Afdrukken
Tweet

KROATIË

DUBROVNIK EN HET EILAND KORCULA

Deze Kroatische streek is een bijzonder charmante reisbestemming met adembenemende landschappen en een rijk architecturaal erfgoed. De plaatselijke geschiedenis is gekenmerkt door eeuwenlange bezettingen. Nu (her)ontdekken de toeristen een gastvrij land en de schatten van Dubrovnik (dat op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco prijkt). De Dalmatische kust telt tal van steden die een reis boordevol betovering langs de Adriatische Zee meer dan waard zijn…

Het eiland Korcula

Het eiland Korcula ligt ongeveer vier uur varen (met de ferryboot) van Hvar en 10 minuten met de veerpont vanuit Orebic, een haventje gelegen op een uitloper van het schiereiland Peljesac (ongeveer 135 km van Dubrovnik). Korcula is zeer charmant met een erfgoed dat de kroon is op een prachtige natuur. Met een oppervlakte van 270 km2 (46,80 km lang en gemiddeld 5 tot 7,80 km breed) is dit niet het grootste eiland van de Adriatische Zee. Toch heeft een eiland zeer veel bewoners (ongeveer 20.000) omdat het enerzijds vlakbij het vasteland ligt en anderzijds een geliefde vakantiebestemming is. Destijds waren de steengroeven en scheepswerven (die nog altijd bestaan) de economische sterkhouders van het eiland. Ondertussen ontpopte het toerisme zich tot de voornaamste bron van inkomsten van Korcula. Toch bleef de landbouw (wijnbouw, olijfgaarden en fruitteelt op kop) een belangrijke rol spelen op dit eiland. De steen uit Korcula diende voor de bouw van talrijke plaatselijke monumenten en gebouwen, maar werd ook gebruikt in Split, Dubrovnik, de rest van Kroatië, Italië en elders in de wereld (misschien zelfs voor de bouw van het Witte Huis in Washington…). Voor 1991 was Korcula een bestemming dat vooral op het massatoerisme mikte: van april tot half november streken talloze bezoekers neer. Deze situatie was niet evenwichtig, maar de oorlog maakte hier een definitief eind aan. De hotels werden immers gebruikt om vluchtelingen in onder te brengen (in Dubrovnik was dit ook het geval). De hotels openden hun deuren opnieuw in 1994, maar de toeristen kwamen pas in 2003 terug opdagen. Korcula leerde de lessen uit het verleden en aast nu op een breder aanbod en wil de toeristen ook tijdens het laagseizoen verleiden met het uitstekende weer. Het eiland heeft inderdaad tot de verbeelding sprekende troeven zoals een gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 16°C (ongeveer 9°C in januari, de koudste maand), 2700 uren zonneschijn, weinig regenval en de geneeskrachtige eigenschappen van de klei van Vela Luka. Voeg daarbij een rijk erfgoed en een indrukwekkende en lichtjes bergachtige natuurpracht (hoogste punt van het eiland: 568 m) met talrijke baaien en eilandjes. Je begrijpt onmiddellijk waarom zoveel mensen hun hart verliezen aan dit gastvrije paradijsje waar de culturele tradities nog zeer levendig zijn ondanks de woelige geschiedenis en buitenlandse bezetters. Drie broederschappen hebben bijgedragen tot het behoud van de plaatselijke identiteit en organiseren nog altijd 65 processies. Naar aanleiding van deze optochten haalt men de hostiekelken, eeuwenoude liturgische kleding en andere accessoires uit de musea. De moreska maakt deel uit van dit erfgoed.

Op Sicilië en Corsica organiseerde men destijds gelijkaardige ridderspelen, maar de traditie werd blijkbaar enkel op Korcula voortgezet. Het ridderspel op 29 juli dateert uit de 17de-18de eeuw en symboliseert de strijd tussen de christenen en moslims. Deze laatste moeten natuurlijk het onderspit delven tijdens en gevecht dat eigenlijk een ingewikkelde choreografie is van zwaardslagen die de jongeren vanaf hun veertiende levensjaar instuderen. Tijdens de "heilige week" zijn er elke avond processies. De meest plechtstatige vindt plaats op vrijdag wanneer meer dan 600 mensen met hun kostuums door de straten paraderen. Tijdens deze feestelijkheden houden de leden van de broederschappen een aantal tradities levendig zoals het wassen van de voeten in een zilveren bekken waarin witte bloemen drijven. Naar aanleiding van het paasfeest zegent men nog steeds de twee toegangspoorten van Korcula. Al deze evenementen en tradities bepalen het levensritme van de eilandbewoners en ze zijn een mooie aanvulling op de bezoeken, wandelingen en excursies van de toeristen. De voornaamste bezienswaardigheid van het eiland is de gelijknamige hoofdstad Korcula. Toch is deze stad jonger dan Vela Luka en Lumbarda die beide door de Grieken werden gesticht vanaf de 6de eeuw v. Chr.. Korcula-stad ontsnapte zelfs aan de bezetting van de Romeinen (vanaf de 1ste eeuw), de Slaven en de Kroaten (7de eeuw) en de komst van de Venetianen in het jaar 1000. Het zijn de Venetianen die Korcula in de Middeleeuwen bouwden en sindsdien ontsnapte de stad niet aan het indrukwekkende rijtje heersers na de Venetianen: Oostenrijk, Frankrijk, Rusland, Engeland…

