Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

MAROKKO

Tanger

Tanger ligt op het kruispunt van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en is de toegangspoort tot Afrika, amper een twaalftal kilometer van de Spaanse kust. Door deze strategische ligging was Tanger lang een begeerd bezit en werd de stad vaak bezet. Kunstenaars, gekroonde hoofden en avonturiers trokken naar dit stukje Afrika, een mengeling van de Maghreb en het Westen waar alles mogelijk was. Tanger heeft de vorm van een amfitheater met uitzicht op de straat van Gibraltar. Het is een stad met een ouderwetse charme die tijdens haar gouden jaren vele schilders inspireerde. De stad werd jarenlang “vergeten”, maar verovert nu het hart van reizigers die op zoek zijn naar een “ander” Marokko. Een Marokko waar de bevolking meer Spaans dan Frans spreekt, waar weinig buitenlandse bezoekers komen en waar de witte huizen contrasteren met het blauw van de zee en hemel.

Een uitzonderlijke geschiedenis…

De streek van Tanger werd bewoond sinds de prehistorie en de stad werd wellicht door de Berbers gesticht. Vanaf de 8ste eeuw v. Chr. is de regio een belangrijk handelscentrum van de Feniciërs. Volgens de mythologie stonden hier de zuilen van Hercules en werd de stad gesticht door Antaios, de zoon van Posseidon die de nederzetting naar zijn echtgenote Tingis noemde. Na de val van Carthago in 146 v. Chr. vestigen de Romeinen zich er in 44 v. Chr. Zij blijven er drie eeuwen en ruïnes getuigen van hun aanwezigheid (bijvoorbeeld in Larache, 70 km ten zuiden van de stad). Na het vertrek van de Romeinen raakte de stad in de vergetelheid tot de moslims er neerstreken vanwege de strategische ligging, ideaal om op de Andalusische kusten te landen. Tingis, de toegangspoort tot Spanje, werd in 711 een moslimstad en de belangrijke Arabische dynastieën zouden eeuwenlang om de stad strijden. Ondertussen beleefde de Tingis gouden tijden en bloeide de handel met Marseille, Venetië, Genua en andere havensteden van de Middellandse Zee. Deze welvaart ontsnapte niet aan de aandacht van buitenlandse mogendheden die zich vanaf de 15de eeuw in de stad vestigden. De Portugezen bouwden er een stadswal met bastions en wachttorens en de Spanjaarden verbleven er van 1581 tot 1640. Later veroverden de Portugezen de stad opnieuw en schonken Tanger als bruidsschat aan Engeland (1661). De Britten werden amper 23 jaar later verdreven door Moulay Ismaïl. Om deze vernedering te vergelden, werd de kasba met de grond gelijk gemaakt. Dit is ook de reden waarom er in Tanger weinig gebouwen van voor de 17de eeuw dateren (behalve een stuk van de omwalling). Daarna won de stad opnieuw aan belang. Militaire constructies moesten de stad beschermen en er werden ook moskeeën, “fondouks” en paleizen gebouwd. Ondertussen bleven westerse landen er prestigieuze woningen optrekken voor hun ambassadeurs, consuls en andere hoogwaardigheidsbekleders die er grootse recepties organiseerden die de stad nog beroemder maakten. Toen Tanger in 1912 tot het Frans Protectoraat behoorde, bleven Spanje en Groot-Brittannië naar haar gunsten dingen. De stad bleef een twistpunt en uiteindelijk kwamen de betrokken partijen met een compromis op de proppen: in 1923 werd Tanger een “internationale zone” onder het bewind van een tiental landen en een vertegenwoordiger van de sultan, de “mendoub”. Dit uitzonderlijke politieke statuut ging gepaard met een al even uitzonderlijke commerciële status: de volledige handelsvrijheid en de afschaffing van de belastingen! Kortom, Tanger werd een fiscaal paradijs waar de grote en kleine smokkel welig tierde…

