Afdrukken
Tweet

FRANKRIJK

Uitstapje naar Biarritz

Biarritz wordt vaak vergeleken met Le Touquet en Deauville, maar is zoveel meer dan de hip-ste badstad van Zuidwest-Frankrijk. Het is ook de thuishaven van surfers die in hun speciale outfits en blootsvoets met hun plank onder de arm langs de lanen van de stad kuieren. Het stadje ligt amper een paar kilometer van Bayonne en er groeide dan ook een stedelijk weefsel tussen beide, B.A.B. (Bayonne-Anglet-Biarritz) genaamd. Biarritz is trots op de architecturale bijzonderheden waardoor het contrasteert met de Baskische zustersteden en die haar tot een heus openluchtmuseum maken.

Korte geschiedenis

De geschiedenis van deze kleine vissershaven die uitgroeide tot een hippe, chique badstad vertoont veel gelijkenissen met die van Cannes en Nice in de loop van de 19de eeuw. Wellicht daardoor bezitten deze kuststeden allemaal een schitterend architecturaal erfgoed. Ze getuigen van een periode van overvloedige rijkdom, toen de voltallige Europese adel hier samenstroomde. Aan de Côte d’Azur verdrongen moderner ogende constructies de weelderige art-decovilla’s, terwijl die precies het handelsmerk van Biarritz zijn. Alleen het Institut de Thalassothérapie Louison Bobet (niet te verwarren met de Thermes Marins) koos voor een moderne structuur die vloekt met het algemene stadsbeeld en het naburige Hôtel du Palais. De Port Vieux is het enige overblijfsel van de walvisvaart, die nog tot de 17de eeuw werd voortgezet. Nu dobberen hier nog altijd enkele vissersbootjes. Toen de walvissen de Atlantische kust links lieten liggen, kwijnde het stadje weg. Alleen de inwoners van Bayonne kwamen er in die periode pootje baden. De charme van het stadje werd door de Spaanse adel ont-dekt. Toen Eugénie, de dochter van de Anda-lusische gravin Montijo, met Napoleon III huwde, liet ze de keizer kennismaken met de Baskische kust. Hij verbleef er voor het eerst in 1854 en liet er een jaar later een paleis bouwen. Deze keizerlijke voorkeur schonk Biarritz onmiddellijk de nodige naam en faam, en de stad onderging een ware gedaanteverwisseling. Paleizen, villa’s, luxehotels en casino’s schoten als paddestoelen uit de grond. Ze werden in alle mogelijke architecturale stijlen opgetrokken en etaleerden vooral rijkdom. Met de opkomst van de badstedenmode vanaf het midden van de 19de eeuw zakte ook de burgerij winter en zomer af naar Biarritz. De badstad ontpopte zich tot een kuuroord met een van de meest befaamde Europese thalasso-instituten. Twintig kilometer buizen voeren vanuit Briscous water aan dat elf keer meer zout bevat dan dat van de Atlantische Oceaan. Charlie Chaplin, Buster Keaton en andere sterren van de in die dagen prille filmwereld, beroemde modeontwerpers en artiesten droegen bij tot de roem van de stad die meermaals uitbreidde en zich een nieuwe look aanmat. Biarritz wist die heerlijke, ietwat ouderwetse charme gelukkig te bewaren. Die maakt de stad ook zo bijzonder, in samenspel met de rotsachtige en steile kustlijn, de mooie zandstranden, de golven voor surfers en het grillige reliëf. Ondanks de tand des tijds en de veranderende modes is Biarritz anno 2004 nog steeds een van de meest kosmopolitische vakantieoorden van Frankrijk. Sinds de Tweede Wereldoorlog loop je er wel meer surfers en golfspelers tegen het lijf dan aristocraten en Russische prinsessen zonder kroontje…


Bezoek

In Biarritz hangt een bijzondere sfeer: een eigenzinnige mengeling van jeugdigheid en een elegante, heerlijk ouderwetse geschiedenis. De stad dankt deze sfeer vooral aan de contrastrijke zeepromenade, die een nieuwe look kreeg. Van de vuurtoren tot aan het Musée de la Mer volgen kliffen, stranden en rotsachtige eilandjes, die soms met de kust verbonden zijn via kleine bruggen, elkaar op. Die bruggen zijn verlengstukken van de plaatselijke Promenade des Anglais die met het woeste reliëf meeslingert. Het gros van het architecturale erfgoed bevindt zich in deze kustzone en omvat paleizen en villa’s die meestal aan het einde van de 19de eeuw en in de roerige jaren 1920 werden opgetrokken, in een bonte mengeling van stijlen: neobaskisch, Engels-Normandisch, renaissance, middeleeuws, moors, Spaanse invloeden, art deco…

