Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

EGYPTE: Cruise op het Nassermeer

De geredde tempels van de Nijl

Zo’n dertig jaar geleden werd een twaalftal tempels van de ondergang gered. Met de bouw van de tweede dam van Assoean werd in 1971 immers een deel van Nubië volledig overstroomd voor de aanleg van het tweede grootste stuwmeer ter wereld. Terwijl op de Nijl tussen Luxor en de oude dam meer dan driehonderd boten varen, cruisen er op het Nassermeer, van Assoean tot Aboe Simbel, slechts een handvol. Scheep mee in voor een rustige cruise op een heuse binnenzee en geniet mee van de stilte, de zuivere lucht en de miskende sites. We nemen alle tijd om de tempels tussen het water en de immens grote woestijn te verkennen.

De bouw van de dam van Assoean in de jaren 1960 betekende meteen het doodvonnis van een twintigtal tempels die onder het water van het Nassermeer, gelegen tussen de eerste en de tweede cataract van de Nijl en aan de huidige grens tussen Egypte en Soedan, zouden verdwijnen. Sommige tempels werden doorzocht voordat ze overspoeld werden met water. Andere, waaronder die van Aboe Simbel, werden afgebroken om hogerop heropgebouwd te worden. Uiteindelijk staan deze geredde tempels verspreid over vier sites langs de oevers van het meer, ver boven de zeespiegel en veel hoger dan oorspronkelijk het geval was. De reddingsoperatie van deze gebouwen werd gesteund door talrijke landen. Enkele kregen, uit dank voor hun goede zorgen welbepaalde overblijfselen. Zo gingen de ruïnes van Debod, naar Spanje (heropgericht op een esplanade in Madrid) en staan de tempels van El Lessiya, van Taffa en van Dendoer nu respectievelijk in het museum van Turijn, het Nederlandse Leiden en het Metropolitan Museum van New York. In 1960 deed de Unesco een oproep om de tempels te redden, een onderneming die duurde twintig jaar duurde. Ondertussen verloren de Nubiërs hun grondgebied en vestigden ze zich in Egypte. Uiteindelijk beslaat het Nassermeer een gigantische oppervlakte. Het is vijfhonderd kilometer lang en ligt verspreid over Egypte (driehonderdvijftig kilometer) en Soedan (honderdvijftig kilometer). De breedte schommelt tussen vijf en vijfendertig kilometer en de diepte tussen zestig en honderdtachtig meter, afhankelijk van de hoogte van de bergen en valleien die het meer overstroomd heeft. Rond het Nassermeer strekt zich een woestijn uit met rotsachtige reliëfs en duinen. Het gebied is onbewoond, of toch bijna.

In Wadi al-Seboea bevinden zich enkele bouwlanden, maar ze voeden slechts een handvol boeren, afgesloten van de rest van de wereld. Enkel in Aboe Simbel, dat overigens over een luchthaven beschikt, is sprake van een stadje. Het werd opgetrokken achter de tempels om te voldoen aan de noden van het toerisme. Slechts een straat doorkruist het verlaten en uitgestrekte gebied: ze vertrekt in Assoean en leidt tot Aboe Simbel, maar wordt afgesloten zodra het gevaar van een aanslag dreigt. Verder zorgen vissers op het meer voor een aanzienlijke visvangst. Men probeerde om via projecten Beneden-Nubië nieuw leven in te blazen. Zo loopt er bijvoorbeeld het plan Toshka, dat als doel heeft om met het teveel aan water (ten gevolge van de hoge waterstand van de Nijl en de overstromingen) de oases van de Tweede Nijlvallei te irrigeren dankzij de bouw van een driehonderd kilometer lang kanaal en het grootste pompstation ter wereld. In de verte, op ongeveer zeventig kilometer van Aboe Simbel, zie je de installatie liggen. Naar verluidt zou met deze infrastructuur het aandeel van de Egyptische vruchtbare grond groeien van vijf naar vijfentwintig percent, met een miljoen extra jobs tot gevolg. Die mensen moeten gehuisvest worden in nieuwe, nog op te richten steden in the middle of nowhere. De bouwwerf werd in 1996 ingewijd door president Mubarak. Men werkt nog steeds verder, zonder te weten wanneer het project eigenlijk af moet zijn. Het meer, een enorm waterreservoir van honderdtwintig à honderdvijftig miljard kubieke meter, is beschermd gebied. Tot nu toe kregen slechts zes cruiseschepen de toelating om het te bevaren. Het risico op vervuiling en overrompeling van de archeologische sites is dus beperkt. Op Kalabsha en Aboe Sibel na, zijn de sites overigens niet toegankelijk via de lucht of het land.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 12:32