Afdrukken
Tweet

Madagaskar

Het grote eiland. Een stukje Afrika in de Indische Oceaan

Madagaskar is een stukje Afrika met invloeden uit Azië en het koloniale Frankrijk. De fauna en flora van het eiland bestaat grotendeels uit soorten die alleen op Madagaskar leven en groeien. Het eiland is een ecologiemuseum in openlucht, een droom voor liefhebbers van natuurschoon. De reden voor deze unieke natuurlijke rijkdom moet gezocht worden in de vorming van het eiland dat zich 165 miljoen jaar geleden losmaakte van het Afrikaanse continent en naar het zuidoosten afdreef. Door deze afscheiding kenden de dieren en planten een andere evolutie dan op het vasteland: op Madagaskar leven bijvoorbeeld geen grote Afrikaanse zoogdieren. Je vindt er wel lemuren die het eiland zouden hebben bereikt door op natuurlijke vlotten de oceaan over te steken. Omdat er op het eiland geen roofdieren waren, konden de maki’s zich ongeremd voortplanten terwijl ze in Afrika werden uitgeroeid door de apen en katachtigen. Maar liefst 90 % van de Malagassische dieren- en plantensoorten is plaatselijk, d.w.z. dat je deze enkel op het Grote Eiland vindt. Biologen hebben hier nog heel wat werk voor de boeg om alle soorten op te tekenen.

Een mozaïek van volkeren

Op Madagaskar leven niet minder dan achttien volkeren allemaal afkomstig van de Afrikaanse kusten, maar ook van veel verder… Blijkbaar kwamen de eerste eilandbewoners die er in de 7de eeuw neerstreken uit Zuidoost-Azië, hoofdzakelijk uit Indonesië. Ze werden gevolgd door Afrikanen die het Kanaal van Mozambique overstaken en zich aan de kusten vestigden. Elke bevolkingsgroep bracht de eigen tradities mee die nog altijd zeer levendig zijn op Madagaskar De interesse van de Arabische, Indische, Portugese, Hollandse, Britse en Chinese handelaars voor het eiland werd later gewekt. De Franse koloniale overheersing duurde 65 jaar en deze periode drukte een duidelijke stempel op de steden. Door een langdurig politiek en economisch isolement verzandde het eiland in een extreme armoede.

Avontuurlijk eiland

Op eigen houtje naar Madagaskar reizen is geen sinecure, noch bijzonder comfortabel. Er zijn weinig banen en de gaten in het wegdek zijn zo groot en diep dat er moeiteloos een struisvogelei in past. De onverharde wegen verkeren in zo’n slechte staat dat zelfs terreinwagens kunnen vastlopen, vooral na het regenseizoen. Wie nog nooit met een rimboetaxi of een “gezinsbusje” heeft gereisd, mist een onvergetelijke en bijzonder kleurrijke Malagassische ervaring. De eerste “taxi” is een minibus met 12 zitjes, maar waar in de praktijk plaats is voor een twintigtal passagiers en een enorme vracht op het dak van het voertuig. Het tweede transportmiddel is “comfortabeler”: het is een oude Peugeot 504 waarin maar liefst 10 volwassenen en een zestal kinderen kunnen plaatsnemen. Ondanks de schokken tijdens het traject dommelen de passagiers alleen of leunend tegen de buur in. Alleen verbouwereerde toeristen blijven in deze omstandigheden wakker en vragen zich af waar ze een plaatsje kunnen vinden voor hun benen tijdens de zes uur durende rit om 250 km af te leggen. Maar de bijzonder vriendelijke bevolking van Madagaskar en het prachtige landschap doen alle ongemakken van de reis in een mum van tijd vergeten. Reizen op Madagaskar is vooral de ontdekking van de curiosa van de natuur en de ontmoeting met de hartveroverende bevolking. Verwacht je hier niet aan een rijk architecturaal erfgoed, historische monumenten en musea.

Antananarivo, hoofdstad op heuvels

De baan van de luchthaven naar het stadscentrum is afgezoomd met geïrrigeerde rijstvelden. Te midden van het patchwork van velden merk je stukjes grond op die iets hoger liggen met huizengroepjes. De bovenstad van Antananrivo, makkelijk herkenbaar aan het silhouet van de Rova, verschijnt op één van de twaalf heuvels die Antananarivo vormen. De hoge smalle huizen met rode dakpannen werden opgetrokken op de heuvelflanken op 1200 tot 1500 meter hoogte. In de steegjes is het druk door de talloze taxi’s. De meeste van deze voertuigen zijn oude Citroëns (2 pk en 4 L) die minstens 25 jaar oud zijn, maar die nog steeds rijden. In sommige voertuigen werd het brandstofreservoir vervangen door een waterfles op de passagierszetel. Een mooi voorbeeld van de plaatselijke vindingrijkheid. Zich goed oriënteren lijkt op het eerste gezicht geen sinecure in Antananarivo omdat de geografische ligging van de stad eerder complex is. Gelukkig is de praktijk niet zo ingewikkeld want het stadscentrum is klein en makkelijk te voet te verkennen.


ANTANANARIVO (Tana voor de vrienden) BEZOEKEN

Wie zijn bezoek wil beginnen met een panoramisch uitzicht om zich makkelijker te oriënteren neemt best een taxi naar de Rova om daarna te voet af te dalen naar het stadscentrum.

De Bovenstad: een pittoreske wandeling

Na het vertrek van de 2 pk die je langzaam, maar dapper door de geplaveide steegjes naar het hoogste punt van de stad voert, geniet je van de rust en het schitterende landschap. Met de smalle huizen, hellende daken en klokkentorens oogt Antananarivo een beetje zoals de Provence, maar het moderne aspect ontbreekt. Te midden van de woonwijken kleuren de rijstvelden de valleien blauw en groen.

