Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

Frans-Polynesië

Frans-Polynesië: Ontdekking aan boord van een vrachtschip

Jacques Brel leerde ons de Markiezeneilanden kennen, een piepkleine archipel ten noorden van Frans-Polynesië, ongeveer 1.400 km van Tahiti. De artiest werd verliefd op de schoonheid van de landschappen, de vriendelijke bewoners en het isolement van de eilandjes en wou er zijn laatste levensadem uitblazen. Op dit afgelegen stukje aarde moest hij zich geen zorgen meer maken om paparazzi en andere negatieve neveneffecten van zijn roem. De Markiezeneilanden zijn niet op het toerisme gericht. Natuur en authenticiteit zijn hier nog ongerept te midden van grootste vulkanische landschappen die zeer verschillend zijn van de droomstranden van Bora Bora. Om de archipel te bezoeken heb je weinig keuze: de Aranui een vrachtschip met passagiersaccommodatie voor ongeveer 180 passagiers vaart 2 keer per maand naar de 6 bewoonde eilanden die vaak geen luchthaven hebben. Dit schip is van cruciaal belang voor de plaatselijke economie en is een originele manier om het paradijsje van Brel en Gauguin te ontdekken…

Een uitzonderlijke archipel

Naar het voorbeeld van de Genootschapseilanden (waartoe Tahiti behoort) zijn de Markiezeneilanden bergachtig en vulkanisch, maar ze zijn niet omringd door een koraalrif en het zijn geen paradijselijke Tuamotu-atollen. Met grillige kusten, donkere kliffen en hoge bergen zijn de Markiezeneilanden veel ongerepter: ze stralen zelfs een zekere “dreiging” uit…Van het vijftiental eilandjes zijn er maar 6 bewoond. De andere zijn ongerept omdat er geen valleien zijn waarin de mens zich kon vestigen. De eilanden van hoge rotspieken en bergmassieven liggen vlakbij de evenaar en beslaan een zone van 350 km (van oost naar west), ongeveer 1.400 km van Papeete, de “hoofdstad” van Polynesië. Deze weinig bevolkte eilanden (8.000 inwoners in de hele archipel terwijl er op Tahiti meer dan 260.000 mensen leven) waren nochtans de eerste bewoonde eilandjes van waar de Polynesiërs vertrokken naar de andere archipels. Het volk kwam in de 2de eeuw v. Chr. (misschien nog vroeger) op de Markiezeneilanden aan van Samoa en paste hun woningen aan de grillen van het weer aan. Ze bouwden ook plaatsen voor hun rites en heiligdommen, pae pae, me’ae, tohua met tiki, standbeeldjes van goden uitgehouwen in het vulkanische gesteente. Het was een volk van menseneters. Reden hiervoor was niet een uitgesproken voorliefde voor menselijk vlees, maar wel een aantal rites die aan de elite waren voorbehouden. Het kannibalisme bleef tot ver in de 19de eeuw bestaan op de Markiezeneilanden, ondanks de aanwezigheid van de missionarissen en de geleidelijke kerstening van de eilandbevolking (een ander groot verschil met de Genootschapseilanden waar de bevolking overwegend protestants is).

