Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

KROATIË

DUBROVNIK EN HET EILAND KORCULA

Deze Kroatische streek is een bijzonder charmante reisbestemming met adembenemende landschappen en een rijk architecturaal erfgoed. De plaatselijke geschiedenis is gekenmerkt door eeuwenlange bezettingen. Nu (her)ontdekken de toeristen een gastvrij land en de schatten van Dubrovnik (dat op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco prijkt). De Dalmatische kust telt tal van steden die een reis boordevol betovering langs de Adriatische Zee meer dan waard zijn…

Het eiland Korcula

Het eiland Korcula ligt ongeveer vier uur varen (met de ferryboot) van Hvar en 10 minuten met de veerpont vanuit Orebic, een haventje gelegen op een uitloper van het schiereiland Peljesac (ongeveer 135 km van Dubrovnik). Korcula is zeer charmant met een erfgoed dat de kroon is op een prachtige natuur. Met een oppervlakte van 270 km2 (46,80 km lang en gemiddeld 5 tot 7,80 km breed) is dit niet het grootste eiland van de Adriatische Zee. Toch heeft een eiland zeer veel bewoners (ongeveer 20.000) omdat het enerzijds vlakbij het vasteland ligt en anderzijds een geliefde vakantiebestemming is. Destijds waren de steengroeven en scheepswerven (die nog altijd bestaan) de economische sterkhouders van het eiland. Ondertussen ontpopte het toerisme zich tot de voornaamste bron van inkomsten van Korcula. Toch bleef de landbouw (wijnbouw, olijfgaarden en fruitteelt op kop) een belangrijke rol spelen op dit eiland. De steen uit Korcula diende voor de bouw van talrijke plaatselijke monumenten en gebouwen, maar werd ook gebruikt in Split, Dubrovnik, de rest van Kroatië, Italië en elders in de wereld (misschien zelfs voor de bouw van het Witte Huis in Washington…). Voor 1991 was Korcula een bestemming dat vooral op het massatoerisme mikte: van april tot half november streken talloze bezoekers neer. Deze situatie was niet evenwichtig, maar de oorlog maakte hier een definitief eind aan. De hotels werden immers gebruikt om vluchtelingen in onder te brengen (in Dubrovnik was dit ook het geval). De hotels openden hun deuren opnieuw in 1994, maar de toeristen kwamen pas in 2003 terug opdagen. Korcula leerde de lessen uit het verleden en aast nu op een breder aanbod en wil de toeristen ook tijdens het laagseizoen verleiden met het uitstekende weer. Het eiland heeft inderdaad tot de verbeelding sprekende troeven zoals een gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 16°C (ongeveer 9°C in januari, de koudste maand), 2700 uren zonneschijn, weinig regenval en de geneeskrachtige eigenschappen van de klei van Vela Luka. Voeg daarbij een rijk erfgoed en een indrukwekkende en lichtjes bergachtige natuurpracht (hoogste punt van het eiland: 568 m) met talrijke baaien en eilandjes. Je begrijpt onmiddellijk waarom zoveel mensen hun hart verliezen aan dit gastvrije paradijsje waar de culturele tradities nog zeer levendig zijn ondanks de woelige geschiedenis en buitenlandse bezetters. Drie broederschappen hebben bijgedragen tot het behoud van de plaatselijke identiteit en organiseren nog altijd 65 processies. Naar aanleiding van deze optochten haalt men de hostiekelken, eeuwenoude liturgische kleding en andere accessoires uit de musea. De moreska maakt deel uit van dit erfgoed.

Op Sicilië en Corsica organiseerde men destijds gelijkaardige ridderspelen, maar de traditie werd blijkbaar enkel op Korcula voortgezet. Het ridderspel op 29 juli dateert uit de 17de-18de eeuw en symboliseert de strijd tussen de christenen en moslims. Deze laatste moeten natuurlijk het onderspit delven tijdens en gevecht dat eigenlijk een ingewikkelde choreografie is van zwaardslagen die de jongeren vanaf hun veertiende levensjaar instuderen. Tijdens de "heilige week" zijn er elke avond processies. De meest plechtstatige vindt plaats op vrijdag wanneer meer dan 600 mensen met hun kostuums door de straten paraderen. Tijdens deze feestelijkheden houden de leden van de broederschappen een aantal tradities levendig zoals het wassen van de voeten in een zilveren bekken waarin witte bloemen drijven. Naar aanleiding van het paasfeest zegent men nog steeds de twee toegangspoorten van Korcula. Al deze evenementen en tradities bepalen het levensritme van de eilandbewoners en ze zijn een mooie aanvulling op de bezoeken, wandelingen en excursies van de toeristen. De voornaamste bezienswaardigheid van het eiland is de gelijknamige hoofdstad Korcula. Toch is deze stad jonger dan Vela Luka en Lumbarda die beide door de Grieken werden gesticht vanaf de 6de eeuw v. Chr.. Korcula-stad ontsnapte zelfs aan de bezetting van de Romeinen (vanaf de 1ste eeuw), de Slaven en de Kroaten (7de eeuw) en de komst van de Venetianen in het jaar 1000. Het zijn de Venetianen die Korcula in de Middeleeuwen bouwden en sindsdien ontsnapte de stad niet aan het indrukwekkende rijtje heersers na de Venetianen: Oostenrijk, Frankrijk, Rusland, Engeland…