Rova, het Paleis van de Koningin

Dit indrukwekkende gebouw ging in 1995 in vlammen op tijdens de verkiezingscampagne. Enkel de hoge stenen muren overleefden de vuurzee, maar er zijn al jarenlang renovatiewerkzaamheden aan de gang. Het was koning Andrianjaka die hier zijn residentie optrok nadat hij de stad in 1610 veroverde. De vorsten die hem opvolgden, lieten hier ook hun paleizen bouwen. In 1839 vroeg koningin Ranavalona I aan Jean Laborde om een paleis te bouwen van palissanderhout (hout was traditiegetrouw het enige toegelaten bouwmateriaal). De Fransman was een autodidact die van veel markten thuis was en ook actief was als industrieel in de metaalsector, landbouwkundige en diplomaat. Ranavalona II vroeg aan de Engelse architect James Cameron om op het houten paleis een stenen constructie te bouwen die aan de vlammenzee weerstond terwijl het houten paleis van Laborde en alle meubels in de as werden gelegd. Ook de huizen, koninklijke graven en andere monumenten van de Rova gingen in vlammen op. De protestantse tempel van koningin Ranavalona II die aan de achterkant van het paleis staat, werd onlangs gerenoveerd. Het huis van koning Andrianampoinimerina, de voor de eenmaking van het eiland zorgde in de 18de eeuw, werd heropgebouwd in hout volgens de traditionele plannen. Dit is een opvallend eenvoudig pand met een centrale zuil. In zijn bed dat iets hoger stond dan de rest van de kamer, ontving de koning één van zijn vrouwen terwijl de andere elf dames in bedden op de iets lagergelegen vloer sliepen. Als er nieuwkomers aankwamen, ging de vorst zich naar verluidt ergens in zijn dak verbergen om de bezoekers te observeren. Indien de vreemdelingen welkom waren liet de koning steentjes vallen op het hoofd van zijn vrouw die ze dan mocht binnenlaten.

Het Andafiavaratra-museum, het Paleis van de Eerste Minister

Een beetje lagergelegen dan de Rova staat een mooi en groot huis met glazen koepel en vier toerentjes. Binnen staan meubels en voorwerpen die men uit de Rova kon redden. Het gebouw werd in 1872 opgetrokken volgens plannen van William Pole, een Brits missionaris en architect. Honderd meter van de Rova en het museum moet je zeker een kijkje gaan nemen op het terras van de Grill du Rova waar je van een prachtig uitzicht op de omgeving geniet. Op sommige dagen worden hier concerten van Malagassische muziek georganiseerd. De afdaling naar het centrum van Tana is een pittoreske belevenis. Het is een opeenvolging van straatjes, schaduwrijke pleintjes en trappen. Onderweg kan je het rustige leven in de bovenstad observeren. Na enig zoekwerk ontdek je het houten huis van Jean Laborde. Veel zichtbaarder zijn de katholieke kathedraal en de Anglicaanse kerk, maar deze gebouwen zijn geen echte bezienswaardigheden. Je geniet er wel van een prachtig uitzicht op een meer, de Lac Anosy. Daarna bereik je de zeer bedrijvige winkelstraat rue Ratsimilaho met veel boetieks van Indisch-Pakistaanse juweliers. Deze straat leidt naar de place de l’Indépendance met een mooie tuin die boven de benedenstad hangt. Het paleis van Ambohitsorohitra is hier het meest elegante gebouw en was ten tijde van de Franse overheersing de residentie van de koloniale gouverneurs. Na de onafhankelijkheid herbergde het gebouw de Franse ambassade en nu het paleis van de president. Aan de bovenkant van de grote trap geniet je van een mooi uitzicht op de benedenstad. Hier kan je ook onderhandelen over de prijs van een autootje gemaakt van een gerecycleerd conservenblikje, specialiteit van Madagaskar. Van de place de l’Indépendance bereik je makkelijk de Isorakabuurt waar je enkele mooie koloniale huizen kan bewonderen. Nu herbergen deze statige panden kunstgaleries, chique restaurants, gastenkamers en hotels. In deze buurt moet je zeker het kleine Musée d’Art et d’Archéologie bezoeken. De collecties bezitten cultusbeelden, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, speelgoed, muziekinstrumenten en vele traditionele voorwerpen uit alle streken van Madagaskar.

De benedenstad en de vele markten

Van Isoraka kan je afdalen naar het meer van Anosy waar elke morgen de marché aux plantes (plantenmarkt) plaatsvindt. Je kan ook naar de pittoreske markt van Petite Vitesse, aan de spoorweg, wandelen. Hier verkoopt men textiel, ambachtelijk vervaardigde ijzerwaren, geneeskrachtige kruiden, schoenen en strooien hoeden die de gemiddelde toerist weinig bekoren, maar op deze markt rondlopen is een onvergetelijke ervaring!

Het stadscentrum

Hoewel dit stadsdeel zeer levendig is, mist het de charme van de bovenstad. Aan de voet van de trap die naar de place de l’Indépendance leidt, ligt de overdekte markt van Analakely waar de plaatselijke bevolking rond de kraampjes met kleding en huishoudelijke voorwerpen samenstroomt. Vlakbij begint de lange, brede en allesbehalve charmante avenue de l’Indépendance die met winkels is afgezoomd. De enige bezienswaardigheid staat aan het uiteinde van deze laan: het schitterende Soaranostation dat van het begin van de 20ste eeuw dateert. Bijzonder dynamisch kan je het spoorwegnetwerk van Madagaskar niet noemen: momenteel gebruikt men drie dagen per week slechts één lijn…

De markt van Andravoahangy

Om deze grote markt te bereiken neem je best een taxi. Hier worden naast voedsel en gebruiksvoorwerpen veel ambachtelijk geproduceerde voorwerpen verkocht. Houten en raffia voorwerpen, geborduurde tafellakens, houten en stenen spelletjes, miniatuurautootjes van gerecycleerde conservenblikjes, halfedelstenen en sieraden worden hier na enig onderhandelen verkocht. Op deze markt vind je tal van souveniertjes voor het thuisfront. Wees in deze mensenmassa op je hoede voor gauwdieven.

EXCURSIES NAAR DE OMGEVING VAN TANA

Ambohimanga, Colline Bleue

De streek van Imerina telde destijds twaalf koninkrijken die zich op evenveel heilige heuvels nestelden. Andrianampoinimerina, de koning van Ambohimanga van 1787 tot zijn dood in 1810 en één van de grote Malagassische vorsten, kwam op het idee om de koninkrijken te verenigen in één rijk. Om dit doel te bereiken veroverde hij ze allemaal. Op de heuvels staan nog ruïnes, maar Ambohimanga is wellicht de interessantste vindplaats. Men beschouwt het als de bakermat van Madagaskar en het was tot 1895 verboden terrein voor buitenlanders. Het dorpje en de Rova prijken beide op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco. Aan de ingang van het dorp vertrekt een smal en schaduwrijk baantje afgezoomd met bamboeriet naar de Rova. Naast de ingangspoort van het dorp staat de enorme stenen schijf die werd gebruikt om de ingang elke avond te sluiten. Het koninklijk paleis heeft hetzelfde grondplan dan dat van de Rova van Antananarivo en oogt even sober, maar hier werd het palissander hout zwart. Rond het paleis werden mooie terrasvormige tuinen aangelegd. Malagassiërs beschouwen de Rova nog steeds als een heiligdom waar ze komen bidden en bezinnen. De twee andere sierlijke huisjes waren de residenties van de Ranavalona-koninginnen. Beide houten constructies ogen als Engelse cottages. Op de eerste verdieping bevinden zich fijnzinnig bewerkte balkons waar je van een prachtig uitzicht op de vijgenbomen van de tuin en het heuvelachtige platteland geniet. In de vertrekken staan authentieke meubels en enkele geschenken van koningin Victoria. Let in de tuin op het koninklijke bekken waar de vorsten gingen baden en de kuil van de runderen. Tijdens plechtigheden liet de koning zeboes los in het dorp en wie een dier kon vangen, werd er prompt de eigenaar van.

