Herinnert u zich de plot van de Da Vinci Code nog? Hoe de Amerikaanse historicus Robert Langdon de Franse cryptologe Sophie Neveu ontmoet in het Louvre? Jacques Saunière is er vermoord teruggevonden, conservator én grootvader van Sophie, in een bizarre mise-en-scène die bol staat van de symboliek. In hun zoektocht om de achtergelaten codes te ontcijferen, stoten Neveu en Langdon op nog meer raadsels, die hen uiteindelijk tot dé waarheid zullen brengen: de Heilige Graal is geen ‘beker’ zoals het Vaticaan altijd heeft doen uitschijnen, maar het bewijs van een huwelijk tussen Jezus en Maria Magdalena. Die was dus geen prostituee, maar een gerespecteerde en invloedrijke vrouw die het werk van haar man discreet verder zette. Het koppel zou zelfs voor nageslacht gezorgd hebben, met afstammelingen tot vandaag. Eeuw na eeuw heeft, aldus het boek, de Priorij van Sion die waarheid gekoesterd en beschermd. De geheime broederschap, geleid door een grootmeester, zou nog altijd leven volgens de regels van Jezus en zijn vrouw. De Priorij gelooft in de liefde, zelfs de lichamelijke liefde, want die symboliseert het evenwicht tussen de twee grootste natuurlijke krachten: het mannelijke en het vrouwelijke. Een idee dat op een bepaald moment bijzonder goed aansloeg bij gelovige groepen. Tot de Kerk haar macht voelde tanen, en het populaire geloof in haar voordeel omboog. Zo werd Maria Magdalena (en dus bij uitbreiding de vrouw) gedegradeerd tot prostituee, terwijl Jezus de kuise heilige werd. Seks was voortaan een zonde. Het spreekt voor zich dat de religieuze autoriteiten de intriges uit het verleden allerminst willen oprakelen: ze zouden zich wel in een bijzonder lastig parket bevinden. Dus worden Langdon en Neveu een boek lang achtervolgd door Opus Dei, een radicale tak van de Kerk, die er alles voor over heeft om vóór hen de hand te leggen op de Graal. En alsof dat nog niet genoeg is, worden ze ook nog eens achterna gezeten door de politie, want die is er heilig van overtuigd dat zij betrokken zijn bij de mysterieuze moord.