ITALIË: Ligurië: de 'Cinque Terre'De Cinque TerreRiomaggiore, Manarola, Vernazza, Corniglia en Monterosso vormen de Cinque Terre. De vijf zonovergoten dorpjes nestelen zich op een rotsachtig voorgebergte aan de staalblauwe Middellandse Zee. Het landschap, is zo uitzonderlijk dat deze landelijke kuststreek van de Ligurië sinds 1997 op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco prijkt. De plattelandsvlucht is een grote bedreiging voor de in terrassen aangelegde velden en kleurrijke dorpjes. Het Nationaal Park van de Cinque Terre (Parco Nazionale delle Cinque Terre) doet er alles aan om de steile hellingen te restaureren en een duurzaam toerisme te ontwikkelen. Deze benadering spreekt wandelaars bijzonder aan: de dorpjes en een groot deel van het park zijn verkeersvrij. Door het Parco Nazionale delle Cinque Terre slingeren afgebakende wandelpaden die hetzelfde traject volgen als de weggetjes die de streekbewoners tot 1950 moesten volgen om van het ene dorp naar het andere te stappen. Veel wandelplezier!Een landschap dat vorm kreeg door de mensEr is weinig geweten over de oorsprong van de wingerds in de Cinque Terre. Naar verluidt werd er sinds de Oudheid aan wijnbouw gedaan, maar de streek werd lang aangevallen door piraten en vooral door de Saracenen. Toen de rust in de 11de eeuw was teruggekeerd, kon de bevolking de wijnbouw eindelijk rustig voort ontwikkelen. Wijn werd geruild voor levensmiddelen zoals meel en bonen. De opening van het Parco Nazionale delle Cinque Terre in 1999 was de bekroning van het werk sinds eeuwen verricht door de landbouwers die de steile rotswanden een “vorm” hadden gegeven. De bevolking toverde het landschap om in een patchwork van duizenden vruchtbare perceeltjes op evenveel “a secco” muurtjes (stenen zonder cement). Op deze terrassen werden eerst olijfbomen en wingerds geplant en later citroenbomen en kruiden. Handenarbeid was de enige manier om het land te bewerken omdat het gebruik van dieren onmogelijk was door de ligging van de percelen: de paden waren te smal en te steil voor muilezels en lastdieren. Het wieden gebeurd nog altijd manueel. Tussen het zeeniveau en het hoogste punt liggen 250 terrassen van 2 meter hoog bij 3 tot 4 meter breed. Samen vormen alle terrassen een sliert van 7.000 km! Veel jongeren lieten de eeuwenoude landbouwactiviteiten links liggen en kozen voor een minder zware en vooral meer lucratieve activiteit. Midden 20ste eeuw waren de bewerkte terrassen nog goed voor een oppervlakte van 1.500 ha (tot op een hoogte van 500 m boven de zeespiegel). In 2005 is nog slechts 100 ha in gebruik en veel muurtjes en percelen kwijnen weg door wind, regen en de overwoekering door de natuur. Hoewel de rotsachtige kust niet bijzonder geschikt is voor strandvakanties, stromen de toeristen er sinds de jaren 1960 toe. De komst van deze bezoekers bood de dorpsbewoners een nieuw toekomstperspectief: ze openden winkels en restaurants en verhuurden vakantiewoningen aan de toeristen. Nu zijn nog slechts 200 landbouwers lid van de coöperatieve vereniging die zich over de plaatselijke wijnsector ontfermt. De gemiddelde leeftijd van de leden is 75 jaar! Een aantal bewoners van de Cinque Terre produceert daarnaast wijn voor privé-gebruik (5.000 flessen wijn/producent/jaar). Parco Nazionale delle Cinque Terre: park met een missieDe belangrijkste opdracht van het natuurpark is het unieke landschap van de Cinque Terre in ere herstellen door herstellingswerken aan de ingestorte muurtjes die de percelen afzomen, renovatie van de woningen en door de landbouwactiviteiten een nieuw leven in te blazen. Kortom, het park wil de omgeving, de landbouwactiviteit en het gemeenschapsleven herwaarderen en behouden. Daarom moeten de bewoners blijven. Het park geeft de verlaten percelen in gratis bruikleen aan wie ze gedurende 20 jaar wil bewerken. Verder stimuleert het Parco Nazionale delle Cinque Terre de bewoners om kamers en appartementen aan toeristen te verhuren, een manier om te verhinderen dat de landgoederen aan “externe” investeerders worden verkocht. Studenten en stagiaires kunnen er eeuwenoude landbouwtechnieken leren en de “a secco”-muurtjes herstellen. Er bestaan uitwisselingsprogramma’s met andere landen. Zo kwam een Nepalese ploeg naar de Cinque Terre er leren hoe ze elektriciteitslijnen van het ene dorp naar het andere moesten trekken en in ruil voor de verworven knowhow hielpen de gasten bij de reconstructie het plaatselijke erfgoed. Het toerisme levert een rechtstreekse bijdrage