Naam:
Email:
Artikels


FRANKRIJK, Uitstap naar de streek rond Nice
PDF Afdrukken E-mailadres

SAINT-PAUL DE VENCE

Na de Eerste Wereldoorlog stierf Saint-Paul, ooit een koninklijke stad, een stille dood. De bevolking verouderde, de bewoners vertrokken bij gebrek aan werk en de financiële middelen om de oude gebouwen te restaureren. De belangstelling van de toeristen voor dit dorp achter een omwalling werd grotendeels geprikkeld door een aantal kunstenaars en beroemdheden die hier inspiratie zochten of zich terugtrokken. De sterren vonden hier een rustig, maar niet te afgelegen, alternatief voor de glitter en glamour van Cannes en de Victorine filmstudio’s van Nice. Montand verbleef in La Colombe d’Or waar hij na een tijdje het hele jaar een kamer huurde. Op een avond maakte hij in een restaurant kennis met Simonne Signoret… Dit romantische verhaal had verregaande gevolgen, want Saint-Paul dankt zijn faam voor een groot deel aan het mythische filmkoppel. Andere beroemdheden volgden hun voorbeeld met in hun kielzog veel nieuwsgierigen. Het middeleeuwse dorp werd hip en het centrum werd volledig gerenoveerd. Er streken tal van beroemde kunstenaars neer die zich lieten inspireren door de betoverende omgeving. Hierdoor openden veel kunstgalerijen hun deuren waar zelden "plaatselijke" creaties worden verkocht. Het gaat vooral om een allegaartje van werken die niet altijd even smaakvol en vooral zeer duur zijn. Deze voorwerpen zijn bijzonder populair bij de Japanse toeristen… Schilders, beeldhouwers en keramisten die in Saint-Paul geboren en getogen zijn, leven buiten de vestingmuur. Het middeleeuwse centrum is immers te duur geworden voor onbekende artiesten. Ateliers en huizen kosten stukken van mensen en worden steeds vaker gekocht door buitenlanders.

De tol van de roem… Saint-Paul telt nog slechts één school, één dokter, één apotheek, één bakker en een kruidenierswinkeltje dat door de gemeente werd gekocht om het van de sluiting te redden. Toch is dit geen spookdorp en het is er vooral in de zomer superdruk. De massa volk is zo indrukwekkend dat de buurtbewoners (die er enkel tijdens de vakantie leven) er hinder van ondervinden. Nu wil men de dagjesmensen verleiden tot een langer verblijf middels aantrekkelijke arrangementen, maar er zijn niet veel hotels in de binnenstad. De Colombe d’Or ligt aan de voet van de vestingmuur, aan de overkant van de beroemde place du Jeu de Boules (pétanque is een plaatselijke passie) naast de gewezen gemeentelijke wasplaats, en is wellicht het duurste hotel van de streek. Ondanks de goede reputatie van het etablissement, het vermaarde restaurant, mooie zwembad, foto’s van beroemdheden en kunstwerken van o.m. Picasso, Braque en Calder zijn de prijzen echt overdreven hoog voor ietwat ouderwetse kamers. In de omgeving kan je echter verblijven in tal van betaalbare hotels en in gastenkamers die charmant, origineel, luxueus en/of elegant zijn. Je logeert zodoende amper enkele kilometers van Vence en van de Fondation Maeght, één van de belangrijkste Europese musea van moderne en hedendaagse kunst. Saint-Paul is een bezoek natuurlijk meer dan waard. De straatjes die naar de heuveltop klimmen, zijn geplaveid met rolstenen die bloemen en zonnen vormen (opgelet: mooi, maar glad) en afgezoomd met huisjes in beige steen. Kortom, dit is een feeëriek dorpje. Op de route de la Colle en de route de Cagnes geniet je van een uitzicht op Saint-Paul de Vence met een hoog prentbriefkaartgehalte… Het dorpsplein is een mooie plaats om je bezoek te beginnen. Dit plein kreeg de naam place du Jeu de Boules omdat de plaatselijke pétanqueclub er is gehuisvest. Dit plein ligt buiten de omwalling rond het oude dorpscentrum, want men zou verschillende huizen moeten slopen om een uitgestrekte esplanade met "grand" café aan te leggen…

