Afdrukken
Tweet

FRANKRIJK

Genieten van het leven in de vallei van de Loir

Niet ver van de Val de Loire, bekend om zijn toeristische kastelen, ligt de vallei van de Loir. Dichters als Ronsard en Du Bellay werden hier geboren en hebben de streek menig keer bezongen. Hoewel de vallei van de Loir bijzonder charmant is en heel wat trekpleisters telt, is ze lang niet toeristisch. De 215 kilometer lange Loir is een zijrivier van de Loire en de langste stroom van Frankrijk. De vallei strekt zich uit over drie departementen (Loir-et-Cher, Sarthe en Anjou) en is bezaaid met historische steden, schilderachtige dorpjes, wijngaarden, kerken met fresco’s, grotwoningen en heel wat kastelen. Die laatste, met prachtige tuinen overigens, moeten niet voor hun tegenhangers langs de Loire onderdoen. De kastelen werden gebouwd of verbouwd in de periode tussen de middeleeuwen en de 18de eeuw. Bovendien zijn sommige nog steeds bewoond, en stellen de eigenaars op mooie dagen hun deuren open voor het grote publiek. Zo kan je als bezoeker een levend patrimonium ontdekken vol familieherinneringen, wat een bezoek aan zo'n kasteel natuurlijk net dat tikje méér geeft. In sommige kastelen kun je zelfs in een gîte overnachten en iets eten. Een unieke gelegenheid om een nacht door te brengen in een monument, te proeven van de plaatselijke specialiteiten en je te laten verwennen. De Loir en omgeving is minder druk bezocht dan de Loire en dus eenvoudiger en rustiger. De oevers van de rivier waren een strijdtoneel van gevechten, maar ook de plek waar wasvrouwen, molenaars en leerlooiers kwamen. Vandaag kun je hier terecht als je wilt watersporten, zwemmen of wandelen in de omgeving…

In de vallei van de Loir heb je alles binnen handbereik. Je moet geen lange wandelingen maken om in een andere omgeving terecht te komen of van de ene bezienswaardigheid naar de andere te gaan. Drie dagen zijn voldoende om verschillende parken en kastelen te bezoeken, een paar lekkere restaurantjes te ontdekken en mooie wandelingen te maken. Onze reis begint met een tocht van zes uur van Brussel naar La Flèche. Deze stad, die trots is op haar nationale cadettenschool, is de tweede grootste stad in het departement Sarthe. Onze andere uitstapjes liggen allemaal in de omgeving, nooit meer dan een halfuur met de wagen. We bezoeken vooral de 11 gemeenten die samen het ‘Pays Fléchois’ vormen.


Wandeling in La Flèche

La Flèche ligt iets minder dan 40 kilometer van Le Mans en telt amper 17.000 inwoners. De Loir, die door La Flèche stroomt, is meteen de belangrijkste toeristische trekpleister van de stad. Tussen de 11de en de 19de eeuw was de waterloop ook een belangrijke commerciële troef hier. In de haven (Port Luneau) meerden ontelbare handelsschepen aan. Vandaag zie je hier enkel nog kano’s en vissersbootjes op het water. Ter nagedachtenis aan die welvarende periode zijn wel nog reconstructies van typische 17de-eeuwse schepen te zien: de futreaux, traditionele platte zeilboten die zo'n 10 meter lang zijn. In de 17de eeuw trokken talloze inwoners weg uit La Flèche, vol hoop en dromend van een beter leven. Ze volgden de Loir stroomopwaarts naar Nantes en stapten daar op een schip richting Nieuw-Frankrijk, wat later Québec zou worden. De reislustigen werden met zorg uitgekozen door de jezuïeten, die de overtocht van de oceaan organiseerden met het oog op het kerstenen van de ‘wilden’. Zij hadden voor de bouw van hun kerken natuurlijk sterke jongemannen nodig die de handen uit de mouwen konden steken. Maar de arme lieden hadden tijdens hun overtocht van twee maanden heel wat te ontberen: ziekten, muiterij, piraterij…

