Afdrukken
Tweet

Uitstapje naar de streek rond Nice

EZE, het zwevende dorp…

In deze eerste reportage gewijd aan de dorpjes op de heuvels rond Nice, is Eze aan de beurt. Dit dorp is een van de paradijsjes van de Franse Rivièra, een ideale bestemming voor een uitstap boordevol charme. De omgeving is schilderachtig, je kan er heerlijk tafelen met de Middellandse Zee op de achtergrond.


Eze ligt meer dan 400 meter boven de zeespiegel. De middelleeuwse stad werd gebouwd op de ruïnes van een oude versterkte burcht, evolueerde en paste zich aan de veranderende tijden aan. De vestingmuur in het centrum van het dorp is een overblijfsel van deze ver vervlogen begintijd. De vesting werd in de 10de eeuw bezet door de Moren die werden verjaagd door Willem I, graaf van Provence. Eind 14de eeuw behoorde Eze tot het huis van Savoie. Eze werd meermaals verwoest door de Ottomanen (16de eeuw) en werd daarna door Frankrijk (Eze behoorde in die periode immers tot Italië) aangevallen. In 1860 zou Eze zich uiteindelijk bij Frankrijk aansluiten. In tegenstelling tot de gewezen koninklijke stad Saint-Paul de Vence was Eze niet bijzonder welvarend. Het stadje leefde vooral van kleinschalige landbouw, olijf- en fruitbomen. De benedenverdieping van de huizen waren destijds vaak stallingen, maar vandaag herbergen deze ruimtes winkeltjes en ateliers. De panden zijn klein en opgetrokken in brute steen, enige uitzonderingen op zoveel eenvoud zijn meer uitgewerkte panden zoals de Maison Riquier, in het hoger gelegen deel van het stadje.

De smalle steegjes die trapvormig in de rots werden uitgehouwen, bezaten vroeger een pad voor ezels. Dit ‘pad’ verdween echter tijdens de restauratiewerken. Hiermee verloren de hoteleigenaars, handelaars en bewoners hun enige plaatselijke transportmiddel. Toen het laatste ezeltje stierf, werd het nooit vervangen door een nieuw dier. De taak van de lastdieren werd overgenomen door een ‘modernere’ oplossing: bakken op een soort grasmachines met rupsbanden. Deze voertuigen beklimmen de heuvelflank en transporteren bagages, levensmiddelen en andere omvangrijke voorwerpen. De rest transporteert men er met mankracht, hetgeen een gedeeltelijke verklaring is voor de hoge prijs van de hotelservice in het oude centrum... Saint-Paul dankt zijn faam grotendeels aan de artiesten die er woonden zoals Yves Montand en ook Eze telt een aantal illustere medeburgers: de violist Balakovic kocht er het landgoed dat nu het Hôtel de la Chèvre D’Or herbergt, de New Yorkse componist Samuel Barlow kocht er de Maison Riquier en prins Willem van Zweden maakte van het Château Eza zijn winterverblijf. De feestjes en recepties van deze ‘beau monde’ waren een uitstekende reclame voor het stadje en in Eze-Bord-de-Mer werden veel elegante villa’s opgetrokken. De aanleg van de spoorweg en het betoverende landschap, het is alsof de bergen in de Middellandse Zee duiken, lokte beroemdheden als Georges Sand, en Nietzche naar Eze.

