Afdrukken
Tweet

Spanje - Charmant Catalonië: uitstapjes vanuit Gerona

Van Besalu naar La Seu d’Urgell, in het hart van de Catalaanse Pyreneeën

Nog steeds met Gerona als uitvalsbasis zetten we onze ontdekking van het charmante Catalonië voort, maar door de bergen dit keer. We vertrekken aan het meer van Banyoles en volgen een schilderachtige route door het hart van de Catalaanse Pyreneeën. Langs tal van erfgoedpareltjes en prachtige landschappen gaan we naar Cerdanya en de grens met het vorstendom Andorra. Een hele verandering in vergelijking met de kuststreek, die we in onze vorige editie hebben bezocht…

Van Gerona naar Besalu

De weg van Gerona naar Besalu loopt via het meer van Banyoles. Een paradijs voor vogels – en dus voor vogelliefhebbers. Op dit grote meer werden tijdens de Olympische Spelen van Barcelona in 1992 de kampioenschappen roeien gehouden. Maar de sportieve en recreatieve betekenis van het meer begint al lang voor de Spelen. Getuige daarvan zijn de talrijke, vaak heel mooie gebouwtjes (pesqueras), verspreid langs de 8 km lange oever. Er zijn nog zo’n twintig ‘pesqueras’ over, die dateren uit het begin van de vorige eeuw. Ze deden dienst als vissershokje of badhuisje. Vandaag zijn ze dat nog steeds, met uitzondering van het grootste huis, waar vandaag de dienst voor toerisme is ondergebracht. Verplichte halte als je wilt weten welke activiteiten en wandelingen er in de omgeving te doen zijn. Een daarvan leidt je naar de kleine romaanse kerk van Santa Maria de Porqueres (12de eeuw), die prachtig werd gerestaureerd en waar je mooie primitieve beeldhouwwerken vindt, uitgestald langs de binnenmuren. Veel van de wandelingen lopen rond het meer of leiden naar enkele natuurbezienswaardigheden, zoals de lagune Can Ciso, waarvan het water soms rood kleurt door de bacteriën… De weg loopt verder naar Besalu, zonder twijfel een van de opmerkelijkste middeleeuwse steden van Catalonië. Het dorp, dat vroeger de hoofdstad van het gelijknamige graafschap was, maakte deel uit van de Spaanse Mark van Karel de Grote en werd bijgevolg heel snel versterkt. Via een lange valbrug kom je bij de ingang van de burcht. De brug dateert uit de romaanse periode (11de eeuw) maar werd later, tijdens de middeleeuwen, en daarna nog eens, na de Spaanse burgeroorlog, weer opgebouwd. De valbrug zelf is niet recht, maar slingert een beetje boven het water, omdat de pijlers steunen op de stenen uit de rivier. Dat maakt het resultaat alleen nog maar verbluffender en fotogenieker, zeker als je de brug vanaf de andere viaduct bewondert… Hoewel de meeste straatjes hun middeleeuwse karakter en trappen behouden hebben, waardoor ze vrijwel enkel voor voetgangers toegankelijk zijn, is Besalu, in tegenstelling tot Pals (zie ons magazine van oktober), een actieve stad. Er is dus verkeer, wat het uitzicht van de Plaza de la Libertad met de bogengangen of dat van de esplanade met het monnikenklooster van Sant Pere een beetje verpest. De romaanse kerk (11de eeuw) van het klooster is trouwens de enige die de plunderingen van de oorlog en de tand des tijds heeft doorstaan. De Call, de vroegere Joodse wijk, heeft het meeste karakter weten te bewaren. Hoewel er nog maar weinig sporen overblijven van de oude Hebreeuwse gemeenschap, de belangrijkste in Catalonië na die van Gerona, zijn de resten van de Mikwah (zuiveringsbaden) een van de interessantste bezienswaardigheden van de stad. De overblijfselen werden toevallig ontdekt in 1964 en sindsdien gerestaureerd. Je kunt bij de plaatselijke dienst voor toerisme terecht voor een rondleiding met gids langs het erfgoed, vaak de enige manier om bepaalde geklasseerde gebouwen die buiten het seizoen dikwijls gesloten zijn, te bekijken.