Het Congres van Wenen wees het eiland aan Oostenrijk toe, werd in 1921 opgenomen in Joegoslavië en sloot zich naar het voorbeeld van Dalmatië aan bij de Republiek Kroatië. Het middeleeuwse stadsdeel van Korcula nestelt zich in het uiterste noordoosten van het eiland. Het stadje ligt op een piepklein schiereiland te midden van de barokke voorstede. De meest recente gebouwen werden in het westen en het oosten opgetrokken aan de kust waar het grootste deel van de bevolking woont. Deze eilandbewoners werden naar verluidt van de hongersnood gered tijdens de oorlogen door het eten van negen planten die ze met water kookten en op smaakt brachten met look en olijfolie… Het historische stadscentrum, dat achter de gedeeltelijk bewaarde vestingwal ligt, dateert officieel uit de 15de eeuw. Er bestaat echter een sterk vermoeden dat hier vroeger (vanaf de 13de eeuw) een versterkte stad stond. Omdat de steenhouwers in de steengroeven werkten om Dubrovnik te bevoorraden, waren de huizen en gebouwen die de vroegere constructies vervingen van een hoogstaand niveau. In de middeleeuwen werden de kathedraal en andere gotische kerken en huizen gebouwd. Daarna werden gebouwen in renaissancestijl opgetrokken (17de en 18de eeuw) waaraan barokke elementen werden toegevoegd (vooral op de gevels en aan de binnenkant de kerken). Buiten de stadsmuur bouwde men barokke panden die de voorsteden vormden. Hoewel de binnenstad een architecturale parel was, liet men deze zone de afgelopen tweehonderd jaar verloederen. De bewoners verkozen de modernere gebouwen die comfortabeler waren, die dichter bij de ateliers stonden en makkelijker toegankelijk waren. De ontwikkeling van het toerisme na de Tweede Wereldoorlog bracht daar verandering in en werkte de restauratiewerkzaamheden van dit schitterende erfgoed in de hand. Van op de brug van de ferryboten (die bij de oude stadsmuur en de Zeepoort aanmeren) geniet je van een schitterend uitzicht op de oude stad. Zonder de landengte die het oude Korcula met de rest van het eiland verbindt, zou de stad van de buitenwereld afgesloten zijn. Dit stadsdeel grenst aan drie zijden aan de zee en het stratenplan oogt als de graten van een vis die naar de ruggengraat (de hoofdstraat met tal van winkels) klimmen. Het hoofdplein ligt op de top van de heuvel en de hoofdstraat verbindt het met een andere esplanade. Dit plein is kleiner, maar je kan er het Stadhuis en het gewezen paleis van de gouverneur bewonderen. Let hier op een stedenbouwkundige bezienswaardigheid: het tracé van de steegjes die haaks staan op de hoofdbaan is in het westen rechtlijnig en in het oosten bochtig (afhankelijk van de windrichting en in functie van de verdediging van de stad). Alle steegjes hebben trappen, enige uitzondering op deze regel is een steegje (dat evenwijdig loopt met de wal in het zuidoosten) dat het "Straatje van de denkers" genoemd werd omdat je er tijdens het wandelen zonder risico op een valpartij kon (en kan) wegdromen…

Het bezoek aan de stad begint vaak bij een van de twee poorten: de Poort van de Aarde (in het zuiden) en de Poort van de Zee (in het westen). De stadsmuur telde verschillende bastions waarvan er nu nog acht overblijven. Deze versterkingen werden door de Venetianen gebouwd, gerestaureerd en versterkt. In de 17de eeuw kwam hier verandering in: de verdedigingswerken werden overbodig geacht en men liet ze aftakelen. In de tweede helft van de 19de eeuw besloot de gemeente om ze af te breken. Dit is de reden waarom nu enkel het zuidelijke deel en een stuk van de westelijke omwalling nog overeind staan. Een trap leidt je naar de ingang van de Poort van de Aarde die toegang geeft tot het kleinste van de twee pleinen waar het Stadhuis staat. Aan de linkerkant staat een kleine kapel. Binnen herinnert een Mariabeeldje aan een poging van de Turken om de stad binnen te vallen op 15 augustus. Maar een hevig onweer dwong hen om rechtsomkeer te maken. Sindsdien zijn de eilandbewoners ervan overtuigd dat dit "mirakel" het werk is van Maria, want op de dag van de inval vierde men haar feest. Het Stadhuis, waarin nog altijd de stedelijke administratie gehuisvest is, is een mooi gebouw in renaissancestijl met een zuilengang gedragen door arcades. In het verlengde van dit gebouw werd het Rectorenpaleis opgetrokken en na de val van de Republiek Venetië werd het een hele poos niet meer gebruikt. In de 19de eeuw werd er een school in ondergebracht en daarna werd het een kantoorgebouw. Door deze veranderingen verloor het gebouw zijn oorspronkelijke schoonheid. Tussen deze twee gebouwen stond de "Fontik" (1154), een tarwezolder waarvan enkel de poort overgebleven is. De Loggia (1548) bestaat nog altijd met openingen aan drie kanten en steunende op twaalf zuilen. De Sint-Michaelkerk, rechtover het Stadhuis, vertoont barokke elementen die in de 17de en 18de eeuw toegevoegd werden en een hoofdaltaar van marmer en een 18de-eeuws doek van Domenico Maggiotto.