tot de wederopbouw van het in terrassen aangelegde landschap. Er worden bijvoorbeeld landkaarten verkocht waarmee wandelaars de afgebakende paden kunnen volgen en zich per trein en boot naar de dorpjes begeven. In het park worden ook een aantal smakelijke bio-specialiteiten geproduceerd: honing, citroenmarmelade, pesto, “limoncino”. In de Cinque Terre produceert men een witte, droge wijn en de beroemde Sciacchetrà. De wijnboeren bekomen deze goudkleurige nectar door de druiventrossen gedurende 1 tot 3 maanden te drogen in zolders (op roosters en aan draden) zorgvuldig afgeschermd van regen en zon. Resultaat van deze rijpingsmethode is een likeurachtige wijn met een alcoholgehalte van 18°C, een van de “sterren” van de plaatselijke gastronomie. De Sciacchetrà is op z’n best na 8 jaar rijpen en smaakt heerlijk met gorgonzola en andere “blauwe” kaassoorten. Het natuurpark staat in voor het beheer van de souvenirwinkeltjes ingericht in de toerismebureaus (in de stations) van de dorpjes. Omdat er geen plaatselijke productie bestaat van ambachtelijk vervaardigde voorwerpen, kan je in de boetieks buitenlandse objecten kopen in het kader van de “eerlijke handel”. Belangrijk in dit natuurpark zijn betaalbare prijzen en de strenge kwaliteitsnormen op het gebied van de vakantieverblijven, restaurants en voeding. Ecologie, biologische landbouw en natuurgeneeswijzen zijn de hoekstenen van het beleid van dit natuurpark. De bewoners kunnen hun kwaaltjes bijvoorbeeld gratis door een naturopaat laten behandelen. Gerd Kleinpoppen is een Duitser die vele jaren geleden verliefd werd op de Cinque Terre. Hij opende er een praktijk en verzorgt zijn patiënten met een Australische fytotherapiemethode, een “concept” dat strookt met de basisbeginselen van een gezond leven van het Parco Nazionale delle Cinque Terre. Beschermde zeezonesDe zee van de CinqueTerre is beschermd sinds 1997. De rotsachtige en zanderige zeebodem is de natuurlijke biotoop van een uitgebreide fauna en flora. Vooral de zones rond de twee belangrijkste kapen, Capo di Monte Nero en de Punta Mesco, zijn aanraders. Op sommige plaatsen, zelfs dicht bij de kust, is de zeebodem zeer diep en zijn de wanden bedekt met zeldzame zwarte koraalsoorten en veelkleurig hoornkoraal. Kenners kunnen hier zelfs witte hoornkoraal bewonderen, een zeer zeldzame soort in de Middellandse Zee. Enkel de streekbewoners mogen pootje baden aan de kusten van de Cinque Terre, maar deze beperking doen naleven is geen sinecure. De duiksport in het kristalheldere water is ook streng geregeld en is enkel mogelijk onder begeleiding van een gids. Op sommige plaatsen mogen de duikers geen zwemvliezen dragen, kwestie het leven onder water niet te verstoren. De Cinque "Terre"Tijdens de Middeleeuwen betekende het woord “terra” een dorpje. Oorspronkelijk vestigden de bewoners zich in hoger gelegen gebieden om zich te beschermen tegen de invallen van de Saracenen. Als het gevaar was geweken, verhuisden ze naar de kusten bij de monding van rivieren en bergstromen. Zodoende ontstonden 5 “terras” aan piepkleine baaien. Omdat de golven soms bijzonder wild tekeer gingen (en dat nog steeds doen) haalden de vissers hun bootjes aan land en “parkeerden” hun vaartuigen in het steegje dat naar de kleine haven leidt. De huisjes zijn geschilderd in warme tinten zoals rood, abrikoos, roze en oker. Bij zonsondergang hullen de panden zich in een warme gloed, een bijzonder sprookjesachtig moment als je op zee vertoeft. De dorpjes liet men lang links liggen: hoewel de spoorweg langs de Ligurische kust in 1876 werd geopend was het wachten tot 1950 voor de aanleg van de eerste baan. Dit lange isolement zadelde de bewoners van de Cinque Terre op met de reputatie “verlegen” te zijn. Dit is nu voltooid verleden tijd, je ontmoet er vooral lachende, gastvrije mensen die altijd klaar staan om je een dienst te bewijzen. Een netwerk van paden verbindt de dorpen van de Cinque Terre met elkaar, maar je kan ook de trein en de boot (bij rustige zee) nemen. De boot is wellicht het meest betoverende vervoermiddel om deze dorpen te ontdekken. Als je van oost naar west vaart (van Riomaggiore naar Monterosso) ontdek je de schitterende dorpjes die zich achter een kaap lijken te verschuilen. Van ver is het alsof de blauwe zee en huisjes met groene blinden een kleurrijke mozaïek vormen in heuvels en rotsen. Enige stoorzenders in dit idyllische tafereel zijn de spoorweg en bijbehorende stations. Wie vaak door het door de Cinque Terre spoort, ontdekt