In de kapel van Notre-Dame des Vertus hangt een gedenkplaat ter herinnering aan de jezuïeten die aan de andere kant van de Atlantische Oceaan als martelaar stierven. Langs de Loir zie je, behalve een oude leerlooiersmolen die vandaag een bekend restaurant met plaatselijke specialiteiten is geworden (Le Moulin des quatre saisons), ook het stadhuis, een prachtige bezienswaardigheid omwille van de mix aan stijlen. Enerzijds zie je een 17de-eeuws gebouw (het Château des Carmes) dat indertijd een karmelietenklooster was. Daar net naast laat het gebouw, dat dateert van 1994, het voormalige klooster, waarrond het is gebouwd, tot zijn recht komen. Maar toen het werd gebouwd, zorgde het voor een heus schandaal. De inwoners vonden het te modern: volgens hen ging het niet samen met de oudere gedeelten. Achter het stadhuis kun je een mooie wandeling maken in het park (het Parc des Carmes). Ontdek de vele zeldzame bomen, zoals de Gingko Biloba die oorspronkelijk uit Azië stamt (daar wordt hij trouwens vereerd) en meer dan 4000 jaar oud kan worden. Het zou de enige boom zijn die de atoombom overleefde! Voorbij het park steek je de Boulevard de Montréal over naar de resten van wat eens het Château Neuf was, in de 17de eeuw eigendom van Guillaume Fouquet de la Varenne. Hij was een van de vertrouwelingen van koning Hendrik IV, die hem tot landsheer van La Flèche en later ook Angers benoemde. Het domein en de gebouwen zijn immens. Ze bleven desondanks vrij verlaten en zijn bijgevolg bouwvallig. Na de Franse Revolutie werd het kasteel ook nog eens geplunderd. Alles, tot de laatste balk, werd meegenomen. Je ziet er enkel nog het oude wachthuisje, dat omgedoopt werd tot ‘Paviljoen Fouquet de la Varenne’. Wandel verder naar de schilderachtige Rue Lyonnaise, het oudste straatje van de stad dat nog steeds geplaveid is zoals in de 15de eeuw. De straat dankt haar naam aan de tijd toen de leerlingen van het jezuïetenklooster volgens hun geboortestad in verschillende wijken werden ingedeeld. Als je rechtdoor wandelt, kom je uit op de Marché au Blé (de Korenmarkt), waar je de oude graanhallen kunt bewonderen. Op de eerste verdieping bevond zich in de 17de eeuw het eerste stadhuis. Dat is meteen de reden waarom de architectuur van de eerste verdieping verschilt van die van de benedenverdieping. Die is veel eenvoudiger terwijl de etage met het stadhuis veel uitbundiger is. Vandaag worden in de hallen tentoonstellingen van hedendaagse kunst gehouden, in het prachtige theatertje van de korenhal dat dateert uit de 19de eeuw. Deze Italiaanse zaal telt twee balkonrijen en schitterende schilderijen en trompe-l’oeils van de hand van de artiesten die ook de inrichting van de opera van Parijs verzorgden. De kleuren, blauw en groen, waren verrassend voor hun tijd (in de 19de eeuw werd voor toneelzalen vooral gekozen voor rood) én voor de plek. De traditie wil namelijk dat groen ongeluk brengt op het toneel! Aan het theater sla je links af, de Rue du Collège in. Je komt uit bij de parel van de stad: de nationale cadettenschool, ofte de Prytanée National Militaire.

De cadettenschool: geef acht !

