Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

Madagaskar

Het grote eiland. Een stukje Afrika in de Indische Oceaan

Madagaskar is een stukje Afrika met invloeden uit Azië en het koloniale Frankrijk. De fauna en flora van het eiland bestaat grotendeels uit soorten die alleen op Madagaskar leven en groeien. Het eiland is een ecologiemuseum in openlucht, een droom voor liefhebbers van natuurschoon. De reden voor deze unieke natuurlijke rijkdom moet gezocht worden in de vorming van het eiland dat zich 165 miljoen jaar geleden losmaakte van het Afrikaanse continent en naar het zuidoosten afdreef. Door deze afscheiding kenden de dieren en planten een andere evolutie dan op het vasteland: op Madagaskar leven bijvoorbeeld geen grote Afrikaanse zoogdieren. Je vindt er wel lemuren die het eiland zouden hebben bereikt door op natuurlijke vlotten de oceaan over te steken. Omdat er op het eiland geen roofdieren waren, konden de maki’s zich ongeremd voortplanten terwijl ze in Afrika werden uitgeroeid door de apen en katachtigen. Maar liefst 90 % van de Malagassische dieren- en plantensoorten is plaatselijk, d.w.z. dat je deze enkel op het Grote Eiland vindt. Biologen hebben hier nog heel wat werk voor de boeg om alle soorten op te tekenen.

Een mozaïek van volkeren

Op Madagaskar leven niet minder dan achttien volkeren allemaal afkomstig van de Afrikaanse kusten, maar ook van veel verder… Blijkbaar kwamen de eerste eilandbewoners die er in de 7de eeuw neerstreken uit Zuidoost-Azië, hoofdzakelijk uit Indonesië. Ze werden gevolgd door Afrikanen die het Kanaal van Mozambique overstaken en zich aan de kusten vestigden. Elke bevolkingsgroep bracht de eigen tradities mee die nog altijd zeer levendig zijn op Madagaskar De interesse van de Arabische, Indische, Portugese, Hollandse, Britse en Chinese handelaars voor het eiland werd later gewekt. De Franse koloniale overheersing duurde 65 jaar en deze periode drukte een duidelijke stempel op de steden. Door een langdurig politiek en economisch isolement verzandde het eiland in een extreme armoede.

Avontuurlijk eiland

Op eigen houtje naar Madagaskar reizen is geen sinecure, noch bijzonder comfortabel. Er zijn weinig banen en de gaten in het wegdek zijn zo groot en diep dat er moeiteloos een struisvogelei in past. De onverharde wegen verkeren in zo’n slechte staat dat zelfs terreinwagens kunnen vastlopen, vooral na het regenseizoen. Wie nog nooit met een rimboetaxi of een “gezinsbusje” heeft gereisd, mist een onvergetelijke en bijzonder kleurrijke Malagassische ervaring. De eerste “taxi” is een minibus met 12 zitjes, maar waar in de praktijk plaats is voor een twintigtal passagiers en een enorme vracht op het dak van het voertuig. Het tweede transportmiddel is “comfortabeler”: het is een oude Peugeot 504 waarin maar liefst 10 volwassenen en een zestal kinderen kunnen plaatsnemen. Ondanks de schokken tijdens het traject dommelen de passagiers alleen of leunend tegen de buur in. Alleen verbouwereerde toeristen blijven in deze omstandigheden wakker en vragen zich af waar ze een plaatsje kunnen vinden voor hun benen tijdens de zes uur durende rit om 250 km af te leggen. Maar de bijzonder vriendelijke bevolking van Madagaskar en het prachtige landschap doen alle ongemakken van de reis in een mum van tijd vergeten. Reizen op Madagaskar is vooral de ontdekking van de curiosa van de natuur en de ontmoeting met de hartveroverende bevolking. Verwacht je hier niet aan een rijk architecturaal erfgoed, historische monumenten en musea.

Antananarivo, hoofdstad op heuvels

De baan van de luchthaven naar het stadscentrum is afgezoomd met geïrrigeerde rijstvelden. Te midden van het patchwork van velden merk je stukjes grond op die iets hoger liggen met huizengroepjes. De bovenstad van Antananrivo, makkelijk herkenbaar aan het silhouet van de Rova, verschijnt op één van de twaalf heuvels die Antananarivo vormen. De hoge smalle huizen met rode dakpannen werden opgetrokken op de heuvelflanken op 1200 tot 1500 meter hoogte. In de steegjes is het druk door de talloze taxi’s. De meeste van deze voertuigen zijn oude Citroëns (2 pk en 4 L) die minstens 25 jaar oud zijn, maar die nog steeds rijden. In sommige voertuigen werd het brandstofreservoir vervangen door een waterfles op de passagierszetel. Een mooi voorbeeld van de plaatselijke vindingrijkheid. Zich goed oriënteren lijkt op het eerste gezicht geen sinecure in Antananarivo omdat de geografische ligging van de stad eerder complex is. Gelukkig is de praktijk niet zo ingewikkeld want het stadscentrum is klein en makkelijk te voet te verkennen.



Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 08:56