Afdrukken
Tweet

TRIP IN DE PROVENCE

BEAUCAIRE - TERRE D’ARGENCE

Midden in de driehoek Nîmes, Avignon en Arles ligt het kleine stadje Beaucaire. Het is misschien niet zo’n toeristische trekpleister als buurstad Tarascon, net aan de overkant van de Rhône, maar het is minstens even charmant en kan eveneens bogen op een rijk en prestigieus verleden. Beaucaire behoorde tot de Terre d’Argence, een middeleeuws verbond van elf parochies die onder het bisdom Arles vielen, en dat werd afgebakend door de Rhône in het oosten, de Bellegarde in het westen, de petit Rhône in het zuiden en de Gardon in het noorden. De naam ‘Argence’ komt van de populieren langs de Rhône: hun bladeren lijken wel zilver. Vandaag omvat Terre d’Argence nog vijf stadjes en dorpen: Beaucaire, Bellegarde, Fourques, Jonquières, Saint-Vincent en Vallabrègues.

Terre d’Argence in de Romeinse tijd

Het antieke Ugernum, de Romeinse naam van Beaucaire, lag langs de Via Domitia, die Rome verbond met Cadiz en deel uitmaakte van een immens Romeins wegennetwerk van meer dan honderdduizend kilometer. Vandaag zijn de meeste steenwegen bedekt door het moderne wegennet, maar in de buurt van Beaucaire zijn de militaire kilometerpalen nog altijd zichtbaar: ze gaven indertijd de afstand vanaf Nîmes aan. Op verschillende plekken op het grondgebied van de gemeente Bellegarde hebben archeologen de grondvesten blootgelegd van een vrij goed bewaard Romeins aquaduct uit de eerste eeuw, dat 250 tot 400 jaar lang de stad Arles van water zou voorzien hebben. Een nog in aanbouw verkerend gebouw biedt binnenkort onderdak aan een tentoonstelling die hieraan gewijd is, ‘A la Mémoire de l’Eau’. Ook een deel van een opgegraven ondergronds kanaal van zo’n 3,8 kilometer lang zal er te zien zijn. Een amusant detail is nog altijd zichtbaar: de vingerafdrukken van een Romeinse metselaar die met de hand een steen aandrukte in het cement.

DE GALLO-ROMEINSE KELDER VAN MAS DES TOURELLES

In Mas des Tourelles verbouwt een wijnbouwersfamilie sinds 1726 wijn in een mooie, zeventiende-eeuwse boerderij. Onderzoek uit de jaren 80 wees echter uit dat hier in het begin van onze jaartelling een groot atelier van amforen was gevestigd, met daarnaast nog een paar gebouwen zoals ovens, opslagplaatsen en een woonhuis. De ligging was ideaal voor zo’n onderneming, aangezien de omgeving alle benodigde grondstoffen bood: water, klei en hout voor de productie van amforen, en wijnstokken en olijfbomen voor de productie van wijn en olijfolie. Door de nabijheid van de Rhône en de Via Domitia konden de amforen bovendien gemakkelijk over het hele Romeinse rijk getransporteerd worden. De wijnbouwers van Mas des Tourelles vatten het idee op om dat stukje verleden van hun domein open te stellen voor toeristen. Dezer dagen kan je er dus de grondvesten van het atelier bezoeken, maar er zijn ook een Romeinse wijngaard en een antieke wijnkelder aangelegd, met een indrukwekkende wijnpers met een houten hefboom. In de teksten van Latijnse auteurs als Plinius, Cato en Columella gingen ze op zoek naar antieke recepten om wijn te aromatiseren – de Romeinen hadden namelijk de gewoonte om aan hun wijnen kruiden en natuurlijke aroma’s toe te voegen, zoals honing, defrutum, kruiden, enz. Die dienden niet alleen voor de smaak, maar ook om de wijnen langer te bewaren of ze een weldoende werking te geven. Een bezoek aan Mas de Tourelles eindigt zoals het hoort: met een proeverij van ‘archeologische’ Romeinse wijn. Het domein ligt op drie km van Beaucaire op de weg naar Bellegarde (D38). Ook in het Forum Ugernum staat antieke archeologie centraal: het is een soort themapark waar je de Romeinse tijd kan herbeleven door middel van gladiatorenschouwspelen, tentoonstellingen en interactieve stages voor de allerkleinsten...