De hoofdstraat leidt naar het centraal gelegen plein met de Sint-Marcuskathedraal. Dit barokke gebouw is wellicht de grootste kerk van Korcula. De kathedraal werd opgetrokken toen het bisdom zich hier vestigde in de 14de eeuw en omdat het Korcula economisch voor de wind ging door de kwaliteit uitgehouwen steen. De kathedraal omvat een deel van een ouder heiligdom, een loggia en klokkentoren. Meerdere generaties steenhouwers en metselaars werkten mee aan de bouw van het gebedshuis die een eeuw duurde (de 15de eeuw) en daarna trok men een votiefkapel op voor Sint-Rochus (1525) die pestepidemieën moest voorkomen… Het interieur is oorspronkelijk romaans, maar evolueerde naar een mix van stijlen en decoratieve elementen. Je kan er ook een aantal kunstwerken bewonderen zoals een schilderij van de jonge Tintoretto (in de middenbeuk), in de zuidelijke beuk hangt een tweeluik dat de Annunciatie voorstelt (vermoedelijk van de leerlingen van de meester), een verguld bronzen standbeeld van de heilige Vlaho en een piëta van Mestrovic (de beroemdste Kroatische artiest van de 20ste eeuw). De buitenkant van het gebedshuis is hoofdzakelijk opgetrokken in gotiek- en renaissancestijl. Het is een indrukwekkend geheel met een mooi kerkportaal met romaanse elementen. Deze monumentale ingangspoort staat tussen twee zuilen. Op elke zuil zie je een leeuw met een schaap tussen de klauwen. Onder de poten van het roofdier zie je een gehurkte man en vrouw die waarschijnlijk Adam en Eva voorstellen. Op de kroonlijst van het fronton merk je nog meer ‘vreemde personages’ (voor een kerk...) op: een zeemeermin met twee staarten en een groot olifantenhoofd. Let op de klokkentoren die als ware tegen de gevel kleeft en ouder is dan de kathedraal (het onderste deel is romaans) met wijzerplaat en een zwarte en gouden bol waarvan de draaibewegingen de fases van de maan volgen. De tweede verdieping is gotisch en heeft een terras met een achthoekige koepel. Het naburige gebouw is het abdijpaleis dat in de 19de eeuw het voormalige bisschoppelijke bolwerk verving. Het bisdom verliet het paleis in 1828, maar het nieuwe gebouw in neobarok herbergt nog steeds een aantal "bisschoppelijke" elementen…

Nu huisvest het gebouw een pastorie, een bibliotheek, kantoren en de zogenaamde "Abdijschat" (op de eerste verdieping). Ertegenover staat een mooi paleis in renaissancestijl dat het Stedelijk Museum huisvest. Het paleis werd begin 16de eeuw gebouwd door de familie Gabrielis (let op het wapenschild). In dit museum kan je zeer gevarieerde collecties ontdekken over de geschiedenis van Korcula, de archeologische opgravingen op het eiland en de twee plaatselijke activiteiten die destijds zeer belangrijk waren voor het eiland: steenhouwen en scheepsbouw. Naast het museum staat het Arneripaleis in maniëristische stijl met een zeer mooi balkon. Korcula telt ongeveer 250 woningen en de meeste panden zijn in gotische stijl opgetrokken. Een aantal huizen zijn barok en in renaissancestijl gebouwd en sommige panden vertonen een mengeling van allerlei stijlen. Jammer genoeg verloren een aantal huizen tal van originele decoratieve elementen tijdens de restauratiewerkzaamheden van de gevels, want in de 19de eeuw hield men er een andere smaak op na dan voorheen. In de meeste gebouwen richtte men op het gelijkvloers een winkel of een werkplaats in terwijl de verdiepingen als woning dienden. Vreemd genoeg bevond de keuken zich vaak in de kelder…

