Naam:
Email:
Artikels


GUATEMALA
PDF Afdrukken E-mailadres

Reisroutes

De geografische verscheidenheid van Guatemala is opmerkelijk. De alluviale kustvlakte aan de Stille Oceaan gaat over in een keten van 30 vulkanen waarvan de hoogste tot 4220 meter reikt. Achter deze versperring strekt zich een hoogvlakte uit, de Altiplano. Dit plateau schommelt tussen 1500 en 2500 meter en wordt hoogland genoemd. We onderscheiden het westelijk hoogland van de Alta Verapaz, die iets minder hoog en niet vulkanisch is, maar wel kalkhoudend en vol grotten. De vlaktes van het hoogland bevinden zich op en grote breuk in de Stille Oceaan en zijn dan ook onderhevig aan aardschokken. De laatste aardbeving dateert van 1976 en steden, waaronder Antigua, dragen er nog zichtbare sporen van. In de vlaktes van het hoogland liggen de indiaanse dorpen dicht bij elkaar, omgeven door maïsvelden en koffieplantages. De vlaktes aan de Craïbische kust, in het oosten, en Peten, in het noorden, maken deel uit van het laagland. In de Oriente, waar het grootste meer van het land (het Lago Izabal) zich tussen twee min of meer parallele cordilleras uitstrekt (Sierra Santa Cruz en Sierra de las Minas) maakt een semi-woestijn naar de zee toe plaats voor een tropische vallei met bananenbomen. We bevinden ons hier op de grens met Belize, waarvan Guatemala de ‘afsplitsing’ nog altijd niet goed verteerd heeft. Het immense kalkplateau van Peten, dat amper 200 meter boven de zeespiegel ligt, is bedekt door oerwoud dat zich verder naar Belize en Mexico uitstrekt. Di gebied is dunbevolkt, maar rijk aan archeologische ruïnes. In de dichtbegroeide bossen zijn zo goed als geen wegen en de rivieren blijven de voornaamste transportwegen. Vanuit Ciudad de Guatemala, gelegen in de vulkanische zone van de hoovlakte, gaan we op verkenning van de Altiplano van de Alta Verapaz, rond Coban, alvorens door te trekken naar het Lago Atitlan, Antigua en Chichicastenango, in het westelijk hoogland. Van de Caraïbische kust varen we de Rio Dulce op tot aan het Lago Izabal, om vervolgens Peten en Tikal te bereiken. We trekken dus niet verder naar het westen en de Stille Oceaan waar het toerisme zich zo goed als niet ontwikkeld heeft bij gebrek aan betoverende landschappen of opmerkelijke sites. Voorzie voor de reisroute die wij je voorstellen minstens 4 tot 4 weken.

CIUDAD DE GUATEMALA

La Nueva Guatemala de la Asunción (de oorspronkelijke naam van Ciudad de Guatemala) is sinds het begin van de kolonisatie de derde hoofdstad van het land. De stad heeft haar hestaan te danken aan de aardbeving die, tussen 1773 en 1775, de macht van Antigua naar de vallei van Ermita verplaatste. De nieuwe hoofdstad werd gesticht op de plaats van een Kaminaljuyu stad, waarvan nog enkele sporen terug te vinden zijn in Zone 7 en in het Archeologisch en Etnografisch Museum. Tegenwoordig reikt de stad tot aan de uitlopers van het plateau en palmt ze heel de vallei in. Ciudad de Guatemala werd in 1917,1918 en 1976 eveneens door aardbevingen getroffen. Ik stad bezit, in tegenstelling tot Antigua, weinig sporen uit haar koloniale periode. Ondanks zijn barokke aanblik is zelfs het Paleis van de Gouverneur, op de Plaza Mayor, niet ouder dan 1943. Het oude stadsgedeelte telt slechts een handvol huizen met neoklassieke gevel en een kathedraal die verscheidene malen verbouwd werd. Voor de rest bestaat het historisch centrum uit betonnen laagbouw. Buiten het stadscentrum is de verstedelijking chaotisch en zijn er 21 'zones'. Voor een buitenlander is een plattegrond van de stad, met uitzondering van het centrum dat volgens een rechtlijnig stadsplan opgetrokken werd, zo goed als onleesbaar. Voeg hier druk verkeer en vervuiling aan toe, en je eerste indruk van de stad is weinig positief. En eerlijk gezegd betert dat niet echt na een paar dagen. Eigenlijk kan je Ciudad de Guatemala best in het begin van je reis bezoeken. Zo kan je alleen maar aangenaam verrast worden door de rest van het land.