Hier vat je je klimpartij aan naar de 13de-eeuwse Porte Royale (ook Porte de Vence genoemd) in de omwalling die nu een beschermd monument is en niet meer veranderde sinds François I het tussen 1537 en 1547 liet verstevigen. Nu heb je een flinke dosis verbeeldingskracht nodig , maar destijds genoot Saint-Paul een strategische ligging op de grens van Frankrijk en de gebieden van het huis van Savoie. De toren aan de Porte de Vence is een van de enige overblijfselen van de middeleeuwse omwalling (opgetrokken in de 13de en 14de eeuw). Saint-Paul werd in 1870 gedemilitariseerd en verloor ei zo na de vestingwerken toen deze per opbod werden verkocht. De gemeente kon hun afbraak vermijden door ze zelf te kopen. Van de ingang is de rue Grande, een gewezen Romeinse baan, nu de hoofd- en winkelstraat van Saint-Paul. De straat leidt je naar de andere kant van het dorp. Onderweg wandel je voorbij het toerismebureau (rechts, net voorbij de poort), fontein (1850), gewelfde wasplaats en de herenhuizen met mooi bewerkte gevels. Een van deze panden herbergt het Musée de Saint-Paul dat sinds 1964 helemaal in het teken staat van de plaatselijke artiesten en lokaal erfgoed. De straat leidt naar de Porte de Nice, aan het kerkhof waar Marc Chagall een laatste rustplaats kreeg in de schaduw van een cipres. Het kerkhof torent boven de vallei uit en het is alsof je hier tussen de wolken zweeft. In de verte zie je de zee en iets lager strekken zich de wijngaarden en serres met bloemen uit. Tijdens een wandeling langs de vestingwerken ontdek je mooie uitzichten, maar de charme van Saint-Paul snuif je vooral op tijdens je omzwervingen over de trappen en bloemrijke straatjes van het middeleeuwse dorpje. Je begrijpt dan waarom zoveel dichters en schilders hier inspiratie zochten en vonden. In de rue de Castre verrijst de Conversion-de-Saint-Paulkapittelkerk. Geheel naar het voorbeeld van gelijkaardige Italiaanse constructies staat de vierkante klokkentoren (1740) los van de gebouw. De kapittelkerk werd, zoals de vestingwerken, gebouwd tussen de 12de en 13de eeuw en werd meermaals getransformeerd. Achter de sobere romaanse gevel schuilen mooie meubels en schilderijen, een "schat" (standbeelden en relikwieënkasten en andere voorbeelden van religieuze edelsmeedkunst) en een schitterende barokke kapel die herinnert aan de vroegere welvaart van Saint-Paul.

Naast de kapittelkerk staat de 17de-eeuwse sobere Chapelle des Pénitents Blancs. Let op de originele driezijdige klokkentoren die je enkel kan zien op de hoek van de mooie rue Cassette. Rechtover de kerk verrijst de slottoren waarin nu het gemeentehuis is gehuisvest. Dit is het enige overblijfsel van het middeleeuwse "castrum" dat vanaf de 12de eeuw boven Saint-Paul uit torende. In een daarnaast gelegen pand werd het Musée d’Histoire locale ondergebracht. Je kan er foto’s ontdekken en wassen beelden met traditionele klederdracht, gemaakt in het atelier van de Musée Grévin van Parijs. Het plaatselijke toerismebureau biedt naast deze historische wandeling en ondekking van het erfgoed nog andere thema’s aan om Saint-Paul te ontdekken: pétanque, kunstenaars (bezoeken van ateliers en ontmoetingen met artiesten) en beroemdheden (sterren die er logeerden, leefden en die er nog altijd een huis bezitten). Rond Saint-Paul slingeren vier wandelpaden. De "Chemin des Chapelles" brengt je naar de ruïnes van een Romeinse aquaduct. Onderweg wandel je langs de Saint-Michel-kapel (12de eeuw op het kerkhof), de16de-eeuwse kapel van Sainte-Claire vlakbij de place du Jeu de Boules en de kapel van Saint-Roch dat zich in het bos nestelt langs de route de la Colle. Dezelfde weg leidt naar een van de belangrijkste bezienswaardigheden van dit kunstenaarsdorp: de Fondation Maeght die in 1964 boven de doopvont werd gehouden door Maleraux. De gebouwen zijn heuse kunstwerken. Ze werden ontworpen door de Catalaanse architect Josep-Lluis Sert en staan in een park met monumentale beeldhouwwerken. De constructies liggen te midden van een doolhoftuin van Miro. Elegante langwerpige beeldhouwwerken van Giacometti, een bassin van Braque, een mobiel van Calder, een fontein van Bury en mozaïeken van Chagall sieren het binnenplein. In de zalen van het museum staan veel werken van dezelfde kunstenaars en van Miro, léger, Bonnard en anderen… Deze privé-stichting is een van de mooiste musea voor moderne en hedendaagse kunst van Europa. Hier worden ook tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd en men nodigt de meest befaamde conferenciers uit. Op de weg naar de Fondation Maeght opende een Belg de Galerie Pieters. Deze kunstgalerij lijkt op een museum (ook het gebouw). De tentoongestelde en verkochte creaties zijn peperduur, maar toch is deze kunstgalerij een bezoek meer dan waard.



Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 13:59