Lemur’s Park

Het lemurenpark ligt een twintigtal kilometer ten westen van Tana (de RN1 volgen). Dit park van 4 ha bestaat sinds 1999 en er leven een veertigtal lemuren van zeven soorten. Een bezoek is een mooie manier om kennis te maken met deze beestjes die je niet mag aanraken. Het bezoek duurt ongeveer anderhalf uur en is bijzonder aangenaam. De bomen werden geplant in functie van het voedsel dat de lemuren zoeken: sommige soorten eten fruit en andere verkiezen bladeren. De kleinste lemuren zijn niet groter dan een muis en bleven vaak nachtdieren. Alle soorten leven op bomen en zijn bijzonder behendig om van de ene kruin naar de andere te springen. Lemuren en apen zijn primaten, maar de eerste diersoort is ouder. Volgens wetenschappers verschenen de lemuren op Madagaskar nadat het eiland zich van het Afrikaanse vasteland had afgescheiden. De dieren konden zich probleemloos voortplanten door de afwezigheid van roofdieren en apen die ze elders zouden hebben uitgeroeid. Ook op Madagaskar verdwenen sommige diersoorten na de komst van de mens en zijn andere met uitsterven bedreigd door de ontbossing.


De hoger gelegen gebieden: een stukje Afrika

Van Antananarivo naar Fianarantosoa

De RN 7 naar het zuiden van het eiland slingert langzaam door een mooi heuvelachtig landschap met charmante dorpjes. De huisjes van adobe en baksteen lijken op sprookjesachtige peperkoekenhuisjes. Op de kale heuvels ontsnapten weinig bomen aan de ontbossing. Soms ruimt de rode klei plaats voor enkele in terrassen aangelegde rijstvelden. De baan slingert door het centrum van het eiland door het gebied van de Merina en de Betsileo. De gastvrije bevolking is hoofdzakelijk van Aziatische oorsprong en begroet je steevast met een vriendelijk “Bonjour, Vazaha!” (een Malassisch woord voor blanke buitenlander).

Antsirabe, de stad van de riksja’s

Antsirabe betekent “daar waar er veel zout is” en is een oude kuurstad. Noorse missionarissen stimuleerden de ontwikkeling van het stadje dat begin 20ste eeuw hoogdagen kende. De Fransen wilden er het Vichy van Madagaskar van maken: een elegant kuuroord met een aangenaam fris klimaat en warmwaterbronnen. Van de vroegere luxe blijft weinig over, maar dankzij enkele ruïnes kan je je toch een beeld vormen van hoe de stad er tijdens haar gouden jaren moet uit hebben gezien. Het kuuroord vlakbij et kleine Ranomafana-meer, onder het Hôtel des Thermes, is nog steeds open. Jammer genoeg nodigt de ouderwetse infrastructuur niet echt tot baden uit. Het onlangs gerenoveerde station wacht op de heropening van de spoorweglijn Tana-Antsirabe. Let hier ook op het bijzonder charmante postkantoor. De stad is uitgestrekt en je kan je makkelijk verplaatsen met een plaatselijke taxi, de riksja. Het waren de Chinese arbeiders die de spoorweglijn kwamen aanleggen die de riksja “importeerden”. In de straten rijden duizenden van deze kleine en kleurrijke voertuigen voortgetrokken door in lompen gehulde mannen die blootsvoets zijn. Antsirabe is het centrum van de handel in halfedelstenen. De kraampjes staan op het binnenplein van de Cercle Mess Mixte. Je vindt er ruwe en geslepen stenen en sommige verkopers verklappen je enthousiast hoe je de verschillende soorten halfedelstenen herkent. Op deze markt kan je je aankoop bovendien onmiddellijk als juweel laten monteren door een vakman. Kortom, de verleiding is hier bijzonder groot.

Excursie naar Betafo

Betafo is een mooi Merina-dorp, 22 km van Antsirabe. Elke maandagmorgen kan je er een kleurrijke en pittoreske markt bezoeken. In deze grote gemeente met een enorme lutherse kerk, merk je vooral de typische bakstenen huisjes op. Je kan hier een mooie wandeling maken naar het meer waarrond karren rijden die worden voortgetrokken door runderen. Op de heuvel die boven het dorp uittorent, geniet je van een mooi uitzicht op het meer en de in terrassen aangelegde rijstvelden. De zuivere lucht en de lichtsterkte maken je ontdekkingstocht nog aangenamer. Kinderen leiden de weinige buitenlandse bezoekers naar het graf van koning Radama I op de heuveltop. Overal in het dorp staan gedenkstenen van graniet ter ere van de gewezen militaire leiders. Betafo heeft ook een kuurinrichting die eenvoudiger, maar beter onderhouden is dan in Antsirabe.

Ambositra en de ambachtslui

Het charmante stadje Ambositra in het Betsileo-gebied nestelt zich op een heuvel van 1350 meter. Er zijn geen bezienswaardigheden maar het is er heerlijk wandelen in de straatjes afgezoomd met kleine markten. De traditionele huizen met dakpannen zijn hier ook afgewerkt met mooie bewerkte balkons en balustrades. Deze streek is beroemd voor de vele uitstekende houtbewerkers. Beeldhouwers, schrijnwerkers en mozaïekwerkers bewerken kostbare houtsoorten, maar ook rozenhout, mahoniehout, ebbenhout en palissander. In de aangename winkeltjes van het dorp kun je voor een zacht prijsje mooie voorwerpen op de kop tikken. Deze ambachtelijke traditie is afkomstig van het Zafimaniry-volk dat in de wouden ten zuidoosten van Ambositra leeft. Er bestaat geen museum om hun kunstwerken te bewonderen, maar het loont de moeite om het restaurant Alo Alo te bezoeken. Dit etablissement vind je in de hoofdstraat en je kan er plaatsnemen in stoelen waarvan de rugsteunen en zitvlakken versierd zijn met mooi inlegwerk dat het landschap van Madagaskar voorstelt. Alo Alo is ook een aanrader voor lekkerbekken, want je kan er de typische keuken van Madagaskar proeven. Boven het stadje verrijst een kerk en een groot klooster waar je kaas en yoghurt kan kopen die door de nonnen worden gemaakt. Iets lager ligt een atelier waar gehandicapten papier maken. De pulp weekt in water en droogt daarna op houten frames en men voegt er bladeren en bloemenblaadjes aan toe. Resultaat is een ruw, maar zeer mooi papier. In het atelier kan je het papier in de vorm van bladen, kaarten en enveloppen kopen.

