Afdrukken
Tweet

HONGARIJE

Citytrip naar Boedapest

De eerste Magyaarse koningen vestigden zich hier, in Boeda. Ze richtten er hun kastelen op en maakten van de stad de hoofdstad van Hongarije. Dat zou ze blijven tot Boeda en Pest verenigd werden in 1872. De vele heuvels maakten van de stad een veiliger plek dan de overkant van de Danube, waar het landschap vlak was. Vandaag heeft de kasteelwijk zijn middeleeuwse karakter weten te behouden. Door de eeuwen heen werd een groot deel van de charmante huisjes uit die periode gerestaureerd. Het is heerlijk flaneren door de slingerende en klimmende steegjes; af en toe word je zelfs vergast op een prachtig panoramisch vergezicht …

Stadsdeel BUDA

De Kasteelheuvel

De geplaveide voetgangersstraatjes die boven de Danube uittorenen, maken de wijk ongetwijfeld tot de schilderachtigste van Boeda. De steegjes zijn er zo smal dat je je wagen op de parking (aan de ingang) moet achterlaten als je naar het hart van het oude centrum wilt. Ga te voet of, origineler, neem plaats in een van de mooie cabines van de houten kabellift die je van de Kettingbrug en het Adam Clarkplein helemaal naar de top brengt…

Orgelpunt van de wijk is het Koninklijk Paleis - je kunt er niet naast kijken als je aan de voet van de heuvel staat. Bela IV was de eerste koning die een kasteel op deze plek liet bouwen. Dat was in de 13de eeuw, toen Boeda de hoofdstad van het land was. Van het bouwwerk blijft niks meer over: enkel de funderingen van de gebouwen die hier later werden neergezet en door de Turken werden geplunderd of door een brand zijn vernield, zijn er nog te zien. Het huidige kasteel dateert uit de jaren 1950 en is gebouwd in neobarokke stijl, een getrouwe kopie van het voorgaande kasteel uit de 18de eeuw. Vandaag huizen hier het Museum voor Hedendaagse Geschiedenis dat een beeld schetst van het dagelijkse leven van de Hongaren gedurende de voorbije honderd jaar, het Museum van de Geschiedenis van Boedapest, de Nationale Bibliotheek met zo’n 2 miljoen boeken en 350.000 manuscripten en de Nationale Galerij waar je een indrukwekkende verzameling kunst van de middeleeuwen tot de 19de eeuw kunt bewonderen.

Nog zo’n niet te missen bezienswaardigheid is het Vissersbastion, een naam die eraan herinnert dat hier vroeger een vismarkt werd gehouden. Maar het gebouw, dat niettemin alles wegheeft van een neoromaans kasteeltje, is recenter en dateert van 1905. Het bastion werd opgetrokken om een elegante afsluiting te vormen voor het Drievuldigheidsplein, waar de Mathiaskerk staat. Hoewel de meningen over het bastion zelf verdeeld zijn, is iedereen het erover eens dat je vanaf de toren een adembenemend uitzicht hebt op de rivier en Pest. • Mathias Corvinus (15de eeuw) was ongetwijfeld de meest geliefde Magyaarse vorst, vandaar dat zijn naam werd gegeven aan de mooiste kerk van Boeda (St-Mathias). Zijn twee huwelijken werden er ingezegend, tal van andere belangrijke gebeurtenissen vonden er plaats. Maar het gebouw dat vandaag zo bewonderd wordt, is in feite recenter. Nadat de Turken er tijdens de bezetting in de 16de eeuw een moskee van maakten, werd de kerk in de 17de eeuw in ere hersteld en in de 19de eeuw van boven tot onder gerestaureerd.

Wanneer je het plein via de Szentharomsagstraat verlaat voor een wandeling langs de gezellige en panoramische walmuren, kom je voorbij huisnummer 7, het theesalon Ruszwurm. De oudste banketbakkerij van de stad is ondergebracht in een geklasseerd en gerestaureerd huis uit de 17de eeuw. De bakkerij opende haar deuren in de 19de eeuw - bewijs daarvan zijn de oude schetsen, foto’s en meubelen uit die tijd. Charmant!