Dit instituut is al sinds zijn oprichting door Hendrik IV in de 17de eeuw befaamd. Het koninklijke college kreeg van de monarch als missie ‘de jeugd op te leiden en de liefde voor wetenschap, eerbaarheid en deugd mee te geven’. Er werd lesgegeven door jezuïeten. De studenten kwamen uit alle hoeken van de wereld om hier opgeleid te worden: rond 1650 studeerden hier Amerikanen, Russen, Indiërs, Chinezen… In 1793, na bijna twee eeuwen trouwe dienst, sloot het college zijn deuren. Vanaf nu was hier de schoenmakerij van het leger van de republiek ondergebracht. Het gebouw werd in 1808 door Napoleon opnieuw als school ingericht. De cadettenschool werd van Saint-Cyr terug naar La Flèche gebracht. Na precies 200 jaar bereidt het college vandaag de kandidaten, die een carrière bij het leger willen, na hun eindexamen voor op de ingangsexamens aan de grote militaire scholen van Frankrijk. Anderzijds kunnen de kinderen van militairen hier middelbaar onderwijs volgen. In 2007 zaten 800 studenten op de banken van de cadettenschool. De opleiding wordt gefinancierd door de staat: 200 meisjes, 600 jongens, 500 leerlingen in het middelbaar onderwijs, 300 in de voorbereidende klassen. Ze verblijven allemaal in het internaat en volgen de lessen in militair uniform. Ze weten allemaal dat ze, als ze zich voor deze school willen inzetten, orde en discipline moeten hebben. Hier wil men goed opgeleide, verantwoordelijke, eerbiedige mensen vormen, gezonde geesten in gezonde lichamen. Daarom zijn de lessen er grondig en de examens moeilijk; de sportinfrastructuur die ter beschikking staat van de studenten is trouwens behoorlijk indrukwekkend. De gebouwen zijn al even schitterend als de faam van de school. Naast de klassieke 17de-eeuwse vleugels met drie binnentuinen zijn er de parken en tuinen die dateren uit de 18de eeuw en zich over 13 hectare uitstrekken, naar het voorbeeld van Fort Henry waar, volgens de overlevering, Hendrik IV verwekt zou zijn. In de bibliotheek zijn 30.000 werken verzameld, waaronder een wiegendruk uit de 15de eeuw, een bijbel uit de 17de eeuw en een Homerus en Vergilius uit de 16de eeuw. In de andere zalen liggen waardevolle werken die vier eeuwen opleidingen van de jongeren documenteren. Zo is er bijvoorbeeld een uitgebreide verzameling wetenschappelijke instrumenten uit de 19de eeuw. Zeker ook een kijkje waard is de barokke Saint-Louiskerk (17de eeuw), een geklasseerd historisch monument. Verschillende grote namen hebben aan dit prestigieuze etablissement gestudeerd: Descartes, Patrick Baudry (de eerste Franse astronaut), Claude Chappe (de uitvinder van de optische telegraaf) en zelfs de acteur Jean-Claude Brialy… Tijdens de zomer kun je de cadettenschool de hele week door, van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 18.00 uur, bezoeken, met of zonder afspraak. Aan de hand van de brochure (die ook in het Nederlands te krijgen is) ontdek je de delen van het gebouw die geopend zijn voor het publiek. Je kunt ook een rondleiding met gids (vrijwillige studenten) reserveren. Zo heb je toegang tot meer zalen. Meer info op het nummer +33 (0)2 43 48 59 06.

La Flèche vanuit de lucht

Een paar minuten rijden van het stadscentrum ligt de vliegclub Paul Métairie. Je kunt een luchtdoop boeken aan boord van een Jodel- of Robinvliegtuigje. Een opwindende ervaring van een kwartier met een uniek uitzicht over La Flèche. Vanuit de lucht zijn de zoo, de meren van La Monnerie, de elegante cadettenschool en de kronkelende Loir heel goed te zien. De piloten blijken trouwens uitstekende en vriendelijke toeristische gidsen te zijn! De prijzen nemen af naargelang het aantal passagiers: 1 persoon: € 30; 2 personen: € 23 per pers.; 3 personen (en meer als er meerdere vliegtuigen worden geboekt): € 18 per pers. Kinderen jonger dan 12 jaar: € 12. Voor een vlucht langer dan een kwartier betaal je € 5 per vliegtuig en per vijf bijkomende minuten. Info en reservatie: Aéro-Club Paul Métairie, Aérodrome de La Flèche, Route du Lude, La Flèche. Tel.: +33 (0)2 43 94 05 24.

