Naam:
Email:
Artikels


Marokko: Essaouira
PDF Afdrukken E-mailadres

Een wandeling...

Als je de film Othello van Orson Welles gezien hebt, zal de stadswal van Essaouira je bekend voorkomen. Welles draaide meerdere scènes van zijn film op deze militaire constructie die het Portugese fort moest vervangen. Van dat fort blijven slecht enkele ruïnes over. De omwalling werd in de loop der jaren verder uitgebouwd en heeft een onmiskenbaar berbers tintje. Dat maakt er een van de voornaamste bezienswaardigheden van de stad van. Twee skala’s (die van de haven en die van de kashba) bieden een onvoorstelbaar uitzicht op de oceaan, de eilanden, de medina, de vissershaven en de koperen kanonnen die vrij goed weerstonden aan de tand des tijds en het zoute water. De medina van Modagor is, zoals gebruikelijk, vrij klein. Maar ze lijkt alleszins minder beklemmend dan die van pakweg Marrakech. Toegegeven, ze is kleiner en de frisse zeebries draagt, zelfs in hartje zomer, bij tot een luchtigere sfeer. Tussen de steegjes door liggen pleinen waarop cafés hun tafeltjes neergeplant hebben in de schaduw van eeuwenoude bomen. Die terrassen, ondenkbaar in de medina’s van de grote steden, en de witte huizen met blauwe ramen verlenen Essaouira een Cycladisch tintje. Onthemend en ontspannend...

In de boetiekjes verkoopt men plaatselijk ambachtswerk: decoratieve voorwerpen, meubelen en kisten in kostbaar thujahout. Maar je vindt er ook alles wat tegenwoordig in is volgens de westerse interieurbladen: Marokkaanse lampen in schapenleer, smeedijzeren wandlampen, berberse, maar niet altijd even authentieke, zilveren juwelen, valse en echte antiquiteiten, zonder de kruiden en de geneesmiddelen van de kleine soek te vergeten. Ze zouden zowat alle kwaaltjes van onze tijd genezen en gaan van vermageringspoedertjes tot 100% natuurlijke Marokkaanse viagra. De uitleg en verkooptruukjes van de handelaars lijken wel scènes uit een komische film of zouden menig marketingcursus kunnen opfleuren... De haven, gevestigd op een soort schiereiland in het uiterste westen van de medina, is een omweg meer dan waard. En niet alleen omwille van haar skala, dat een prima observatieplatform vormt. 's Ochtends en 's avonds lossen de vissers er hun vangst: kreeften, inktvissen en andere octopussen onder het wild geschreeuw van schijnbaar uitgehongerde meeuwen. De kleurrijke bootjes verdringen elkaar en dobberen zij aan zij met ronde treilers die een beetje doen denken aan een vereenvoudigde uitvoering van de Ark van Noach. Een deel van de haven is overigens ingenomen door een scheepswerf waar je timmerlui volop in actie kan zien. Ze zetten de tradities van hun voorouders-reders verder. De boten van Essaouira zijn niet alleen uniek ter wereld, maar ook stevig en fotogeniek. De zeehaven (1764) geeft uit op een brug, de douane, de vismarkt en verder de Place Moulay El-Hassan, waar toeristen zich op de terrasjes van de cafés mengen met de plaatselijke bevolking. Langs de stadswal, net voor de hallen, kan je in een soort openlucht restaurant van de vangst van de dag proeven. Je maakt je keuze uit de op de kraampjes uitgestalde waar, de vis wordt gewogen en zijn prijs bepaald alvorens op de grill te belanden. Het sfeertje doet denken aan de Place Jemâa El-Fna in Marrakech. De Boulevard Mohammed V vertrekt, buiten de stadswal, aan de haven en loopt langs het strand. Deze boulevard is bij valavond bovendien een populaire wandelas bij de lokale bevolking. Een beetje zoals de Promenade des Anglais. Zijn betonnen look maakt hem niet bepaald aantrekkelijk en hij lijkt lichtjes vervallen, maar het uitzicht op de zonsondergang over de eilanden is ronduit subliem. Dit is overigens ook een uitgelezen moment voor een paarden- of kamelentocht op het strand. Je kan met of zonder gids richting Cap Sim gaan en rijdt langs het wrak van een schip, een 18de-eeuws fort dat zo goed als volledig ingestort en onder het zand bedolven is. Deze tocht kan je overigens ook makkelijk te voet afleggen....