Buitenlandse bedrijven vestigden zich in de Noord-Afrikaanse stad en de plaatselijke banken beheerden fortuinen: deze situatie trok tal van avonturiers aan. De grens tussen legende en waarheid is zeer vaag. Tanger baadt in een mysterieuze en vrije sfeer die zeer verleidelijk is voor schrijvers, schilders, filmmakers en andere befaamde artiesten zoals Tennessee Williams, Jacques Majorelle, Pasolini, Jean Genet, Matisse en Paul Bowles. Al deze kunstenaars zetten het romantische en “schandalige” aura van Tanger nog meer in de verf. Na de Tweede Wereldoorlog beleefde de stad woelige tijden: het nationalisme wordt steeds populairder en er gaan meer stemmen op voor het krijgen van autonomie. Bij de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd Tanger in het kersverse koninkrijk opgenomen. Gevolg: de buitenlanders verlaten de stad. Het toerisme en de ambachtelijke nijverheid vervingen de industrie en handel als inkomensbronnen. Hoewel Tanger niet langer bevolkt werd door spionnen en louche zakenmannen, bleef de stad het lelijke eendje van Marokko. Hassan II liet de Rif naar verluidt bewust links liggen en het is pas sinds Mohammed VI op de troon zit, dat de regio een nieuw elan kent. Een aantal projecten worden eindelijk uit het vriesvak gehaald. De plannen om een tunnel te graven van Marokko naar Spanje zullen wellicht nooit worden verwezenlijkt, maar de nieuwe haven (“Tanger Méditerannée”) zal naar verluidt in 2007 worden ingehuldigd. De werkzaamheden zijn bezig en de haven zal zowel worden gebruikt voor het transport van toeristen als voor goederenvervoer. Bedoeling is om een groter deel van de Noord-Marokkaanse kuststreek mee laten te genieten van de havenactiviteiten. Tanger wordt vooral bezocht door Marokkaanse toeristen uit Marrakech en andere grote steden uit het centrum en zuiden van het land. Zij trekken tijdens de zomermaanden naar Tanger omdat het er dan frisser is dan in hun thuisstad.

De Spanjaarden nemen de ferryboot en jetfoil die hen in maximum 90 minuten naar Tanger brengt waar ze bijvoorbeeld van een lang weekend komen genieten. Door deze grote Spaanse aanwezigheid spreekt de bevolking vaak weinig Frans: ze verkiezen de taal van Cervantes voor hun uithangborden en menu’s. Havenstad Ceuta ligt aan de Marokkaanse kust, maar is Spaans grondgebied en veel Spanjaarden maken er graag een uitstap. Andere nationaliteiten laten de Rif-streek vaak links liggen. Deze bergachtige streek keert de rug naar de rest van het land en genoot jarenlang een slechte reputatie door de verkopers van kif, onbetrouwbare gidsen die de toeristen niet met rust lieten en een karakter dat even rebels als behoudsgezind is. Al deze factoren benadeelden de Rif vaak ook op politiek gebied. Hoewel de clandestiene immigratie van Marokko naar Spanje nog altijd een probleem is (er spoelen jaarlijks nog talloze lichamen van vluchtelingen aan in Tarifa en omstreken) en er naar verluidt minder kif wordt gekweekt, gaat het beter met de streek. Naast de oude stad die van 1926 tot 1956 bloeide en waar de Fransen naar het “Café de Paris” trokken, de Britten elkaar ontmoetten in de Saint-Andrewstuinen, de beroemdheden El Menzah verkozen terwijl de kunstenaars van het terras van “café Haffa” hielden, ontstond een nieuwe stad. De nieuwe woonwijken omringen de baai en reiken tot aan Cap Spartel, vlakbij de luchthaven. De textielnijverheid blies de plaatselijke industrie een nieuw leven in (ondanks de Chinese concurrentie), de bouw van stuwdammen laat een beter geïrrigeerde en meer gediversifieerde landbouw toe, steeds meer buitenlandse toeristen bezoeken de stad en een gloednieuwe autosnelweg verbindt het zuiden van Tanger met Rabat. Het vrijgevochten Tanger van de spionnen, diplomaten en dolle feesten is voltooid verleden tijd, maar deze periode drukte een duidelijke stempel op de stad. De sporen van dit weelderige verleden waar schrijvers en filmmakers zo dol op waren, ontdek je tijdens een wandeling in de medina, de kasba, de buurt van de ambassades en in de baai. De boulevard langs de zee is duidelijk geïnspireerd op de Spaanse “costas” en is lelijk. Maar er bestaan grootse plannen om het strand van Tanger om te toveren tot één van de mooiste van het land…



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 21:19