Enkele mooie kastelen van de Loir op een rijtje

Het kasteel van Le Lude en zijn tuinen

Het luxueuze kasteel van Le Lude ligt aan de oevers van de Loir, zo’n twintig kilometer van La Flèche. Oorspronkelijk was het kasteel een middeleeuws fort maar het werd mettertijd, vooral in de renaissance, en met elke nieuwe bewoner omgebouwd. Vandaag draagt het gebouw nog steeds de sporen van de verschillende periodes: middeleeuwse torens en slotgrachten, een renaissancevoorgevel, een 17de-eeuwse marmeren binnenplaats, een neogotische voorgevel, een klassieke vleugel… Zowel buiten als binnen is dit kasteel schitterend en indrukwekkend. Het kasteel van Le Lude is een geklasseerd historisch gebouw en is een van de kastelen die traditioneel tijdens een bezoek aan de kastelen van de Loire wordt bezocht. Al meer dan twee eeuwen woont hier, op dit prachtige domein met zijn schitterende tuinen en terrassen die naar de rivier aflopen, de familie de Nicolaÿ. Bij het park hoort ook een prachtige rozentuin en een moestuin van twee hectare waar zeldzame groenten, bloemen en fruitbomen worden gekweekt. Het Franse Ministerie van Cultuur verleende het kasteel het label ‘Opmerkelijke Tuin’. Het kasteel bestaat uit een aantal woonvertrekken die samen een historisch museum over het domein en zijn bewoners vormen. In de mooie, oude bibliotheek zijn meer dan 3000 werken te vinden die regelmatig geraadpleegd worden door historici. In de feestzaal wordt de kledij van de voorouders tentoongesteld, die werd gevonden in de koffers op zolder. De familieportretten hangen naast elkaar; meubilair en uitzonderlijke voorwerpen, zoals de 18de-eeuwse ebbenhouten commode uit India, zijn uitgestald. Als je de prenten bekijkt, dan zul je zien dat ook koning Albert, koningin Paola, prins Laurent en prinses Claire hier al zijn langsgekomen. Ga zeker ook eens kijken naar de fantastische oude keukens, waar in de vorige eeuw zo’n dertig mensen werkten, en de ‘studiolo’, een pracht van een kamertje met bijbelse schilderingen van de School van Raphael. Deze fresco’s werden per toeval ontdekt toen de kleur, waarmee ze waren bedekt, werd afgeschraapt. De zaal is in ieder geval een uniek voorbeeld van een Italiaanse studiolo in een Frans kasteel. Ook vandaag nog bezitten de kasteelheren ongeveer een derde van de boerderijen en huizen van het dorp. De bewoners gaan nog steeds ieder jaar eens op het kasteel langs ter gelegenheid van de feestelijkheden die er worden georganiseerd. Eind mei-begin juni wordt jaarlijks het 'Week-end des Jardiniers' ('Weekend van de Tuiniers') gehouden. De Journées Musicales et Gourmandes (muziek- en eetdagen) vallen in 2008 op 13 en 14 juli, 15 en 17 augustus en 20 en 21 september. Een schitterende (en gratis!) manier om het monument te ontdekken op de tonen van de concerten die er in de verschillende salons worden gegeven. Je kunt ook deelnemen aan de workshops in de oude keukens en de moestuin. Aangezien het kasteel nog steeds gedeeltelijk wordt bewoond, is het slechts de helft van het jaar geopend. In 2008 kun je het tot 30 september bezoeken. In september gesloten op woensdag. Van 14.00 tot 18.00 uur wordt een rondleiding met gids georganiseerd. De tuinen zijn vrij toegankelijk van 10.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 18.00 uur. Volwassenen: € 7. Kinderen (7-15 jaar): € 3,50. Meer info: +33 (0)2 43 94 60 09 of www.lelude.com

