Naam:
Email:
Artikels


BELGIË, Wandeling in Brugge
PDF Afdrukken E-mailadres

De ‘Gouden Driehoek’

Tussen de kathedraal, het Belfort (op de Grote Markt) en de Burg liggen de bekendste gebouwen en musea van Brugge bij elkaar: centra van religieuze of stedelijke macht, en tegelijk stuk voor stuk kunstwerken. We houden eerst halt aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk (13de-15de eeuw, in de Katelijnestraat): een van de grootste kerken van Vlaanderen en de hoogste van Brugge. De kerk is een echt museum: u vindt hier onder andere de praalgraven van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute, een Christus die wordt toegeschreven aan Van Dijk en een Maria met kind van Michelangelo (een kunstwerk dat eigenlijk bestemd was voor de kathedraal van Sienna maar door rijke Bruggelingen werd overgekocht). Het Memling Museum in het oude Sint-Janshospitaal, recht tegenover de kerk, moet u zeker bezoeken. Net zoals in Beaune (in de Bourgogne) was dit imposante vroeggotische complex ooit een gasthuis: het was een van de oudste middeleeuwse ziekenhuizen in Europa (12de eeuw). In de kerk hangen schilderijen van Memling. Ook de oude gemeenschappelijke zalen zijn te bezichtigen, net als een mooie apotheek uit de 17de eeuw (die nog tot in 1971 dienst deed). Liefhebbers van kiekjes moeten zich naar de naburige brug in de Katelijnestraat reppen: het zicht op de flanken van het hospitaal is subliem! Achter de Onze-Lieve-Vrouwekerk ligt een charmante binnenkoer met twee musea eromheen: het Brangwynmuseum en het Gruuthusemuseum, allebei uit de middeleeuwen en bijzonder mooi. Het meest sierlijke van de twee is wel het Paleis van de heren van Gruuthuse, met zijn 15de-eeuwse gotische gevel en drie stenen tronen. De heren van Gruuthuse werden rijk dankzij de taks die betaald moest worden op het ‘gruut’, één van de specerijen die nodig was voor het brouwen van bier. En aangezien er nogal wat afgebrouwd werd in Brugge…

U kan zelf het resultaat gaan proeven in de oude brouwerij Henri Maes, nu met bistro, op het mooie Walplein (tussen het Begijnhof en het Sint-Janshospitaal). Wandel verder langs de Dijver en ontdek één van de grootste musea van Vlaanderen: het Groeningemuseum met zijn prachtige collectie schilderijen van Vlaamse Primitieven. Via de Vishallen en het mooie Huidevettersplein komt u uiteindelijk aan de middeleeuwse Burg. Een doorgang brengt u op een autovrij voorplein, langs het oude Justitiepaleis (waar nu de Dienst voor Toerisme is), het mooie gebouw waar vroeger de Griffie was en de Heilig-Bloedbasiliek (12de eeuw). Die laatste bestaat eigenlijk uit twee kapellen; in één ervan zouden zich enkele druppels bloed van Christus bevinden, meegebracht van de kruistochten. Vooral het prachtige gotische stadhuis is een bezoek waard - het is dan ook het oudste van België (14de eeuw). Wie de voorgevel van het stadhuis aandachtig bekijkt, kan trouwens een paar bizarre details zien, zoals hoofden van figuren die uit de wapenschilden lijken te komen, alsof ze beter wilden zien wat er op de markt allemaal gebeurde… Van hieraf is de Grote Markt niet ver meer. Niet voor niets heet dit de ‘grote’ markt: het plein is immens. Het indrukwekkende Belfort domineert de omgeving. Hier bevindt u zich echt in het historisch hart van Brugge, waar ook de koetsen vertrekken (een andere stopplaats is het Begijnhof). Voor een ongelofelijk uitzicht op de stad moet u de 366 trappen van het Belfort op, 83 meter hoog. Boven ontdekt u ook het klokkenspel en het mechanisme van het uurwerk…

Een ander Brugge: de Sint-Annawijk

Toeristen laten deze wijk in het noordoosten van Brugge meestal links liggen: hij ligt buiten de bekende ‘Gouden Driehoek’ en dus weg van de klassieke route. Uiteraard zijn de steegjes iets modester en zijn er geen bekende monumenten. Maar de buurt, die voor de oorlog nog een slechte naam had, is vandaag gerestaureerd en uitgegroeid tot een chique residentiële wijk, die erg gegeerd is. Bewoners appreciëren er de rust en het typische karakter, met de windmolens en de traditionele huisjes van één hoog. Het traject tussen twee toegangspoorten, waar vroeger de vestingwallen lagen, is omgetoverd tot een groene wandelroute langs het kanaal rond de stad. Een wandeling door Sint-Anna mag u dan niet langs geklasseerde belforten of indrukwekkende monumenten brengen, toch zijn er verschillende interessante bezienswaardigheden: het Godshuis Cobrijse, het vlakbij gelegen en nog werkende Brouwerij en Mouterij Museum (Verbrand Nieuwland 10, met een volks café dat de sfeer van de vroegere ‘staminees’ oproept). U kan er ook het geboortehuis van priester en dichter Guido Gezelle (Rolweg 64) gaan bezichtigen of het Museum van de Sint-Sebastiaansgilde (Carmersstraat 174) of dat van de Sint-Jorisgilde (Stijn Streuvelsstraat 59). Die schuttersgilden bewaarden zorgvuldig de geheimen van het vak, net als de plaats van de oefenterreinen (die nog altijd in gebruik zijn). Nog interessanter zijn het Engels Klooster (dat we hierboven vermeldden) en het Kantcentrum (gevestigd in 15de-eeuwse godshuizen, je kan er nog echte kantwerksters in actie zien, Peperstraat 3). Zeker de moeite waard is het pittoreske Museum voor Volkskunde, ook gevestigd in een van de mooie godshuizen uit de 17de eeuw, samen met een oud kruidenierswinkeltje en de herberg ‘De Zwarte Kat’ (Rolweg 40). Helemaal in het noorden kan u nog het museum van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie ontdekken, het enige zichtbare deel van dit gigantische hospitaalcomplex (Potterierei 79, ook al vermeld). Zin in een pauze? Dan moet u naar Café Vlissinghe (Blekerstraat 2, een heel smal steegje): het is een van de oudste nog bestaande herbergen van Brugge (16e eeuw), waar in de 19de eeuw veel artiesten samenkwamen. Het historische zaaltje barst van de 17de-eeuwse elementen, en er staan nog oude meubels die één van de vorige eigenaars bijeensprokkelde. Een echt museum eigenlijk…



Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 14:59