rustplaats in het heiligdom. Napoleon verbood deze praktijk omdat hij voor de hygiëne vreesde en hij liet zelfs de grafstenen verwijderen. Maar in Hvar werden deze stenen behouden en kan je de stambomen van de plaatselijke vooraanstaande families ontdekken. Andere bezienswaardigheden in dit charmante kerkje zijn de houten koorstoelen die voorbehouden waren aan de edellieden en de vele werken van Italiaanse (vooral Venetiaanse) kunstenaars. De bevolking van Hvar heeft duidelijk een zwak voor dit kerkje: ze wonen er liever de zondagsmis bij dan in de kathedraal. Hvar is een goede uitvalsbasis voor allerhande excursies zoals daguitstappen naar Split, de eilandjes Brac en Korcula, Makarska en Dubrovnik. Je kan er heerlijk zonnen op enkele keienstrandjes, maar ook de pendelboot nemen naar de naburige eilandjes met zandstranden zoals Paklinski en naar de mooiste baai van de archipel, Palmijana. Op de meeste van deze eilandjes zijn cafeetjes en restaurantjes, maar geen hotels. Zelfs in de zomer vind je er probleemloos een rustig plekje om heerlijk weg te dromen en echt tot rust te komen. Goede reis!



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 14:54