DUBAI: Biggest is best!

Wat het eerst opvalt bij een bezoek aan dit Manhattan onder de zon, zijn de vele werven waardoor de stad uit haar historische voegen barst en steeds verder de woestijn inpalmt, zelfs tot aan de kustlijn. Overal zie je torens: gekunstelde replica’s van de Chrysler Building in New York, futuristische bouwwerken zoals de Burj Al-Arab, het symbool van de stad, of net eeuwenoude zoals de piramide van het luxueuze hotel Raffles. Zeker, Dubai is rijk, luxe gaat er hand in hand met overvloed. Alles is hier mooier, duurder, hipper. Biggest is better! Binnenkort wordt de Taipei Tower (508 meter, 101 verdiepingen) van Taiwan door het nieuwe hoogste gebouw ter wereld van de troon gestoten. En dat ook nog eens in het grootste winkelcentrum op onze aardbol. Enkele van de uiterlijke tekenen van de voorspoed hier zijn een skipiste en een heleboel kunstmatige eilanden - de projecten schieten er als paddenstoelen uit de grond. Of nog, het verbijsterende aantal luxeauto’s die net als iedereen vaststaan in de eindeloze verkeersopstoppingen, in afwachting van de luchttaxi’s… ‘Dubai, te gek!’ En dat is als toeristische trekpleister meteen ook de grootste aantrekkingskracht van de stad, want wat betreft erfgoed valt er maar bitter weinig te bezoeken. We geven je een overzicht van wat je hier kunt verwachten… naast het onvermijdelijke shoppen en een dagje lekker niksen aan het strand…

Dubai lijdt niet aan grootheidswaanzin. De projecten zijn gewoon een logisch gevolg van de middelen die de stad heeft, en die zijn buitenmaats. Alle dromen zijn hier dan ook mogelijk: het grondgebied uitbreiden met kunstmatige eilanden, en alsmaar groter, hoger, gekker, luxueuzer bouwen... Het emiraat heeft zich tot doel gesteld een van de belangrijkste toeristische bestemmingen ter wereld te worden en hoopt tegen 2015 zo’n 15 miljoen toeristen aan te trekken. De gigantische economische ontwikkeling dankt de stad aan de aardolie, maar die is amper goed voor 6 % van het bbp (handel en dienstverlening zijn het belangrijkst) en ook niet onuitputtelijk. Dubai gaat dus voluit voor het toerisme, maar dan wel het luxetoerisme, en dat in een omgeving die zowel aan Orlando als aan Las Vegas doet denken, maar dan 10 keer beter. Op dit moment verandert de aanblik van de stad voortdurend. Waar vroeger enkel zand was, rijzen nu nieuwe gebouwen uit de grond, een ‘Business Bay’, resorts aan het water, gigantische ‘malls’, nieuwe wegen, een luchtmetro….

Te midden van deze gebouwenchaos in volle expansie ligt het hart van Dubai, in twee gesneden door de Creek, een zeearm die druk bevaren wordt door dhows, mooie houten bootjes waarmee het emiraat lange tijd zeehandel dreef. De Creek is de belangrijkste ader van de stad. Vroeger lag hier het handelscentrum, samen met andere belangrijke wijken. Vandaag worden die echter weggedrumd door hightechzakenwijken. Maar ze zijn er nog. Met hun soeks, musea en etnische restaurants zijn ze zelfs het ‘authentieke Dubai’ geworden. Want het grootste deel van de bevolking van Dubai zijn geen oorspronkelijke bewoners van het emiraat. Meer dan 70 % van de bevolking is Aziatisch, vooral dan Indisch, wat meteen verklaart waarom de culinaire specialiteiten meer aan India dan aan het Midden-Oosten doen denken. Maar geen van deze inwijkelingen krijgt het statuut van burger en maar enkelen zullen hier ook echt veel geld verdienen. De sociale kloof lijkt duidelijk, al heeft de modale toerist geen idee van het aantal arbeiders dat er achter de schermen werkt: de werkmieren van de bouw, die ‘s ochtends en ‘s avonds de bus nemen van hun konijnenhokje naar hun werkplek. Want in Dubai wordt de klok rond gebouwd, de vraag naar handarbeid is dan ook enorm. Bij dit aanzienlijke percentage inwijkelingen komt nog het aantal westerse expats (ongeveer 10 %) dat aangetrokken wordt door dit nieuwe eldorado en de meer dan verleidelijke salarissen. Hun aantal blijft groeien. Het gunstige zakenklimaat, de vraag naar kennis en de vrijstelling van belasting trekken steeds meer buitenlandse investeerders aan.

