Naam:
Email:
Artikels


LONDEN; In het spoor van de Da Vinci Code
PDF Afdrukken E-mailadres

GOED OM WETEN… De Tempeliers en de Priorij van Sion: realiteit en fictie

1119, Jeruzalem. Negen kruisridders richten de Tempelorde op, een militie die als doel heeft de christenen op bedevaart te beschermen. Zo’n 40 jaar later erkent de paus de beweging van gelovige strijders: hij kent hen het beroemde rode kruis toe dat, samen met de witte gewaden, het symbool van de Tempeliers zal blijven. Al snel kent het genootschap succes en breidt zijn activiteiten uit. De Tempelorde doet dienst als bank voor ‘leden’, die overal waar zich een ‘filiaal’ bevindt, geld kunnen inslaan. Leningen zijn nog zo’n dienst, tegen vette intresten weliswaar. De macht die de orde vergaart staat het feodale Frankrijk steeds minder aan: zij zien de Tempeliers als een bedreiging voor de wereldse macht. In 1307 is de orde dan ook slachtoffer van een bloederige heksenjacht, aangestoken door Filips de Schone, die zelfs paus Clemens V kan overtuigen van zijn gelijk. Het betekent meteen het einde van de glorieperiode.

De alternatieve versie van de ‘Da Vinci Code’

Tot zover de officiële geschiedenis. De ‘Da Vinci Code’ zet een heel andere versie neer. Volgens Dan Brown was de missie van de Tempeliers in het Heilige Land slechts schijn: zij zouden niet zozeer de bedevaarders beschermen, maar wel de Graal. Hun orde zou trouwens opgericht zijn door de Priorij van Sion, op haar beurt gesticht door de apostelen van Jezus en Maria Magdalena. Vanwaar, aldus de schrijver, de haat en angst van de Kerk tegenover de Tempelridders: zij hadden niet alleen veel macht, ze wisten ook teveel. Nog volgens de roman is deze groep niet alleen de bewaker van de Graal, maar ook van het nageslacht van Jezus, en dat al generaties lang. Heeft het mysterieuze genootschap echt bestaan? De feiten wijzen in elk geval niet in die richting. De eerste keer dat er officieel melding gemaakt wordt van de Priorij, was in 1976, toen een journalist een werk over het onderwerp publiceerde. Hij beriep zich op vermeende ‘geheime’ documenten uit de nationale Bibliotheek van Parijs, waartoe hij op één of andere manier toegang zou hebben gehad. In elk geval heeft niemand anders de bewuste documenten ooit kunnen inkijken. En dus heeft ook niemand de woorden van die ene schrijver kunnen bevestigen of ontkrachten…



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 10:29