Sommige huizen bestaan nog steeds, de beroemdheden ook (Bono van U2 heeft er onlangs een landgoed gekocht). Het toerisme kwam oorspronkelijk op gang aan de kust en toen Zlatko Balokovic zich in het hogergelegen dorp vestigde, waren vele panden reeds verlaten en vervallen. Zijn komst blies het schilderachtige dorp een nieuw leven in. Het toerisme werd de economisch motor. Eze werd gerestaureerd, maar de bevolking verliet de stad door de vergrijzing van de inwoners en het overweldigende succes van het toerisme. Dertig jaar geleden telde Eze nog 300 inwoners terwijl er anno 2004 nog slechts 27 zielen permanent in de binnenstad leven. De andere bewoners kozen voor een bestaan in een makkelijker toegankelijk huis. Nu telt Eze slechts een handvol families waarvan de leden geboren en getogen zijn in het dorp en er nog steeds leven. De huizen zijn duur en moeilijk te renoveren (de aanvoer van het materiaal is problematisch) en worden vaak gekocht door ‘inwijkelingen’ die er niet het hele jaar wonen. Francis Blanche had er een huis (een van zijn dochters woont er nog steeds) en nodigde vaak bevriende acteurs uit. Hij had naar verluidt de gewoonte om zijn gasten met trompetgeschal te verwittigen dat het etenstijd was. Nu draagt een plein van Eze de naam van de acteur. Eze herinnert ook aan de fameuze achtervolgingsscène over de corniche-weg in de Hitchkock-prent ‘To Catch a Thief’ met Cary Grant en Grace Kelly. Ironisch genoeg zou de actrice, die ondertussen tot prinses van Monaco was gekroond, een twintigtal jaar later op bijna dezelfde plaats om het leven komen... Een van de filmscènes werd ingeblikt voor het Château Balsan (1921). De familie van de eigenaar, de echtgenoot van de gefortuneerde Consuela Vanderbilt, werd steenrijk door het monopolie te verwerven voor de verkoop van uniformen aan het Franse leger. Start je bezoek best aan de voet van de heuvel waar je je auto laat staan. Hier begint je klimpartij langs de avenue du Jardin Exotique. Let rechts op twee kleine gebouwen waarvan eentje de receptieruimte is van Château Eza, een luxehotel in Eze Village (het etablissement ligt in het hoogst gelegen stadsdeel en zodoende kan men de aankomst van de klanten beneden organiseren en ze van hun bagage verlossen. Het tweede kleine gebouw was de stal van de ezel die destijds de valiezen droeg, maar dit dier is ondertussen al een tijdje overleden. Deze kleine ruimte bleef onveranderd, kwestie van de herinnering aan een lang vervlogen tijd levendig te houden. Deze eerste klimpartij brengt je bij de poort van het domein van de Chèvre d’Or waar je een glimp opvangt van de terrasvormige tuin. De echte ingang ligt, naar het voorbeeld van het Château Eza, binnen de omwalling en de kamers zijn ingericht in meerdere panden. Hier komt de Sentier de Nietsche (wandelpad van Nietsche) uit. Een wandeling over dit pad inspireerde de beroemde filosoof naar verluidt een hoofdstuk uit Also Sprach Zarathustra…

Deze weg vertrekt aan de Basse Corniche en was destijds een van de enige naar Eze. Je doet er ongeveer anderhalf uur over om de heuvel te beklimmen terwijl de terugweg goed is voor een wandeling van 45 minuten. Kortom, goed voor een charmante wandeling die alle zintuigen zal bekoren. Ondertussen heb je de poort van de oude stad bereikt. Het gaat om een dubbele poort uit de 14de eeuw, de Porterne genaamd. Opvallend is dat de scharnieren omgekeerd werden geplaatst om te verhinderen dat vijanden de poorten zouden opheffen en in de 16de eeuw maakte men een gat voor een kanon, maar deze veiligheidsmaatregelen konden niet verhinderen dat de Saracenen Eze binnenvielen. De belagers kozen een rustig plekje op de heuveltop en maakten gewoon een gat in de muur. Deze ‘doorgang’ werd naar hen genoemd… We laten de trap naar de kerk even links liggen en zetten onze klimpartij door de rue Principale verder. De trap aan je linkerkant leidt naar de lagergelegen en zeer mooie rue de Bournou (onder een gewelfde doorgang naar het Château Eza). Tijdens een wandeling door de rue Principale ontdek je het mooie Planet, een pleintje voor de beroemde Maison Riquier. Dit pand is genoemd naar de eerste eigenaars ervan: een rijke familie van Nice die van de 13de tot de 16de eeuw over Eze regeerde. Het huis is opgetrokken in natuursteen (een teken van welvaart) met bas-reliëfs op de gevel met ringen om de paarden vast te binden. Het huis werd begin jaren 1920 gekocht door Barlow die grootschalige renovatiewerkzaamheden lanceerde om het pand opnieuw een middeleeuws aspect te geven. In 1930 liet hij op het pleintje ook het bijzonder mooie fonteintje bouwen: het water ontspringt uit het vrouwenhoofd in naïeve stijl boven twee bekkens waarvan de weelderige ronde vormen aan twee borsten herinneren...

