Naam:
Email:
Artikels


Weekend in Parijs
PDF Afdrukken E-mailadres

Er is kunst…

Als het Parijs aan één ding niet ontbreekt, dan is het wel aan kunsttempels. Er is uiteraard het Louvre - voor een absoluut magisch bezoek aan dit museum moet je voor een nocturne gaan, tussen 18u en 21u45. Je hebt ook het Musée d’Orsay, hét museum van het impressionisme – vergeet vooral niet langs te lopen in de iets minder druk bezochte zalen gewijd aan de sierkunsten. In de Senaat pakt het Musée du Luxembourg graag uit met prachtige tentoonstellingen, die altijd succesnummers zijn. Laat ons ook het bijzonder actieve Centre Pompidou niet vergeten, dat bij zijn opening in 1977 bijzonder controversieel was, maar intussen uitgroeide tot een schoolvoorbeeld van moderne kunst. Of het befaamde Musée du Quai Branly, gewijd aan primitieve kunst en ondergebracht in een gigantische pakketbootbuilding ontworpen door Jean Nouvel. En dan zijn er nog al die andere klassiekers natuurlijk. Het Rodinmuseum met zijn magnifieke tuin, een oase van groen waarin de beelden helemaal tot hun recht komen. Het Picassomuseum in het somptueuze decor van het Hôtel de Salé, midden in de Marais, waar je ook kan genieten van de persoonlijke collectie van de schilder met werken van Braque, Matisse, Miro,.... Het MAM, het museum voor moderne kunsten van de stad Parijs dat onlangs vernieuwd werd, en waar de Fée Electricité van Raoul Dufy uit 1936 een absolute must is. Het Jeu de Paume, uitgegroeid tot een mekka van fotografie; het Musée de Cluny, gewijd aan de middeleeuwen (met zijn mysterieuze ‘dame met eenhoorn’); het Institut du Monde Arabe, dat u helemaal onderdompelt in het Oosten, en ga zo maar door... (Voor adressen en contactgegevens van de klassiekers: www.parisinfo.com, de site van de toeristische dienst van Parijs).

… en cultuur

Maar omdat het je in Parijs altijd ontbreekt aan tijd, werkten we een kort parcours uit met absolute must-see’s. Toegegeven, ook hier duiken de klassiekers weer op, al zijn ze misschien iets minder druk bezocht. In elk geval: het zijn stuk voor stuk ware pareltjes waar je in alle rust van kan genieten. In het Musée d’Art et d’Histoire du Judaïsme moet je op zondag langsgaan: de themabezoeken in het gezelschap van een verteller of een conférencier zijn zeker de moeite, of je nu veel of weinig weet van de Joodse cultuur (Rue du Temple 71 - 3e - www.mahj.org). Nog een aanrader: thuis bij Eugène Delacroix, ‘een waarachtig charmant optrekje’ zoals hij het zelf omschreef, in de minstens even charmante Rue Furstenberg (op nummer 6, in Saint-Germain-des-Prés). Hier ontdek je een aangrijpende selectie werken en alledaagse schatten van de schilder. Nog meer kunst krijg je te zien in het Hôtel Bouchardon, gelegen in een uitzonderlijk kader, waar de stichting Dina Vierny – Musée Maillol alle aandacht richt op de veelzijdige kunstenaar Maillol en de collectie van zijn muze, Dina Vierny, met werken van Bonnard, Dufy, Redon, Gauguin, Rodin, Poliakoff, Kandinsky, Duchamp… (Rue de Grenelle 61 -7e- www.museemaillol.com). Liefhebbers van Aziatische kunst komen dan weer aan hun trekken in het Musée Cernuschi, gelegen aan het Monceau-park, een ten onrechte weinig bekend adres (Av. Vélasquez 7 -8e- 0033-(0)1 53 96 21 50 - www.cernuschi.paris.fr). Misschien vind je de symbolistische werken van Gustave Moreau maar niets, maar laat dat je vooral niet tegenhouden om zijn museum te bezoeken, dat volgens de schilder zelf werd opgericht ‘om aan te tonen hoeveel werk en moeite een kunstenaar tijdens zijn leven doet’. Vooral de aparte sfeer maakt dit tot een apart bezoek: net of de geest van de kunstenaar nog ergens rondwaart tussen de gekoesterde souvenirs en het ‘sentimentele museumpje’. In zijn gigantische atelier met glazen wanden en trappen in smeedijzer tref je nog altijd verrassend veel schetsen en tekeningen aan (Rue de la Rochefoucauld 14 - 9e- www.musee-moreau.fr).

Wil je even weg van de drukte? Ga dan naar het Musée de la Vie Romantique (Rue Chaptal 16 - 9e - www.vie-romantique.paris.fr). Zo heb je meteen een excuus om wat rond te wandelen in deze buurt, die men ‘Nouvelle Athènes’ of ‘Nieuw Athene’ is gaan noemen. De reden daarvoor? Het grote aantal neoklassieke gebouwen die hier sinds 1820 het licht zagen en die toen bijzonder in de smaak vielen bij kustenaars. Het huis van Ary Scheffer, schilder en beeldhouwer, was indertijd een druk bezochte ontmoetingsplek voor de intelligentsia (Georges Sand, Chopin, Liszt, Dickens, enz.). Vandaag kan je hier nog altijd die ongelooflijke charme van de romantiek opsnuiven. De muren zijn er stille getuigen van, net als de tuitrouwens, waar je in een theesalon tussen de bloemen een ‘Cake van bij Bertrand’ kan proeven. Ook kunst.... maar dan uit de keuken. We blijven in dezelfde sfeer: alleen al voor het ongelooflijke theesalon – en uiteraard ook voor de collectie Italiaanse renaissancewerken – is het Musée Jacquemart-André een bezoek waard: je drinkt er thee onder een plafond dat beschilderd werd door Tiepolo en dat versierd is met Brusselse wandtapijten uit de 17de eeuw. Zelfs verjaardagsfeestjes voor kinderen kan je hier vieren – eentje om nooit te vergeten als je het ons vraagt (158 bd Haussmann - 8e - www.musee-jacquemart-andre.com). En als kers op de taart: het Musée Nissim de Camondo, geïnspireerd op Le Petit Trianon in Versailles. Dit màg je gewoon niet missen, al is het maar voor de prachtige collectie porselein, maar ook voor het geraffineerde interieur en de moderne ingrepen van begin 20e eeuw (fonkelende badkamer, keuken en lift) (Rue de Monceau 63 - 8e).



Laatst aangepast op maandag, 29 maart 2010 11:53