Naam:
Email:
Artikels


Balade de Guy Lemaire, Art nouveau wandeling in Wallonië
PDF Afdrukken E-mailadres

Maison Dorée, in Charleroi

Charleroi, eind 19e eeuw. Dankzij de bloeiende industrie krijgen vele families de middelen om zich van een nieuwe woonplaats te voorzien. Langs de boulevards die de bovenstad omringen, rijzen her en der indrukwekkende herenhuizen uit de grond, die het stedelijk landschap van Charleroi drastisch veranderen. Sommige van die eigenaars hebben genoeg van de traditionele stijlen, en kiezen voor art nouveau. Die stijl is immers zeer in de mode: hij wordt geapprecieerd voor zijn verfijning, zijn originaliteit en zijn avant-gardisme. Het Maison Dorée (het huis heeft zijn naam te danken aan de vergulde voorgevel), ontworpen in 1899 door Alfred Frère en gevestigd in rue Tumelaire 15, getuigt van die welvarende tijd. Vandaag is het omgevormd tot het Maison de la Presse, maar ooit werd het bewoond door een familie van meesterglasblazers. Het Maison Dorée is een goede illustratie van de art nouveau van Charleroi. Die haalde zijn inspiratie in Brussel, en dan vooral bij de geometrische stroming van Paul Hankar. De stijl komt hier evenwel iets later tot uiting, is soberder en dus financieel ook toegankelijker. Vooral de voorgevel van het Maison Dorée is een concentratie van art nouveau details. Hier valt de asymmetrie op, net als de veelkleurige en industriële materialen, zoals de loggia in smeedijzer. Binnen zijn de hal en de trappen versierd met bloemmotieven, terwijl de balustrades in hout een abstract dambord vormen. Typisch aan deze stijl: het streven naar helderheid. Zo stroomt het licht in de wintertuin rijkelijk binnen dankzij de glas-in-looddeuren en een lichtkoepel.

Museum van Schone Kunsten van Doornik

De Brusselse kunstbeschermer Henri Van Cutsem had gedurende zijn leven een heel pak waardevolle kunstwerken verzameld, waaronder zelfs die van de impressionisten. Omdat hij zijn dood voelde naderen, wilde hij ze schenken aan de Stad Brussel. Die deed echter moeilijk en weigerde enkele schilderijen, omdat ze te gewaagd waren voor die tijd. Doornik werd dus de gelukkige erfgenaam. Op vraag van Van Cutsem liet de gemeente een museum bouwen om de collecties in onder te brengen. Voor de constructie daarvan koos men voor Victor Horta. Hoewel die een allrounder was, had hij toch geen ervaring met dergelijke gebouwen. Er waren dan ook meerdere plannen nodig om tot een project te komen dat zowel zijn creatief genie tevreden stelde alsook de administratieve portefeuille die de constructie zou financieren. Vandaag herken je nog altijd de opmerkelijke details die zo typisch zijn voor Horta: een afgeronde voorgevel die een grote centrale hal verbergt, grote zuilen die de deuren omkaderen en voorzien zijn van stenen krullen. Toch valt hier vooral de eenvoud op. Die valt ongetwijfeld te verklaren door de besparingen die het project met zich meebracht. Maar er zit meer achter: men bevond zich in een scharnierperiode tussen de kromme lijnen van de art nouveau en de rechte strenge lijnen van de art deco. In elk geval is dit een prachtige ruimte met glas-in-loodramen in het plafond, waardoor de werken in een natuurlijk licht baden. De stad kan er trouwens prat op gaan het enige museum te bezitten dat ontworpen is door de grote Horta.



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 14:09