Wandeling bij de Zafimaniry

De meeste van deze afgelegen bergdorpen zijn enkel te voet te bereiken. Antoetra is het enige dorp dat met de wagen bereikbaar is. Jammer genoeg is dit ook het minst authentieke. De baan van Ambositra wordt na enkele kilometers een onverharde weg die door het platteland slingert. Onderweg zie je de zeboes rustig grazen en merk je hoe de klederdracht van de dorpelingen verandert: hier heeft men blijkbaar een voorkeur voor roze en fluorescerende kleuren! Als je in Antoetra arriveert, moet je toegangsgeld betalen (een peulenschil). Elke woensdag organiseert men op een terrein dat iets lager dan het dorp ligt, een grote markt. Naast voedsel kopen de boeren ook kippen en varkens. Bijzonder mooi en kleurrijk zijn de kraampjes van de stoffenverkopers. Hier ontdek je de typische bolvormige hoedjes van stro waaronder meisjes en vrouwen hun ingewikkelde vlechten verbergen. De huizen in het hooggelegen deel van het dorp herbergen de ateliers van de ambachtslui die meubels en voorwerpen maken en ze versieren met de traditionele meetkundige tekeningen van de Zafimaniry. Meerdere boswegen leiden door de bergen naar de dorpen Ifasina, Ankidodo, Sakariro en Faliarivo. Ifasina bereik je bijvoorbeeld na een stevige wandeling van 7 km. Op een eerste bergtop werd een monument voor de doden opgetrokken in steen en hoorns van zeboes. Verderop ontdek je een exotische tuin met aloë, orchideeën en vetplanten die tussen de rotsen groeien. De schoonheid van het landschap maakt de zware trektocht ruimschoots goed. Bij het naderen van het gehucht Ifasina merk je steeds meer rijstvelden in de vallei op. Een zwerm nieuwsgierige kinderen komt op de bezoekers af en toont hen waar hun schooltje stond tot het enkele maanden geleden in puin werd gelegd door een cycloon. Voor je je tocht voortzet moet je kennismaken met het dorpshoofd die je in zijn huis binnenlaat: een sobere hut met luiken van traditioneel houtwerk. De hut telt één vertrek en is ingericht volgens de eeuwenoude regels die aan alle voorwerpen een welbepaalde plaats toekennen. Centraal element van deze hutten is de haard waarvan de rook de muren zwart kleurt. Enkele families leven in een twaalftal gelijkaardige hutjes en moeten minstens twee uur stappen om de dichtstbijzijnde stad te bereiken. Aan de andere kant van het gehucht wijst een kerkje van de vroegere aanwezigheid van de missionarissen. De indeling van de huizen, de monumenten voor de doden, het uiterlijk van de bevolking en andere details herinneren aan afgelegen Indonesische dorpen. Misschien waren hun voorouders afkomstig van deze verre contreien…

Fianarantsoa, het intellectuele centrum

Het kloppende hart van een vruchtbare streek waar rijst, maïs, thee en wijn wordt geproduceerd, is Fianarantsoa (“daar waar men goed leert”). Het is een levendige stad met veel scholen en kerken en bestaat uit drie “niveaus” die je makkelijk herkent: de arme en troosteloze benedenstad, de nieuwe stad met de banken en administratieve diensten en de bovenstad met de enigszins charmante oude wijken. De bakstenen huizen en de kerken zomen de trappen af die naar de oude Rova klimmen. Dit gebouw is bijna helemaal verdwenen en nu staat er een schooltje en de kinderen tonen je graag de steen waarop de verraders destijds werden onthoofd. Reusachtige honderdjarige cactussen belemmeren het schitterende uitzicht op de stad en de omliggende vlakte gedeeltelijk. Toch is de steile klimpartij de moeite meer dan waard…

Excursies vanuit Fianarantsoa

• Fianar-Manakara per trein

Met de trein doe je 7 tot 10 uur over de 170 km die Fianar van Manakara scheiden. De treinreis eindigt aan de kust nadat je door het tropische woud spoorde. Ten oosten van hoge bergen is het klimaat veel vochtiger met veel plantengroei. Het contrast met de rode en dorre aarde van het westen is duidelijk. De treinen vertrekken in principe dagelijks om 7 u, behalve maandag en vrijdag, maar het uurrooster is allesbehalve klokvast.

• Het nationaal park van Ranomafana

Het traject van 60 km tussen Fianarantsoa en Ranomafana lijkt eindeloos omdat de weg in een erbarmelijke staat verkeert. Gelukkig maakt het schitterende landschap met een weelderig woud en bergstroom veel ongemakken goed. Als je ‘s morgens vroeg vertrekt heb je genoeg tijd om op één dag het dorp en de warmwaterbron te bezoeken en voor een wandeling in het nationaal park. Aan de ingang van het park moet je een gids kiezen (verplicht) en een rondleiding. Je hebt de keuze tussen een trekking van enkele uren en een meerdaagse tocht tijdens dewelke je in tenten overnacht. Met wat geluk tref je een goede gids en ontdek je de fauna en flora van het woud. Je leert heel wat bij over de geneeskrachtige kruiden, de bamboesoorten en insecten. Wees op je hoede voor de bloedzuigers die dol zijn op vochtige biotopen! Gelukkig zijn de heel klein en kan je ze makkelijk verwijderen. Je begeleider kan je ook het zijspoor laten ontdekken, op zoek naar de lemuren die vaak in de kruinen van de bomen leven. De nachtdieren slapen overdag terwijl hun wakkere soortgenoten van de ene boom naar de andere springen. Wees tijdens je ontdekkingstocht op je hoede voor schuifpartijen in het slijk. Het park is 40.000 hectare groot en strekt zich uit tussen de 600 en 1.400 meter hoogte. Op strategische plekken staan observatietorens waar je van een prachtig uitzicht op de kruinen van de lagergelegen bomen geniet. Indrukwekkend! Ranomafana betekent “warm water” en was reeds tijdens de koloniale periode bekend voor de warmwaterbronnen die naar verluidt geneeskrachtige eigenschappen hadden. De baden ogen nu eerder ouderwets, maar de infrastructuur is goed onderhouden en je kan er probleemloos baden in een privé-cabine. Het zwavelhoudende water is warm (38°C) en zorgt voor een bijzonder ontspannen gevoel. Je blijft best niet langer in het bad dan het aanbevolen aantal minuten. Daarna is het bovendien tijd voor een massage met etherische oliën. Kortom, de nodige troost na een lange en soms zware boswandeling.