vreemd genoeg de “charme” van dit vervoermiddel… Van dorp naar dorp langs de “Via dell’Amore”De beste manier om de Cinque Terre te begrijpen en te appreciëren is de verkenning van de plaatselijke wandelpaden. De meest klassieke en gemakkelijke wandeling neemt je mee naar het Azzurro-wandelpad (12 km) tussen Riomaggiore en Monterosso. Een dag volstaat ruimschoots voor deze wandeling en je kan onderweg haltes inlassen. Wie wat meer tijd wil uittrekken om de dorpjes te bezoeken (absoluut de moeite waard) kan de dagelijkse wandelingen koppelen aan trajecten per trein en bootje. Tijdens je omzwervingen over de Sentiero Azzurro verlies je de zee bijna nooit uit het oog. Opgelet: de verkenning van deze streek is niet altijd een sinecure: je moet langs rotsachtige paden klimmen en afdalen door de wijngaarden, olijfgaarden en het struikgewas die grote delen van de kust afzomen. Onderweg geniet je van schitterende uitzichten op de omgeving. Goede wandelschoenen zijn hier onontbeerlijk! In deze reportage nemen we je mee voor een wandeling van oost naar west. Tijdens dit parcours kan je rustig aan het wandelen wennen: de eerste etappes zijn de kortste en de meest gemakkelijke. Om de paden te bereiken moet je een dagkaart kopen in de informatiebureaus in de treinstations. RiomaggioreDit eerste dorpje is tevens een van de meest levendige en het aanbod van te huren appartementen en kamers is er groot. Met meer dan 2.000 inwoners is dit het meest bevolkte en met Monterosso het meest toeristische dorpje van de streek. Het mooie Riomaggiore ontstond eind 12de eeuw, toen de bevolking van Montenero en Monte Verugora zich er vestigde. De brede hoofdstraat klimt naar de top van de heuvel en is afgezoomd met mooie huizen in warme tinten. Jammer van de lelijke (en luidruchtige) restaurantterrassen… De straat, opgetrokken op de gelijknamige bergstroom, eindigt aan de trappen die naar de dell’Assuntakerk (15de eeuw) leiden. Aan de overkant slingert een steegje naar de bovenstad voorbij de mooie San Giovanni Battistakerk. Dit gebedshuis werd in 1340 opgetrokken, maar de voorgevel werd in de 19de eeuw in een neogotisch jasje gestoken. Toch bezit dit gebouw nog steeds een roosvenster dat kenmerkend is voor deze streek. De twee zijpoorten zijn versierd met dieren en personages. Binnen ontdek je een opmerkelijk kruis van hout en een schilderij van de heilige Johannes in de woestijn dat wordt toegeschreven aan Domenico Fiasella. Beide kunstwerken dateren uit de 17de eeuw. De bovenstad is ook tijdens het toeristische hoogseizoen rustig. Je geniet hier van een duizelingwekkend uitzicht op het dorp en de zee. Aan je rechterkant merk je de gevel van het gemeentehuis op dat versierd is met monumentale fresco’s van de Argentijn Silvio Benedetto, een artiest die uitgroeide tot een boegbeeld van de Cinque Terre (zie tekstkader). Een lange trap leidt naar de hoger gelegen huizen terwijl andere treden naar de hoofdstraat afdalen en een doolhof van doorgangen vormen langs muren, tuintjes en terrassen. Op de heuveltop staat het middeleeuwse kasteel (1260) met de gerestaureerde ronde toren. In deze eeuwenoude constructie worden nu congressen, tentoonstellingen en allerlei culturele evenementen georganiseerd. Op het terras geniet je van een uitzicht op het dorp. Hier zie je duidelijk dat Riomaggiore op de flanken van een diepe vallei werd opgetrokken. Naast het kasteel staat het Oratorio San Rocco dat in 1480 werd gebouwd na een pestepidemie. De lift nemen van de bovenstad naar het lagergelegen station (en omgekeerd) kost €0,50. Verlaat Riomaggiore niet zonder een bezoek aan het haventje dat je bereikt na een overdekte trap aan de voet van de hoofdstraat. Aan je rechterkant kan een tiental klanten plaatsnemen op het terrasje van restaurant La Lanterna. Dit kleine restaurant is een van de meest befaamde etablissementen van de Cinque Terre. Reserveren is hier dus aangewezen: 0187 920 589. Het dorp verlaten doe je over de Via dell’Amore (achter het station) een pad dat vanaf 1926 werd uitgehouwen in de rotsen. Het “pad van de liefde” is tot Manarola met vloerstenen bedekt. De wandeling duurt ongeveer een halfuur en dit is het meest gemakkelijke en meest populaire stuk van de Sentiero Azzurro met een mooi uitzicht op de zee en de kliffen. ’s Avonds komen de bewoners er van de zonsondergang genieten op bankjes die de namen van beroemde liefdesparen dragen. Een heerlijk romantische ervaring! Silvio Benedetto, schilder van de ziel van de Cinque TerreKort nadat