Naam:
Email:
Artikels


Uitstap in België. De Vlaamse trappistenabdijen
PDF Afdrukken E-mailadres

Westmalle

In het noorden van de provincie Antwerpen (aan de Belgisch-Nederlandse grens) nestelt de abdij der trappisten van Westmalle zich sinds 1794 in een charmant landschap. Het klooster werd gesticht door tien monniken die tijdens de Franse Revolutie werden verjaagd uit de “Abbaye de la Trappe” van Val-Sainte. Drie broeders bleven in het klooster wonen tijdens de bezetting van de Zuidelijke Nederlanden door Frankrijk tot Napoleon de trappistenkloosters in 1811 opeiste en sloot. Dit verbod was meteen de reden waarom het klooster zich pas na de Belgische onafhankelijkheid ontwikkelde. De monniken produceerden er sinds 1836 bier: aanvankelijk voor hun eigen consumptie (zodoende ontstond er een echt “abdijbier”) en in 1861 commercialiseerden de geestelijken hun productie. Je kan de abdij jammer genoeg niet bezoeken, maar veel wandelaars en fietsers trekken naar de omliggende velden en weiden om er een afgebakend pad te volgen. Rechtover de ingang van het gebouw ligt de hoofdweg waar je ook het “Café Trappisten” ligt. Dit etablissement is een trekpleister voor Nederlandse levensgenieters die de beroemde Dubbel en Tripel van Westmalle willen proeven.

Bezienswaardigheid van de regio

Zoersel ligt ongeveer vier kilometer van Westmalle en is een aanrader voor iedereen die van een snuifje mysterie houdt. Het dorp ligt in een landschap van heide en vlakbij het Zoerselbos dat nu een historische en beschermde zone is. In dit bos staat het “Boshuisje” dat beroemd werd door de roman “De Loteling” van Hendrik Conscience. Naar verluidt leefden in dit gehuchtje zoveel heksen dat ze een kring konden vormen die groot genoeg was om rond de kerk te dansen… Volgens de legende is het “Zoerselhof”, waar destijds de monniken woonden, behekst. Er zou sinds de Franse Revolutie een spook rondwaren: de abt werd gevangen genomen en het klooster verkocht. Dat spook zou verantwoordelijk zijn voor een reeks tragische gebeurtenissen (een soort vloek), die de latere bewoners van het pand troffen. Triske, de echtgenote van een zekere Ket, werd bijvoorbeeld dood in het toilet gevonden… Later vermoorde een heer er zijn meid. Na zijn vrijspraak stierf hij onverwachts in de koets die hem van het gerechtshof naar huis bracht. Meneer Claessens moest er lijdzaam toezien hoe zijn zoon gek werd en stierf terwijl meneer Ravenstijn er aan kanker overleed…



Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 09:14