Het Congres van Wenen wees het eiland aan Oostenrijk toe, werd in 1921 opgenomen in Joegoslavië en sloot zich naar het voorbeeld van Dalmatië aan bij de Republiek Kroatië. Het middeleeuwse stadsdeel van Korcula nestelt zich in het uiterste noordoosten van het eiland. Het stadje ligt op een piepklein schiereiland te midden van de barokke voorstede. De meest recente gebouwen werden in het westen en het oosten opgetrokken aan de kust waar het grootste deel van de bevolking woont. Deze eilandbewoners werden naar verluidt van de hongersnood gered tijdens de oorlogen door het eten van negen planten die ze met water kookten en op smaakt brachten met look en olijfolie… Het historische stadscentrum, dat achter de gedeeltelijk bewaarde vestingwal ligt, dateert officieel uit de 15de eeuw. Er bestaat echter een sterk vermoeden dat hier vroeger (vanaf de 13de eeuw) een versterkte stad stond. Omdat de steenhouwers in de steengroeven werkten om Dubrovnik te bevoorraden, waren de huizen en gebouwen die de vroegere constructies vervingen van een hoogstaand niveau. In de middeleeuwen werden de kathedraal en andere gotische kerken en huizen gebouwd. Daarna werden gebouwen in renaissancestijl opgetrokken (17de en 18de eeuw) waaraan barokke elementen werden toegevoegd (vooral op de gevels en aan de binnenkant de kerken). Buiten de stadsmuur bouwde men barokke panden die de voorsteden vormden. Hoewel de binnenstad een architecturale parel was, liet men deze zone de afgelopen tweehonderd jaar verloederen. De bewoners verkozen de modernere gebouwen die comfortabeler waren, die dichter bij de ateliers stonden en makkelijker toegankelijk waren. De ontwikkeling van het toerisme na de Tweede Wereldoorlog bracht daar verandering in en werkte de restauratiewerkzaamheden van dit schitterende erfgoed in de hand. Van op de brug van de ferryboten (die bij de oude stadsmuur en de Zeepoort aanmeren) geniet je van een schitterend uitzicht op de oude stad. Zonder de landengte die het oude Korcula met de rest van het eiland verbindt, zou de stad van de buitenwereld afgesloten zijn. Dit stadsdeel grenst aan drie zijden aan de zee en het stratenplan oogt als de graten van een vis die naar de ruggengraat (de hoofdstraat met tal van winkels) klimmen. Het hoofdplein ligt op de top van de heuvel en de hoofdstraat verbindt het met een andere esplanade. Dit plein is kleiner, maar je kan er het Stadhuis en het gewezen paleis van de gouverneur bewonderen. Let hier op een stedenbouwkundige bezienswaardigheid: het tracé van de steegjes die haaks staan op de hoofdbaan is in het westen rechtlijnig en in het oosten bochtig (afhankelijk van de windrichting en in functie van de verdediging van de stad). Alle steegjes hebben trappen, enige uitzondering op deze regel is een steegje (dat evenwijdig loopt met de wal in het zuidoosten) dat het "Straatje van de denkers" genoemd werd omdat je er tijdens het wandelen zonder risico op een valpartij kon (en kan) wegdromen…