Het kasteel van Bazouges

Het kasteel in het dorpje Bazouges-sur-le-Loir (6 km van La Flèche) is niet zo overweldigend als dat van Le Lude. Niettemin is het een juweeltje. Vooral de sfeer die er hangt, is speciaal, betoverend, alsof je op een oude zolder vol fascinerende voorwerpen terecht bent gekomen. Weg van nieuwsgierige blikken, achter een weelderige begroeiing, omgeven door nauwe slotgrachten die water krijgen van de Loir, ligt het kasteel. Hoewel er in de 15de en 16de eeuw veranderingen werden uitgevoerd aan het gebouw om er een gezellige herenwoning van te maken, bleef het originele karakter, dat van middeleeuwse burcht, behouden. In een van de ovalen torens met gaanderijen rond de ingang, waar vroeger een ophaalbrug was, staat een 15de-eeuws kapelletje met een gewelf dat typisch is voor Anjou. Na een klim naar de top van de verdedigingstoren zie je de sporen van kogelinslagen en de rondgang van de soldaten, met de muren met inscripties die tot de 18de eeuw teruggaan. Het kasteel wordt bewoond en kan dus niet permanent of helemaal bezocht worden. De benedenverdieping en de verschillende salons zijn wel geopend voor het publiek. Er staat kostbaar meubilair en familievoorwerpen (kinderboeken uit de 19de eeuw, oude inktpotten, een prachtig ganzenbordspel uit het begin van de 20ste eeuw…). In de vroegere wachtzaal, die tegenwoordig salon en eetkamer is, staat een monumentale middeleeuwse schouw. Ontdek er de biljartzaal en een tweede 19de-eeuwse eetkamer die beiden uitgeven op een schitterend Italiaans park en een lindehaag. Het kasteel kan van 15 juni tot 15 september bezocht worden. Prijzen: € 3 per volwassene, € 2 per kind. Wil je enkel het park bezoeken, dan betaal je ook € 2. Meer info op het nummer +33 (0)2 43 45 32 62.


Natuurwandeling in de moerassen van Cré

In La Flèche rijd je in westelijke richting naar Durtal. Neem de uitrit Cré-sur-Loir naar de moerassen van Cré. Dit moeras van 65 ha is het laatste echte alluviale moeras van de Sarthe. Het gebied wordt op dit moment hersteld en zal het label ‘Regionaal Natuurreservaat’ krijgen. Op een kleine oppervlakte als deze is een indrukwekkende verscheidenheid aan natuurlijke groeiplaatsen en woongebieden terug te vinden: weilanden gaan naadloos over in poelen, kanalen, vochtige bosaanplantingen en rietland. Moeras en rietland zijn in dit gebied zeldzaam geworden, net als de dieren die er leven. Een interessant bezoek dus. Je ziet er verschillende families reigers (blauwe reigers, purperreigers, kleine en grote zilverreigers), verschillende leden van de familie van de rietzangers, libellen, vlinders, watersalamanders, veldsprinkhanen en zelfs bevers. Dit moeras is trouwens de enige plek in het departement waar deze dieren nog voorkomen. De wandeling langs het pad duurt ongeveer een uur en voert je langs een deeltje van het gebied. Midden tussen de rietvelden leidt een houten platform naar een uitkijkpost in het moeras. Door een gleuf kun je de natuur in volle activiteit observeren. Wij volgden het boeiende parcours van Benjamin Même-Lafond en konden zo de biodiversiteit van het moeras ontdekken. Même-Lafond is technicus en stuwende kracht achter het CPIE (Permanent Initiatiefcentrum voor het Milieu), een vereniging die onder andere workshops en natuuruitstapjes voor het grote publiek organiseert. Er is een jaarkalender met activiteiten beschikbaar. Meer info: CPIE Vallées de la Sarthe et du Loir: +33 (0)2 43 45 83 38 of www.cpie72.ouvaton.org