Van Antsirabe naar Morondava: Afrikaanse kleuren

De bijzonder groene oostkust heeft bijna het hele jaar een regenachtig klimaat. Als je tijdens de plaatselijke winter naar de westkust trekt, geniet je van een veel droger en zonniger klimaat. Het eerste deel van de baan van Antsirabe naar Miandrivazo (220 km) is in goede staat en de reis is zeer aangenaam. Je daalt snel, de temperatuur stijgt, het landschap wordt droger, er wonen minder mensen en de aarde wordt minder bewerkt. De hoog gelegen gebieden gaan geleidelijk over in een savanne met afgeronde en rossige heuvels. Bij het naderen van Miandrivazo reis je door een heus maanlandschap. Dit afgelegen dorpje ligt aan de stroom en is het vertrekpunt van een expeditie (minstens drie dagen) aan boord van een prauw naar Belo-sur-Tsirihibina. Let op: deze avontuurlijke tocht is enkel voorbehouden aan sportieve waaghalzen. Als je niet zo’n avonturier bent, moet je een auto vinden om de resterende 290 km op onverharde wegen naar Morondava af te leggen. De mooie dorpjes en prachtige stroom doen de lange en bewogen reis (acht uur) snel vergeten. De donkere huidskleur en de kleurrijke kleding van de mensen doen hier meer aan Afrika denken dan aan de bevolking van de Hautes-Terres.

Morondava, strand en baobabs

Hoewel dit zonovergoten stadje geen bezienswaardigheden bezit, is dit exotische oord een goede uitvalsbasis om enkele van de meest interessante oorden van Madagaskar te bezoeken. Een kilometer zuidwaarts nestelt het toeristendorpje Nosy Keley zich op een landtong tussen het Hellot-kanaal en het uitgestrekte witte zandstrand. Reizigers strijken hier meestal een drietal dagen neer en verblijven in kleine hotels, bungalows en restaurants. Bij laagtij is het strand zo uitgestrekt dat je je soms alleen op de wereld waant... ‘s Avonds is de terugkeer van de vissersbootjes met mooie witte zeilen bij zonsondergang is een bijzonder een feeëriek tafereel. Op het uiterste punt van Nosy Kely vaart een prauw naar de andere oever waar het dorpje Betania zich in de schaduw van de kokosbomen nestelt. Deze droomkust is jammer genoeg in gevaar, want de zee snoept jaarlijks enkele centimeters van het strand af. Twee dorpen werden reeds door de golven verzwolgen en de zee blijft terrein winnen ondanks de inspanningen van de bevolking om het zand te fixeren met behulp van stenen.

L’allée des baobabs (het pad van de baobabs)

L’allée des baobabs is een excursie die een must is. Een twintigtal kilometer van Morondava kan je de zonsondergang bewonderen en je verbazen over steeds veranderende kleuren die de eeuwenoude baobabs rood kleuren. Zeven van de negen bestaande soorten broodbomen groeien enkel op Madagaskar. Je kan hier de Andansonia grandidieri, de grootste en meest majestueuze baobabsoort ter wereld bewonderen. Dit “pad” is wellicht het meest gefotografeerde plekje van het eiland. Verken in het gezelschap van je chauffeur zeker de zones die iets verder van de onverharde weg liggen, want ook daar staan indrukwekkende exemplaren: de enorme “heilige” baobab waar de bevolking offerandes neerlegt en de “verliefde” baobabs met verstrengelde stammen. De weerspiegeling van deze reuzen die ook de “wortels van de hemel” worden genoemd in de rijstvelden is een betoverend schouwspel. De broodboom is niet alleen mooi, het is een zeer nuttige boom met vruchten, olie, de schors dient om koord te vervaardigen en de gekookte bladeren zijn eetbaar. In deze regio kan je nog een andere bezienswaardigheid bezoeken: de graven van Sakalava, Vezo en Mahafaly. De tombes zijn echte kunstwerken waarvan de versieringen door plunderaars werden gestolen. Andere graven bezitten prachtige fresco’s over het leven van de dode. De meeste van deze graftombes kan je momenteel niet bezoeken. Dezelfde onverharde weg leidt naar het veel meer afgelegen Belo-sur-Tsiribihina waar de prauwen uit Miandrivazo aankomen. Na twee overtochten met de veerpont bereik je Bekopaka waar je de beroemde vindplaats van Tsingy (spreek “tïng” uit) betreedt.


De Tsingy van Bemahara: naar de hemel gerichte pieken

Je bereikt dit oord na een lange rit (een hele dag) over een onverharde weg die tijdens het regenseizoen soms onberijdbaar is (zelfs met een terreinwagen). Het dorpje Bekopaka aan de Manambolo bestaat uit enkele sobere houten huisjes. Hier moet je je inschrijven voor een rondleiding in het nationaal park van de Tsingy en kan je aan boord van een prauw de Manambolo-kloven verkennen. De brede stroom heeft een diepe groef gegraven in het kalkachtige plateau waardoor de rotsachtige lagen in de scheuren zichtbaar werden. De eerste bewoners van het eiland, de Vazimbas, verborgen de graven van hun doden in deze rotsspleten. Hier zijn veel grotten en steile kliffen. De prauwen lassen soms een halte in om de rotsen te bezoeken en met een zaklamp de mooie kalkafzettingen te bewonderen. Het meest spectaculaire deel van de wandeling is een doolhof van stenen dat je te voet moet verkennen. Begin je tocht met de donkere doorgangen tussen rotswanden, de lianen en wortels van bomen die veel hoger groeien. Langs ladders en loopbruggen bereik je de top van het karstlandschap waar een uitkijkterras werd aangelegd. Als je met je vingers op de rug van de stenen (opgelet ze zijn zeer scherp) tikt, hoor je een zachte holle klank die op het geluid van porselein lijkt. Let ook op de vreemde planten die zeer goed aangepast zijn aan dit onherbergzame milieu. De pachypodium vangt tijdens het regenseizoen water op om de droge maanden probleemloos te overleven.