Het bezoek aan de stad begint vaak bij een van de twee poorten: de Poort van de Aarde (in het zuiden) en de Poort van de Zee (in het westen). De stadsmuur telde verschillende bastions waarvan er nu nog acht overblijven. Deze versterkingen werden door de Venetianen gebouwd, gerestaureerd en versterkt. In de 17de eeuw kwam hier verandering in: de verdedigingswerken werden overbodig geacht en men liet ze aftakelen. In de tweede helft van de 19de eeuw besloot de gemeente om ze af te breken. Dit is de reden waarom nu enkel het zuidelijke deel en een stuk van de westelijke omwalling nog overeind staan. Een trap leidt je naar de ingang van de Poort van de Aarde die toegang geeft tot het kleinste van de twee pleinen waar het Stadhuis staat. Aan de linkerkant staat een kleine kapel. Binnen herinnert een Mariabeeldje aan een poging van de Turken om de stad binnen te vallen op 15 augustus. Maar een hevig onweer dwong hen om rechtsomkeer te maken. Sindsdien zijn de eilandbewoners ervan overtuigd dat dit "mirakel" het werk is van Maria, want op de dag van de inval vierde men haar feest. Het Stadhuis, waarin nog altijd de stedelijke administratie gehuisvest is, is een mooi gebouw in renaissancestijl met een zuilengang gedragen door arcades. In het verlengde van dit gebouw werd het Rectorenpaleis opgetrokken en na de val van de Republiek Venetië werd het een hele poos niet meer gebruikt. In de 19de eeuw werd er een school in ondergebracht en daarna werd het een kantoorgebouw. Door deze veranderingen verloor het gebouw zijn oorspronkelijke schoonheid. Tussen deze twee gebouwen stond de "Fontik" (1154), een tarwezolder waarvan enkel de poort overgebleven is. De Loggia (1548) bestaat nog altijd met openingen aan drie kanten en steunende op twaalf zuilen. De Sint-Michaelkerk, rechtover het Stadhuis, vertoont barokke elementen die in de 17de en 18de eeuw toegevoegd werden en een hoofdaltaar van marmer en een 18de-eeuws doek van Domenico Maggiotto.

De hoofdstraat leidt naar het centraal gelegen plein met de Sint-Marcuskathedraal. Dit barokke gebouw is wellicht de grootste kerk van Korcula. De kathedraal werd opgetrokken toen het bisdom zich hier vestigde in de 14de eeuw en omdat het Korcula economisch voor de wind ging door de kwaliteit uitgehouwen steen. De kathedraal omvat een deel van een ouder heiligdom, een loggia en klokkentoren. Meerdere generaties steenhouwers en metselaars werkten mee aan de bouw van het gebedshuis die een eeuw duurde (de 15de eeuw) en daarna trok men een votiefkapel op voor Sint-Rochus (1525) die pestepidemieën moest voorkomen… Het interieur is oorspronkelijk romaans, maar evolueerde naar een mix van stijlen en decoratieve elementen. Je kan er ook een aantal kunstwerken bewonderen zoals een schilderij van de jonge Tintoretto (in de middenbeuk), in de zuidelijke beuk hangt een tweeluik dat de Annunciatie voorstelt (vermoedelijk van de leerlingen van de meester), een verguld bronzen standbeeld van de heilige Vlaho en een piëta van Mestrovic (de beroemdste Kroatische artiest van de 20ste eeuw). De buitenkant van het gebedshuis is hoofdzakelijk opgetrokken in gotiek- en renaissancestijl. Het is een indrukwekkend geheel met een mooi kerkportaal met romaanse elementen. Deze monumentale ingangspoort staat tussen twee zuilen. Op elke zuil zie je een leeuw met een schaap tussen de klauwen. Onder de poten van het roofdier zie je een gehurkte man en vrouw die waarschijnlijk Adam en Eva voorstellen. Op de kroonlijst van het fronton merk je nog meer ‘vreemde personages’ (voor een kerk...) op: een zeemeermin met twee staarten en een groot olifantenhoofd. Let op de klokkentoren die als ware tegen de gevel kleeft en ouder is dan de kathedraal (het onderste deel is romaans) met wijzerplaat en een zwarte en gouden bol waarvan de draaibewegingen de fases van de maan volgen. De tweede verdieping is gotisch en heeft een terras met een achthoekige koepel. Het naburige gebouw is het abdijpaleis dat in de 19de eeuw het voormalige bisschoppelijke bolwerk verving. Het bisdom verliet het paleis in 1828, maar het nieuwe gebouw in neobarok herbergt nog steeds een aantal "bisschoppelijke" elementen…

Nu huisvest het gebouw een pastorie, een bibliotheek, kantoren en de zogenaamde "Abdijschat" (op de eerste verdieping). Ertegenover staat een mooi paleis in renaissancestijl dat het Stedelijk Museum huisvest. Het paleis werd begin 16de eeuw gebouwd door de familie Gabrielis (let op het wapenschild). In dit museum kan je zeer gevarieerde collecties ontdekken over de geschiedenis van Korcula, de archeologische opgravingen op het eiland en de twee plaatselijke activiteiten die destijds zeer belangrijk waren voor het eiland: steenhouwen en scheepsbouw. Naast het museum staat het Arneripaleis in maniëristische stijl met een zeer mooi balkon. Korcula telt ongeveer 250 woningen en de meeste panden zijn in gotische stijl opgetrokken. Een aantal huizen zijn barok en in renaissancestijl gebouwd en sommige panden vertonen een mengeling van allerlei stijlen. Jammer genoeg verloren een aantal huizen tal van originele decoratieve elementen tijdens de restauratiewerkzaamheden van de gevels, want in de 19de eeuw hield men er een andere smaak op na dan voorheen. In de meeste gebouwen richtte men op het gelijkvloers een winkel of een werkplaats in terwijl de verdiepingen als woning dienden. Vreemd genoeg bevond de keuken zich vaak in de kelder…