Onder het huis plaatste men een cisterne om het regenwater voor de bewoners op te vangen. Op de grote markt en in de steegjes zie je tal van dit soort kleine paleizen en schitterende woningen. Een van deze mooie panden is de woning van de beroemde Marco Polo. Het is een vreemd en klein gebouw in late gotiek dat een steegje overspant. Maar het pand is in zeer slechte staat en er bestaan twijfels over de ware identiteit van de vroegere eigenaar ervan. Let tijdens je bezoek aan de stad Korcula ook op het Iconenmuseum en de Allerheiligenkerk (in het zuidoostelijke stads-deel) waar je tal van kunstwerken uit verschillende periodes kan zien en religieuze voorwerpen die het Allerheiligenbroederschap sinds de 14de eeuw gebruikt. Als je in de haven vertrekt heb je een wandeling van een dertigtal minuten en de beklimming van 101 trappen, afgezoomd met cipressen (geplant begin 16de eeuw) voor de boeg om de top van de Glavicaheuvel te bereiken. De tocht loont de moeite want je ontdekt er de kleine Sint-Antonius van Paduakerk (eind 17de eeuw gebouwd op een 14de-eeuwse kerk). Op deze rustige plek hoor je enkel het geluid van het briesje en het gefluit van de vogeltjes... Bij het bekijken van het landschap met de wijzers van de klok mee, zie je eerst het eilandje Badija in de vaargeul van Peljesac. Vlakbij vaart de veerpont meermaals daags naar Orebic, gelegen op het schiereiland aan de overkant. Tot 1950 was Badija eigendom van de Bosnische franciscanen die er zich in de 14de eeuw vestigden en er een klooster stichtten. Hun opvolgers moesten dus midden 20ste eeuw verhuizen omdat het leger hun domein opeiste. Sindsdien deed het complex dienst als vrijetijdscentrum, maar de kerk en het klooster (dat in de 20ste eeuw gedeeltelijk getransformeerd werd) bleven behouden. Maar de mooie kloostergang (die in 1477 werd afgewerkt) verdween echter. Vijf kilometer verder ligt Lumbarda met stranden en rood zand waar wijnstokken groeien die dienen voor de productie van Griekse wijn (een unicum in de archipel). Dit was een van de eerste steden van het eiland gesticht door de Grieken die reeds de grond bewerkten en wijn produceerden. In de 16de eeuw lieten de rijke families van Korcula er mooie zomerresidenties bouwen (de "castels"). Een aantal van deze prachtige huizen wordt nog altijd bewoond. De baan klimt verder en leidt langs het dorpje Putnat (volledig in de streeksteen opgetrokken) en daalt daarna terug naar de kust af. Onderweg geniet je van schitterende uitzichten op de streek en de zee. Een beetje meer landinwaarts ligt Cara te midden van de wijngaarden. In het parochiekerkje (15de eeuw) bevinden zich twee werken van de Venetiaanse schilder Bassano. Er werd tevens een votiefkerk (14de-eeuws, maar in de barokperiode aangepast) opgetrokken waar op 25 juli een belangrijke bedevaart plaatsgrijpt.

De kust in het zuidwesten is meer op het toerisme gericht. Vela Luka is zo’n beetje de toeristische hoofdstad van het eilandje. De stad ontstond begin van de 19de eeuw in de baai. Hoewel het niet de hoofdstad van het eiland is, is het de grootste agglomeratie met hotels, pensions, restaurants, kuurcentra gespecialiseerd in revalidatie en de behandeling van reumatische aandoeningen. Ondanks de toevloed van toeristen in de zomer, hebben de bewoners hun traditionele nijverheden niet opgegeven: visserij, landbouw, de scheepswerf en een fabriek van visconserven. De bewoners hechten veel belang aan de plaatselijke cultuur en dan vooral aan de gezangen. Twee zanggezelschappen vertegenwoordigen deze kunst waar de Vela Luka zo trots op is in heel Kroatië. Om naar Korcula terug te keren en in te schepen op de veerpont, kom je voorbij Blato en het centrum van het eiland. Dit stadje is zeer charmant met een aangename laan afgezoomd met lindebomen die naar de grote markt met kasseien leidt. Op dit plein staat de Allerheiligenkerk die in de 17de en 18de eeuw een nieuwe barokke look kreeg. Op 28 april viert het dorp een feest dat zowel religieus als pure folklore is. Naast de processies organiseert men er het traditionele ridderspel met zwaard, de Kumpanija, een rechtstreekse concurrent van de Moreska op Korcula.


Het schiereiland Peljesac

Na amper een kwartiertje varen, legt de veerpont aan de kaai van Orebic aan. Dit stadje ligt bijna op het uiterste punt van het schiereiland Peljesac. Op deze bergachtige landtong met een lengte van 65 km (dat bijna parallel loopt met de Dalmatische kust) produceert men een beroemde wijn (“dingac”). In tegenstelling tot Korcula dat bijna 800 jaar onder Venetiaanse heerschappij stond, behoorde Peljesac tot de Republiek Dubrovnik. Daarom is de architectuur er minder indrukwekkend dan op Korcula en werden de meeste oude huizen van Orebic na de 18de eeuw (en dus in barokstijl) gebouwd. Kenmerkend voor de stad zijn de begraafplaats en de zogenaamde huizen van de kapiteins. Dit beroep was blijkbaar een plaatselijke "specialiteit", want vele uitstekende gezagvoerders van zeilboten, stoomboten en motorboten zijn telgen uit een plaatselijke families. Sommige van deze vaartuigen werden op de scheepswerven van Orebic gebouwd. Dat hier een "zeevaartmuseum" ingericht werd, is dan ook logisch. Je kan er o.a. schaalmodellen van schepen en de portretten van de kapiteins bewonderen. Op de met sparren en cipressen bedekte heuvels verrijst een franciscanenklooster uit 1475 dat een aantal mooie kunstwerken van toenmalige Italiaanse artiesten en een aantal interessante votiefschilderijen herbergt. De mooiste bezienswaardigheid ontdek je in de kleine barokke loggia: je geniet er van een schitterend uitzicht op de vaargeul, Korcula en de andere eilandjes van de archipel. Bij het verlaten van Orebic klimt de weg door de bergen naar Dubrovnik. Terwijl je tussen de met kreupelhout en daarna met bos begroeide bergtoppen zigzagt, geniet je van schitterende en altijd schitterende landschappen. Daarna daalt de baan langzaam naar de zee af. Tijdens de rit op de kronkelende baan ontdek je de andere kant van het schiereiland en het Dalmatische vasteland. Voor je naar het continent reist, moet je een halte inlassen in Ston, een gewezen versterkte stad op de landengte die destijds bijna zo belangrijk was dan Dubrovnik. De omwallingen waakten toen over de zoutpannen en mooie huizen van de rijke families die je nog altijd kan bewonderen. Andere bezienswaardigheden zijn het Rectorenpaleis in renaissancestijl, de kathedraal van de heilige Vlaho en het franciscanenklooster met gotische kloostergang. De oude stad (waarvan de helft verdwenen is) is nog altijd omringd door een muur van anderhalve kilometer lang. Het kleine ommuurde Mali Ston werd in de 14de en 15de eeuw gebouwd en leefde hoofdzakelijk van de zoutwinning. Een indrukwekkend fort torende boven de stadsmuur die over landengte een geheel vormde met de omwalling van Ston. Nu geniet het haventje naam en faam voor de oesters (en andere weekdieren) en de uitstekende visrestaurants vlakbij het strand.