Olot en Santa Pau liggen in het hart van La Garrotxa, een vulkanisch, wild gebied met een dertigtal vulkaankegels en hier en daar bedekt met oude lavastromen en basaltzuilen. De laatste vulkaanuitbarsting is al 11.500 jaar geleden. Dit vruchtbare en beschermde gebied is vandaag uitermate geschikt voor de landbouw, maar ook voor trektochten en groen toerisme. Je hoeft het ‘treintje’ echt niet te nemen om het natuurschoon van de omgeving te ontdekken - de commentaar gebeurt trouwens enkel in het Catalaans. Je kan maar beter zelf naar de top van de vulkaan Santa Margarida klimmen: dit is immers de enige manier om de kleine kluizenaarswoning en de mooiste kraters van de streek te bewonderen. La Garrotxa is bezaaid met wandelroutes en mooie dorpjes (Vall d’En Bas, Privat d’En Bas…), de huisjes hebben er leuke houten balkons. Maar de mooiste stad is ongetwijfeld Santa Pau. Santa Pau, bovenop een heuvel, domineert met zijn immense kasteel uit de 13de eeuw, de gelijknamige vallei. Rond 1300 groeide een klein gehucht rond de woonplaats van de landsheren. Al snel kwamen daar walmuren rond, maar dat hield de uitbreiding niet tegen. De stadskern is niet zo groot, je bent dus al snel rond. Je wandelt door de enkele straatjes die leiden naar de Plaça Major, vlak bij het paleis, waar vroeger kermis en markt werd gehouden. Twee zijden van de min of meer driehoekige esplanade zijn afgezet met booggalerijen met een verschillende stijl. De kerk Santa Maria ligt aan de derde zijde en dateert uit een iets latere periode, ze vervangt de parochiekerk die buiten de stadsmuren lag en tijdens de aardbeving van 1428 werd vernield. Hier heb je dus niet de middeleeuwse look van de naburige huisjes, maar een vrij sober, gotisch uitzicht en een klokkentoren die eerder doet denken aan een belfort. In het restaurant vlak bij het kasteel kun je streekspecialiteiten eten op basis van bonen uit Santa Pau. Deze bonen zouden door de vulkanische bodem een speciale smaak krijgen… Olot is geen middeleeuwse stad, maar een kleine industriestad. Het centrum wordt gekenmerkt door de art-nouveaustroming van het begin van de 20ste eeuw. Je ziet er mooie modernistische huizen, zoals het Casa Gaieta Vila. Dit huis, dat net als de kathedraal op de Plaça Ferrer staat, is na het Museum van La Garrotxa met zijn werken uit de school van Olot, een van de belangrijkste plaatselijke bezienswaardigheden. De schilders uit deze school werden grotendeels beïnvloed door de landschappen van de omgeving…


In de Catalaanse Pyreneeën…

De eerste die het kleine klooster van Sant Joan de les Abadesses betrok, was een vrouwengemeenschap. Moeder-overste van de benedictines was Emma, dochter van Wilfred de Harige (Guifré el Pelós), die in 887 de tempel oprichtte. Wilfred de Harige wordt ook wel beschouwd als grondlegger van Catalonië in het Spanje van de 9de eeuw. Hij werd graaf van Barcelona, Gerona en Urgell en stichtte verschillende abdijen in het op de moslims veroverde gebied. De geschiedenis van het dorp is nauw verbonden met die van het klooster. De geestelijken, verbannen door de paus, werden vervangen door benedictijnen en nadien door augustijnen, die op spiritueel en cultureel vlak veel hebben bijgedragen aan het prestige van het klooster. De mensen woonden eerst verspreid in de vallei, maar vestigden zich nadien rond het religieuze complex en vormden zo langzaamaan het dorp Sant Joan. Later werden hier walmuren rond gebouwd. Vandaag heet dit stadsgedeelte nog steeds Vila Vella (oude stad). De stadsbevolking steeg snel, er moest dus een nieuwe stad bijgebouwd worden. De economische activiteiten van dit nieuwe stadsgedeelte veranderden het uitzicht drastisch. De industrialisatie zorgde niet alleen voor de oprichting van textielfabrieken, net als in de andere steden langs de Ter, maar ook voor het belang van beton. Langsheen de Ruta del Ferro (Ijzerroute) ontdek je het industriële verleden van de stad, die vandaag nog steeds vooral van de industrie leeft, naast veeteelt en in mindere mate ook toerisme. Het klooster van Sant Joan is een architecturaal pareltje en verdient dus zeker en vast een bezoekje. In de romaanse kerk, bewerkt in de 12de eeuw, bemerk je een aantal middeleeuwse beeldhouwwerken (De kruisafneming of Santissim Misteri) dat zeer hedendaags aandoet. Als je het van wat dichterbij bekijkt, zie je een minuscuul deurtje in het voorhoofd van christus. In dit brandkoffertje wordt sinds de 13de eeuw de Heilige Hostie bewaard, zodat hij tijdens de conflicten en later tijdens de burgeroorlog niet zou worden ontheiligd. De kerk geeft uit op een mooi gotisch klooster uit de 15de eeuw, dat na de aardbeving van 1428 opnieuw werd opgebouwd. Niet ver daarvandaan verbindt een oude brug (pont Vell) al sinds de 15de eeuw de beide oevers van de Ter. Deze brug leidde vroeger naar de Oude Stad, waar vandaag niet veel meer van overblijft, behalve het klooster en het naburige museum, ondergebracht in een oude woning…