Door de straatjes …

Boeda werd talloze keren ingenomen. Bijgevolg werden sinds de middeleeuwen heel wat onderaardse gewelven (tussen 13 en 17 km) gegraven in de Kasteelheuvel. Er werd ook handig gebruikgemaakt van de natuurlijke grotten en holtes die hier reeds waren. Zo konden de inwoners van de stad schuilen wanneer ze weer eens werden aangevallen en zelfs wegvluchten door de vele galerijen onder de rivier... De huizen stonden allemaal los van elkaar en werden steeds wat meer naar achteren gebouwd. Zo kon men zich altijd verschuilen wanneer er werd geschoten. In de Uristraat zie je dit systeem heel goed. In de middeleeuwen was elke straat voorbehouden voor een bepaald volk. Zo vind je de Italiaanse straat, de Griekse straat, de Franse straat… Deze laatste heet vandaag Fortunastraat; de meeste huizen dateren er van na de Tweede Wereldoorlog. Je vindt er ook een interessant museum in een oud, 18de-eeuws hotel (nummer 4): het Museum voor Handel en Hotelindustrie, in heel wat opzichten boeiend. Eerst en vooral omdat het het eerste museum is dat gewijd is aan het hotelwezen. Daarnaast ook omdat je er, aan de hand van talrijke tentoongestelde voorwerpen, een duidelijk beeld krijgt van de luxe die Boedapest kende in de 19de eeuw. Nadat Boeda, Pest en Obuda in 1873 verenigd werden, werd de hoofdstad een van de modernste van Europa die heel wat rijke toeristen aantrok. Dat zorgde ervoor dat er een indrukwekkend aantal prestigieuze gebouwen opgetrokken werd, te beginnen bij hotel Gellert en restaurant Gundel, die nog steeds geopend zijn…

De Gellértberg

Aan de voet van de Gellértberg liggen de befaamde Gellértbaden, aan de Erzsébetbrug. In de, alweer, steile straatjes van deze wijk van Boeda liggen mooie maar onbetaalbare huurwoningen. Helemaal bovenaan, op 130 meter hoogte, ligt de Citadel. Het hoeft niet gezegd dat het uitzicht hier formidabel is… De Citadel werd na de Onafhankelijkheidsrevolutie van 1848-1849 gebouwd door de Oostenrijkers en is 220 meter lang en 50 meter breed. Het doel was de stad en haar bevolking beter te kunnen controleren. Het hoge Vrijheidsstandbeeld werd dan weer opgetrokken om de bevrijding van het land door de Sovjettroepen in 1947 te herdenken. Vandaag is dit het rijk van de nachtraven geworden. Je vindt er bijgevolg bijzonder ‘panoramische’ bars en een hippe discotheek…


De baden

Vreemd dat een hoofdstad zoveel kuurmogelijkheden kan bieden… Onder de grond van Boedapest stroomt het warme water dan ook rijkelijk - ongeveer 31 bronnen worden uitgebaat. Al generaties lang laten de inwoners zich de geneugten van het water welgevallen. De Romeinen en later de Turken bouwden er de eerste baden die ook onder de Habsburgers nog druk bezocht werden. Aan de rand van de bronnen werden voorzieningen voor gezondheidszorg gebouwd die voorbehouden waren voor militairen en burgers. In de 19de eeuw kwam bij dat genezende aspect ook het wellness-aspect. Tijdens die periode van grote luxe werden heel wat werken ondernomen. Men liet moderne installaties optrekken met mooie hotels, waar tal van beroemdheden zich lieten verwennen… We hebben het natuurlijk over de befaamde Gellértbaden, aan de oevers van de Danube (in de wijk Boeda). In het gebouw waan je je moeiteloos in de tijd van toen. Naar het schijnt kon je hier zelfs gebruikmaken van de eerste jacuzzi ter wereld, en dat al in de jaren 1920. In diezelfde periode werd trouwens het art-nouveauzwembad gebouwd. De kleedhokjes zijn ingedeeld over verschillende verdiepingen. Het grote glazen dak laat alles in een gedempt licht baden… De Szechenyibaden (in Pest) zijn zo mogelijk nog eleganter: ze behoren tot de mooiste en ruimste kuurinrichtingen van Europa. De architectuur is neobarok en dateert van 1913; de openluchtbaden worden van water voorzien door een bron van 73° C. De buitentemperatuur schrikt de vele bezoekers die hier dagelijks komen, dus niet af. Zelfs wanneer het sneeuwt, komen ze hier pootje baden of een potje schaken aan een van de oude tafeltjes die in het zwembad zijn opgesteld. Onvoorstelbaar!