Dubrovnik

Dubrovnik ligt op de smalle landstrook die Bosnië-Herzegovina een grens aan de zee ontzegt. Het is een van de meest zuidelijk gelegen steden van Dalmatië en Kroatië. Dubrovnik prijkt bovendien op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco. De oude stad werd in de middeleeuwen gebouwd en was destijds een onafhankelijke republiek die tegen Venetië streed om de heerschappij over de Middellandse Zee. Dertien eeuwen welvaart lieten hun sporen na in de stad. De paleizen, kathedraal, mooie kerken en andere schitterende monumenten werden beschadigd tijdens de recente burgeroorlog, maar de Unesco restaureerde deze schatten die nu opnieuw schitteren. De handelshaven Dubrovnik trok snel reizigers aan, handelaars uit het binnenland en de buurlanden, diplomaten, pelgrims onderweg naar Rome en Palestina, ontdekkingsreizigers en zeemannen…

Vanaf de 14de eeuw bouwt men er vlakbij de kade een «hospice» (een woord dat zou evolueren tot «hotel») en men kon kamers bij de stadsbewoners huren. Amper een eeuw later openden de eerste herbergen de deuren en begin 16de eeuw was er een karavanserai voor moslimbezoekers. Vooraanstaande gasten verbleven in de openbare paleizen, in het bisschoppelijk paleis, in een van de kloosters en in de herenhuizen van de rijke families. In 1667 vernielde een aardbeving het oude centrum en woongebieden, maar Dubrovnik werd met evenveel prestige heropgebouwd. Na deze nieuwe start ontpopte de haven zich tot een aanlegplaats voor stoomboten en de eerste cruiseboten. Het Grand Hotel Imperial opende in 1897 en was het eerste luxueuze hotel van Dubrovnik. Dit was het «officiële» begin van de toeristenindustrie. Tijdens het laatste gewapende conflict viel deze bloeiende economische activiteit stil. Gelukkig betekende de wapenstilstand een nieuwe start voor het toerisme. Nu stelt deze sector, al dan niet rechtstreeks, de meeste inwoners van Dubrovnik tewerk. Dubrovnik is niet groot en de meeste bezienswaardigheden bevinden zich in de oude en volledig ommuurde stad. Drie poorten geven toegang tot het verkeersvrije historische centrum. De poort in het westen is de «officiële» ingangspoort en geeft toegang tot de hoofdstraat (Stradun) die naar de mooiste gebouwen leidt. De poort in het noorden, ook de Oostenrijkse Poort genoemd, is de meest recente (1908) en geeft toegang tot een zeer lange trap die je moet afdalen om de Stradun te bereiken.

Aan deze trap geniet je van een prachtig uitzicht op de verdedigingswerken (en de Mincetatoren) en de vestinggracht die nu een parkeerplaats is. Als je de oude stad betreedt door de westelijke poort ontdek je een mooie laan met vloerstenen. Deze baan leidt naar de oude haven en onderweg ontdek je de eerste monumenten zoals de piepkleine Spasakerk dat na een aardbeving gebouwd werd met stenen uit Korcula. Dit votiefkerkje heeft een uitstekende akoestiek en men organiseert er regelmatig concerten van strijkkwartetten en andere kleine muzikale ensembles. Rechtover de ingang van het kerkje staat de schitterende Onofrijofontein die niet zou misstaan in Venetië. De fontein werd in 1438 gebouwd naar aanleiding van het einde van de werken voor de aanleg van de watervoorziening. Naast de kerk staat het franciscanenklooster haaks op de hoofdstraat. De bouwwerken gingen van start in 1317 en de constructie illustreert de overgang van de romaanse stijl naar de gotiek. Maar de aardbeving van 1667 legde het klooster deels in puin. Gelukkig spaarde deze natuurramp de schitterende toegangspoort (in het zuiden) in late gotiekstijl en één van de twee kloostergangen (een parel van 14de-eeuwse romaanse stijl). Hier ontdek je nog een andere bezienswaardigheid: één van de drie oudste Europese apotheken (1317) met authentieke houten rekken en antieke instrumenten. De apotheek sloot enkel de deuren tijdens de verhuis naar een andere wandelgang van het klooster. In de kapittelzaal is nu een museum ondergebracht van liturgische voorwerpen. De mooiste collectie is deze van de bibliotheek van het klooster, maar jammer genoeg kan je deze niet bezoeken. Een tweede kleinere kloostergang met een tuin is voorbehouden aan de monniken.