De mooiste voorbeelden staan aan de Boulevard de l’Impératrice, die langs de kust loopt tussen de vuurtoren en het Hôtel du Palais. De vuurtoren steekt 73 meter boven de zee uit en werd in 1834 afgewerkt. Het is een goed vertrekpunt voor een mooie wandeling langs het erfgoed van de stad. Je hebt er, naast een parkeerplaats en openbare toiletten, uitzicht op de kustlaan, met in het noorden de lange en weinig bebouwde stranden van Anglet. Voorbij de kliffen van de Pointe Saint-Martin vind je het Miramarstrand, dat destijds tot het keizerlijke domein behoorde. Nu wordt dit strand gedeeld door het Institut de Thalassothérapie en de in 1909 opgetrokken Villa Begona, waarvan de terrassen een schitterend uitzicht op de oceaan bieden. Nadat de villa tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd bezet (vele panden ondergingen hetzelfde lot), werd ze verkocht en werden er appartementen in ingericht. Aan elk prestigieus gebouw aan de Boulevard de l’Impératrice zijn tal van anekdotes, roddels of schandalen verbonden die hoorden bij de excentrieke levenswijze van beroemde couturiers (Chanel, Poiret, Patou, Hermès, Lanvin…). Deze ontwerpers voerden destijds een heus oorlogje om elkaar te overtroeven met allerhande excentriciteiten. Bovendien verdween een van de laatste eigenaars van de Villa Begona, een steenrijke Belgische investeerder die zijn post met een watervliegtuig liet overkomen, spoorloos in 1928…

De Villa Roche Ronde (15, Avenue de l’Impératrice) lijkt een neogotisch kasteel met torentjes. Hier zou Mata Hari begin vorige eeuw verbleven hebben, en later ook koningin Fabiola en andere illustere personages. Er werden in de jaren 1950 memorabele recepties gegeven. De woning stond jarenlang leeg en werd op de valreep van de sloophamer gered. Na geslaagde restauratiewerken werden ook in dit pand verscheidene appartementen ingericht. Bijna ertegenover (huisnummer 18) staat sinds 1902 de Villa Cyrano, met een opvallende voorgevel die deels neogotisch is. Dit huis werd steen per steen afgebroken en honderd meter verderop aan dezelfde laan weer opgebouwd. Huisnummer 8 is een orthodoxe kerk die in 1892 werd gebouwd dankzij de financiële tussenkomst van de talrijke Russische aristocraten die deze badstad tot de Oktoberrevolutie aandeden en er enorm veel geld uitgaven. Men liet dit gebedshuis jarenlang gedeeltelijk verloederen. Het kreeg amper 20 jaar geleden eerherstel, maar er komen lang niet meer zoveel gelovigen over de vloer als destijds. In een zijstraat vind je de Chapelle Impériale uit 1864, die destijds op de landerijen van Napoleon III stond. Deze constructie van een leerling van Viollet Le Duc is een mengelmoes van architecturale stijlen die zowel byzantijns, romaans als Spaans-moors ogen. Vooral de binnenkant van het gebouw is interessant, met vakzolderingen van beschilderd hout en azulejo’s van de Manufacture de Sèvres. Op de volgende hoek verrijst het gewezen Hôtel Carlton (1910) boven het vroegere keizerlijk paleis, waarvan het wellicht kleur (rood-oranje) en stijl heeft overgenomen. Ook dit is intussen verdeeld in appartementen, maar de grote inkomhal en het indrukwekkende trappenhuis getuigen van de vroegere glorie. Het Hôtel de Paris werd ondergebracht in de residentie waar Napoleon III en zijn echtgenote Eugénie gedurende veertien jaar van juli tot oktober verbleven. Vandaag blijft er van het oorspronkelijke gebouw niet veel meer over. Er werden grootse feesten en diners georganiseerd voor tot 360 genodigden. Na de val van het keizerrijk werd het domein verkocht, verbouwd tot hotel-casino en daarna nog verder verdeeld. Het Miramarstrand dat destijds aan vorsten was voorbehouden, werd openbaar en een brand teisterde het gebouw. De Villa Eugénie werd opnieuw opgetrokken (maar niet helemaal identiek), vergroot en het Hôtel de Paris opende in 1905 zijn deuren. Sindsdien is dit het beroemdste (en duurste) hotel van de stad. Zo werd de reeds lange lijst van illustere al dan niet gekroonde hoofden die er ooit verbleven nog langer…