Over de DANUBE…

Zonder de rivier, waarover 9 prachtige bruggen zijn gebouwd (de bekendste is zonder twijfel de Kettingbrug uit 1848), zou Boedapest niet zo majestueus en romantisch zijn. Het uitzicht vanaf de beide oevers is prachtig, vooral ’s avonds wanneer de dag overgaat in de nacht, verlicht door de vele mooie gebouwen van de stad, die bijna allemaal langs de Danube liggen. Wanneer je in het stadsgedeelte Pest bent, kun je het mooie kasteel van Boeda zien, boven de wijken die op de heuvelrug zijn gebouwd. In Boeda heb je dan weer een prachtig uitzicht op het parlement en, wat meer in de hoogte, op de hele wijk Pest. Om van het mooie uitzicht te genieten, gaan stadsbewoners graag langs de Danube dineren, in een van de vele hippe restaurants op de boten die hier aangemeerd liggen. Van april tot oktober kiezen veel toeristen er bovendien voor om de stad binnen te komen langs het water. Boedapest ligt op amper 5 uur varen van Wenen…

Margaretha-eiland

In het midden van de Danube ligt het Margaretha-eiland, een groen pareltje, 2,5 km lang en 500 m breed. De inwoners van Boedapest komen hier graag wandelen. Om ten volle te kunnen genieten van de thematuinen en de ontspanningsmogelijkheden (zwembad, restaurants, cafés, openluchtbioscoop, theater…) is autoverkeer er verboden. Je mag er enkel fietsen of met een koets rijden. Een treintje rijdt het eiland rond.


Stadsdeel PEST

Pest ligt op de rechteroever van de Danube en is het commerciële en administratieve hart van de Hongaarse hoofdstad. Door het vlakke gebied zijn kaarsrechte lanen getrokken, afgezoomd met elegante 18de- en 19de-eeuwse gebouwen. Dat was immers de periode waarin Pest een gouden tijd beleefde. Maar binnen de plaatselijke ‘ring’, de Kleine Boulevard, vind je langs de rivier ook middeleeuwse wijken, waar je door de vele steegjes kan dwalen en de bezienswaardigheden bewonderen. De belangrijkste daarvan liggen rond het Vörösmartyplein en de Vacistraat, een verkeersvrije winkelstraat. Je vindt er natuurlijk tal van winkels, cafés en restaurants (waaronder Gerbeaud) maar ook de magnifieke Centrale Markt…

Wat je zeker niet mag missen…

Aan het plein met dezelfde naam (Szent Istvan Tér) en op wandelafstand van het Vörösmartyplein ligt de grootste kerk van Boedapest, de Szent Istvánbasiliek. Er werd met de bouw begonnen in 1851, maar de kerk raakte pas in 1906 afgewerkt, na de dood van een van de architecten en een ingestorte koepel. Niettemin is die toch 96 meter hoog, even hoog als de koepel van het parlement. 96 wordt beschouwd als een magisch getal, de Hongaarse verovering vond namelijk plaats in 896… Het bouwwerk combineert drie architecturale stijlen en bevat 23 soorten marmer. Het is duidelijk dat de basiliek aan de Heilige István is gewijd; hier ligt ook een uitzonderlijk goed bewaarde relikwie, de rechterhand van de heilige.

Van de basiliek bereik je vrij snel het Vrijheidsplein (Szabadsag Tér), waar schitterende gebouwen liggen, onder andere van de hand van Odon Lechner, die je de Hongaarse Gaudí kunt noemen. Hij bouwde ook het Museum voor Decoratieve Kunst van Boedapest. De obelisk in het midden van de esplanade is het enige Russische monument dat nog in de stad staat. De andere, waaronder een enorme buste van Lenin en Marx, werden uit het Standbeeldenpark (absoluut een bezoek waard) in het zuiden van de stad gehaald na de val van het communisme.

Het Parlement is hét ‘monument’ van de stad, dat je zeker gezien moet hebben. De bouw van dit architecturale meesterwerk, een gebouw van 17.745 m2 aan de oever van de rivier, nam meer dan 20 jaar in beslag (1880-1902). Een van de karakteristieke eigenschappen is de eclectische stijl met een overheersende neogotische trek, die de mooiste Europese monumenten heeft beïnvloed, zoals het Londense Parliament, de dom van Milaan en de Notre Dame in Parijs. In het gebouw huist natuurlijk het parlement maar ook de andere belangrijkste Hongaarse politieke instellingen: de ambtswoning van de Hongaarse president, de woonvertrekken van de president en die van de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en het kantoor van de eerste minister. Daarnaast is er ook een bibliotheek ondergebracht met meer dan 400.000 boeken (rondleiding enkel met gids).