Op de vestingmuur kan je een glimp opvangen van dit rustige tuintje, om er te geraken moet je de trap naast de Pilepoort nemen. Tijdens een wandeling op de omwalling geniet je van een betoverend uitzicht op de binnenstad, haven, zee en de archeologische vindplaatsen (in het zuidoosten). Je ziet ook het eiland Lokrum, nu een natuurreservaat met klein Frans fort en verlaten abdij (tot eind oktober vertrekken in de haven pendelboten naar het eilandje). Let op de omwalling bij de zee op de bovenverdiepingen van de huizen waar de bewoners van een adembenemend uitzicht op de omgeving genieten. Sommige buurtbewoners genieten op hun kleine terrassen van een betoverende zonsondergang in de schaduw van de wingerds en andere klimplanten. Als je de hoofdstraat (Placa) volgt, bereik je de andere belangrijke gebouwen van Dubrovnik. In de straat hebben de winkeltjes opmerkelijke deuren die zeer praktisch zijn omdat ze tegelijkertijd dienst doen als uitstalraam, toonbank en ingangsdeur. Links van de Placa (in noordelijke richting) bevinden zich steegjes met trappen die enkel worden onderbroken door de Prijekostraat die parallel loopt met de Placa. In deze straat bevinden zich vooral cafés, snackbars en restaurants. Aan de overkant van de Placa strekt zich het zuidelijke deel van de oude stad uit. Deze wijk is veel vlakker en uitgestrekter dan de vorige buurt. De Ulica Od Pucastraat loopt parallel met de hoofdstraat langs de kleine Sint-Jozefkerk (met bijbehorende olijfboom) en de 19de-eeuwse orthodoxe kerk die heel sober oogt (en zoals de andere kerken geen stoelen heeft) en bezoek er het Iconenmuseum. Let verderop (rechts, in Miha Pracata) op de school die gehuisvest is in een patriciërswoning waarvan je nog enkele overblijfselen ziet: de waterputten, trap en wapenschild op het plafond. Als de school open is, kan je een glimp opvangen van de inrichting van deze prachtige panden die nu vaak door buitenlanders gekocht worden.

Aan de overkant staat de kapel van de eigenaars van de patriciërswoning. Destijds bezat elke rijke familie een kapel en dat is meteen de reden waarom het historische stads-centrum zoveel kleine gebedshuizen telt. De Ulmica Od Pucastraat leidt naar het Gundelicplein (genoemd naar een Kroatisch dichter). Vervolgens bereik je een langwerpige esplanade waar de mooiste gebouwen van de stad staan: het Rectorenpaleis, het Stadhuis en de kathedraal. Het Rectorenpaleis is een sober gebouw dat een elegante mix is van gotiek en renaissancestijl. Ten tijde van de Republiek Dubrovnik was dit de verblijfplaats van de rectoren (altijd telgen uit een patriciërsfamilie) en de sleutels van de stadspoorten werden er bewaard. Deze poorten werden ’s nachts trouwens gesloten. Het paleis herbergde destijds de administratieve diensten. De zalen waar vroeger de audiënties en officiële recepties georganiseerd werden, herbergen nu het Departement Geschiedenis en Cultuur en het Stedelijk Museum. In de zalen staan meubels uit verschillende tijdperken, liggen de sleutels van de stad, een mooie kast met minischilderijen in vakken en geheime laden, een vreemdsoortig horloge en een mooi portret van de heilige Vlaho met een schaalmodel van de stad…

Andere bezienswaardigheden van dit paleis zijn de voor die periode typische glas-in-loodramen met de ronde vorm van de onderkant van een fles, de stenen handen die de houten trapleuningen vasthouden en een kleine barokke kapel die in de galerij van de eerste verdieping gebouwd werd na de aardbeving. Op het binnenplein (atrium) van het paleis worden vanwege de uitstekende akoestiek regelmatig concerten georganiseerd. Als het buiten te fris is, vinden de concerten plaats in een zaal van het 16de-eeuwse Fort Revelin (in het noord-oosten van de stad). De Hemelvaartkathedraal is naar verluidt de mooiste barokke kerk van Dalmatië. Het gebouw werd tussen 1673 en 1713 gebouwd op een romaans gebouw. In de kathedraal bevinden zich tal van kunstwerken en de «schat» die veilig achter slot en grendel zit (destijds was dit de de schatkist van de overheid). Nu kan je er gouden relikwiehouders in de vorm van armen, benen, ribben en schedels bewonderen die in een al even gouden bibliotheek staan. Een bijzonder schouwspel… Aan de esplanade geeft een poortje in de stadsmuur toegang tot de haven en het arsenaal. Achter de kathedraal bevinden zich de oude wijken die zwaar getroffen werden door de laatste aardbeving van 1979. Tijdens een wandeling in de steegjes en overdekte doorgangen ontdek je nochtans tal van mooie huizen met een wapenschild, de barokke kerk van de heilige Ignacija en het Sint-Katherinaklooster. Als je langs de stadsmuur wandelt, ontdek je het heilige Ivanafort dat het aquarium van Dubrovnik herbergt en het maritiem museum.