De Creek vormt de grens tussen de wijken Deira en Dur Dubai. Hier langs het water gebeurt alles en liggen de belangrijkste plekken van de stad. In de wijk Deira, aan de noordelijke oever, trekken de soeks de meeste toeristen aan. Vaak hebben ze geen oog voor de oude straatjes van de kruidenmarkt, die zoveel mooier zijn, en trekken ze naar de overdekte, moderne galerijen van de ‘Gold Souk’. De grootste bezienswaardigheid hier is het ongelofelijke aantal boetiekjes waar goud, zilver en edelstenen worden verkocht. Maar vooral aan de rand van de Creek valt het meest te zien en te beleven. Langs de kaaien staan allerlei soorten kisten en balen gestapeld, die net zijn ontscheept of wachten om aan boord van de dhows te worden geladen, waarmee al sinds jaar en dag handel wordt gedreven. Sommige van deze dhows zijn een toeristische attractie geworden, je kunt er een cruise-diner boeken terwijl je de Creek afvaart. Een minder duur alternatief zijn de abras, je ontdekt de oevers van de Creek en je bent een pak minder geld kwijt. Deze taxiboten zijn het handigste (en het snelste) middel om van Deira naar Bur Dubai te gaan, zonder tijd te verliezen in het verkeer. Tijdens het spitsuur heb je vaak 2 uur nodig voor een korte afstand (en de brug) tussen de twee wijken. En aangezien er nog geen metro is… Bur Dubai dan. In de straten langs de Creek krioelt het van de mensen, kraampjes en winkeltjes. Maar hier liggen ook de twee belangrijkste moskeeën van de stad, het museum van Dubai en andere ‘Villages’ die volledig in het teken van het toerisme staan. In de kleine wijk Bastakiya, langs de oever, zie je hoe de stad er een eeuw geleden uitzag. Deze plek is niet zo levendig, waardoor hij minder authentiek lijkt. Het is hier wel prachtig gerestaureerd, zodat je aangenaam kunt wandelen tussen de huizen met windmolentjes, die bedoeld waren om de huizen fris te houden. Je ontdekt er bovendien hier en daar echte pareltjes: een moskee, een museum, een historisch studiecentrum, een kunstgalerij, een restaurant en zelfs een piepklein charmant hotel met kamertjes rond een patio. Dezelfde sfeer snuif je ook op aan de monding van de Creek, in de wijk Shindagha met een dertigtal traditionele huizen. Deze wijk is een van de oudste van Dubai. Blijf niet te lang stilstaan bij de Heritage en Diving Village. Achter de (nep)gevels van de oude huizen liggen souvenirwinkels en een paar restaurants…

Het museum van Dubai daarentegen, daar kun je niet omheen. Het ligt in een fort. Je ziet er het dagelijkse leven in het emiraat voor hier olie werd ontdekt en de steden uit de grond schoten. Er staan wassen beelden, de decors zien er levensecht uit. Je komt er te weten hoe de hoge gebouwen in de woestijn gebouwd werden, hoe de dhows worden gemaakt, hoe de nomaden leven en nog veel meer. Aan deze kant van de Creek en van Bur Dubai begint de laan waar alle grote hotelketens hun eigen hotel willen hebben: Sheikh Zayed Road met de meest gedurfde buildings van het emiraat. Om deze laan kun je dus niet heen, je moet hier even rondgewandeld hebben. De weg loopt naar het zuiden, naar Jumeirah, een gebied dat in volle expansie is. Je kan er ook geraken via Al Jumeirah Road, langs de kust. Hier, ver genoeg van de haveninstallaties in de delta van de Creek, is de kust van Dubai gegroeid, die zich nog steeds verder uitstrekt naar de grens met Abu Dhabi. Tijdens een ontbijt in het panoramische ‘draaiende’ restaurant van het Hyatt, op de corniche, op wandelafstand van de haven, zie je de omvang van de werken, waartoe ook de grote bouwprojecten op zee behoren. Er bestaat geen twijfel over: Jumeirah is een chique en dure residentiële wijk. Naast de grote villa’s staan ziekenhuizen voor tandheelkunde of plastische chirurgie, er is de moskee en de Burj Al-Arab, het futuristische hotel in de vorm van een zeil dat in de golven staat en het symbool van de stad is geworden. Het hotel gaat er bovendien prat op het enige zevensterrenhotel ter wereld te zijn. Laat je beurs een overnachting hier niet toe en zul je dus niet kunnen proeven (over smaak valt niet te twisten natuurlijk) van de fonkelende inrichting, ga er dan een kopje thee drinken. Dat staat zeker op het programma van een ‘georganiseerd bezoek’. Tussen de haven van Dubai en de Burj Al-Arab liggen de openbare stranden met wit (ingevoerd) zand en een lange promenade, waarlangs ook de ‘Beach villas’ liggen. Voorbij het hotel begint een gebied waar volop wordt gebouwd. Voorlopig stopt die zone enkele kilometers verder, achter Dubai Marina, een paaldorp met kanalen en lagunes waar villa’s en een wolkenkrabber staan, en The Palm-Jumeirah (zie verder), het eerste van een eilandengroep in de vorm van een palm, dat weldra afgewerkt zal zijn. Maar de stadsgroei stopt hier niet! Er staan nog andere grote projecten op stapel, waaronder een nieuwe haven en de gigantische Dubai WaterFront, met uitbreidingen in zee waaronder alweer een palm… In afwachting schieten de luxeresorts langs de golf van Dubai Marina, waar nog volop wordt gewerkt, uit de grond. Overal staan hoge gebouwen; bijna alle grote hotelketens zijn er vertegenwoordigd. De pijlers voor de luchtmetro, die voorzien is voor 2010, en de perrons voor de luchttaxi’s, die gepland zijn voor 2009, staan er al.