Vorming van de Tsingy

Deze unieke geologische vindplaats prijkt sinds 1990 op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco en is pas sinds 1997 toegankelijk voor het publiek. 160 miljoen jaar geleden was deze streek nog oceaan. De afzettingen van koralen en schelpen vormden gedurende tientallen miljoenen jaren lagen die een uitgestrekte plaat vormden. Door de verplaatsing van de aardlagen steeg deze plaat tot boven het zeeniveau uit en scheurde. De regenval vormde unieke kalkachtige formaties en door het insijpelende water ontstonden grotten met stalactieten en stalagmieten. In de Tsingy leeft een inheemse fauna zoals reptielen, lemuren en vogels, maar ook buikpotigen die op het maritieme verleden van de regio wijzen. De meeste reizigers bezoeken de kleine Tsingy (10 tot 20 meter hoog) die makkelijk te beklimmen zijn. Zeventien kilometer verderop verrijzen de grote Tsingy. De rotsen zijn vaak onbereikbaar met een terreinwagen, zelfs bij droog weer. Een tocht door de grote Tsingy is veel moeilijker en spectaculairder omdat de rotsen 60 meter en hoger zijn. Dergelijke klimpartijen zijn niets voor mensen die aan hoogtevrees lijden. Maar geen nood: de kleine Tsingy zijn prachtige en spectaculair!

Nosy Be, azuurblauwe zee en droomstrand

Nosy Be (spreek “noche bé” uit) is het grootste eiland van een archipel voor de noordwestkust. Dit is ook de meest toeristische zone van Madagaskar en de prijzen zijn er iets te hoog. De met koraal bedekte zeebodem is een droom voor duikers. Nosy Be veroverde het hart van veel Europeanen die er een hotel, restaurant of duikclub openden. Het vulkanische eiland heeft een tropische plantengroei en mooie zandstranden afgezoomd met kokosbomen. In een aantal oude kraters merk je turkooizen meertjes op die mooie wandelbestemmingen zijn. Nosy Be wordt ook “het eiland van de parfums” genoemd omdat er vanille, ylang-ylang, koffie en kruiden groeien. De lichtgele bloemen van de ylang-ylang (Cananga odorata) worden gebruikt om parfums te maken. Deze van Indonesië afkomstige plant bloeit het hele jaar en men kweekt ze in struiken die niet groter zijn dan een wijnstok om het plukken van de bloemen te vergemakkelijken. Van november tot maart, oogst men de bloemen ‘s morgens vroeg. Uit 100 kilo bloemen distilleert men 2,5 liter etherische olie. Jaarlijks produceert men op die manier 20 ton olie die voor de uitvoer ervan naar de grote Europese parfummerken gezuiverd moet worden. Ylang-ylang wordt pas sinds het begin van de 20ste eeuw in de parfumerie gebruikt. Vanille uit een soort orchidee is een andere geparfumeerde specialiteit van Nosy Be. Vanillestokjes worden gebruikt in de banketbakkerij, voor productie van snoepjes en in parfums. Vanille werd in de 16de eeuw in Mexico ontdekt door de Spanjaarden. De tropische klimplant leeft in symbiose met de kolibries en een aantal insecten die voor de bestuiving zorgen. Vanille buiten tropische gebieden kweken, is geen sinecure. Daarom zorgen handige vrouwenhanden van juni tot september, de bloeiperiode, voor een manuele bestuiving d.m.v. een doorn. De langwerpige groene stokjes van de vanille zijn zes maand later rijp. Nadat het plukken worden de stokjes een tiental seconden in heet water ondergedompeld. Daarna drogen ze in de zon op gevlochten bamboe en kleuren de stokjes donkerbruin. Vervolgens worden een tiental stokjes samengebonden met een raffiadraadje tot een bosje voor de export. Vanille werd in 1871 op Madagaskar geïntroduceerd door eigenaars van plantages afkomstig van l’Ile de la Réunion.

Nosy Be bezoeken

Ambatoloaka en Mandirokely delen het populairste strand. Jammer genoeg verstoren de hotels, bungalows en restaurants het prachtige landschap van de aangename baai ietwat. De andere stranden liggen meer noordwaarts en zijn niet zo makkelijk toegankelijk als je geen wagen hebt. Maar wie op zoek is naar rust ontdekt er een aards paradijsje. Sommige grote hotels eigenen zich reeds de mooiste plekjes toe. Echte Robinsons kunnen op piepkleine eilandjes verblijven, maar weet wel dat je paradijsje dagelijks het bezoek krijgt van toeristen die op excursie zijn. Hell-Ville (Andoany in het Malagassisch) is de hoofdstad van het eiland. Dit havenstadje is allesbehalve “hels” zoals de naam laat vermoeden. Het stadje dankt zijn naam aan de Franse admiraal Hell, de gouverneur van l’Ile de la Réunion. Bezoek er de overdekte markt waar je specerijen (o.a. vanille) kunt kopen aan prijzen die veel lager zijn dan in de toeristenwinkeltjes. Het naburige gewezen theater (1954) herbergt nu de Alliance Française en vormt een pittoresk geheel met de overdekte markt. Aan de andere kant van het stadje, vlakbij de haven, verkopen borduurwerksters hun tafellakens en ajour gordijnen met kokosbomen, dolfijnen, schelpen, dorpen voor een zeer voordelige prijs. Drie kilometer ten noorden van Hell-Ville kan je maandag, woensdag en vrijdag (de late voormiddag) het distilleren van de ylang-ylang bijwonen in het fabriekje van Ampasymenabe dat te midden van de plantages ligt.


Ontdekking van de andere eilandjes…

Nosy Komba

Dit vulkanische eilandje heeft een ronde vorm, is bergachtig en is het meest bezochte. Je arriveert op een strand waar tientallen witte tafellakens met borduurwerk op de toeristen wachten. In het beschermde bos achter het dorp leven koloniën lemuren, de maki macaco. De dieren zijn niet bang van de toeristen en weten dat ze bananen krijgen. Daarom benaderen ze onmiddellijk elke groep die hun domein betreedt (de enige plaats waar je de dieren mag voeden). Mannetjes hebben een zwarte pels en de vrouwtjes hebben en rosse vacht. Deze maki’s zijn allesbehalve schuw en als ze op je schouder springen voel je hoe zacht hun vacht is. Wandelliefhebbers kunnen op dit eilandje logeren en van het ene dorpje naar het andere trekken over bergpaden. Enkele uren volstaan om de top van een oude vulkaan (621 meter) te bereiken in het centrum van het eiland.

Nosi Tanikely

Hier kan je heerlijk snorkelen en de prachtige, beschermde, zeebodem ontdekken met: kleurrijke vissen, schaaldieren, zeesterren, koralen en zeeschildpadden. Een uur volstaat rond het eiland te wandelen. Onderweg zul je weinig bewoners ontmoeten daar de vuurtorenwaker en zijn gezin de enige mensen zijn die op Nosi Tanikely leven.

Nosy Sakatia

Voor de westkust van Nosy Be ligt Nosy Sakatia. Het eilandje telt twee vissersdorpen, enkele hotels en veel mooie kreekjes. Duikers zijn dol op dit eilandje waar je meer landinwaarts prachtige wandelingen kan maken.