De andere vaak bezochte gebouwen van Dubrovnik staan aan het uiteinde van de Placa rond het Luzaplein dat het centrum van het politieke leven was. Let op de zuil van Orlandov (1418) wiens zwaard diende om een el (52 cm) te meten. Dit plein met grote vloertegels die doorheen de eeuwen als het ware gepolijst werden door de vele voetgangers is ook het prestigieuze decor van het zomerfestival. Je ontdekt er schitterende panden zoals het Sponzapaleis (wellicht het mooiste van de stad), dat tussen 1516 en 1522 in gotiek en renaissancestijl werd opgetrokken. Het gewezen douanegebouw heeft een langwerpig binnenplein met daarrond een gebouw van twee verdiepingen galerijen dat ouder is dan de gevel (14de eeuw) herbergt een nationale schat: het Staatsarchief. Je kan er reproducties kopen van brieven geschreven door koningen en andere bekende figuren. Aan de overkant staat de kerk van de heilige Vlaho. Dat gebedshuis is niet alleen overdag een bezienswaardigheid: ’s nachts zorgt de schijn van de binnenverlichting door de glas-in-loodramen voor een feeëriek effect. De heilige Vlaho die op de gevel prijkt is een heuse ster in Dubrovnik: het is de beschermheilige van de stad en in de ommuurde stad zijn er maar liefst 25 beelden van de brave man. Er werd zelfs een beeldje van deze heilige ingewerkt in een Sint-Jacobsschelp in een muur van de oude haven. Dit beeldje staat pal boven een restauranttafeltje... De klokkentoren staat aan de oostkant van het plein en keert de kade als het ware de rug toe. De klokken kondigden het begin van de zittingen van de raad aan en luidden het alarm als er gevaar dreigde. Vlakbij zie je de mooie kleine Onofrijofontein. Deze buurt van het historisch centrum bezit nog meer bezienswaardigheden: de 15de-eeuwse synagoge in het gewezen joodse getto (en de wijk van de «jodenstraat», de Zudioska Ulica), de heilige Nikolakerk en heilige Sebastijana kerk, de oostelijke ingangspoort met hefbrug en het dominicanenklooster dat tussen de 14de en de 16de eeuw opgetrokken werd. Buiten de stadsmuur, een vijftigtal meter van het Revelinfort staan vijf kleine gebouwen (17de eeuw) die destijds als quarantaine-inrichting (voor de ruiters en hun paarden) dienden. Nu huisvesten deze gebouwen folklorekringen en een reclasserings- en vormingscomité voor vrouwen die werkloos werden tijdens de oorlog. Je kan er tafellakens, kleding en borduurwerk kopen. Het uitzicht op de stad, de haven en de golfbreker is schitterend. Destijds spande men tussen deze golfbreker en het Sv. Ivanafort een ketting om de rede af te sluiten voor «ongewenste schepen».


Cavtat

Tijdens je reis op de weg langs de steile kust vanuit Dubrovnik geniet je van adembenemende uitzichten op de stad en de bosrijke, onbewoonde eilanden. Deze bergachtige Konavle-streek behoort tot het meest zuidelijk gelegen deel van het land. Het strekt zich uit tot Montenegro en versmalt (de landstrook is tussen Bosnië-Herzegovina en de zee amper enkele kilometers breed). In de dorpen waar je doorreist voor je Cavtat bereikt, zie je nog sporen van de oorlog en nog lang niet alle hotels openden opnieuw de deuren. Je rijdt langs de steengroeve die gebruikt werd om de steden in de omgeving te bouwen. Deze groeve is een uitgestrekte witte vlek in het landschap die de zeelui naar verluidt gebruiken om zich te oriënteren… Cavtat ligt iets meer dan 16 km van Dubrovnik. De luchthaven is vlakbij en de meeste zomerse vakantiegangers strijken in Cavtat neer. Daarna pendelen ze vaak met de boot tussen Dubrovnik en Cavtat. De geprivatiseerde vervoersmaatschappijen doen in het hoogseizoen gouden zaken en bieden uitstappen in zee aan (bijvoorbeeld naar de archipel die je in de verte ziet…). De toeristische sector is nu de belangrijkste bron van inkomsten van de Konavle, een streek waar de landbouw nog steeds een vooraanstaande rol speelt. Tradities en feesten zijn zeer belangrijk in deze regio. Cavtat werd door de Grieken gebouwd op het schiereiland Rat dat de baai in lange inhammen splitst. In die periode noemde het eiland Epidaurus en naar het voorbeeld van de gelijknamige Griekse stad vereerde men er Esculapius, de medicijngod. Op de zeebodem liggen nog altijd amforen en wrakken van Romeinse schepen die nu bezienswaardigheden zijn voor de duikers. Het bezoek aan Cavtat begint in de veel recentere haven. Na de val van het Romeinse Rijk sloegen de bewoners op de vlucht voor de invallen (o.a. van de Slaven en Avaren). Naar verluidt zouden deze vluchtelingen Dubrovnik bouwen. De havenstad werd in de middeleeuwen heropgebouwd en groeide langzaam uit tot een belangrijke stad van de republiek. Het historisch centrum is piepklein, maar kan prat gaan op een mooi erfgoed. De Sint-Nicolaaskerk is bijvoorbeeld bijzonder fotogeniek met een mooi voorplein, tuintje, barokke pastorie, pinacotheek en ex-voto’s van goud en zilver die dankbare zeelui hier eeuwen geleden achterlieten. Aan de andere kant van de kaai staat de Gospa od Snijega-kerk (Onze-Lieve-Vrouw van de Sneeuwkerk). Dit gebedshuis hoort bij het franciscanenklooster dat in de 15de eeuw gebouwd en daarna meermaals getransformeerd werd. Het interieur van deze kerk oogt moderner en je kan er een zeer mooi veelluik bewonderen dat doden voorstelt die in hun graf op het laatste Oordeel wachten (onderaan in het midden).