Staat normaal gezien zeker op het programma bij een bezoek aan Dubai. Je moet absoluut gaan winkelen in een of meer van de winkelcentra in de Gold Souk. Er zijn er niet alleen veel, ze zijn ook gigantisch. Aan een dag heb je niet genoeg voor het grootste, The Mall of the Emirates, met 425 winkels, 65 restaurants en fastfoodketens, 14 bioscoopzalen, een bowlingzaal, maar ook een luxehotel en 5 skipistes met mechanische skilift en houten chalet! Origineler is de Madinat Souk van Jumeirah (naast de Burj Al-Arab) en zijn geïntegreerde hotels, een ‘mall’ ingericht als een (nep)traditionele stad met kleine straatjes. De sfeer doet er denken aan Disneyland, de cafés en restaurants liggen langs een kanaal – ook al aangelegd, maar het is er wel gezellig. De inwoners van Dubai komen vooral naar de Karama Market van Bur Dubai, een typische markt die zich over verschillende straten uitstrekt en in feite bestaat uit een groot aantal winkels die stoffen, kledij, huishoudgerei, elektronica en andere gadgets verkopen aan interessante prijzen. Hoewel je hier niets merkt van het aspect en de sfeer van een traditionele soek, word je hier toch ondergedompeld in het dagelijkse leven. Ga je eind januari of begin februari naar Dubai, onthoud dan dat dit de periode van het Shopping Festival en de supersolden is. Bovendien worden net dan ook tal van festiviteiten en culturele evenementen gehouden…

De sneeuw van ‘Ski Dubai’ mag dan al machinaal aangemaakt worden, de zandduinen zijn echt en groot genoeg om de liefhebbers van ritjes met een terreinwagen en zandskiën of –surfen te plezieren. Er worden ‘safari’s’ met een terreinwagen georganiseerd naar de bedoeïenendorpen, je wordt er ingewijd in het leven in de woestijn (en je slaat er zelfs je bivak op). Wat dichter bij het centrum kun je een vogelwandeling maken in een natuurreservaat (aan het eind van de Creek) waar je roze flamingo’s kunt bewonderen, of je kiest voor een wandeling op de rug van een kameel. Alles is mogelijk! Zo zou je het emiraat Dubai immers nog het beste kunnen samenvatten…

Staat normaal gezien zeker op het programma bij een bezoek aan Dubai. Je moet absoluut gaan winkelen in een of meer van de winkelcentra in de Gold Souk. Er zijn er niet alleen veel, ze zijn ook gigantisch. Aan een dag heb je niet genoeg voor het grootste, The Mall of the Emirates, met 425 winkels, 65 restaurants en fastfoodketens, 14 bioscoopzalen, een bowlingzaal, maar ook een luxehotel en 5 skipistes met mechanische skilift en houten chalet! Origineler is de Madinat Souk van Jumeirah (naast de Burj Al-Arab) en zijn geïntegreerde hotels, een ‘mall’ ingericht als een (nep)traditionele stad met kleine straatjes. De sfeer doet er denken aan Disneyland, de cafés en restaurants liggen langs een kanaal – ook al aangelegd, maar het is er wel gezellig. De inwoners van Dubai komen vooral naar de Karama Market van Bur Dubai, een typische markt die zich over verschillende straten uitstrekt en in feite bestaat uit een groot aantal winkels die stoffen, kledij, huishoudgerei, elektronica en andere gadgets verkopen aan interessante prijzen. Hoewel je hier niets merkt van het aspect en de sfeer van een traditionele soek, word je hier toch ondergedompeld in het dagelijkse leven. Ga je eind januari of begin februari naar Dubai, onthoud dan dat dit de periode van het Shopping Festival en de supersolden is. Bovendien worden net dan ook tal van festiviteiten en culturele evenementen gehouden…