De gouden eeuw van de stad: de Jaarmarkt van Beaucaire

Vier eeuwen lang was 21 juli (feest van de patrones van Beaucaire, Sint-Magdalena) het traditionele startschot voor één van de rijkste jaarmarkten van Europa. Gedurende een week werden de straten van de stad en de immense esplanade langs de Rhône ingepalmd door honderden kraampjes. Uit de vier windstreken van het continent kwamen handelaars afgezakt, met de meest uiteenlopende en exotische waren: koffie uit Latijns-Amerika, thee uit China, waardevolle houtsoorten, zijden stoffen, kruiden, zilverwerk maar ook vee en streekproducten... In 1464 werd de Foire de la Madeleine voor het eerst georganiseerd, als een belastingvrije markt, goedgekeurd door koning Lodewijk XI. In de zestiende eeuw bleef de stad – ondanks de godsdienstoorlogen – trouw aan de koning. Ze bleef welvarend, om uiteindelijk haar hoogtepunt te beleven in de achttiende eeuw. Zelfs de Franse revolutie kon de jaarmarkt niet schaden – het was uiteindelijk de komst van de spoorweg die het verval zou inluiden. Tijdens een week jaarmarkt werd evenveel geld verhandeld als in de haven van Marseille in een jaar. De handelaars van Beaucaire konden zich dus veroorloven om prachtige en prestigieuze herenhuizen te bouwen, getekend door architecten met naam en faam. Het stadhuis, waarin ook het Bureau voor de Voortzetting van de Jaarmarkt was ondergebracht, werd gebouwd in opdracht van de Raad van Koning Lodewijk XIV: dat kan je ondermeer zien aan de dubbele koninklijke zon rond het wapenschild van de kroon aan de gevel. Even verderop, in de oude Rue Basse des Drapiers, stond een bescheiden Romaanse kerk die met haar ronde ramen en gedrongen vormen niet meer in de mode was. Die werd dus vervangen door Notre Dame des Pommiers (1734-1744), een immens barok gebouw, dat beter voldeed aan de prestigieuze noden van de rijke inwoners van Beaucaire. Achter de gebogen gevel met bas-reliëfs gaat een indrukwekkend binnenvolume schuil, overvloedig gedecoreerd met kleurrijk marmer. In de buitenmuur – rechts van de gevel – is een 14 meter lange Romeinse fries ingebouwd, die de statiën van de Passie moest uitbeelden, een uniek overblijfsel van de oude middeleeuwse kerk.

Langs de oude Rue Haute de la Draperie (vandaag de Rue de la République) vind je de mooiste huizen van de stad. De burgemeester deed een beroep op de Avignonese architect Jean-Baptiste Franque om er het Hôtel de Clausonettes (1745) te bouwen, met een lange klassieke gevel die op het gelijkvloers steunt op grote bogen die toegang gaven tot winkeltjes en gewelfde opslagplaatsen. Iets verderop vertoont het Hôtel Margailler (1675-1680), met zijn gevel in Italiaanse barokstijl, dezelfde functionele elementen op het gelijkvloers: de vele handelsactiviteiten vroegen dat op dat moment. Een geleid stadsbezoek is op dit vlak bijzonder interessant, omdat je dan ook binnen mag op de binnenplaatsen en tuinen van deze prestigieuze huizen. In vroegere dagen was de Place de la République dé plek voor de markt. In 1775 moesten voor de jaarmarkt een aantal gaanderijen worden afgebroken, om zo de toegang voor karren en koetsen mogelijk te maken. In de jaren zestig trokken de inwoners massaal weg uit de verwaarloosde wijk. Pas sinds enkele jaren is er sprake van een heropleving, dankzij verschillende soorten ambachtslui die er opnieuw ateliers en winkeltjes openden. Wie van hieruit de Rue Roquecourbe neemt, komt uit op het vroegere Champ de Foire (Jaarmarktplein), langs de Rhône. Hier stonden indertijd een week lang de kraampjes in hout en zeil van de handelaars uit alle uithoeken van Europa. Het kasteel dat over de stad uitkijkt, was één van de machtigste bolwerken van Zuid-Frankrijk. In 1632 werd het grotendeels ontmanteld, in 1845 werd het omgevormd tot geklasseerde tuin. Van maart tot november kan je hier de Aigles de Beaucaire aan het werk zien, een schouwspel van roofvogels die je, georkestreerd door valkeniers, in vrije vlucht kan bewonderen.