We zetten de weg verder naar Ripoll, aan de samenvloeiing van de Ter en de Freser. De stad is een metallurgisch centrum, maar vandaag is het minder actief dan vroeger. Het grootste pluspunt voor de bezoeker is het klooster Santa Maria. Ook dit klooster werd gefinancierd door Wilfred de Harige, die hier begraven is. De originele gebouwen dateren uit de 9de en de 10de eeuw, maar werden in de 19de eeuw gerestaureerd. Enkel de indrukwekkende poort, beschermd achter een ‘etalage’, en het klooster blijven uit de middeleeuwen over. Voorbij Ripoll daalt de weg en slingert 50 bochtige kilometers lang door de Pyreneeën naar Puigcerda. Hier duiken de eerste skistations op, wat verloren op de berghellingen of in de valleien. We komen aan in Cerdanya, de grootste vlakte van de Pyreneeën. Hier wordt veeteelt en landbouw bedreven, maar ook het ecotoerisme is er aan een opmars bezig. Puigcerda, een echt bergdorp, verschijnt aan de horizon. Deze grensstad, de vroegere hoofdstad van Cerdanya, werd zwaar beschadigd tijdens de burgeroorlog. Je vindt er dus nog maar enkele overblijfselen uit het verleden. De stad werd opnieuw opgebouwd in ‘chaletstijl’ en valt erg in de smaak bij toeristen (de Fransen maken regelmatig een uitstapje naar hier). Het levendige plein met zijn restaurantjes en cafés is een aangename stopplaats na dit bochtige parcours… Niet ver daarvandaan (6km) kreeg Llivia door een onzorgvuldigheid in de geschiedenis een bijzondere status. De stad werd vergeten in het verdrag van ‘de Vrede van de Pyreneeën’ en stond dus niet op de lijst van steden die aan Frankrijk werden toegekend. Waarschijnlijk was dat omdat Llivia al stadsrechten had. Conclusie: Llivia en omgeving zijn op de kaart een vreemde Spaanse mini-enclave van 12 km² op Frans grondgebied! Voorbij Puigcerda slingert de weg al heel wat minder richting La Seu d’Urgell. We steken bergpassen over, komen voorbij dennenbossen, skistations en enkele hooggelegen dorpjes (Bellver de Cerdanya bijvoorbeeld). Het natuurpark Cadi-Moixero, het grootste uit de streek, ligt op wandelafstand.