ESSAOUIRA, WAT VALT ER TE DOEN EN TE ZIEN?

•Een bezoek brengen aan de ateliers van de mozaïekwerkers. Deze ambacht bestaat al sinds de Romeinse Oudheid. De prijs van het hout (van de thuja, maar ook van citroenbomen e.a.) en de gespecialiseerde bewerking ervan verantwoorden de hoge prijs van de afgewerkte producten. Reizigers met een beperkt budget zullen dan ook vrede moeten nemen met het bewonderen van zoveel vakmanschap en het decor van de kazematten onder de Skala de la Casbah waar ze zich gegroepeerd hebben.

•Muntthee drinken op de Place Moulay El-Hassan of de Place Baba El-Sebaa, beplant met grote bomen, gevolgd door het smullen van gegrilde vis aan de hallen.

•De juwelen van de kraampjes in de steeg Siaghine bewonderen. Het zilversmeedwerk is nog zo’n traditionele ambacht en de joodse wijk telde vroeger tal van zilversmeden die de berberse tradities van Sous met Europese invloeden vermengden. Vandaag is de joodse gemeenschap er nog steeds vertegenwoordigd, zij het danig ingeperkt, en zijn de juwelen die in de winkels aangeboden worden niet altijd vervaardigd in Essaouira.

•Door de joodse wijk (mellah), ten noorden van het oude stadscentrum, kuieren. Mis zeker de M. Zerktouni-straat met zijn talrijke winkeltjes en pittoreske markt niet.

•Het Sidi Mohammed Museum bezoeken. Het is het enige museum van de stad, ingericht in een voormalig paleis van de sultan. Alles staat in het teken van de kunst (muziekinstrumenten, zilver- en goudsmeedwerk, tapijten, enz.).

•Een gratis openluchtconcertje meepikken tijdens het Gnaouafestival (in juni). De gnaoua zijn een bevolkingsgroep die afstamt van de Guinese slaven. Naast de louter folkloristische opvoeringen verwelkomt dit meerdaags festival ook internationaal bekende muzikanten.

•Hedendaagse Marokkaanse kunst ontdekken in de Espace Othello, ingericht in een voormalige hangar in de medina. Essaouira trekt steeds meer Marokkaanse en buitenlandse artiesten aan die er hun werken tentoonstellen. De Galerie Damgaard ontfermt zich enkel over plaatselijke kunstenaars. Ze geven veelal expressie aan een naïeve kunst.

•Een diner bij kaarslicht in de Auberge Tangaro, op enkele kilometers van de stad. Het restaurant bevindt zich vlakbij Diabat en was vroeger een budgethotel voor backpackers. Inmiddels is het uitgegroeid tot een hippe plek, ook al is er nog steeds geen elektriciteit en al is de inrichting wel heel minimalistisch en allesbehalve luxueus. Van budgetreizigers is hier dus geen sprake meer. Auberge Tangaro ligt afgelegen, is rustig, straalt charme uit en steekt wat af tegen het maagdelijke landschap dat zich tot aan de oceaan en de lange verlaten stranden uitstrekt. Het restaurant is gemeubeld met antiquiteiten en wordt verlicht door enorme kaarsen. Samen vormen ze een exotisch en romantisch decor. Ideaal voor een gastronomische tête à tête.

•Een wandeling op de stadswal is al even klassiek als eentje langs het strand (tot Cap Sim en het oude fort). Enkele kilometers verder bevindt zich de monding van een oued of wadi (een droge rivierbedding in de woestijn), waar je een ornithologische wandeling kan maken... Prettige reis!