CITY TOUR

De zones 12, 18 en 21 genieten een slechte reputatie. Ze worden 'Los Barrios Marginales' genoemd, probleemwijken, waar de werkloosheid, de armoede en bijgevolg de criminaliteit welig tieren. Je vermijdt dus beter deze krottenwijken, die op toeristisch vlak niets te bieden hebben, tenzij een vrij realistisch beeld van schrijnende miserie. Deze buurten staan in schril contrast met zones 10 en 14 en de 'Highway' richting Salvador, waar luxevilla's en het groot kapitaal geconcentreerd zijn. Je krijgt niet zomaar toegang tot deze zones; je moet je vooraf legitimeren. De meeste toeristen die in een luxehotel verblijven, verkennen eerst de 'Zona Viva' (zone 10). Ze heeft haar bijnaam te danken aan de talrijke trendy restaurants en discotheken die er naast hoge bankgebouwen en andere grote bedrijven gevestigd zijn. Ze geven de stad een hedendaagse look. Een van de voornaamste verkeersassen van de stad is de Avenida Reforma, waar dure monumenten opgericht werden in opdracht van Barrios. De laan geeft uit op de Avenida de las Americas. Deze werd verfraaid met reusachtige meesterwerken die de verschillende naties van Latijns-Amerika uitbeelden. Maar ze trekt vooral volk omwille van andere redenen: je vindt hier een indrukwekkende aaneenschakeling van fastfoodrestaurants, waaronder een 'El Campero', gekend voor zijn kipgerechten. Dit 100 % Guatemalteeks product kent een ongelooflijk succes en wordt naar buurlanden uitgevoerd. In het weekend moet je er zelfs aanschuiven, want 'El Campero' is de zondagse familie-uitstap bij uitstek. Nog in zone 10 tref je twee van de meest interessante musea aan, na die van zone 13. Het Museo Popol Vuh is gewijd aan Mayaaardewerk, maar stelt ook mooie traditionele maskers, kleding en geweven stoffen tentoon, naast andere inheemse voorwerpen uit de koloniale of pre-Colombiaanse periode. Het Museo Ixchel del Traje Indigena is specifiek gewijd aan de indiaanse cultuur met een tentoonstelling van handwerk en foto's.

De Calle 16, met zijn hoge en dure appartementsblokken, leidt van de Avenida de las Americas naar zone 14. Maar de Cañada, zoals deze zone door de plaatselijke bevolking wordt genoemd, wordt gecontroleerd en de enige toegang tot de Calle 10 wordt 24u op 24 bewaakt. De slagbomen gaan enkel omhoog als je jezelf kunt identificeren en als je naam op de lijst van de bezoekers voor de dag prijkt. Deze Guatemalteekse versie van Beverly Hills beslaat niet meer dan 2 km2, maar concentreert het gros aan mondain volk van de hoofdstad: officiëlen, ambassadeurs en enkele gefortuneerde families. Hun rijkdom is omgekeerd evenredig aan de sociale situatie van het land. Aangezien deze buurten aan toeristen weinig te bieden hebben, beginnen de meesten hun verkenning van de stad met een bezoek aan het historisch centrum of de voornaamste musea. Het Museo de Arqueologica y Etnologica en ertegenover het Museum van Hedendaagse Kunst bevinden zich in zone 13, niet ver van de luchthaven. Vooral het eerste is een omweg waard, ook al kan het niet rivaliseren met het nationaal museum van Cáiro of Athene, en nog minder met het British Museum of het Metropolitan van New Vork. Maar het bezit een groot aantal stèles afkomstig van archeologische sites en een uitzonderlijke 'jadezaal' (gesloten in het weekend). Een deel van het museum is gewijd aan de bevolking van het land, andere ruimtes aan de klederdracht, karakteristiek voor de verschillende etnieën van Guatemala.