Een paradijs voor wandelaars! La Seu d’Urgell ligt op 700 meter hoogte in een vallei, aan de samenvloeiing van de Segre en de Valira, amper enkele kilometers van het vorstendom Andorra en is de hoofdstad van Alt d’Urgell. Het dorpje, dat teruggaat tot de late middeleeuwen, dankt zijn naam aan zijn functie als religieus centrum. Het gehucht was eerst de bisschoppelijke zetel (betekenis van ‘seu’) en nadien een stad. Van de middeleeuwse straatjes die het hart van het stadje vormden, blijven vandaag enkel nog wat resten, pijlers en booggangen (dikwijls opnieuw opgebouwd) van de Rue Canonges en enkele andere steegjes over. Gelukkig is ook nog het mooie architecturale complex met de kathedraal, het klooster en de Sint-Michielskerk te bewonderen. In deze laatste is in een oud heiligdom het Diocesaan Museum ondergebracht. Het klooster werd aan het begin van de 13de eeuw gebouwd en telt 51 granieten kapitelen die symbolische uitbeeldingen naadloos laten overgaan in puur decoratieve thema’s. Al snel vallen de twee onafgewerkte torens van de kathedraal op. Ze eindigen in een soort terras in plaats van afgewerkt te zijn met zuilen en booggewelven of kantelen. Wat dit gebouw bijzonder maakt is de mobiele en volledig onzichtbare klokkentoren. Inderdaad, de klokkentoren zit verstopt in de zuidelijke toren en steunt op platen die op hun beurt op hydraulische zuigers staan, een beetje als vleugels die zich sluiten nadat de klok heeft geslagen. Vroeger kon je dit ingenieus stukje machinerie nog bekijken om klokslag 12 uur, maar het spektakel werd stopgezet om het mechanisme beter te bewaren. Jammer…

De kathedraal, die meer dan 800 jaar geschiedenis en kunst huisvest, was het grootste diocesaan centrum van Catalonië. Het gebouw werd in 1931 als historisch monument geklasseerd en rust op drie oudere gebouwen (6de, 9de en 11de eeuw) en is dus al de vierde versie. Er werd met de bouw begonnen tussen 1116 en 1122 door de heilige Odeon en het gebouw werd in meerdere stappen afgewerkt, tussen twee oorlogen en andere rampen die het einde van de 12de eeuw kenmerkten. In het gebouw zijn verschillende stijlen en restauraties te zien, die lopen tot het begin van de 20ste eeuw. De sobere en elegante kathedraal herbergt enkele mooie werken, waaronder het kleurrijke beeld van Santa Maria d’Urgell (13de eeuw), het symbool van de stad. Zeker ook een kijkje waard zijn de binnen- en de buitenkant: bollen, kleine broodjes of eieren, symbolen van leven en verrijzenis. Liet Dalí zich hierdoor inspireren voor zijn theater-museum in Figueres, dat in onze oktoberreportage aan bod kwam? Soms stellen deze bollen ook mensenhoofden voor, zoals op de toegangspoort aan de straatzijde…

Het museum (ingang via het klooster) bevat, uitgestald op verschillende verdiepingen, een rijke collectie uit de romaanse periode uit de 19de eeuw. Niet te missen op de eerste verdieping: een klein zaaltje met het beroemde Beatus, een manuscript uit de 10de eeuw met 86 uitzonderlijke miniaturen die de Apocalyps verhalen. Aangezien het boek in een uitstalraam ligt en er maar 1 pagina is opengeslagen, hoort hierbij een - uitstekend - audiovisueel document dat voor ons de pagina’s omslaat, met tal van details en uitleg over deze mooie, primitieve en kleurrijke miniaturen. Ook prachtig is de tentoonstelling met gotische kunst, renaissance en barok op de benedenverdieping, in een oude kapel met een prachtig hoofdaltaar! Dan rest ons nog de Sint-Michielskerk (ingang via het klooster), de oudste van La Seu. Het fresco van de apsis wordt bewaard in het Kunstmuseum van Catalonië. Hier zie je dus een virtuele projectie van de magnifieke middeleeuwse schilderingen. Fijn en heel mooi gedaan! Je kunt nog twee stopplaatsen aandoen in La Seu d’Urgell: een koffiepauze in de schaduw van de platanen van de plaatselijke ‘Passeig’ (Passeig Brudieu, aan de rand van de oude stad) en een wandeling door het Olympisch Park van de Segre, aangelegd voor de Olympische Spelen van Barcelona in 1992. Dit groene gebied in het hart van het historische centrum wordt doorkruist door tal van rustige kanaaltjes (voor de kajak- en kanotrainingen) en een raftingparcours (met aangelegde rotsen en kolken). Vandaag is het park een aangename plek om te wandelen en watersport te beoefenen. En dan vergeten we nog het terras waar je kunt lunchen of iets kunt drinken in de open lucht, om je ontdekkingsreis door de Catalaanse Pyreneeën af te ronden. Een tocht die natuur, cultuur en levenskunst combineert met een verblijf aan zee. Zo ontdek je alle charmes van deze veelzijdige streek…