ARGAANOLIE EN MET GEITEN BEVOLKTE BOMEN

De argaanboom is een inheemse boom die veel voorkomt in de omgeving van Essaouira. Zijn ?noten’ lijken wel kleine olijven en de olie wordt onttrokken aan hun pitten. Doordat deze miniscuul zijn, is hier zowel knowhow als heel veel geduld voor nodig. Dat verklaart waarschijnlijk ook de hoge kostprijs van argaanolie. Argaanolie wordt overigens niet enkel in de keuken gebruikt, maar ook bij de vervaardiging van cosmeticaproducten bijvoorbeeld. Doordat Zuid-Marokko zo’n droge streek is, bieden de argaanbomen tevens voordelen voor de geitenhoeders. Hun lof vormt immers het voornaamste voedingsmiddel van de geiten. Ze springen in de bomen en gaan al etend van tak tot tak. Een op z’n minst gezegd apart spektakel! Dankzij die geiten onderscheidt zelfs een volstrekte leek in de plantkunde een argaanboom van een olijfboom.

HET ECOSYSTEEM IN GEVAAR

Mogador, het grootste van de Iles Purpuraires, is sinds 1962 een beschermd natuurgebied. De bedoeling was om de bedreigde diersoorten als de Eleonora’s valken en andere vogels die er hun nestje bouwen tijdens de paartijd te beschermen. In 1980 is de volledige eilandengroep uitgeroepen tot biologisch natuurreservaat en mag je het enkel met een speciale toelating van het provinciebestuur betreden. Maar de fauna en flora zijn niet de enige attractie van het eiland: op amper 800 meter van de haven verrijst een fort dat dateert uit de regeerperiode van sultan Sidi Mohammed. Het deed dienst als gevangenis en als afzonderingscentrum voor pelgrims op terugweg van Mekka. Ze konden immers een of andere ziekte oplopen tijdens hun verblijf in de heilige plaats. Deze praktijk raakte in 1902 in onbruik, maar de quarantainegebouwen staan er nog steeds. Opgravingen hebben ook overblijfselen uit de Griekse, Fenicische, Carthaagse en Romeinse bezettingen aan het daglicht gebracht. Dat gebeurde tijdens de ontginning van purperverf. De resten zijn nog lang niet allemaal blootgelegd. Om al deze redenen mag je Mogador in principe niet bezoeken en moeten de toeristenboten om het eiland heen varen. Maar er wordt niet systematisch gecontroleerd, waardoor sommigen er het toch op wagen. Jammer genoeg gaan die bezoekjes ten koste van het milieu op het eiland. De kustduinen die zich over zo’n 12.000 hectaren uitstrekken zijn de tweede natuurlijke rijkdom van Essaouira. Ze zijn tevens uitgeroepen tot biologisch en ecologisch gebied. De duinen zijn bezaaid met lagunes en planten en vormen een groene gordel rijk aan vogelsoorten. Het eventuele toekomstige toerisme bedreigt deze natuurlijke schatten, maar voorlopig zijn de diverse projecten op niets uitgedraaid. Het meest bedreigde ecologisch erfgoed zijn de thuja- en arganenbossen. Ook die zones verwierven onlangs het statuut van biosfeerreservaat, maar dat kon de ontbossing van de thuja’s niet voorkomen. Tot voor vijf jaar kon iedereen die dat wou een boetiek openen om van thuja vervaardigde voorwerpen te verkopen. En aangezien dergelijke objecten zeer in trek waren, sneuvelden heel wat thuja’s onder de hakbijl. Het meest waardevolle gedeelte van de boom is de knoest. De gespikkelde aanblik van die boomwortel is immers al sinds de jaren 1980 uitermate populair bij Europese decoratieliefhebbers. Maar doordat de bomen gekapt werden door heel wat leken, verdween veel hout op de afvalberg en werd de grondstof alsmaar zeldzamer. Tegenwoordig zijn de ambachtslui verenigd in een vakorganisatie en proberen ze zo weinig mogelijk schade toe te brengen aan het milieu. Ondertussen blijven de winkeltjes van Essaouira de thuja-souvenirs aan onklopbare prijzen aanbieden...



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 09:25