Naam:
Email:
Artikels


KENIA
PDF Afdrukken E-mailadres

De nationale parken in het zuidwesten

Kenia bezit niet minder dan 34 reservaten en nationale parken. Die allemaal bezoeken zou een wekenlange reis vergen. De populairste en meest bezochte bevinden zich in het zuidwesten, aan de grens met Tanzania, langs de belangrijkste weg van het land die Mombasa en Nairobi met elkaar verbindt. In de die laatste stad vertrekken vaak de safarirondreizen die eerst noordwaarts trekken alvorens in het zuiden (Mobasa) te eindigen. De hoofdstad is vooral een administratief en- zakencentrum en geen stad om in te leven. Het merendeel van de 2 miljoen inwoners woont vooral in de voorsteden; er zijn enkele residentiële buurten, veel sloppenwijken en industrieterreinen. Reis bij voorkeur meteen door naar het Nakurumeer en volg de geleidelijk versmallende weg. Hoe verder van Nairobi, hoe smaller de weg, maar hoe mooier ook het landschap. Op vrij regelmatige afstanden duiken kleurrijke hutjes op (duka, die als winkeltjes dienstdoen). Deze hutjes zijn kleine haltes en marktstadjes waar de streekbewoners hun inkopen doen. Je ziet deze gemeenschappen overal in Kenia en kan er zowel bij een slager, kapper, groentewinkel en handelaar in auto- en fietsonderdelen terecht. Een zestigtal kilometer van Nairobi klimt de weg naar een hoogte van 2400 meter. Op deze hoogte verdringen de door Europese kolonisten geïmporteerde sparren de acacia’s en is de lucht fris, zelfs in de zomer. De hoogte verklaart ook waarom je geen last hebt van muggen in de in deze reportage besproken parken: ze bevinden zich allemaal op meer dan 1500 meter. Om het Nakurumeer te bereiken daalt de weg af in de Riftvallei, waar de grote breuklijn loopt die de Vallei van de Jordaan met de Indische Oceaan (8700 km)verbindt en verklaart waarom er hoogteverschillen tot 1200 meter kunnen zijn. Een groot deel van het gebied tussen Narok en Nakuru is nog altijd eigendom van de familie Delamere, een van de belangrijkste geslachten van kolonisten. De familie bezit een kudde van een duizendtal Hollandse koeien, tarwevelden en de Delamere Dairies (yoghurt en melkproducten). Na de onafhankelijkheid verkochten de meeste Duisters (die destijds uit Tanganika kwamen), Zuid-Afrikaanse boeren en Britten (die vanaf 1910 in het kielzog van Lord Delamere het land koloniseerden) hun landerijen en vertrokken. Velen bleven echter en werden Keniaanse staatsburgers. Zij maken deel uit van de blanke minderheid, die veelal gegoed is, zonder dat dit problemen veroorzaakt.

Lake Nakuru National Park

Ten noordwesten van Nairobi strekt zich in de Riftvallei een streek met grote meren uit. Ze kunnen echter niet tippen aan het Victoriameer, aan de grens met Tanzania en Oeganda, dat op zich al een reportage waard is. Het water van de zeven meren in de vallei is gestagneerd: ze worden gevuld dankzij de regenval en verdampen (of lopen over op de aangrenzende grond). Dit verklaart de afzetting van zout en mineralen die de groei van wier, insecten, plankton, kleine schaaldieren en andere microscopisch kleine wezentjes stimuleren, die op hun beurt vogels lokken. Een van de mooiste meren is het Lake Nakuru, dat ook een van de enige is dat de titel van ‘nationaal park’ mag dragen. Het ligt iets meer dan 150 km van Nairobi. De dichtstbij gelegen stad is Nakuru, dat begin 20ste eeuw ontstond door de aanleg van de spoorweg. Kolonisten vestigden zich en de stad bleef maar groeien. Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar Nakuru is de vierde grootste (en oudste) stad van het land. Verwacht er echter geen bezienswaardigheden… De meeste toeristen strijken er uitsluitend neer voor een bezoek aan het 190 km2 grote nationaal park, dat al sinds de jaren 1960 bestaat. Behalve regenwater bevoorraden ook bronnen en drie seizoensgebonden rivieren het Nakurumeer. Deze toevloed van water maakt van het meer een ornithologisch paradijs. Je kan hier niet alleen de grootste samenscholing van flamingo’s observeren (tot 2 miljoen exemplaren op sommige momenten, want ze broeden elders, net als de pelikanen) en vele andere vogels. Meer dan 400 soorten vogels doen het meer op verschillende momenten van het jaar aan. Je kan er tevens een vijftigtal zoogdiersoorten gadeslaan: diverse apen, zebra’s, gazellen, buffels, nijlpaarden, gevlekte hyena’s, luipaarden, leeuwen, zeldzame soorten antilopen en neushoorns (ze werden in 1987 geïmporteerd in het kader van een reddingsplan van deze met uitsterven bedreigde diersoort). Een acaciabos (bevolkt met apen) omringt een deel van het meer. In het westen torent de Baboon Cliff boven dit bos uit. Vanaf de top van dit beboste klif (naar verluidt de inspiratiebron voor de Lion King van Disney) geniet je van een schitterend uitzicht. De betovering wordt nog groter als je weet dat niet het wier de oevers van het meer kleurt, maar wel de duizenden kleine flamingo’s die dicht tegen elkaar aan kruipen om zich te beschermen.



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 08:45