De eerste westerling die voet aan wal zette op deze eilanden was Mendaña die in 1595 in het zuiden van de archipel arriveerde vanuit Peru. Hij doopte de eilanden de “Islas Marquesas de Mendoza”. In 1774 streek Cook er neer gevolgd door de Fransman Marchand en Amerikaan Ingraham in 1791 die in het noorden aan wal gingen. Daarna maakten de missionarissen hun opwachting (eerst protestanten en daarna katholieken) gevolgd door walvisjagers, avonturiers, smokkelaars en wetenschappers. In 184 onderwierp de Franse marine de Markiezen aan het Franse gezag. De eenmaking van de 5 archipels (Markiezeneilanden, Genootschapseilanden, Gambiereilanden, Tuamotueilanden en Tubuaïeilanden) in het hart van Frans-Polynesië bracht een grote verplaatsing van de bevolking op gang. Velen vestigden zich in Paepeete. Begin 20ste eeuw waren er 25 keer meer bewoners op de Markiezeneilanden, maar deze gingen massaal op Tahiti wonen. Deze bevolkingsvlucht is nu niet meer zo belangrijk, maar veel jongeren die het eiland moeten verlaten om naar school te kunnen gaan, komen vaak nooit terug. Ze verkiezen het moderne comfort en de levenswijze van de hoofdstad. De economie van de Markiezeneilanden steunt nog altijd hoofdzakelijke op de kopra (zie kadertekst) en noni (zie kadertekst) sinds de Amerikanen de geneeskrachtige eigenschappen van deze inheemse fruitsoort ontdekten. De eilandbewoners hebben andere noden dan de Tahitianen: ze draaien niet mee in de consumptiemaatschappij zoals in Papeete. Op deze ongerepte eilanden leeft men van pluk- en visvangst, landbouw en jacht. Het geld dat de bewoners verdienen door het uitoefenen van allerlei activiteiten dient enkel om medische kosten en extraatjes (zoals een terreinwagen die soms als taxi wordt gebruikt…) te betalen.

Door een gebrek aan interactie met de andere eilanden verloopt het leven hier ietwat afgezonderd van de rest van de wereld. Dit isolement is ook de reden waarom er geen sprake is van een toeristenindustrie. De eilandbewoners zijn door deze levenswijze afhankelijk van de weinige vrachtschepen die in de baaien kunnen aanleggen. In de meeste valleien zijn er geen kades en dus kunnen er geen cruiseboten en grote cargo’s aanmeren. De Aranui speelt een grote rol in de plaatselijke economie: het vrachtschip met passagiersaccommodatie (zie tekstkader) vaart naar alle bewoonde eilanden en legt er vaak in verschillende baaien aan. Soms laden ze er hun passagiers en vracht af op sloepen die tussen de kust en de cargo pendelen. De boot blies oude ambachten een nieuw leven in door “klanten” naar de eilanden te brengen die er demonstraties van traditionele dansen en muziek, het vervaardigen van tapa (zie tekstkader) en geparfumeerde bloementuilen komen ontdekken. Buiten enkele moeilijk berijdbare zandwegen zijn er geen banen en dit komt een bezoek aan de eilanden niet ten goede. Om een of andere archeologische vindplaats te bereiken, moet er dus een eindje worden gewandeld of moeten alle terreinwagens van het eiland worden ingezet om toeristen te vervoeren. De Markiezeneilanden ontdek je te voet, te paard, per boot en met een terreinwagen. Het verhuren van deze transportmiddelen is een goede bijverdienste voor de eilandbewoners en een manier om de jongeren die een leven als landbouwer vaak niet meer zien zitten, toch op het eiland te houden. Ook op politiek vlak zijn er grote verschillen met de Tahitianen. De bewoners van de Markiezeneilanden streven niet naar onafhankelijkheid en zouden zelfs graag rechtstreeks van de Franse regering afhangen en niet van de Polynesische regering in Papeete. Volgens de “Marquisiens” beschouwen de politici van Tahiti hen vaak als het 5de wiel aan de wagen… Ondanks deze ontevredenheid is er geen sprake van enige vorm van politiek activisme. Op de Markiezeneilanden bestaat de stress van de grootsteden niet. Hier plukt de bevolking de dag en geniet van muziek, de yukulele, bier, tatoeages en authenticiteit. Deze “voorliefdes”, het vriendelijke karakter van de mensen en de indrukwekkende landschappen maken van de Markiezeneilanden een charmante en verrassende reisbestemming.