hij in 1962 in Genua arriveerde van zijn thuisland Argentinië, ging Silvio Benedetto in op een uitnodiging om te schilderen en tentoon te stellen in het dorpje Manarola. Aanleiding was het jaarlijkse feest van de schilders georganiseerd door Dario Capellini. Het festival waaraan iedereen mocht deelnemen bestaat nog altijd, maar staat nu in het teken van de fotografie. De Argentijn viel voor de charmes van dit dorpje en sloot vriendschap met de plaatselijke bevolking. De veelzijdige creatieve ziel vestigde zich in Riomaggiore en creëerde een groot aantal kunstwerken voor het Parco Nazionale delle Cinque Terre. Inspiratiebron voor al zijn werken zijn bestaande personages en het leven in de streek. Thema’s van het fresco van het gemeentehuis zijn de visvangst, de zee en bijbehorende gevaren. In Vernazza vertelt een muurschildering dan weer plaatselijke legendes. Het meest recente fresco werd op 16 juli 2005 ingehuldigd voor het spoorwegstation van Riomaggiore voor het inleggen van een speciale trein die tussen de 5 dorpjes spoort. Het werk kreeg de naam “Gesta dell’uomo” en vertelt de geschiedenis van de mens en de steen in de Cinque Terre. Olga Macalusa en Silvia Lotti, de twee assistentes van de artiest werkten mee aan dit fresco. Dezelfde ploeg ontwierp ook de mozaïek aan de in- en uitgang van de ondergrondse gang naast hetzelfde station. Benedetto creëerde in Manarola de vloer van het stationsplein (een mozaïek met een albatros) en de lager gelegen kleine fontein van bewerkt marmer. In Monterosso kan je dan weer een fresco over de ansjovisvangst bewonderen… Het œuvre van Silvio Benedetto kan je ook buiten de Cinque Terre ontdekken. In het arsenaal van La Spezia stelt een van zijn fresco’s de arbeiders van een scheepswerf voor. Op Sicilië realiseerde hij een omvangrijk werk: de Divina Comedia uitgebeeld op 110 enorme blokken van steen. In Frankrijk tekende hij de decors van het theater van Valenciennes, een bekroning van de stedenband tussen de gemeente van Noord-Frankrijk met Riomaggiore en Agrigente. ManarolaAan het einde van de Via dell’Amore daalt een trap af naar het station van Manarola. Om de hoofdstraat van het dorp te bereiken moet je door de tunnel. Deze straat deelt het dorp (opnieuw) in twee. Als je noordwaarts klimt, hoor je het geluid van de ondergrondse bergstroom (een arm de Riomaggiore). Nu zie je het oude wiel met schepraderen van de Andreanmolen waarvan reeds sprake was op kaarten uit de 6de eeuw. Tijdens de middeleeuwen telde deze regio veel noria’s en persen van steen. Grote molenstenen werden gebruikt om de olijfolie te persen voor de plaatselijke bevolking. De inwoners leefden bijna uitsluitend van de wijnbouw en importeerden de graangewassen die ze in de molens tot graan lieten malen. Manarola breidde uit vanaf de 12de eeuw toen de landbouwers van het hoger gelegen dorp (het huidige Vollastra) naar de kust afdaalden. De naam Manarola is naar verluidt afgeleid van een Romeinse tempel ter ere van de manes, de geesten van de doden… Kort bij het wiel met schepraderen kan je een nieuw, klein museum bezoeken waar je aan de hand van een videofragment en mooie foto’s alles verneemt over de productie van Sciacchetrà. Daarna kan je je weg voortzetten naar het plein met de San Lorenzokerk uit 1338. Let op het kenmerkende roosvenster met opengewerkte bloemversiering en vierkantige klokkentoren. In de kerk bevinden zich twee mooie 15de-eeuwse drieluiken: een van de heilige Lorenzo geflankeerd door de heilige Antonius en Bernardus en een werk dat de “Maagd met het Kind” voorstelt. Een van de meest uitzonderlijke plekjes van Manarola is een van de hoog gelegen huizen aan het charmante pleintje. In dit pand leeft Anselmo Crovara, een van de meest hartveroverende streekbewoners. Deze 70-jarige man verzameld al meer dan 40 jaar de voorwerpen die in deze regio worden gebruikt. De gewezen kleermaker, en eerste kok van het ziekenhuis van La Spezia, begon de voorwerpen van zijn voorouders te verzamelen en recupereerde tal van objecten in vuilnisbakken. Nu puilt zijn zolder uit! Elk voorwerp heeft een verhaal, en Anselmo verklapt je al z’n geheimen op een bijzonder “expressieve” manier. De charmante heer is immers doofstom, maar hij maakt zich probleemloos verstaanbaar. Enkele jaren geleden streken drie studenten architectuur van de universiteit van Firenze bij hem neer om een studie te maken over zijn collectie. Ze stelden een geïllustreerde en zeer volledige catalogus samen. Een raviolivorm, koffie- of