Op een heuvel te midden van het kerkhof staat het mausoleum van een beroemde plaatselijke familie. Dit gebouw is een werk van Mestrovic en je kan er van een prachtig uitzicht op de stad, de «dubbele» baai, de bergen en de eilanden genieten. Tijdens een wandeling door de steegjes met trappen ontdek je tal van mooie huizen zoals het geboortehuis van de schilder Vlaho Bukovac (1855-1922). Een van ’s mans werken siert de muur van het hoofdaltaar in de Gospa od Snijega-kerk. Bukovac schilderde het landschap dat je ziet van op het terras van hotel Croatia, maar dan zonder de plantengroei (een aanwijzing dat de stad begin 20ste eeuw veel uitgestrekter was). Het huis van de schilder is nu een museum (en galerij) en is een bezoek meer dan waard. In het restaurant werden onder het behangpapier schitterende muurfresco’s gevonden in pasteltinten. Kortom, dit kunstwerk breekt duidelijk met de klassieke en realistische schilderijen die zoveel Kroatische en Europese musea en theaters sieren. Als je de kade verlaat, wandel je op een laan langs de zee naar Cilipi. Hier kan je elke zondag folkloristische dansen bijwonen op het voorplein van de Sint-Nicolaaskerk. Het stadje kreeg het zwaar te verduren tijdens de oorlog en is nog slechts de schaduw van het welvarende handelscentrum dat het in de late middeleeuwen en in de renaissanceperiode was. Toch bezit Cavtat nog altijd een mooi erfgoed dat met de steun van de Unesco gerestaureerd wordt. Een sportievere wandeling vertrekt vanuit Cavtat naar het bergachtige Cilipi waar je in de rustieke herberg (een «konoba»), Konavoski Komin genaamd, streekgerechten kan be-stellen. In deze herberg kan je bijvoorbeeld «vlees onder stolp» eten in een stenen schotel. Proef er ook de “orahovac”, een plaatselijke notenalcohol en “maraskino “een alcohol van zure krieken. Door de ontwikkeling van het toerisme openden een tiental “konobas” de deuren (allemaal familiezaken) in het achterland van Cavtat. Kortom, een mooie manier om wandelplezier, mountainbiken, gastronomie en een schitterend landschap met elkaar te verzoenen.

Dubrovnik praktisch

Vluchten

De nationale luchtvaartmaatschappij Croatia Airlines vliegt naar Dubrovnik met een tussenlanding in Zagreb. Tijdens het hoogseizoen zijn er chartervluchten (2 tot 3 per week).

Overnachten

Dubrovnik:

•Grand Villa Argentina: de mooiste 5* van de stad, ook al komt de inrichting misschien wat kitscherig over. Adembenemend uitzicht en speciale gelegenheidsprijzen (vanaf 250€/nacht voor een tweepersoonskamer met ontbijt). Tel: 00385 20 440555. Web: www.hoteli-argentina.hr

•Villa Dubrovnik: chique en bijzonder mooi gelegen, met zicht op het water. Vanaf 190€/nacht voor een tweepersoonskamer. Tel: 00385 20/422933. Web: www.villa-dubrovnik.hr

Cavtat

•Hôtel Supetar: het hotel is klein en de inrichting doet een beetje ouderwets aan, maar de ligging is ideaal: aan de kaaien van de oude stad, juist voor de haven. Bovendien vond het hotel onderdak in een mooi traditioneel huis, waardoor het hier niet aan charme ontbreekt - zeker als je het vergelijkt met de grote hotels in de buurt. Ook de prijzen zijn zeer budgetvriendelijk.Prijs: vanaf 40€ voor een tweepersoonskamer met ontbijt. Tel: 00385-20-479833. Web: www.hoteli-croatia.hr/supetar

Money, money... kuna (1 HRK=0,138€; 1€=7,3 Kn)

Info

Kroatische Dienst voor Toerisme Oude Korenhuisplein 38 1000 Brussel. Tel.: 02 5501888 Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Website: www.croatia.hr

Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 12:19