Ook voorwerpen die bij opgravingen in TikaI, Kaminaljuyu (in Zone 7) of op andere sites gevonden werden, staan hier opgesteld. De maquettes van de archeologische sites bieden een mooie introductie tot een bezoek aan de sites zelf. Een van de hoogvliegers van deze prachtige collectie, die niet altijd even goed tot haar recht komt, is een sobere, maar fraaie troon die gevonden werd in Piedras Negras, in de provincie Peten. Nog steeds in zone 13 maar dichter bij de luchthaven, loopt langs een oude aquaduct de Avenida de la Liberación die verderop van naam verandert en de Avenida Roosevelt wordt. Ook hier tref je fastfoodrestaurants en supermarkten, naast het moderne Tikal Futura, de enige 'mall' (winkelcentrum) van de stad. Het aquaduct is slechts het zichtbare gedeelte van het immense Parque Aurora. De dierentuin in het park lokt in het weekend talrijke stedelingen. We bereiken het historisch centrum via de Avenida 7. Ze doorkruist de zone 9 en loopt onder de Torre del Reformador. Deze metalen structuur doet denken aan de Eiffeltoren, maar dan in een kleine doe-het-zelf uitvoering. Ze werd in 1935 opgericht om de honderdste verjaardag van de geboorte van Barrios te herdenken. Bovenop het geraamte prijkt een klok die in 1945 door België werd geschonken. lets verderop dringt de Avenida 7 het Centro Civico van de zone 4 binnen. De Banco de Guatemala, het Hoog Gerechtshof, het Ministerie van Financiën en dat van Toerisme (Inguat) werden in de jaren '60-'70 in beton opgetrokken. Ze zijn bewust laag gebouwd om beter bestand te zijn tegen aardbevingen. Ze werden in wit of blauw geverfd of verfraaid met bas-reliëfs geïnspireerd door Mayastèles. Toen ze opgetrokken werden, hadden de gebouwen iets avant-gardistisch. Maar het beton is met de jaren verloederd en de gebouwen vormen nu een vreemd architecturaal openluchtmuseum. Niet ver daarvandaan verrijzen de ruïnes van het Castello de San Jose.

Van dit fort is slechts een deel van de indrukwekkende wal overeind gebleven. De ruïnes ondersteunen een in treden oplopend stadion. De zone 5, niet voor niets Zona Olympica genoemd, bevindt zich vlakbij. Je vindt er een hele resem stadia, een zwembad en andere sportcomplexen die opgericht werden om de pan-Amerikaanse spelen te verwelkomen. In zone 4, op een steenworp van de gebouwen van het administratief centrum, vindt de volksmarkt plaats. De stalletjes strekken zich uit op de trottoirs van de Avenida 5 en Calle 18 en genieten van de drukte van de nabijgelegen busterminal. Op zondag krijgt de markt concurrentie van de Avenida 6. Vanaf 15u wordt deze drukke winkelstraat afgesloten voor alle verkeer (tussen de Plaza Mayor en de Calle 17). Kleuren en geuren vermengen zich tussen de kraampjes waar de meest uiteenlopende artikels verkocht worden. Toeristen zoeken eerder de Mercado Central op, onder een parking, achter de kathedraal. Het oorspronkelijke complex werd bij de aardbeving van 1976 vernietigd. Je vindt er enkel souvenirs die vaak heel wat duurder zijn dan in de dorpen waar ze vervaardigd worden. De Plaza de la Constitución, in het hartje van zone 1, is dé blikvanger van de hoofdstad. Ze wordt in tweeën gesneden door de Avenida 6 en heeft ook twee namen: Parque Central (of Plaza Mayor) en Parque Centenario.