Beaucaire vandaag

Binnenrijden in Beaucaire doe je best langs de brug over de Rhône ter hoogte van Tarascon. Je hebt dan een prachtig uitzicht over de kleine plezierjachthaven in het centrum van de stad, en op de met platanen afgezoomde kaaien van het kanaal van de Rhône naar Sète. Wie wil, kan hier trouwens een bootje huren voor een paar uur of een paar dagen... Beaucaire kreeg het label ‘Ville et Métiers d’Art’ voor zijn talloze opmerkelijke gebouwen, en omdat het artistieke en ambachtelijke activiteiten promoot. De stad stikt van de ateliers die openstaan voor het publiek en waar je zelfs stages kan volgen in – om maar iets te zeggen - pottenbakken. De populairste ambachten in Beaucaire zijn ongetwijfeld de ateliers voor het maken van Provençaalse stoelen, glasschilderkunst en keramiek. Talloze festiviteiten luisteren de zomervakantie, maar ook de herfst- en lenteweekends op. Hoewel de Jaarmarkt niet meer bestaat, zijn er nog altijd de Fêtes de la Madeleine, van 21 tot 30 juli. Die gaan traditioneel gepaard met een grote feria, défilés en een stierenloop doorheen de straten.


Te bezichtigen in de omgeving

De grottenabdij van Saint-Roman

In de heuvels op een paar kilometer ten noordwesten van Beaucaire, brengt een korte wandeling doorheen de geurige garrigue je tot bij de opmerkelijke site van Saint-Roman. In de vijfde eeuw zouden hier kluizenaars gewoond hebben, nog voor monniken zich kwamen vestigen in wat beschouwd wordt als één van de oudste kloosters van Frankrijk. Van op de top van de Aiguille lijkt het erop dat je omgeven wordt door natuurlijke grotten en holtes die in de kalkrotsen werden uitgegraven. Maar op de Saint-Roman diepten de monniken de natuurlijke grotten zodanig uit tot ze een waar klooster hadden uitgegraven, met een gigantische kapel, kloostercellen en gemeenschappelijke ruimtes. Het geheel is indrukwekkend, en doet denken aan de grottenkloosters in Cappadocië. De Benedictijnerabdij kende haar glorieperiode in de veertiende eeuw, toen paus Urbanus V van Avignon hier een Studium oprichtte, een school voor getalenteerde studenten. In die periode werd de abdij ook versterkt. In 1538 verloor Saint-Roman zijn religieuze functie en werd het verkocht aan een particulier die verderging met de vestingswerken en er een kasteel liet op bouwen. Uitgravingen in de jaren zestig slaagden erin de ruïnes van het kasteel weg te graven, waardoor de verschillende onderdelen van het oude klooster opnieuw vrijkwamen. De kapel werd in de loop der eeuwen in de traditionele kruisvorm uitgegraven, met een naaf, een transept en laterale kapellen. Dat er verschillende niveaus zijn komt doordat steenhouwers de stenen hebben uitgegraven. Zij kapten ook een lichtkoepel uit aan de linkerkant. Bij de verschillende kuilen die in de bodem werden uitgegraven bevonden zich ook de tombes en relikwieën van Saint-Roman en Saint-Trophyme. Rechts, aan het einde van het koor, bevinden zich de stoelen voor de abt en de prior. Links van de kapel is een wijnpers uitgegraven in de kalk. Het druivensap werd overgeheveld naar een opslagtank die vandaag verdwenen is. De grote zaal is indrukwekkend hoog. Het lager gelegen deel deed in de 14de eeuw wellicht dienst als stalling. Het spectaculairste en meest unieke deel is zonder twijfel de necropolis die je vindt op... het dak van de abdij. Honderden graftombes zijn hier uitgehouwen in de rotsen. Men begroef er de monniken, maar ook de bewoners uit de omgeving en vreemdelingen die een fortuin betaalden om hier opgebaard te worden: waarschijnlijk dachten ze dat deze plek hen al een stukje dichter bij de hemel bracht. Het panorama over de Rhônevallei is in elk geval verbluffend.

Vallabrègues, het mandendorp

 Langs de rechteroever van de Rhône, op een paar kilometer van Tarascon, ligt Vallabrègues, een charmant dorpje dat in de negentiende eeuw bekend stond om zijn gevlochten manden voor agrarisch gebruik. Het dorp telde wel 450 mandenvlechters, die zich bevoorraadden op de teenakkers langs de Rhône en in de Camargue en gespecialiseerd waren in verpakkingen. Het gebruik van karton, plastic en hout werd de lokale ambachtslui echter fataal. Toch laat Vallabrègues zijn verleden niet los: het organiseert elk jaar, in het tweede weekend van augustus, een Feest van de Mand, waarop ambachtslui, défilés en andere traditionele festiviteiten centraal staan. Het Musée de la Vannerie en de l’Artisanat (Museum voor mandvlechtwerk en ambacht) is nog altijd een stille getuige van de activiteiten van weleer. Het toont gereedschappen en allerlei soorten mandvlechtwerk, decoratief en utilitair, een handvol unieke objecten en oude foto’s van het dorp. Naast het museum is de laatste mandvlechter van Vallabrègues nog altijd actief. Hij werkt voornamelijk op bestelling, maar ontvangt met plezier bezoekers... De Place de la Mairie is op haar manier charmant, met haar Saint-Andrékerk, die onderdak vond in een groot adellijk huis met vensters met middenstijl, die doen vermoeden dat het al opgetrokken werd voor de vijftiende eeuw. De zijkapellen zijn later aan het hoofdgebouw toegevoegd en – een beetje vreemd: de klokkentoren werd opgetrokken op een gebouw naast de kerk, waar ook de post is gevestigd.