Nosy Iranja

De naam van dit eilandje (twee uur varen van Nosy Be) betekent “eiland der schildpadden” die er ‘s nachts hun eieren komen leggen. Nosy Iranja bestaat uit twee eilandjes die door een zandtong met elkaar zijn verbonden. Dit is een sprookjesachtig oord met hagelwitte zandstranden en turkooizen water. Een verblijf in het luxehotel van dit paradijsje is niet voor alle beurzen.

Madagaskar praktisch

HOE ERNAARTOE?

Individueel: Air France en Air Madagascar, bvb vliegen van Parijs naar Madagaskar. Prijs: vanaf ongeveer €800, maar tijdens het hoogseizoen (juli-augustus) stijgen de prijzen tot ver boven de €1000.

FORMALITEITEN

Geldig paspoort en visum verplicht. Ambassade van Madagaskar Tervurenlaan 276 1150 Brussel Tel.: 02-770 17 74 E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. De visumdienst is van maandag tot vrijdag open van 9u30 tot 12 u.

OVERNACHTEN

In Antananarivo:

Aanrader: Sakamanga is een zeer goed hotel dat bovendien charmant is. Alle kamers zijn verschillend en de prijzen variëren van €20 tot €40. De Franse eigenaar renoveerde verschillende oude huizen rond een bloemrijke patio waar het heerlijk rustig is. Gangen, kamers en restaurant zijn prachtig ingericht met authentieke Malagassische antiquiteiten en mooie foto’s. Sommige kamers zijn mooier terwijl de prijs dezelfde is. Vraag daarom of je er verschillende mag bezoeken. Hier reserveer je best. Jammer dat het personeel aan de receptie je niet met de glimlach ontvangt. Lot IBK 7 Bis, Ampasamandik, 101 Antananarivo Tel.: 261 20 – 22 358 09. Fax: 261 20 – 22 245 87. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Isoraka Hôtel De eigenaar van Sakamanga kocht en renoveerde dit hotel in 2004. Isoraka ligt 500 meter van het vorige etablissement en is eenvoudiger (kleine kamers zonder privé-badkamer) en nog goedkoper (€8 voor een tweepersoonskamer). Avenue Gal 11, Ramanantsoa Isoraka, 101 Antananarivo Tel.: 261 20 – 22 355 81. Fax: 261 20 – 22 658 54. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. In dezelfde buurt: Résidence Lapasoa Dit koloniale huis is nu een mooi gastenverblijf. Prijs: €38/kamer. BP 3650, Isoraka, 101 Antananarivo Tel.: 261 20 22 611 40. Fax: 261 20 22 281 54. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. - In Antsirabe: Arotel: rue Ralaimongo. Tel.: 44 485 73. Fax: 44 491 49. Rechtover het postkantoor kan je in het beste en duurste hotel van de stad logeren. Het moderne gebouw bezit weinig charme, maar de kamers zijn comfortabel. Hotel Hasina: av. Jean Ralaimongo. Tel.: 44 485 56. Fax: 44 487 13. Dit hotelletje is net, goedkoop, ligt in het stadscentrum en je wordt er met de glimlach ontvangen. Hotel Mania: rue du Commerce. Tel.: 47 710 21. Fax: 47 711 21. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Hotel Mania is eenvoudig en net. Het onthaal is er zeer gastvrij en je logeert in kleine kamers met een privé-badkamer. Prijs: ongeveer €8 voor een tweepersoonskamer.

In Fianarantsoa:

Tsara Guest House (aan de voet van de oude stad): Tel.: 75 502 06. Fax: 75 512 09. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Website: www.tsaraguest.com Het schattige hotel heeft een prachtige tuin. Het hoofdgebouw is een gewezen protestantse tempel en herbergt nu een uitstekend restaurant, de bar en de receptie. Op de eerste verdieping kan je in de “Voyageurs”-kamers logeren (€10 met gemeenschappelijke badkamer). Heel het hotel werd gerenoveerd en zeer smaakvol ingericht. Aan de andere kant van de tuin kan je in de grote “Supérieures”-kamers logeren (€30) met mooie bamboemeubels (met een klein bureau en salon). Deze kamers hebben ook een terras en een privé-badkamer. In de tuin staat een prachtige Ravinala, de boom van de reiziger en symbool van Madagaskar. In dit charmante hotel met zachte prijsjes reserveer je best. - In Morondova: Drie prima adressen waar je best je reserveert: Aan het strand: Masoandro, Chez Maggie: te midden van een tuin staan bungalows die allemaal verschillend, maar zeer smaakvol zijn ingericht. Grote bungalows voor twee personen met privé-badkamer: €20. Dit hotel is een aanrader en er wacht je een zeer aangename ontvangst. Tel./fax: 95 523 47.

Aan het kanaal:

Le Trecigogne: eenvoudige maar mooie en comfortabele houten kamers rond een mooie tuin. Alle kamers hebben uitzicht op het kanaal. Prijs: ongeveer €8 voor een tweepersoonskamer. In het uitstekende restaurant smul je voor een zacht prijsje gamba’s, zeesprinkhaan en andere lekkernijen uit de zee. Tel.: 95 520 69 Chiquer: Le Baobab: een mooi en zeer comfortabel hotel. Sommige kamers hebben airco met een uitzicht op het kanaal. In het restaurant proef je een overheerlijke keuken (o.a. langoesten, gamba’s en vis). Kers op de taart zijn de mooiste toiletten van Madagaskar! Reisbureau voor expedities naar de Tsingy. Prijs: kamers €30. Tel.: 95 520 12. Fax: 95 521 86. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

In Nosy Be:

Hell-Ville: een strandverblijf is aangenamer, maar als je vlucht ‘s morgens vroeg vertrekt, is het handiger om in dit goede hotel te logeren waar je bovendien zeer goed eet. Ambonara (bungalows en restaurant): aangename bungalows met terras en privé-badkamer op een gewezen koffieplantage. Het restaurant en de bar zijn met veel zin voor humor ingericht en je waant je er in een stripverhaal. Tel./fax: 86 613 67. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Op het strand: middelmatige prijs-kwaliteitverhouding In Madirokely zie je op het strand twee naamloze houten bungalows. De huisjes hebben een terras en badkamer en staan in een mooie tuin aan de zee. Eenvoudig comfort. Prijs: €30, met ontbijt. Tel.: 0320 712 126 65. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. L’Heure Bleue is een chiquer hotel met tweepersoonskamers vanaf €60 tot €80 in mooie houten bungalows met een zeer comfortabele inrichting. Tel.: 86 614 21. Fax: 86 613 76. Site web: www.heurebleue.com - In Nosy Iranja: Zin in een beetje luxe op een paradijselijk eiland? Dan is Hotel Nosy Iranja wat je zoekt. Hôtel Nosy Iranja: Tel./fax: 86 616 90. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

BEZIENSWAARDIGHEDEN

• In Antananarivo

De Rova kan je dagelijks (behalve maandag) bezoeken, van 10 tot 16u30. Met het toegangskaartje kan je ook het Paleis van de Eerste Minister bezoeken. De prijs van de interessante rondleiding moet je ter plaatse onderhandelen. Het Musée d’Art et d’Archeologie is van dinsdag tot zaterdag open van 13 tot 17 u. De Rova van Ambohimanga is alle dagen (behalve maandag) open van 9 tot 17 u. Het Lemur’s Park is alle dagen open (behalve maandag) van 10 tot 17 u).

