Naam:
Email:
Artikels


Italië, Rome
PDF Afdrukken E-mailadres

Het park van de Pincio en Villa Borghese

Vertrekpunt van onze laatste wandeling: de mooie Piazza del Popolo, een groot ovalen plein dat werd aangelegd in 1533 en heringericht door de Romeinse architect Giuseppe Valadier in 1824. Ondanks de uiteenlopende stijlen straalt dit plein een serene harmonie uit. De obelisk die uit Egypte werd meegebracht door Augustus stond oorspronkelijk in het Circus Maximus. Ze werd hierheen verhuisd in 1589. De twee bijna identieke barokkerken werden in de 17de eeuw ontworpen door Carlo Rainaldi. Ertegenover, bij de Porta del Popolo, die het noordelijke uiteinde van de stad aangeeft, staat de Santa Maria del Popolo, op een plaats waarvan men geloofde dat de schim van Nero er rondwaarde. Het huidige gebouw stamt uit de 15de eeuw. Verscheidene bekende kunstenaars werkten eraan mee: Andrea Bregno, Bramante, Bernini en Rafaël. De kapel links van het koor bevat twee grote schilderijen van Caravaggio. Naast de kerk leidt een trap naar de Pincioheuvel, waar zich reeds in de Oudheid de prachtige terrasvormige tuinen van de familie Pinci bevonden. Giuseppe Valadier legde ze in de 19de eeuw opnieuw aan en tekende brede lanen in de schaduw van steeneiken en pijnbomen, omgeven door fonteinen en de standbeelden. De Viale del Belvedere en het terras boven de Piazza del Popolo bieden eveneens onvergetelijke uitzichten op de daken van Rome, de hangende tuinen en de Sint-Pietersbasiliek. In het weekend is de Pincio een van de favoriete bestemmingen van de Romeinen. Het park is behoorlijk uitgestrekt, maar je kunt er fietsen huren, bijvoorbeeld om je naar de Villa Borghese te begeven.

Het park en het museum van de Villa Borghese

Het park is op zich reeds een echt openluchtmuseum. Het is toegankelijk voor het publiek en zeer geliefd bij de inwoners van de stad. De term ‘villa’ verwees vroeger naar een luxueus verblijf, met inbegrip van een woning en een groot park, voorzien van antieke beelden, fonteinen, vijvers en bloementuinen. Men maakte er wandelingen over lanen omgeven door grote bomen en grasperken. Deze villa werd in 1613 voor kardinaal Scipion Borghese ontworpen door de architecten Flaminio Ponzio en de Vlaming Jan van Santen (wiens naam veritaliaanst werd tot Giovanni Vasanzio), die zich lieten inspireren door het plan van de Villa Farnesina. De kardinaal was een hedonist en wilde zich omringen met een ‘tuin der lusten’. Bij zijn dood, in 1633 leek die veeleer op een barok pretpark, met automaten, erotische afbeeldingen, een zoo en fonteinen die bezoekers bij verrassing besproeiden. Hij was echter ook een grote mecenas en bestelde in het bijzonder een reeks werken bij de toen nog jonge beeldhouwer Bernini. Die collectie zie je op de benedenverdieping van de villa, terwijl de eerste verdieping de pinacotheek met Italiaanse werken uit de 16de en 17de eeuw herbergt. De gevel was oorspronkelijk rijk versierd, maar werd in de 19de eeuw ontdaan van zijn beelden en bas-reliëfs. De nakomelingen van de familie Borghese verkochten jammer genoeg een groot deel van de collecties van hun voorvader. In 1901 werd het eigendom (en wat overbleef van de inboedel) aangekocht door de staat, die het geheel openstelde voor het publiek. Het museum is in ieder geval een bezoekje waard. Keer vervolgens terug naar de Pincio en volg de Viale Trinità dei Montiveri om af te dalen naar de Villa Medici, die eveneens werd gebouwd naar het voorbeeld van de Villa Farnesina, aan het einde van de 16de eeuw. De voorgevel is sober, maar die aan de kant van de tuinen wemelt van de ornamenten. Het huis biedt een buitengewoon uitzicht op de stad, maar kan in principe niet worden bezocht. Er hebben wel geregeld tentoonstellingen plaats, zodat je er dan toch binnenkomt. Verderop kom je bij de kerk van Trinità dei Monti, die in 1495 werd opgericht door de Franse koning Karel VIII. Ze wordt momenteel gerestaureerd en staat aan het einde van een lange trap van travertijn (1725) die afdaalt naar de Piazza di Spagna en vanwaar je een prachtig beeld krijgt van de winkelbuurt bij uitstek van Rome. Zaterdagmiddag ziet het er zwart van de mensen. Eindpunt van deze wandeling is de Piazza di Spagna. Draai je om en bewonder de originele vorm van de ‘Spaanse trappen’ die je zojuist bent afgedaald. Aan je voeten zie je een fontein in de vorm van een boot, de Barcaccia, een werk van Pietro Bernini, de vader van de bekendere Giovanni Bernini. Hij maakte ze in 1629 voor paus Urbanus VIII, die tot de familie Barberini behoorde. Je bemerkt hun embleem, met bijen en de zon, op deze vreemde fontein, die ietsje lager dan het grondniveau is geplaatst om het gebrek aan druk op het water van de AcquaVergine dat de fontein voedt te compenseren. Aan beide zijden van de trap heersen de Engelsen: rechts is er de chique tearoom Babington’s, die in 1896 werd geopend door twee Engelsen. In een discrete sfeer kun je er – voor bijna onbetaalbare prijzen – diverse theesoorten en typisch Britse versnaperingen proeven. Links vind je de Keats-Shelley Memorial, een museumpje dat herinneringen bevat aan de twee jonge romantische dichters, die enige tijd in Italië verbleven. Keats was 25 toen hij in 1821 in dit huis overleed. Shelley kwam het jaar erna om in een schipbreuk. Van de tentoongestelde voorwerpen zijn hun handschriften ongetwijfeld de meest aangrijpende…



Laatst aangepast op zaterdag, 03 april 2010 10:37