Als je budget geen overnachting in dit hotel toelaat, kan je er tenminste van een etentje genieten in een zeer kitscherig belle époquekader. Verwacht je wel aan een dure rekening… Onder de esplanade met het zwembad van het Hôtel de Paris strekt zich de zogenaamde Grande Plage uit, ook wel Plage des Fous (‘Strand der Gekken’) genaamd. Dat is een verwijzing naar de periode dat de patiënten van het gekkenhuis hier kwamen zwemmen. Deze grote baai, waar surfers op hun planken dobberen in afwachting van de perfecte golf, grenst aan het art-decocasino dat in 1929 werd opgetrokken op de plaats van de vroegere Bains Napoléons. Deze moorse constructie was een bestelling van keizerin Eugénie. Het gebouw deed achter-eenvolgens dienst als kazerne, gevangenis en tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderkomen voor Amerikaanse troepen. Nadien werd het aan zijn lot overgelaten, maar toch van de sloophamer gered. Het werd een tiental jaar geleden gerestaureerd. Het resultaat mag er wezen en is indrukwekkend met de zuilengang aan de kustpromenade die naast het gewezen Casino Bellevue (1859) naar boven klimt. Dit casino sloot in 1994 de deuren en nu worden er seminars en congressen georganiseerd onder de naam Espace Bellevue. Hier heb je uitzicht op het Grande Plage en het meest ongerepte deel van de versnipperde kust van Biarritz, met talrijke eilandjes. Napoleon kocht enkele van deze eilandjes en liet er een wandelparcours en enkele bankjes aanleggen waar je schitterende uitzichten geniet. Als je verder klimt, bereik je een pleintje met de Sainte-Eugéniekerk, die in 1903 werd gebouwd naar aanleiding van de verplaatsing van het centrum naar de kustlijn. Door deze verhuizing moest de Saint-Martinkerk, die voortaan te ver lag, vervangen worden. De Sainte-Eugéniekerk werd opgetrokken boven de piepkleine Port des Pêcheurs die de Port-Vieux in de 18de eeuw verving. Meer dan 300 gezinnen leefden begin vorige eeuw nog van de zee. Door de opkomst van de stoomboot werden de traditionele pinassen overbodig, terwijl de rede snel te smal werd voor dit nieuwe type boten. In 1950 waren er nog slechts dertig vissersschepen. Zij hebben plaats-gemaakt voor plezierboten. In dit door verscheidene bassins afgeschermde oord zie je nog pittoreske hutten (crampottes) staan. Naar verluidt kwam Brel hier graag een glas drinken terwijl hij de zilte zeelucht opsnoof. Je hebt er een nog mooier uitzicht op het Atalayeplateau. Dit is tevens de plaats waar de zeelui destijds de komst van de walvissen in de gaten hielden. Op deze esplanade staan nu mooie villa’s, gastenkamers en een karaktervol hotelletje met een uitzonderlijke ligging.

Door de rotsen loopt een tunnel die je tot aan het Musée de la Mer brengt. Dit museum werd zeventig jaar geleden ondergebracht in een mooi art-decogebouw. Je vindt er ook het Centre d’études et de recherches sous-marines, dat al sinds 1901 bestaat. Op vier verdiepingen kan je tentoonstellingen bezoeken die de wereld van de zee illustreren: aquariums op de kelderverdieping, de wereld van visserij en duiksport op het gelijkvloers, walvissen en walvisachtigen op de eerste verdieping (de vangst van deze dieren was destijds een belang-rijk onderdeel van de plaatselijke economie) en het bassin van de zeehonden. Die spoelen aan de kusten aan en worden tweemaal daags gevoed op het dakterras. Het aquarium van de haaiachtigen op de eerste verdieping trekt wellicht het grootste aantal bezoekers. Het geheel is aangenaam ingericht en leerrijk, maar maakt waarschijnlijk weinig indruk op wie Nausicaa in Boulogne reeds bezocht. Tegenover het Musée de la Mer brengt een ijzeren loopbrug uit 1881 (een verwezenlijking van de Eiffelateliers) je naar de Rocher de la Vierge. Het daarop tronende standbeeld komt van de Frans-Spaanse tentoonstelling van Bayonne uit 1865. Het beeld keert de rug naar de stad waarvan het het symbool geworden is. Het is alsof het beeld de zeelui wil beschermen door ze te waarschuwen voor de vele gevaren die voor deze kust op de loer liggen, zoals het puin van de kliffen dat vaak onder de golven verscholen zit. De loopbrug is het enige over-blijf-sel van een project voor de bouw van de lange dijk waarvan Napoleon III droomde. De werkzaamheden liepen door stormen vertraging op en werden definitief gestaakt na de val van de keizer. Wat reeds gebouwd was, werd door de gevaarlijke golven verzwolgen. De ponton van de bouwplaats werd vervangen door deze metalen constructie, die sindsdien toegang geeft tot het drukst bezochte terras (tevens het meest gefotografeerde) van de stad. Je ziet er o.a. de kruisen die geplaatst werden na de schipbreuk van de Surprise in 1893 op een naburige rots. De Villa Belza (1880) is een andere plaatselijke ster: ze is als het ware één geworden met de rots. Ooit was het een Russisch cabaret (dat berucht was voor de grootse en extravagante feestjes die er werden georganiseerd) en Russisch restaurant. Het werd in de as gelegd door een brand. Wat ervan overbleef, werd jarenlang verwaarloosd (het zou er gespookt hebben…). Nu is het gebouw gelukkig gerestaureerd en beschermd. De torentjes en vestingtoren ervan zijn uitgegroeid tot heuse Biarritzklassiekers.