DE BEVOLKING VAN DE MARKIEZENEILANDEN

Hoewel er geen eensgezindheid bestaat over de afkomst van de Polynesiërs en de redenen waarom ze hun geboorteland verlieten (interne twisten, bevolkingsexplosie) bestaat er een algemeen aangenomen hypothese: dat ze afstammelingen zijn van een volk uit zuidoost-Azië dat zich hier tussen 4.000 en 1.000 v. Chr. vestigde. Deze volksverhuizingen naar het zuiden van de Stille Oceaan zouden eerst Nieuw-Guinea, de Fidji-eilanden, Tonga, Samoa en uiteindelijk de Markiezeneilanden hebben bereikt. Een duizendtal jaar later trokken deze Polynesiërs naar andere archipels, Hawaï, het Paaseiland, de Cook-eilanden en Nieuw-Zeeland. Toch spreken de bewoners van de Markiezeneilanden een andere taal dan de Tahitianen.. Ondanks gemeenschappelijke wortels liggen beide archipels 1.400 km van elkaar en zijn er heel wat culturele verschillen tussen beide eilandengroepen. Omwille van hun isolement ontstond er op de Markiezeneilanden een typische cultuur (tatoeages en beeldhouwwerk was hier bijvoorbeeld sterker ontwikkeld als elders in Polynesië) en samenleving. Clans met een leid(st)er leefden in aparte valleien en dit veroorzaakte vaak de jaloezie van de buren en oorlogen. Elke stam had een eigen “leger” aangevoerd door de toa, de militaire leider die even belangrijk was als de priesters (taua), de link tussen mensen en goden. Op alle eilanden werden heiligdommen teruggevonden zoals de me’ae (marae genoemd in de andere archipels) die werden gebruikt voor de godsdienstige vieringen, offers (ook mensenoffers) en begrafenissen. Op deze bijzondere plaatsen staan tiki, standbeelden van goden en legendarische strijders die vaak werden uitgehouwen in vulkanische tufsteen en die mysterieus en zelfs angstaanjagend zijn. Je ontdekt er ook de tohua, terrasvormige platformen van grote stenen voor plechtigheden en offers (verwar deze niet met de pae pae, de onderbouw van verdwenen huisjes gebouwd met plantaardige materialen).

GOOD TO KNOW

Kopra, pijler van de plaatselijke economie

Tot het recente succesverhaal van de noni was kopra het belangrijkste product van de Markiezeneilanden. Kopra werd in de tweede helft van de 19de eeuw ingevoerd door de missionarissen en stimuleerde de ontwikkeling van de kokospalmbossen voor de productie van de grondstof van kopra. Deze activiteit was zeer arbeidsintensief en tijdrovend. Het volstaat niet om de kokosnoten op te rapen, men moet ze met een machete snijden, enkele dagen laten drogen, de vruchtsteen in spaanders splijten die vervolgens op een groot latwerk worden gedroogd. De stukken kopra worden per boot naar de fabrieken van Tahiti vervoerd om er een olie uit persen die geschikt is voor de farmaceutische en voedingsindustrie.

De noni: een wonderbaarlijke vrucht

De bewoners van de Markiezeneilanden kennen al eeuwenlang de heilzame werking van de noni, een gele vrucht die op een citroen met bulten lijkt. De noni groeit overal en door de niet echt aangename geur was de vrucht niet geschikt voor de consumptie. Het fruit werd wel gebruikt als traditioneel middeltje (ook voor het maken van jam en sap) voor tal van kwaaltjes. In 1995 ontdekten Amerikaanse wetenschappers de indrukwekkende geneeskrachtige eigenschappen van de noni: vertraging van het verouderingsproces, bevorderlijk voor de spijsvertering, een middel om suikerziekte te bestrijden, zeer goed voor de gewrichten. Naar verluidt liet het vruchtje toe om vroege stadia van kanker te bestrijden (en wierp het een dam op tegen de verdere ontwikkeling van de kankercellen). Resultaat: in de Verenigde Staten gaan de sapjes en capsules vlot over de toonbank. Het succes is zo groot dat de fabrikant in Tahiti zijn monopoliepositie dreigt te verliezen. Ook een aantal Franse laboratoria hebben veel interesse voor de eigenschappen van deze wonderbaarlijke vrucht die ondertussen in heel Polynesië, en vooral op de Markiezeneilanden waar het een grote concurrent is voor de kopra, groeit.



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 17:53