theemolen, werkbank van een schoenmaker, een stukje kant en kalebas met een deksel in de vorm van een maïskolf: Anselmo weet er alles over! Voor dit moment van pure poëzie (in het Italiaans) moet je afspraak maken met zijn echtgenote Luisa (0187 920 301) of een fax sturen naar Anselmo Crovara (0187 920 507). Voor meer info: het bureau aan het park (bij het station). Voor je naar de zee afdaalt, moet je zeker de afgeronde heuvel boven het dorp bewonderen: de flanken van de helling zijn bedekt met in terrassen aangelegde percelen en goed onderhouden wingerds. In Manarola produceert men de meeste wijn van de Cinque Terre. Een naburige heuvel werd beroemd dankzij Mario Andreoli (77), een andere beroemde plaatselijke figuur. Deze gewezen spoorwegbeambte creëert sinds 1961 figuren op ware grote van recuperatiemateriaal (flessen, kaasdoosjes, ijzer…) en hij versiert zijn figuren aan de binnenkant met een wirwar van lampjes. Hij ontwierp een kerststal met verlichte personages dat tijdens de eindejaarsfeesten op de heuvel wordt geïnstalleerd. Een feeëriek schouwspel! Voor Pasen creëerde hij een gelijkaardige kruisweg. Inspiratie voor zijn kunstwerken was de dood van z’n vader die hem vroeg om een kruis te plaatsen op de top van de heuvel waar het familielandgoed lag. Mario plaatste 3 kruisen en voegde er geleidelijk allerlei figuren aan toe. Nu telt zijn kerstkribbe 250 beeldhouwwerken van mensen en dieren. De kunstenaar bezit ook wijngaarden en produceert Sciacchetrà voor zijn privé-gebruik, maar hij deelt z’n productie graag met vooraanstaande bezoekers die het drankje in zijn kleine cantina (wijnkelder) proeven. Let tijdens de afdaling naar de haven op de fontein van de “Engel en de Murene” en het iets hogerop gelegen pleintje met de albatros van Silvio Benedetto. Je merkt hier een smal straatje op met bootjes. Aan het uiteinde van dit steegje ligt een pleintje met een haspel om de vaartuigen te water te laten. Als je de Sentiero Azurro wil blijven volgen, moet je het schattige dorpje verlaten. Onderweg wandel je voorbij de ruïnes van de gewezen vestingwerken en een merkwaardig kerkhof. Deze wandeling duurt een uurtje en is iets moeilijker dan de vorige. CornigliaAls je bij het station van Corniglia arriveert, heb je twee keuzes: de 365 trappen beklimmen naar het dorpje of de pendelbus nemen (kwestie van jezelf een zware inspanning te besparen). Corniglia is het enige dorp dat op een rotsachtig voorgebergte ligt en niet aan de zee (zonder haven). Het is met 600 inwoners het kleinste dorp van de Cinque Terre en misschien zelfs het meest authentieke (met Manarola). De naam is waarschijnlijk afgeleid van de Romeinse kolonist Cornelius die er leefde en wijn produceerde. Een lange, smalle straat doorkruist het 11de-eeuwse gehuchtje en is afgezoomd met huizen van steen met een uitgesproken middeleeuws karakter. Wie de plaatselijke sfeer wil opsnuiven moet op de piazza een glas gaan drinken op een van de terrassen in de schaduw van de plataanbomen. Aan de esplanade staat de achtergevel van de Santa Catharinakerk. De trappen rechts leiden naar de ruïnes van het gewezen Genuese kasteel met een 16de-eeuwse toren die de gemeente tegen de invallen van piraten moest verdedigen. Na een wandeling door de grillige en doodlopende steegjes van de kasteelbuurt kan je door de hoofdstraat naar het uiteinde van het dorp stappen om er het mooie uitzicht op het platteland en de zee te bewonderen. Proef op de terugweg zeker van de beste ijsjes van de Cinque Terre bij de “ijsboer” aan je rechterkant. Klim bij het verlaten van het oude dorp naar de San Pietrokerk. Het gebedshuis lijkt als twee druppels water op de kerk van Manarola. Boven het kerkportaal maakt het opschrift (onder een standbeeldje van de heilige Petrus) melding van het jaar 1351. In werkelijkheid verwijzen teksten uit 1267 reeds naar dit gebouw dat wellicht grote veranderingen onderging in 1334. De kerk werd opgetrokken in een plaatselijk gesteente en heeft het mooiste roosvenster van de streek: dit kantwerk van marmer stelt een medaillon met een hert voor. Aan de overkant van het voorplein kan je je weg over de Sentiero Azzurro voort zetten. Je steekt eerst de baan over waar de auto’s worden geparkeerd. Aan de overkant liggen de in terrassen aangelegde wijn- en olijfgaarden. Hier begint het mooiste stuk van de wandeling. Je vergeet haast dat het pad klimt en zeer rotsachtig wordt. Al snel verschijnt de zee opnieuw in je gezichtsveld en als je achteruit kijkt, geniet je van een betoverend