De inwoners zijn vooral trots op de Andrassyboulevard (Andrassy Ut). De 23 kilometer lange weg verbindt het stadscentrum met het Heldenplein. Met zijn mooie 19de-eeuwse gevels, luxueuze winkels, hippe bars en restaurants is dit de Champs-Elysées van Boedapest. Hier en daar liggen bezienswaardigheden (de Opera, het Museum van de Post, het Huis van de Terreur…): neem dus je tijd om de laan af te wandelen. De ‘kleine metro’ volgt de hele weg. De stations zijn trouwens al bezienswaardigheden op zich, met hun prachtige mozaïeken en houten loketten. Leuk om weten: deze metro was, na die van Londen, de grootste van Europa. • Stap even af bij het interessante Museum van de Post. Meteen een mooie gelegenheid om een van de schitterendste paleizen aan de Andrassylaan binnen te stappen, waar vroeger rijke families woonden (de gebouwen zijn nog steeds bewoond, maar vandaag onderverdeeld in flats).

Volgende halte: de Opera, die te boek staat als een van de vijf beste van Europa. De Hongaren zijn hartstochtelijke muziekliefhebbers. Een avondje uit naar de Opera wordt dus bijzonder op prijs gesteld, zelfs door de jongeren. Bovendien betaal je niet veel voor een fantastische voorstelling in een prachtige omgeving! Dit wonderlijke gebouw werd tussen 1875 en 1884 opgetrokken dankzij Frans Jozef, die akkoord ging een deel van de bouwwerken te financieren, op voorwaarde dat de opera wat kleiner bleef dan die van Wenen… De rest werd betaald door de gemeente Pest, die eiste dat de gebruikte materialen (op het marmer na) en de kunstenaars die voor de decoratie zouden zorgen, uit Hongarije kwamen. Resultaat: de Grote Zaal met vier rijen balkons is gewoonweg luxueus. Er is plaats voor 1261 toeschouwers die er kunnen genieten van een uitstekende akoestiek, zelfs wie helemaal achterin de engelenbak zit op de bovenste verdieping. De koninklijke loge is vandaag voorbehouden voor de president van de republiek, de eerste minister en hun gasten. Vroeger zaten hier Frans Jozef en zijn echtgenote Sissi (scènes uit de ‘Sissi’-films en ‘Evita’ werden trouwens hier gedraaid). Een ander eigenaardigheidje van de Opera: hier is heel wat kunst te zien, zoals het Rode Salon waar het keizerlijke koppel de Hongaarse adel ontving en het museum waar oude documenten en affiches, portretten en bustes van nationale componisten tentoongesteld worden…

De Andrassylaan geeft uit op het Heldenplein (Hosok tere). Niet bijzonder charmant, maar wel statig. Hier worden grote nationale manifestaties gehouden onder het goedkeurend oog van de imposante standbeelden van belangrijke historische figuren die in twee rijen zijn opgesteld en samen een halve cirkel vormen. In het midden van het plein staat het Millenniummonument dat de 1000ste verjaardag herdenkt van de aankomst van de Magyaren op Hongaars grondgebied. Om de sobere elegantie van het plein te vervolmaken, zijn in de neoklassieke gebouwen met Korinthische zuilen het Museum voor Schone Kunsten en het Paleis der Kunsten ondergebracht.

Rond het Heldenplein ligt een onmetelijk park, het Stadspark. Oorspronkelijk was dit terrein, dat in de 19de eeuw op een moerassig gebied werd aangelegd, een jachtgebied. Vandaag vind je er heel wat rustige hoekjes en er worden ook tal van activiteiten georganiseerd. In de zomer kun je kanoën op het meer, in de winter schaatsen. Bovendien ligt het park naast de befaamde Széchenyibaden, de mooiste en populairste van de stad. De art-nouveaugebouwen (1866) liggen er voor het rapen. Het Vajdahunyadkasteel herbergt het Museum voor Landbouw (1896), een heel bijzonder bouwwerk want het combineert alle architecturale stijlen van het land in die periode. De architect zorgde voor een barokke voorgevel, een gotische toren en een romaanse kapel. Elk element is een kopie van een ander nationaal bouwwerk…