Praktische info

Eten en slapen: een paar leuke adresjes

· Besalu - Els Jardins de la Martana (***): vlak bij de brug, buiten de stadswallen. Prachtig uitzicht! Tel: (0034) 972 590009. GSM: (0034) 651 830907. www.lamartana.com www.turismegarrotxa.com/mar... - Comte Tellaferro (***): stijlvol, charmant en mooi gerestaureerd hotel, vlak tegenover de kerk van Sant Pere, in het hart van de stad. (c./Ganganell 2. Tel: (0034) 972 591609. www.grupcalparent.com) - Habitacions Maria: 10 kamers in een rustig gelegen huisje met een binnenplein aan de Plaça de la Libertat (nr. 7). Vanaf € 50 voor een tweepersoonskamer. Tel: (0034) 972 590106. Ernaast bevindt zich het ‘beste’ restaurant uit de buurt: het Curia Reial. Tel:(0034) 972 590263.

· Santa Pau Cal Sastre: charmant, rustiek hotelletje achter de omwalling. Het gelijknamige restaurant heeft de beste reputatie van het stadscentrum. Tel:(0034) 972 680049/590331. www.calsastre.com

· Olot - Restaurant Les Cols, aanbevolen door Michelin, bevindt zich in een groot gebouw dat je tegenkomt wanneer je de stad uitrijdt, richting Ripoll. De ‘cuina volcanica’ staat garant voor lekkers uit de streek. Duur, maar topklasse! Tel: 972 269209 - Hostals dels Ossos (Carretera de Santa Pau): staat eveneens bekend om zijn ‘cuina volcanica’, maar dan aan er redelijke prijzen. In dit restaurantje staan ook streekgerechten op het menu, zoals ragout dels Ossos (een assortiment lokale vleeswaren en champignons). Tel: 972 270817. Het beste hotel is het Riu (de oprichters van deze hotelketen komen oorspronkelijk uit Olot…), maar dat is ook aan de prijs te merken (minstens zo’n honderd euro). Voor meer charme kies je best een van de B&B’s in Santa Pau of in een ander dorpje van La Garrotxa…

· La Seu d’Urgell - De Parador van Seu: dit beschermd gebouw ligt vlakbij de kathedraal. Het designhotel vond onderdak in een paar eeuwenoude gebouwen rond een grote binnenplaats en werd hedendaags ingericht. Het restaurant is uitstekend en serveert regionale schotels (menu vanaf € 28). Vanaf € 115 voor een tweepersoonskamer, zonder btw (7%) en ontbijt (€ 13 per persoon). C/ Sant Domènec 6. Tel: (0034) 973 352000. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. www.parador.es -Hotel Andria: dit optrekje is iets bescheidener dan de twee vorige. Het ligt langs de Passeig Brudieu (nr. 24), even buiten het historisch centrum. De kamers zijn comfortabel en charmant, en het restaurant serveert een piekfijne streekkeuken. Tweepersoonskamer: € 75, ontbijt inbegrepen. Half pension: + € 20 per persoon. Tel: 0034 973 350300. www.hotelandria.com

· Chambres d’hôtes en plattelandstoerisme in de Alt d’Urgell en de Cerdagne: www.trau.info

· Cal Pauet: chambres d’hôtes (plattelandstoerisme) en ‘bergrestaurant’, in Sant Joan Fumat (op 10 minuten van La Seu d’Urgell): proeven van de lokale keuken en de gastvrijheid uit de Catalaanse Pyreneeën. Tel: 0034 (0)973 353484. www.calpauet.com · Cal Serni (agrotoerisme) : typische kamers en gerechten in een charmant huis/museum te Calvinya, dichtbij La Seu. Tweepersoonskamer: € 58. Halfpension: € 48 per persoon. Volpension: € 60 per persoon. (Tel: (0034) 973352809. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . www.calserni.com). Info over de streek La Garrotxa: www.turismegarrotxa.com Santa Pau: www.santapau.es

Laatst aangepast op zondag, 04 april 2010 09:53