uitzicht op Manarola. Na een lange klimpartij, daal je af naar Vernazza met de schitterende oude wachttorens en kerk aan het water. Deze etappe duurt ongeveer anderhalf uur omdat de omgeving zo fotogeniek is dat je het niet kan laten om kiekjes te maken! Enige minpunt van dit parcours zijn de verlaten barakken, het is alsof ze gedeeltelijk in de as werden gelegd. Het Parco Nazionale delle Cinque Terre zal er wellicht alles aan doen om deze smet op het blazoen te doen verdwijnen. VernazzaIn 2004 en 2005 werd de kleine gemeente door de burgemeesters uitgeroepen tot mooiste dorp van Italië. De Sentiero Azzurro leidt er naar het kasteel (11de eeuw) op de top van een rotsachtige kaap. In het midden van het grote platform staat een ronde toren: dit was de plaats waar de zee in de gaten werd gehouden om nakende invallen van de Saracenen te verhinderen. Neem de wenteltrap en bewonder boven het uitzicht over de huizen en de haven van Vernazza. Het fort verlaat je langs smalle, steegjes met trappen die afdalen naar het havenplein met mooie huizen en veelkleurige bootjes. Dit is de enige rede van de Cinque Terre beschut door een rotsachtige kaap en de enige plaats waar veilig kon worden aangelegd. De Santa Margherita di Antiochiakerk met achthoekige klokkentoren is opgetrokken op stenen funderingen in de zee uit 1318. Het gebouw bezit architecturale elementen uit verschillende periodes en de basiliekstructuur werd vergroot in de 16de en 17de eeuw. De drie beuken zijn van elkaar gescheiden door stevige zuilen van zwarte steen (afkomstig van de Punta Mesco, in het uiterste westen van de beschermde zeezone). Op het havenplein kan je een deugddoende pauze inlassen op een van de terrassen met kleurrijke parasols. Let op de authentieke en karaktervolle bar van de trattoria van Gianni Franzi. Dit etablissement is een befaamd restaurant en instituut in Vernazza. De arcades in het etablissement zijn van dezelfde zwarte steen als de zuilen van de kerk. De aangename hoofdstraat leidt naar het station en is een bijzonder aangename plaats afgezoomd met oleanders en mooie gevels in warme tinten. Om terug te keren naar de Sentiero Azzurro moet je naar de haven, achter de kerk. De laatste etappe is de langste (minstens twee uur wandelen) en zwaarste: het rotsachtige pad klimt tussen wijngaarden en olijfbomen. Kijk even achterom: hier is Vernazza nog mooier! Van op het hoogste punt (Costa Linaro, 175 m) zie je het rif van de Frate. Daarna wandel je over een stenen brug over een bergstroom over en begint de afdaling (door het mediterrane kreupelhout) naar Monterosso. Net voor je in het dorp arriveert, wandel je voorbij hotel Porto Rocca, het enige viersterrenhotel van de streek dat een schitterende ligging geniet op de klif van de Capo Corone. MonterossoDe Sentiero Azzurro eindigt aan de piazza Garibaldi in het historische centrum van Monterosso. Een heer met rode haren uit het noorden die in het kasteel op de heuvel leefde was wellicht de inspiratiebron voor de dorpsnaam: de inwoners noemden de heuvel de “u monte du russu”… In tegenstelling tot de vorige dorpen staat Monterosso niet op een rots en bezit het als enige een strand (twee zelfs, met het strookje grijs zand aan de spoorweg in de oude buurt). Het brede strand ligt aan de andere kant van de Monte dei Cappuccini. Deze moderne zone lijkt in de zomer op alle hedendaagse Italiaanse badsteden. Er zijn geen historische bezienswaardigheden, behalve het landgoed (eind 19de eeuw) van dichter Eugenio Montale, Nobelprijs voor de literatuur in 1975. Monterosso is meer op het toerisme gericht en minder charmant als de andere “terres” (behalve het historische centrum), maar het is er aangenaam wandelen aan de zee. In de doolhof van de steegjes en pleintjes van het historische centrum zijn de gelijkvloerse verdiepingen van de huizen en gewezen paleizen nu mooie boetiekjes en restaurants. De Palazzo del Podestà herbergt nu een trattoria. Het gebouw heeft een loggia die kenmerkend is voor het Ligurië van eind 13de eeuw. Vlak bij liggen twee andere opmerkelijke gebouwen: de San Giovanni Battistakerk werd in 1244 opgetrokken, maar werd wellicht grondig getransformeerd in de 14de eeuw. De voorgevel is opgetrokken in de gotiekstijl die zo typisch is voor Genua met afwisselend wit marmer en zwarte steen en een prachtig roosvenster dat qua raffinement niet moet onderdoen voor dat van Corniglia. Aan de achterkant van het gebouw staat een vierkantige klokkentoren die op een wachttoren lijkt: dit is niet