De Port-Vieux is het eindpunt van de zeeboulevard en was destijds het centrum van de walvisvangst, met de huisjes van de vissers. Dat werd omgevormd tot een natuurlijk zwembad en uitgerust met cabines die ondertussen werden vervangen door grote caféterrassen. Voorbij deze boulevard kom je aan een lang strand dat afgezoomd is met een afbrokkelend klif. Dit is de Côte des Basques, die zich richting Saint-Jean-de-Luz uitstrekt en waar de eerste plaatselijke Thermes Marins de deuren openden. De naam van deze plek is te danken aan een vreemd ritueel dat elke zondag na Hemelvaart plaats-had. Om het ongeluk te verdrijven kwamen talrijke inwoners van Biarritz en andere Basken op het strand dansen alvorens in het water te duiken. In de jaren 1930 werd het strand een hippe plek en verdween de traditie, maar de plaatsnaam bleef. Naar verluidt zou dit de bakermat zijn van de surfsport in Frankrijk. Het door de golven geërodeerde klif wordt vanbinnen aangevreten door waterlagen en is broos geworden. Hierdoor werd een aantal villa’s door de oceaan verzwolgen. Dat verklaart waarom de Côte des Basques weinig bebouwd is. Er staan alleen een paar Duitse bunkers die aan de Tweede Wereldoorlog herinneren. Deze woonwijk, waar je minder architecturale curiosa aantreft dan in het huidige centrum van de badstad, reikt tot aan de tweede bakermat van het oude Biarritz. Dit centrum lag destijds rond de Saint-Martinkerk, aan het einde van de Avenue Maréchal Foch. Alvorens deze bakermat te bereiken, lopen we voorbij de Gare du Midi. Dit gebouw ontsnapte aan de sloophamer dankzij zijn beschermde voorgevel. Die kwam van het Pavillon Schneider op de wereldtentoonstelling van 1889 en werd verbouwd tot Palais des Congrès. De in het midden van de 12de eeuw opgetrokken kerk is het oudste gebouw van Biarritz. De gotische look ervan is een gevolg van restauratiewerken uit 1541. Het kerkhof baadt in een nostalgische sfeer; bijna alle oude geslachten van Biarritz evenals een aantal buitenlandse edellieden zijn er begraven. In deze buurt kan je ook twee musea bezoeken zonder rechtstreeks verband met de stadsgeschiedenis. De collectie Asiatica omvat – zoals de naam al laat vermoeden – objecten uit het Verre Oosten en vooral uit China, Nepal, India en Tibet. De meeste verwijzen naar de boeddhistische of hindoeïstische spiritualiteit. Sommige van de tentoon-gestelde voorwerpen zijn uniek ter wereld.

Het Musée du Chocolat, bedacht door meester-chocoladefabrikant Henriet (wiens banketbakkerij een verrukkelijk uitstalraam heeft met ambachtelijke producten die even duur als lekker zijn). De verrassende en kitscherige chocolade beeldhouwwerken die er tentoon-gesteld staan, zijn het enige waar chocoladekenners als Belgen onder de indruk van zullen zijn… Chocolade dus is geen exclusief Belgische of Zwitserse specialiteit. De lekkernij werd in het Baskenland, met Bayonne op kop, geïntroduceerd door Spaanse joden die op de vlucht waren voor de inquisitie in hun land. Tijden en toeristische modes veranderen, maar Biarritz heeft nog al-tijd een elitaire uitstraling: golf is een van de plaatselijke specialiteiten. Er zijn meer dan tien golfterreinen in een straal van 30 kilometer. De golf van Biarritz-Le Phare geniet een uitzonderlijke ligging, vlak bij de oceaan en de stranden van Anglet…

Laatst aangepast op woensdag, 31 maart 2010 17:11