In minder dan een uurtje sta je in Ras Al Khaimah, ten noorden van Dubai en het Arabische schiereiland, net onder het Omaanse Musandam dat in de Straat van Hormuz steekt. Het schiereiland is het meest noordelijke van de 7 emiraten en staat op de vierde plaats wat oppervlakte en bevolking betreft. Het landschap van Ras Al Khaimah is heel verscheiden: er zijn bergen, er is woestijn en een 65 kilometer lange kustlijn. Stedenbouwkundig stelt het echter niet veel voor, al is het wel een troef die de emir graag uitspeelt om de toeristische toekomst van de streek te vrijwaren. Op dit moment echter, en vergeleken met Dubai, staat Ras Al Khaimah nog in de kinderschoenen. RAK City is in volle ontwikkeling: de hoge gebouwen schieten er als paddenstoelen uit de grond. Over enkele jaren zal het er hier helemaal anders uitzien. Langs de golf, op behoorlijke afstand van de ‘hoofdstad’, ligt het Al Hamra Fort, het vroegere feestpaleis van de emir dat een nieuwe bestemming kreeg als ‘Beach Resort’. Aan het bestaande gebouw zijn constructies toegevoegd in de stijl van de traditionele woningen. Heel binnenkort zal hier ook een vijfsterrenhotel de deuren openen. Dit bestaande geheel, compleet met stranden, lagune, watersportcentrum, exotische tuinen, woonzones en golf is nog maar het begin van een immens complex dat hier zal komen. Bezoeken en andere activiteiten dan: dankzij de geologische verscheidenheid is het heerlijk wandelen in Ras Al Khaimah, in de woestijn of de wadi’s. Ontdek er de archeologische sites of geniet van een bronkuur in de bergen. Het warme water van de Khatt Springs staat bekend om zijn therapeutische eigenschappen, vooral voor de behandeling van huidziekten (zoals psoriasis), reuma en spierziekten. De emir liet er een hotel annex schoonheidscentrum (Khatt Springs Hotel & Spa) bouwen in een imposant gebouw dat sterk doet denken aan een fort. Maar dé uitstap is wel een dagje naar Musandam…

Het schiereiland Musandam behoort tot het sultanaat Oman en is hiervan afgescheiden door een deeltje van de Emiraten. Je komt er dus makkelijker vanuit Ras Al Khaimah, een rit van 2 uur naar de haven van Khasab, waar de cruises aan boord van een dhow vertrekken naar Khor Sham. Voorbij de grens rijd je hoog boven de kust langs de Golf, een voorbode van het prachtige ruwe landschap. Khor Sham is een spectaculaire, 16 kilometer lange fjord met helder turkoois water. De enkele vissersdorpjes liggen verscholen aan de voet van de bergen. Je raakt er enkel met een boot. Het ‘grootste’, Nadifi, telt amper honderd inwoners. Er is geen infrastructuur, de kinderen moeten dus naar school in Khasab, over het water. Ze vertrekken op zaterdag en komen pas op woensdag terug. Zo moeten ze niet elke dag de lange afstand afleggen. Ook drinkwater is er niet. Daarom moest de Omaanse overheid er regenputten aanleggen. Als je dit kleine gehucht ziet, vraag je je af hoe een handvol mensen in zo’n harde omstandigheden kan overleven, ook al is het hier nog zo mooi. Naast het landschap zijn de belangrijkste ‘trekpleisters’ de dolfijnen, die met veel plezier meezwemmen met de boten en altijd op de afspraak zijn, en Telegraph Island, waar ruïnes je eraan herinneren dat hier vroegen een telegraafstation stond. Dit werd in 1864 gebouwd door de Engelsen, die een onderzeese kabel tussen India en Irak aanlegden. Vandaag is de plek verlaten, maar onder water ligt een prachtig koraalrif, meteen de reden voor een duik hier. Het water is er zo helder dat je genoeg hebt aan een duikbril en een snorkel om te genieten van dit prachtige, veelkleurige spektakel. Een mooie uitstap als afsluiter van je verblijf in de Emiraten…

Hoe kom je er?