verwonderlijk daar dit de oorspronkelijke functie van de constructie was (de toren werd in de 15de eeuw verhoogd). Aan hetzelfde plein staat het Oratorio Mortis et Orationis, een gebouw uit de 16de eeuw dat in 1922 een nieuwe gevel kreeg. Het interieur in renaissancestijl is minder sober dan dat van de San Giovanni Battistakerk. Naast het strand is een kleine haven waar vissers- en plezierbootjes dobberen, maar ook de vaartuigen die tussen de dorpen pendelen. Monterosso geniet naam en faam voor de ansjovis die worden gevangen met de “lamparo” en die in conserven worden bewaard. Andere plaatselijke lekkernijen zijn de citroenen die worden gebruikt voor de “Limoncinolikeur”. Op het uiterste punt van de kaap, tussen twee stranden, staat de imposante Torre Aurora (16de eeuw) dat de kust moest beschermen tegen de invallen van de Saracenen. Iets hoger ontdek je het kapucijnenklooster (17de eeuw). De bijbehorende San Francescokerk herbergt een mooie verzameling schilderijen zoals een kruisiging van een onbekende kunstenaar, volgens sommigen behoort dit doek tot de school van Van Dijck. Op deze plaats geniet je van een van de meest spectaculaire uitzichten op de Cinque Terre. De hoger gelegen paden en heiligdommenDe Sentiero Azzurro (nr. 2) slingert langs de kust en overbrugt enkele kleine niveauverschillen. Er bestaan andere paden die door de terrassen met velden en door kreupelhout overwoekerde, verlaten percelen leiden. Vanuit elk dorp vertrekt minstens een pad dat landinwaarts naar het noorden klimt. Deze wandelwegen leiden naar oude heiligdommen waar de bezoekers van indrukwekkende uitzichten op het landschap en de zee genieten. Een aantal van deze gebouwen dient nu als hotel en restaurant zoals de Madonna di Sovione (boven Monterosso) en de Madonna di Montenero, een gebouw dat boven Riomaggiore uit torent. Het nationaal park vernieuwde verschillende boerderijen (sommige panden waren 300 jaar oud) om de wandelaars in deze hoger gelegen gebieden een onderdak te bieden. Een wandeling door de terrassen is een goede manier om de plaatselijke wijnbouw te observeren. In de Cinque Terre groeien de wingerds zeer dicht tegen de grond en worden vastgebonden aan geraamtes van hout en bamboe. Deze techniek werd in de 19de eeuw geïntroduceerd om de druiven te beschermen voor de wind en hun rijpingsproces te bevorderen. Pad nr. 1 volgt de heuveltoppen waarvan sommige hoger dan 800 m zijn. Dit is een GR-pad dat van Porto Venere naar Levanto leidt en geschikt is voor ervaren wandelaars (volledige duur: ongeveer 12 uur). Je kan natuurlijk altijd het hoofdpad verlaten en omzwervingen maken over padjes die naar de dorpen afdalen. De Cinque Terre per fiets en te paardHet Parco Nazionale delle Cinque Terre heeft ook gedacht aan wie de streek op een andere manier wil ontdekken. Er werden speciale parcours voor mountainbikes uitgestippeld van verschillende afstanden en moeilijkheidsniveaus. De meeste circuits vertrekken aan het heiligdom van Madonna di Montenero (boven Riomaggiore), leiden naar de heuveltoppen en keren vervolgens met de centraal gelegen paden terug naar het vertrekpunt. Een andere originele manier om de Cinque Terre te verkennen, is het paard. Ruiters vertrekken aan de manege van Case Pianca, iets hoger gelegen dan Corniglia. Je kan kiezen tussen vier routes (duur: van 2 uur tot 2 dagen) door landschappen met pijnbomen en eiken en spectaculaire uitzichten op de kust. Voor de langste rondreizen is een goede fysieke conditie vereist en deze uitstappen zijn enkel geschikt voor ervaren ruiters. Minder sportieve zielen kunnen paard en kar met bestuurder huren voor een ontspannen rit van 1 tot 3 uur door het met kreupelhout bezaaide landschap en het bos. Tijdens de langste rit kan je bijvoorbeeld aan het heiligdom van Montenero luchen. Deze excursies vertrekken ook aan de Casa Pianca. Uitstap naar de Golfo dei PoetiEr varen boten van de Cinque Terre naar La Spezia waar je een aangename dagtrip kan maken naar de Golfo dei Poeti, de “Golf van de Dichters”. De mooie baai kreeg deze tot de verbeelding sprekende naam omdat er veel Britse auteurs leefden zoals Byron, Percy en Mary Shelley, Virginia Woolf en D.H. Lawrence. Op de westelijke punt van het golf staat het fort van Porto Venere, voor de San Pietrokerk, trots op een kaap. Hier vaart de boot de baai binnen waar je eilandjes ontdekt, maar vooral oog hebt voor de hoge, smalle en kleurrijke huisjes. Het schilderachtige haventje prijkt sinds 1997 op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco. De