Destijds was de waterbevoorrading een probleem (Eze was afhankelijk van cisternen) en alleen Barlow beschikte over een eigen waterleiding. Barlow en de twee andere prominente dorpsbewoners zetten de gemeente uiteindelijk aan om te investeren in een netwerk van waterleidingen. Stromend water voor het hele dorp liet nog tot 1952 op zich wachten… Als je je wandeling langs de vele trappen voortzet bereik je een kruispunt van twee steegjes: de steeg links leidt naar het Château Eza, een heuse bezienswaardigheid. Dit grote pand lijkt niet op een kasteel, maar was het winterverblijf van prins Willem van Zweden. Na zijn dood liet men het gebouw verkrotten tot verschillende eigenaars het kochten voor de inrichting van appartementen. Een Zwitser kocht alle panden en transformeerde ze tot een luxueus ensemble en richtte er een theesalon in. Door het toeristische succes ontpote dit etablissement zich tot een restaurant en een hotel-restaurant. Wie er niet kan verblijven, moet er zeker gaan lunchen of een glaasje drinken: op de terrassen geniet je van een subliem uitzicht op de kust, bergen en exotische tuin. De Chapelle des Pénitents-Blancs (1306) nestelt zich in een gewelfde doorgang. Ondanks deze discrete ligging huisvest dit oudste gebouw van de stad enkele kunstschatten. Dit was destijds de vergaderruimte van de lekenorde die zich ontfermde over zieken en armen. Dit was ook de plaats waar men in 1860 voor de aansluiting van Eze bij Frankrijk stemde. Vlakbij ligt de veel interessantere dorpskerk die tussen 1764 en 1778 werd gebouwd in een sobere barokstijl (op de gevel bespeur je weinig versieringen). Op deze plaats stond een nog oudere kerk die te klein was geworden door de bevolkingsexplosie. Binnen zorgen tal van details en trompe-l’oeilschilderingen voor een evenwicht: een kroonlijst met een marmerschildering omringt het hele gebouw, een valse oculus als tegenhanger van het echte roosvenster boven de ingangspoort en de geschilderde ramen op de linkermuur die de echte vensters aan de overkant nabootsen. Let ook op de vele ongewone details: de arm van God die zijn zoon offert op een kruis dat uit de preekstoel steekt en Sint-Franciscus (op een schilderij in de zijkapel, links van de ingang) met een schaalmodel van het dorp in zijn handen. Dit is de enige voorstelling van Eze met het volledige kasteel dat de Fransen in 1706 vernielden.