Er is geen rechtstreekse vlucht naar Dubai, maar verschillende maatschappijen vliegen vanuit Brussel met een tussenstop in Londen, Amsterdam, Frankfurt… Een andere mogelijkheid is een rechtstreekse vlucht naar Abu Dhabi en nadien verder over de weg naar Dubai (40 tot 60 minuten – meer tijdens het spitsuur en afhankelijk van waar je logeert, in Jumeirah of in het centrum). Minimumprijs: ongeveer € 500.

Formaliteiten Paspoort dat nog 6 maanden geldig is. Een toeristenvisum wordt bij aankomst afgeleverd (gratis).

Money, money… De dirham (Dh of AED) is ongeveer € 1,70 waard (€ 1 = 5,77 Dh).

Tijdsverschil Belgische tijd + 3 uur in de winter, + 2 uur in de zomer.

Overnachten?

Hotels in Dubai zijn heel duur, vaak is de vraag groter dan het aanbod. Om het nuttige aan het aangename te koppelen, kun je kiezen voor een hotel aan het strand. Er zijn reisorganisatoren die luxueuze verblijven van 6 dagen/4 nachten of langer in Dubai aanbieden. De prijzen beginnen bij iets minder dan € 1000 per persoon. De zomermaanden (juli en augustus) zijn vaak het goedkoopst (dan is het meer dan 40 °C). Wil je iets anders dan het typische hotel, dan hebben we deze twee adresjes van gastenverblijven voor je: La Maison d’hôtes in de wijk Jumeirah (en dus bij het strand) en Orient, in het hart van Bastakyia. Het eerste complex, dat uit 3 villa’s met zwembad bestaat, is eigendom van twee Françaises en telt 20 luxueuze kamers. De prijs begint bij € 171 per nacht (www.lamaisondhotesdubai.com). Het tweede, dat niet ver van het museum van Dubai en de Creek ligt, heeft 10 eenvoudige kamers rond de binnentuin van een traditioneel huis (gelijkaardige prijzen. Info en reservatie: www.orientguesthouse.com).

Iets eten Naast de toeristische restaurants, waar de City Tours je heen brengen, zijn er nog tal van mogelijkheden om de multi-etnische keuken van Dubai te proeven. In de straatjes rond de kaaien en de soeks van Deira, maar ook langs de Creek, aan de kant van Bur Dubai, vind je heel wat restaurantjes waar je voor geen geld Indische of Turkse gerechten of schotels uit het Midden-Oosten kunt bestellen. In de grote hotels eet je gastronomischer, het hoeft niet gezegd dat je ook meer betaalt. Om een voorbeeld te geven: het panoramische restaurant van het Hyatt (27ste verdieping) dat meteen ook een restaurant is dat 360° kan draaien. Voor de lunch geniet je er van een heerlijk buffet. Dat van het Fairmont bestaat uit 7 buffetruimtes die staan voor 7 verschillende keukens; het Chinese restaurant van het Shangri-La is het befaamdste van de stad, je kunt er ook heel lekker Vietnamees eten; het Dusit Dubai staat bekend om zijn Thaise restaurant, prachtig versierd met houtwerk dat met de hand is uitgesneden; het Raffles, in een piramidevormig gebouw, telt meerdere restaurants in een hip kader en met een uitstekende keuken; Madinat Souk en zijn Old Town zijn ook goed voor een aantal gezellige adresjes aan de rand van de kanalen. Een diner aan boord van een cruiseschip daarentegen is zijn geld niet echt waard…

Je verplaatsen

Het metronet wordt momenteel nog aangelegd. Je kunt dus enkel rekenen op de taxi. Voorzie voldoende tijd tijdens de spitsuren, dan is het stapvoets rijden… Om van de bezienswaardigheden van Deira naar die van Bur Dubai te gaan, kies je beter voor de abra en andere ‘busboten’. Niet duur, bovendien sneller en leuker. Een andere leuke manier om Dubai te ontdekken, is de ‘hop on hop off’ dubbeldekker. Deze bus rijdt langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Je kunt op- en afstappen waar je wilt. In de prijs van het ticket (175 Dh) zijn ook bepaalde steden inbegrepen. Het ticket is 24 uur geldig. Voor meer informatie: www.bigbustours.com

Meer informatie

Over Dubai in het algemeen: www.dubaitourism.ae en www.dubaicityguide.com

Over de projecten van Dubailand: www.dubailand.ae

Over een vlucht boven Dubai en/of de eilanden: www.seawings.ae

Voor een interactieve kaart van Dubai: www.dubaitourism.ae/MAP/Dub...