Onder het huis plaatste men een cisterne om het regenwater voor de bewoners op te vangen. Op de grote markt en in de steegjes zie je tal van dit soort kleine paleizen en schitterende woningen. Een van deze mooie panden is de woning van de beroemde Marco Polo. Het is een vreemd en klein gebouw in late gotiek dat een steegje overspant. Maar het pand is in zeer slechte staat en er bestaan twijfels over de ware identiteit van de vroegere eigenaar ervan. Let tijdens je bezoek aan de stad Korcula ook op het Iconenmuseum en de Allerheiligenkerk (in het zuidoostelijke stads-deel) waar je tal van kunstwerken uit verschillende periodes kan zien en religieuze voorwerpen die het Allerheiligenbroederschap sinds de 14de eeuw gebruikt. Als je in de haven vertrekt heb je een wandeling van een dertigtal minuten en de beklimming van 101 trappen, afgezoomd met cipressen (geplant begin 16de eeuw) voor de boeg om de top van de Glavicaheuvel te bereiken. De tocht loont de moeite want je ontdekt er de kleine Sint-Antonius van Paduakerk (eind 17de eeuw gebouwd op een 14de-eeuwse kerk). Op deze rustige plek hoor je enkel het geluid van het briesje en het gefluit van de vogeltjes... Bij het bekijken van het landschap met de wijzers van de klok mee, zie je eerst het eilandje Badija in de vaargeul van Peljesac. Vlakbij vaart de veerpont meermaals daags naar Orebic, gelegen op het schiereiland aan de overkant. Tot 1950 was Badija eigendom van de Bosnische franciscanen die er zich in de 14de eeuw vestigden en er een klooster stichtten. Hun opvolgers moesten dus midden 20ste eeuw verhuizen omdat het leger hun domein opeiste. Sindsdien deed het complex dienst als vrijetijdscentrum, maar de kerk en het klooster (dat in de 20ste eeuw gedeeltelijk getransformeerd werd) bleven behouden. Maar de mooie kloostergang (die in 1477 werd afgewerkt) verdween echter. Vijf kilometer verder ligt Lumbarda met stranden en rood zand waar wijnstokken groeien die dienen voor de productie van Griekse wijn (een unicum in de archipel). Dit was een van de eerste steden van het eiland gesticht door de Grieken die reeds de grond bewerkten en wijn produceerden. In de 16de eeuw lieten de rijke families van Korcula er mooie zomerresidenties bouwen (de "castels"). Een aantal van deze prachtige huizen wordt nog altijd bewoond. De baan klimt verder en leidt langs het dorpje Putnat (volledig in de streeksteen opgetrokken) en daalt daarna terug naar de kust af. Onderweg geniet je van schitterende uitzichten op de streek en de zee. Een beetje meer landinwaarts ligt Cara te midden van de wijngaarden. In het parochiekerkje (15de eeuw) bevinden zich twee werken van de Venetiaanse schilder Bassano. Er werd tevens een votiefkerk (14de-eeuws, maar in de barokperiode aangepast) opgetrokken waar op 25 juli een belangrijke bedevaart plaatsgrijpt.

De kust in het zuidwesten is meer op het toerisme gericht. Vela Luka is zo’n beetje de toeristische hoofdstad van het eilandje. De stad ontstond begin van de 19de eeuw in de baai. Hoewel het niet de hoofdstad van het eiland is, is het de grootste agglomeratie met hotels, pensions, restaurants, kuurcentra gespecialiseerd in revalidatie en de behandeling van reumatische aandoeningen. Ondanks de toevloed van toeristen in de zomer, hebben de bewoners hun traditionele nijverheden niet opgegeven: visserij, landbouw, de scheepswerf en een fabriek van visconserven. De bewoners hechten veel belang aan de plaatselijke cultuur en dan vooral aan de gezangen. Twee zanggezelschappen vertegenwoordigen deze kunst waar de Vela Luka zo trots op is in heel Kroatië. Om naar Korcula terug te keren en in te schepen op de veerpont, kom je voorbij Blato en het centrum van het eiland. Dit stadje is zeer charmant met een aangename laan afgezoomd met lindebomen die naar de grote markt met kasseien leidt. Op dit plein staat de Allerheiligenkerk die in de 17de en 18de eeuw een nieuwe barokke look kreeg. Op 28 april viert het dorp een feest dat zowel religieus als pure folklore is. Naast de processies organiseert men er het traditionele ridderspel met zwaard, de Kumpanija, een rechtstreekse concurrent van de Moreska op Korcula.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 12:19