Het laatste deel van deze wandeling brengt je bij het hoogst gelegen gebouw van Eze: de versterkte burcht waarvan de weinige ruïnes boven de Jardin exotique uit torenen. Deze plek is al lange tijd beroemd, maar werd onlangs opnieuw aangelegd volgens een gloednieuw concept: een tuin om te ‘beleven’. Langs het wandelparcours kan je even stoppen bij plaatjes met verhalen en anekdotes over het dorp en van het schitterende uitzicht op de hele streek genieten. Te midden van de cactussen, aloë’s, agave, yucca’s en andere exotische plantensoorten verrijzen de veertien terracotta-standbeelden van vrouwen. Alle standbeelden van Jean-Philippe Richard turen naar de eindeloze zee. Op een klein terras werd een ‘contemplatieve’ ruimte ingericht met lange en brede teakhouten stoelen. Dit is naar verluidt een geliefkoosde plek van de bezoekers: ze kunnen er uren lezen met de Middellandse Zee en het Château Eza als uitzonderlijk decor… Kortom, puur genieten. Hoewel de tuin van Eze niet over de financiële middelen en het aantal tuinierders beschikt dan de ‘concurrerende’ tuin in Monaco, is de omgeving even indrukwekkend. Eze is één van de dorpen die ondanks de vele toeristen een architecturale charme en authenticiteit wisten te bewaren. In tegenstelling tot Saint-Paul de Vence vind je hier bijvoorbeeld weinig kunstgalerijen, maar vooral ateliers waar je de ambachtslui aan het werk kan zien en waar de gespecialiseerde boetiekjes niet de klassieke souveniertjes verkopen. Vat je bezoek aan Eze liefst vroeg ‘s morgens aan of na 15 u, op deze tijdstippen hebben de toeristen het dorp nog niet bereikt of zijn ze reeds vertrokken. Kwestie van deze parel van de Rivièra echt te appreciëren.


3 corniches, 3 gezichten

De gemeente Eze strekt zich uit over drie corniches. De Basse Corniche doorkruist Eze-Bord-de-Mer met een strand dat gedeeltelijk bedekt is met een pijnboombos. De badstad ontwikkelde zich eind 19de eeuw niet zoals de naburige steden van de Rivièra. Eze-Bord-de-Mer bleef discreet en gespaard van de lelijke hoge gebouwen die veel mediterrane kusten overschaduwen. De badstad baadt hierdoor in een heerlijk ouderwets sfeertje… Via de Moyenne Corniche (de meest recente weg aangelegd in 1928) bereik je het hangende dorp. Dit is tevens het punt waar de nieuwe stad zich op de bergflanken uitstrekt met nieuwe verkavelingen, winkelcentrum en gebouwen die al bij al goed in het landschap passen. De Grande Corniche dateert van 1807 en brengt je naar het hart van het Parc départemental de la Revère gelegen op de kalksteenhoudende hoogvlaktes die kliffen vormen (de baous) en die bedekt zijn met een kenmerkende plantengroei: 450 soorten die opnieuw tot leven kwamen na de herbebossing sinds de brand van 1986. Dit is ook een ornithologisch paradijs waar je een aantal grote roofvogels kan observeren. Naast de fauna en flora kon je hier ook de forten van la Revère en la Drète bewonderen. Deze constructies werden door het leger opgetrokken in het laatste kwart van de 19de eeuw om de streek te bewaken en om Nice te beschermen. Een van de drie batterijen van het Fort de la Revère herbergt nu het Astrorama waar je voorstellingen met of zonder conferentie en/of maaltijd kan bijwonen. Er worden o.a. Ciel ouvert-avonden (open hemel-avonden) georganiseerd met behulp van grote en kleine telescopen, videofilms en tentoonstellingen. Een aanrader bij mooi weer.

Eze en de kunstenaars…

Eze is de uitvalsbasis van een aantal schilders en beeldhouwers. Ze wonen niet meer in het dorp, maar hebben er hun atelier. Kunstenares Lysand (rue du Bournou 8) schildert de landschappen van de Midi en hyperrealistische portretten op doek. Ze reproduceert een aantal van haar werken op handdoeken en tafellakens. Jean-Eric Garnier (rue du Barri 7) is een andere artiest die verknocht is aan Eze. Zijn schilderijen zijn pure poëzie. De doeken van Garnier bestaan meestal uit meerdere van ‘s mans werken die op verschillende tijdstippen werden gerealiseerd. Zijn werk baadt in een mysterieuze mythologische sfeer die nauw verbonden is met de geschiedenis van het dorp. Een aantal van zijn werken hangen in de kerk en de Bar de la Chèvre D’Or. Marc Ferrero (rue de la Paix 6) schildert ‘stripverhalen’ op een groot formaat. Zijn werk baadt in een stedelijke en realistische sfeer waarvoor New York duidelijk de inspiratiebron was. Andere aanrader is het originele boetiekje Galerie Avanti (rue du Bournou) waar enkel poëtische kunstwerken worden verkocht. Je zal er tal van naïeve, charmante en verrassende voorwerpen ontdekken.