Bezoek aan een artisanale steenbakkerij

Iets ten zuiden van Cré-sur-Loir en een kwartier van La Flèche ligt Les Rairies (850 inwoners) waar de traditie van het steenbakken nog steeds voortleeft. Het aantal gespecialiseerde bedrijfjes is natuurlijk veel kleiner dan in de 17de eeuw: toen waren er zo’n 70 steenbakkerijen actief. Vandaag zijn dat er maar drie meer, maar de kwaliteit die zorgde voor de faam van het gehucht, is er nog steeds. Hun specialiteit? Vloertegels in gebakken aarde, die zowat in alle huizen in de streek worden gebruikt. In Atelier Le Croc worden die nog steeds zoals vroeger gebakken. De heer en mevrouw Cailleau tonen je met plezier hun vakkennis. In de oude 18de-eeuwse steenbakkerij, die op de lijst van historische monumenten staat, staan oude machines uitgestald. Het jonge koppel kan erg boeiend vertellen… Ze nemen deel aan nationale projecten om het patrimonium, zoals kastelen en abdijen, te restaureren. De tegels die hier worden gemaakt, hebben unieke kleuren door de grondstoffen, die uit de omliggende bossen worden gehaald. Er bestaat geen opleiding voor dit beroep, alles moet in de praktijk geleerd worden. Nadat de tegels zijn gemaakt, moeten ze een of twee maanden drogen voor ze gebakken kunnen worden. De plaats in de oven (en bijgevolg de iets hogere of lagere temperatuur) zal de kleur bepalen, donkerder of lichter… In dit atelier kunnen tot 36.000 tegels per dag gemaakt worden. Dat is de hoeveelheid die in de grote oven van 600 m2 past. Geen gemakkelijke job trouwens: de mannen die we zagen en die ervoor moeten zorgen dat het vuur niet uitgaat, lossen elkaar ’s nachts af om elke 4 tot 5 minuten wat hout bij te gooien, en dat in een bijna ondraaglijke hitte. Het bedrijf heeft al verschillende prijzen gewonnen en steeds meer particulieren, die kiezen voor ecologisch bouwen, komen hier langs om hun boerderij of huis te restaureren op traditionele manier. Meer informatie over dit bezoek krijg je bij Terres Cuites Les Rairies, Atelier Le Croc: +33 (0)2 41 76 19 20 of www.cailleau.fr Wil je ook andere ondernemingen in de streek bezoeken, surf dan naar de website van de vereniging ‘Visitez nos entreprises en Pays de la Loire’ (www.visiteznosentreprises.com). Een artisanale pottenbakkerij, een koekjesfabriek… zijn maar enkele van de zestig ondernemingen die in de buurt van La Flèche hun deuren openstellen.


PRAKTISCH

Hotels en restaurants in het kasteel…

In de vallei van de Loir zijn er verschillende overnachtingsmogelijkheden en eetgelegenheden in de historische kastelen. Dat is zo in het kasteel van Chambiers (18de eeuw) in Durtal en op het domein van Bel Air (19de eeuw) in Cérans-Foulletourte. Meer info vind je op rubriek "Leuke adresjes in het buitenland".

Charmeadresjes en lekker eten

- Les Essarts in Arthezé: waar je je dagen aangenaam kunt doorbrengen met enkele wellness-sessies.

- De Auberge du Port des Roches, in Luché Pringé. Meer info: zie "Leuke adresjes in het buitenland". Een van de befaamdste restaurants van La Flèche, La Fesse d’Ange, ligt op de Place du 8 Mai 1945, tegenover het Théâtre de la Halle au Blé. De keuken van Sébastien Gasnier is zowel inventief, gastronomisch als verfijnd. Qua inrichting zorgen de kleuren van de Belgische vlag voor een intimistische sfeer: zwarte muren, geel-rode tafellakens… Leuk. Je kunt er al eten voor € 30 (voorgerecht, vis of vlees, kaas, dessert). Natuurlijk kun je er ook een ‘gewone’ Marmite Sarthoise proeven, de plaatselijke specialiteit met stukjes kip uit Loué (het dorpje waarvan de kip afkomstig is) in een roomsaus, met spek en Jasnières (een lokale witte wijn) en dunne plakjes wortel, kool en groene groenten. Smakelijk! Info en reservatie: La Fesse d’Ange, 6 rue de la Dauversière, place du 8 mai 1945, 72200 La Flèche. Tel.: +33 (0)2 43 94 73 60. Website: www.fesse-dange.com

Praktische info

Voor alle inlichtingen over de vallei van de Loir, weekendjes en themaverblijven: Vallée du Loir, Rue Anatole Carré – 72500 Vaas Tel.: +33 (0)2 43 38 16 60. Website: www.vallee-du-loir.com

Voor meer informatie over La Flèche en omgeving: Dienst voor toerisme Pays Fléchois, Boulevard de Montréal – 72200 La Flèche Tel.: +33 (0)2 43 94 02 53. Website: www.tourisme-paysflechois.fr

Laatst aangepast op zondag, 04 april 2010 21:54