• Wandeling in Ifasina:

Het personeel van Hotel Mania reserveert een taxi die je naar Antoera brengt waar de chauffeur een gids voor je zoekt. Tip: vraag naar Jean-Pierre. Zorg voor water en een picknick en neem koekjes of fruit mee om aan de kinderen van het dorp uit te delen. Een taxi voor de hele dag huren kost ongeveer €20. Toegangsprijs van Antoetra: §1/persoon. Vergeet de “gewenste” gift voor het dorpshoofd niet (ongeveer €1). De gids kost ongeveer €5.

• Ranomafana:

Nationaal park: toegankelijk van 7u30 tot 17 u. Er zijn ook bezoeken mogelijk van 17 tot 19 u. Toegangsprijs: €4 + de officiële gids (de prijs is afhankelijk van de opleiding van de gids). Kuuroord met warmwaterbronnen: alle dagen open (woensdagnamiddag gesloten) van 7 tot 11u30 en van 14 tot 16 u. Prijs: €0,40. Massages: in principe op dezelfde tijdstippen (prijs: €3 voor een halfuur).

• De Tsingy Baobab Café, Nosy Kely (Morondava) Huurprijs van een terreinwagen met chauffeur: €90/dag (je hebt het voertuig een drietal dagen nodig). Je kunt er ook er ook een plaatsje reserveren om te overnachten: op de kampeerplaats (€2), in de eenvoudige bungalows van Chez Ibrahim (van €7 tot €8 ) en in de mooie bungalows met privé-badkamer van de Relais des Tsingy (€30). Prijs bezoek van de Tsingy: ongeveer €10 met de toegangsprijs, de gids en de prauw inbegrepen. Deze excursie is enkel mogelijk buiten het regenseizoen (van juni tot oktober).

• Nosy Be:

Hotels en kleine reisbureaus organiseren excursies per boot naar de andere eilandjes en verhuren het materiaal om te snorkelen. Prijs van een dagexcursie van een dag: vanaf €10 tot €15, lunch inbegrepen.

ZICH VERPLAATSEN

Met het vliegtuig: Air Madagaskar in Antananarivo: 31 av. de l’Indépendance. Tel.: 22 222 22. Fax: 22 337 60. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Van maandag tot vrijdag open van 7u30 tot 17 u en zaterdag van 8 tot 11 u. Een H/T vlucht Antananarivo – Nosy Be kost bijvoorbeeld ongeveer €120. Tip: aarzel niet om je reservering meermaals te bevestigen (wegens veel overbooking) en arriveer tijdig op de luchthaven. Met de wagen: De prijs om een taxi met chauffeur te huren voor de excursies moet je altijd voor je vertrek afspreken. Licht je in bij het hotelpersoneel dat vaak chauffeurs voor je kan contacteren. In de stad zijn de taxi’s zeer goedkoop. Als je denkt dat de chauffeur je een “toeristenprijs” wil doen betalen, onderhandel je best. Voor je in een riksja stapt, moet je altijd een prijs afspreken. Geef je chauffeur altijd een fooi: deze mensen hebben een loodzware job en behoren tot de allerarmste bevolkingsgroep van Madagaskar. Met een rimboetaxi of een “familiale”: Het busstation vind je vaak aan de rand van de stad (de taxi’s en riksja’s brengen je er naartoe). Dit is een goedkoop, oncomfortabel, maar pittoresk vervoermiddel. Je licht je best de dag voor het vertrek in en aarzel niet om je zitje te reserveren. Het uurrooster is niet klokvast en het busje vertrekt als het volzet is.

WANNEER ERNAARTOE?

Als het bij ons zomer is, is het winter op Madagaskar, een goed seizoen om naar het eiland te reizen. In Antananarivo en de Hautes-Terres zijn de nachten koud, maar overdag schijnt de zon en is het warm genoeg om een T-shirt te dragen. Aan de westkust is het zeer zonnig en warm (30°C). In het oosten regent het meer, vooral tijdens de plaatselijke wintermaanden.

MONEY, MONEY

Er worden twee munteenheden gebruikt. De oude Malagassische frank en de nieuwe munteenheid de ariary die 5 x minder waard is. De wisselkoersen (en prijzen) kunnen zeer sterk variëren. Het wisselkantoor

SOCIMAD in de luchthaven biedt een goede wisselkoers. Richtprijs: FMG 10.000 = €0,87 Aviary 1.000 = €0,43 Het leven op Madagaskar is zeer goedkoop voor ons en daarom lijken de prijzen in de toeristensector (autoverhuur, excursies…) eerder hoog. Betalen met kredietkaarten kan bijna overal (+ een commissie van 6 %). Neem best baar geld en reischeques (de banken heffen een kleine commissie) mee.

VEILIGHEID

Mijd stadswandelingen na zonsondergang. Als je je ‘s avonds moet verplaatsen, neem je best een taxi.

GEZONDHEID

Drink geen kraantjeswater en neem Micropur tabletten mee om in een veldfles op te lossen. Er worden overal plastic waterflessen verkocht. Er zijn geen noemenswaardige problemen inzake hygiëne en voeding. Als je niet zeker bent, mijd je best ongewassen rauwe groenten. Op Madagaskar is er malaria. Bescherm je‘s avonds en ‘s nachts tegen muggensteken en volg voor je vertrek een behandeling (Lariam: een tablet per week, gedurende vier weken na je terugkeer).

TELEFONEREN

Vanuit België: 00 261 20 + het telefoonnummer van de abonnee. Vanuit Madagaskar: 00 +32 + het telefoonnummer van je correspondent zonder de 0 van het zonenummer. Ter plaatse telefoneren: het kengetal van de stad altijd vormen (ook voor zonale gesprekken).

E-MAIL

In de steden zijn enkele cybercafés, maar ze zijn vaak alleen ‘s avonds open en het is er altijd zeer druk.

Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 08:56