Gastronomie en leuke adresjes

Boedapest wordt erg gesmaakt door lekkerbekken. De menu begint met een soep waar steevast wat zetmeel en vlees in zit, een herinnering aan de tijd toen het voorgerecht de enige maaltijd was. In de hippe restaurants, waarvan er steeds meer zijn, is soep opnieuw in en worden de andere gerechten op een vernieuwende manier gepresenteerd. Voor wie het nog niet wist… Hongarije heeft een lange traditie van wijnbouw. In het stadscentrum vind je dan ook tal van wijnbars waar je van de terroir kunt proeven. Dat is voornamelijk witte wijn, waarvan de bekendste de Tokai is. Breng zeker een bezoekje aan de honderd jaar oude wijnkelder, vrij ongewoon want pal in het centrum en niet op het platteland waar de wijn geproduceerd wordt (Elso Pesti Borhaz, Bajcsy-Zsilinszkystraat 18). De ‘instituten’:

• Gerbeaud: geopend in1858. Dit restaurant ligt in het centrum, aan het Vörösmartyplein. De zalen hebben hun charme van vroeger behouden. Houtwerk, marmer en brons, een rococo wijnkelder, kandelaars uit de tijd van Maria Theresia, art-decobar… Het huis zag heel wat belangrijke gasten de revue passeren, zoals Sissi en Franz Liszt, die hier zelfs regelmatig over de vloer kwamen. Het theesalon annex café op de benedenverdieping is ronduit schitterend. In het restaurant-café in de kelderverdieping kan je proeven van een uitstekende traditionele keuken tegen een meer dan betaalbare prijs.

• Budavari Fortuna Restaurant: in Boeda. Behoort tot de 10 beste restaurants van Boedapest. Brengt een heerlijke mengeling van traditionele en internationale keuken. Je dineert in de ‘koninklijke zaal’, opgesmukt met portretten van de vorsten. Op de achtergrond speelt een zigeunerorkest. Maar wat het hier vooral zo aantrekkelijk maakt, is de ‘ridderzaal’ en de champagnekelder in de kelderverdieping van een van de beroemde natuurlijke grotten van de Kasteelheuvel (Hess Andrasplein 4).

PRAKTISCHE INFO

Hoe kom je er?

De goedkoopste vluchten vind je bij de lowcostmaatschappij Wizzair, die vertrekt op de luchthaven van Charleroi. •Overnachten? Bij de dienst voor toerisme zijn gratis overnachtingsgidsen te verkrijgen. Op de website www.budapestinfo.hu vind je alle nuttige inlichtingen rond overnachten. Bij enkele reisorganisatoren kun je een hotel reserveren via een reisagentschap of via het internet.

Formaliteiten

Voor Belgen is een identiteitskaart voldoende bij een verblijf van minder dan 90 dagen.

Money, money…

De munteenheid is nog steeds de Forint (Ft). 1 Ft = ongeveer € 0,004. € 1 = 262 Ft.

Vervoer

Het openbaar vervoer in Boedapest bestaat uit meer dan 180 bus-, trolleybus- en tramlijnen en 3 metrolijnen die elkaar allemaal kruisen in het stadscentrum (Deakplein). Er vertrekken ook treinen naar de buitenwijken. Opgelet: er bestaan verschillende soorten tickets (enkele reis, met of zonder overstap, toeristenticket voor drie dagen…). Wil je de hele dag rondrijden, dan is de eenvoudigste en goedkoopste oplossing de ‘Boedapestkaart’ die te verkrijgen is in meer dan 250 verkooppunten (luchthaven, bepaalde hotels, metroloket, dienst voor toerisme…). Met de kaart kun je vrij op- en afstappen op alle openbare vervoermiddelen van de stad, kun je gratis binnen in 60 musea en monumenten en krijg je kortingen op bus- en bootbezoeken, sommige folkloristische spektakels, bepaalde baden, restaurants, winkels, minibus aan de luchthaven, huurauto’s en andere diensten. Prijs: 6500 Ft (ongeveer € 25) voor 48 uur en 8000 Ft (ongeveer € 31) voor 72 uur.

Voor meer info

Dienst voor Toerisme van Hongarije Louizalaan 365, 1050 Brussel Tel: 02 346 86 30 of 02 648 52 82 • Fax: 02 344 69 67 E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Website: www.visithongrie.be

Laatst aangepast op zondag, 04 april 2010 20:57