Op zondag komen de Guatemalteken hier wandelen. Ze nemen foto's van hun kinderen op levensgrote plastieken paarden die je op feestdagen ook elders in het land aantreft. Ook op architecturaal vlak valt het plein in twee delen uiteen. Van het voormalige 'castello' blijft enkel nog de herinnering over. De andere historische gebouwen hebben evenmin de laatste aardbeving en de modernistische bevlieging van de jaren '60 overleefd. Gelukkig staat het palacio Nacional nog overeind, veruit het interessantste gebouw van de stad. Dit voormalig Paleis van de Gouverneur, dat onlangs in 'Nationaal Paleis van de Cultuur' werd herdoopt, is geen echte 'antiquiteit'. Het werd ingehuldigd in 1943. De bouw ervan duurde zeven jaar en gebeurde in opdracht van president Jorge Ubico. Het paleis strekt zich uit over 9.000 m2 en kostte een slordige 2,8 miljoen Quetzals (die toen evenveel waard waren als de US dollar). Achter de indrukwekkende koloniale gevel in pastel groen graniet gaan talrijke schatten schuil. Aan de ingang leidt een trap naar de eerste verdieping. De muren zijn verfraaid met historische fresco's die afsteken tegen de stijl van de twee voornaamste zalen. De rechtse zaal is bestemd voor officiële recepties. Bewonder het prachtige mudejar plafond en de glasramen. Ze beelden de deugden uit die de regering moeten inspireren. Er ontbreken drie glasramen, waaronder dat van de gerechtigheid. Vreemd toch? De glasramen in de troonzaal beelden Maya's (links) en conquistadores uit. Het vreemde teken op de grond symboliseert de nulkilometer. Van hieruit worden alle afstanden opbewegwijzeringen berekend. De gangen op de eerste verdieping omgeven twee grote binnenpleinen. De data op de plafonds geven een overzicht van de verschillende revoluties. Dagelijks leggen zeven militairen om 11 u een witte bloem neer aan het 'Vredesmonument' dat zich in een van de patio's bevindt. Elke eerste dag van de maand krijgt deze kleine ceremonie een officieel karakter wanneer een regeringslid, of zelfs de president in eigen persoon, eraan deelneemt. Het andere belangrijke monument op de Plaza Mayor is de Catedral Metropolitana. Ze werd opgericht in 1782, maar heeft door de aardbevingen bijna alles van haar oorspronkelijk cachet verloren. De gevel is het oudste deel van het gebouw en werd in de loop der eeuwen verscheidene malen verbouwd. Binnen is er weinig overgebleven dat de moeite waard is. Opmerkelijk zijn wel de schilderijen die overgebracht werden uit de San Francisco in Antigua. Jammer dat ze hier niet tot hun recht komen. De kathedraal wordt vooral bezocht omwille van een zwart Christusbeeld dat driftig vereerd wordt binnen de syncretische cultus. Zone 2 ligt in het verlengde van de historische wijk. Het Parque Minerva is een voormalige hippodroom die nu tot een groot park omgevormd werd. In het weekend komen gezinnen zich neervlijen op de grasperken en overal staan drank- en andere kraampjes opgesteld. Achter een hoge haag ligt de «Mapa en relieve», een reliëfkaart van het land op een schaal van 1/10.000. Het reliëf van het land werd zorgvuldig in beton geboetseerd, al lijken de bergen en vulkanen ons ongewoon puntig. Er zijn twee uitkijktorens van waaruit je een beter uitzicht hebt op dit miniatuurland. Net zoals op een kaasplank dragen de steden, meren, vulkanen en archeologische sites een vlaggetje met hun naam. Een mooie inleiding tot de rest van je reis.



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 18:10