Praktische info

Hoe in Beaucaire geraken ?

Met het vliegtuig: Lowcost vluchten vanuit Charleroi naar Nîmes. Brussels Airlines vliegt vanuit Brussel op Marseille, op minder dan 100 km van Beaucaire.

Met de trein: De rechtstreekse HST van Brussel naar Nîmes doet maar vijf uur over het traject!

Waar logeren?

In Vallabrègues

Le Mas de L’Ilon Charmante Provençaalse mas (4 épis) met vier kamers met airco, comfortabel en mooi ingericht, vlakbij het rustige centrum van Vallabrègues. Op warme zomerdagen vind je verkoeling in de tuin en het zwembad. Tarief: 55 tot 115 €, ontbijt inbegrepen.

Chemin de l’Ilon, Vallabrègues.

Tel/fax: 0033 4 66 59 53 41.

Gsm: 0033 6 32 67 96 68

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Web: www.masdelilon-provence.com

In Montfrin

Les Soleils Halverwege Beaucaire en Uzès, in het centrum van het charmante dorpje Montfrin, vind je deze maison d’hôtes in een groot huis uit de 19de eeuw. Er zijn vijf kamers en suites, allemaal zeer origineel ingericht. Het salon, terras en zwembad zijn evenzeer op niveau. De eigenaars serveren smakelijke gerechten in een kleine eetkamer die is ingericht zoals de Lyonese bouchons. Dubbele kamers kosten 80 € per nacht, de suites: 100 €.

10, Place de la République, Montfrin.

Tel: 0033 4 66 20 96 58.

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Web: www.lessoleils-montfrin.camargue.fr

Huur van boten en riviercruises

Le Phénicien organiseert cruises van enkele dagen tussen de Rhône en de Camargue op een aak die de allures heeft van een luxehotel.

Rhône Croisière, Port de Plaisance, Bellegarde.

Tel: 0033 4 42 41 19 14.

web: www.rhone-croisiere.com

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Wie liever een boot huurt om zelf mee te varen, hoeft geen vaarbewijs voor te leggen. Vaarinstructies krijg je ter plekke. De boten bieden volledige autonomie: ze zijn voorzien van slaapcabines, een badkamer en een keuken, en kunnen gehuurd worden voor een paar uur of voor een paar dagen. In een tiental dagen kan je varen tot aan het meer van Thau, langs Bellegarde, Saint-Gilles, Gallician, Aigues-Mortes, Frontignan en Sète.

Connoisseur Cruisers: 14, quai nord de la Paix, in Beaucaire.

Web: www.connoisseurafloat.com

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Arolles Marine verhuurt boten voor 2 tot 12 personen in de plezierhaven van Bellegarde.

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Web: www.arolles.com

Initiatiecursus mandenvlechten, glasschilderkunst, keramiek, houtschilderkunst...

Inlichtingen bij het Office de Tourisme van Beaucaire (adres hieronder)

Beaucaire bezoeken

Het Maison du Tourisme biedt geleide bezoeken aan rond verschillende thema’s (Beaucaire ten tijde van de Jaarmarkt, Folklore en Traditie, Herenhuizen, enz.)

Info: Cours Gambetta, 24, Beaucaire

Tel: 0033 4 66 59 26 57.

E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Web: www.ot-beaucaire.fr

Le Mas des Tourelles: 4294, route de SainGilles (D38), Beaucaire.

Bezoek en degustatie: elke dag, van 1 april tot 31 oktober, van 14 tot 18 u. Juli, augustus: elke dag, van 10 tot 12 en van 14 tot 18 u. Parc Ugernum: Rue des Anciens Combattants, Beaucaire. April, mei, juni, september en oktober: open van maandag tot vrijdag. Voorstellingen van 11u30 tot 15u30. Juli en augustus : elke dag, voorstellingen om 11, 14 en 16 u. Inkom: 9€ (volwassenen), 7€ (-18 jaar, studenten, werklozen). Gratis onder 6 jaar.

Laatst aangepast op woensdag, 31 maart 2010 15:47