Leuke adresjes...

Gastenkamers: La Bastide aux Camélias Dit mooie huis nestelt zich op een bergflank en behoort tot de Gîtes de France-organisatie. Je kan er logeren in 4 schattige kamers en een suite met zeer mooie badkamers. Je ontbijt onder een mooie veranda en in een salon kan je rustig lezen en van een videofilm genieten. Op het houten terras kunnen de gasten zich in een jacuzzi vlijen. In de tuin kan je pétanque spelen en bij het zwembad bevinden zich een hamam en sauna. In dit huis wacht je een gemoedelijke ontvangst. Dit etablissement is heel het jaar open. Prijzen: €110 - 240€ per kamer of suite, ontbijt inbegrepen. Reserveringen: Route de l’Adret. 06360 Eze (Grande Corniche) Tel: 0033 (0)4 93411368 of (0)622331545 Website: www.bastideauxcamelias.com

Gastenkamers: La Vieille Bergerie Deze gewezen schaapskooi ligt ook op de Grand Corniche. Het gebouw onderging doortastende transformatiewerken en je kan er logeren in een zeer ruime en mooi ingerichte kamer. Je beschikt over een aparte ingang en privé-terras met tuinmeubels en er is geen zwembad. Heel het jaar open. Prijzen: €100-120 voor 2 personen, ontbijt inbegrepen. Reserveringen: 585 Route de la Revère. 06360 Eze Tel: 0033 (0)4 93411022 of (0)689336808 E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Website: www.la.vieillebergerie.com

Luxueus verblijf in het hart van het dorp

• La Chèvre d’Or: De eerste kamers van dit hotel (van de Relais et Châteaux-keten) werden in 1956 ingericht in de lagergelegen huizen binnen de omwalling. In het restaurant geniet je op het terras van een schitterend uitzicht op de omgeving. In het restaurant La Chèvre d’Or smul je van een gastronomische keuken. Meer info: www.chevredor.com

• Het Château Eza werd 400 jaar geleden gebouwd boven het middeleeuwse dorp. Het restaurant en de panoramische terrassen bieden een prachtig uitzicht op de zee en je kan er ‘s middags twee menu’s kiezen, tapas en een kaart met slaatjes. Meer info: www.chateaueza.com.

Meer info...

•Hoe ernaartoe?

Met het vliegtuig...

Brussels Airlines vliegt naar Nice. Info en reserveringen: www.brusselsairlines.com. Eze ligt op 18 km van de luchthaven van Nice en je kan een taxi nemen of een wagen huren. In terminal 2 kan je een gratis pendelbus nemen en alle kantoren van autoverhuurbedrijven bevinden zich op de parking van terminal 2.

•Met de wagen

Eze ligt op ongeveer elf uur rijden van Brussel (Luxemburg, Beaune, Lyon, de A8 naar Nice. Voorbij Nice neem je uitrit 57 (La Turbie). •Met de trein De HST en Thalys (tijdens het hoogseizoen) tot Nice. Je zet je treinreis naar Eze-Bord-de-Mer verder, maar kan ook de bus nemen (lijn 112, Beausoleil naar Eze Village, en lijn 100 Nice-Menton voor Eze-Bord-de-Mer en lijn 116 Nice-Peille voor de Grande Corniche).

• Info Office de Tourisme d’Eze. Place Général de Gaulle. Tel: 0033 (0)4 93412600. Van november tot maaart alle dagen open van 9 tot 18u30 (behalve in de winter). Van april tot oktober open van 9 tot 19 u. Website: www.eze-riviera.com.

Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 15:05