San Lorenzokapittelkerk werd opgetrokken door de meesterlijke bouwers Antelami die afkomstig waren uit de streek van de Lago Maggiore. Het kasteel en de kerk van San Pietro zijn gebouwd in de Genuese gotiekstijl. Het dorpje is bijzonder charmant en is een bezoek van een tweetal uur meer dan waard. Daarna brengt de boot je naar Lerici, aan de andere kant van de baai. Dit mooie en rustige dorpje wordt beschermd door een 13de-eeuws kasteel. Een lang zandstrand, de “Venere Azzurra” vormt de natuurlijke grens met San Terenzo, een rivaliserend dorpje uit de 15de eeuw. Lerici behoorde tot de republiek Pisa en San Terenzo tot de republiek Genua. Nu kan je hier een aangename wandeling maken voorbij het witte huis van Mary Shelley die stierf toen haar schip in de buurt zonk. Op de gevel van de woning lees je het volgende poëtische opschrift: “Een eenzaam huis aan de zee te midden van het sublieme landschap van de baai van Lerici”… De enige stad van de Golfo dei Poeti is de moderne en geïndustrialiseerde havenstad La Spezia. Het stadscentrum is charmant en je kan er enkele mooie musea bezoeken. Een gewezen klooster herbergt nu het Museo Amedeo Lia dat in 1996 geopend werd dankzij een gift van een privé-verzamelaar. Je kan er verrassend uitgebreide collecties van liturgische voorwerpen, schilderijen van de 14de tot de 18de eeuw, maar ook beeldhouwwerk, keramiek en bronzen beelden uit de Oudheid bewonderen. Een romantische excursie die mooi aansluit bij de wandelingen door het hart van de Cinque Terre. Cinque Terre praktischHoe ernaartoe? Je vliegt best naar de vlak bij gelegen luchthaven van Pisa: Ryanair biedt dagelijkse vluchten vanuit Charleroi aan. Van de luchthaven kan je de trein nemen naar La Spezia van waar je voort kan sporen naar de Cinque Terre. SN Brussels en Alitalia bieden dagelijkse vluchten aan (vanuit Brussel) naar Genua. Aan de luchthaven neem je de bus nr. 100 (Volabus) tot het treinstation van Genova Principe waar je de trein naar de Cinque Terre neemt. Overnachten Het Parco Nazionale delle Cinque Terre stimuleert de opening van gastenkamers en de verhuur van appartementen. Info bij de toerismebureaus in de stations van de Cinque Terre en bij de plaatselijke vastgoedmakelaars. Reserveren kan door naar de webstek van het natuurpark (zie hieronder) te surfen. Richtprijs: vanaf €35/kamer/nacht. Huur van een appartement: vanaf €60/dag. De prijzen kunnen variëren afhankelijk van het tijdstip. Er bestaan enkele hotels die vaak duurder en niet noodzakelijk beter zijn dan gastenkamers. Vervoer De Cinque Terre zijn verboden terrein voor wagens. Bij elk dorp hoort een parking (betalend) met een beperkt aantal plaatsen. Kortom, de auto is niet het beste vervoermiddel om de Cinque Terre te ontdekken (zeker niet als je enkel deze regio bezoekt). Je wandelt hier veel, maar je kan ook de pendeldienst (boot en trein) nemen om van het ene dorp naar het andere te reizen. Kleine groene bussen rijden naar de hoger gelegen delen van de dorpen en naar de in de heuvels gelegen gehuchten. Naburige steden zoals La Spezia zijn bereikbaar per trein, bus en boot. De toegangskaarten tot de paden, treinen en boten : Verkrijgbaar in de stations van de 5 dorpen. · De dagkaart voor de Via dell’Amore en de Sentiero Azzurro kost €3 (€1,50 voor kinderen van 4 tot 12 jaar). · De “combi-kaart” voor de Cinque Terre kan je gebruiken voor de paden, interne pendeldiensten (groene bussen), de treinen (binnen de Cinque Terre) en het traject Levanto-La Spezia. Prijs: 1 dag; €5,40, 3 dagen; €13 en 7 dagen; €20,60 (halve prijs voor kinderen). · De Cinque Terre-kaart + boot: zelfde mogelijkheden als de vorige kaart plus een onbeperkt gebruik van de boten om in de Cinque Terre rond te reizen. Prijs: 1 dag; €13,60 (kinderen: €6,80). Bij woelige zee varen de boten niet uit. · Traject tussen de Cinque Terre, Porto Venere en Lerici: €17 (gewone dagen), €18 (op feestdagen en in augustus) en €10 (kinderen). Nuttige adressen In Brussel: Ligurische kamer van koophandel Luxemburgstraat 15 1000 Brussel Tel.: 02-289 13 91 Fax: 02-289 13 90 In de Cinque Terre: Het Parco Nazionale delle Cinque Terre centraliseert alle diensten voor de toeristen (ook voor reservaties van verblijfplaatsen). Parco Nazionale delle Cinque Terre Via Telemaco Signorini 118 19017 Riomaggiore (SP) Italië Website: www.parconazionale5terre.it E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Meer artikels : |
Laatst aangepast op maandag, 05 april 2010 15:02 |