Afdrukken
Tweet

FRANKRIJK

Artistiek parcours in de Languedoc-Roussillon

Geprangd tussen de zee en de bergen koestert de Languedoc-Roussillon zich in de mediterrane zon. Dit is een favoriete vakantiebestemming, maar ook een streek waar heel wat beroemde schilders het levenslicht zagen. Onder anderen Frédéric Bazille en Sébastien Bourdon drukten hun stempel op hun geboortestad Montpellier, dat vandaag nog altijd een charmant en dynamisch oord is. Andere artiesten kwamen van elders naar hier afgezakt, en lieten zich inpakken door de levenskwaliteit en het bijzondere licht. Begin vorige eeuw ontdekten Manolo, Matisse en Derain de schilderachtige Catalaanse dorpjes: in hun zog vestigden zich hier ook andere kunstenaars, voor even, of voor het leven. Vandaag leeft dat bruisende culturele verleden nog altijd verder, al was het maar door de heropening van het prachtige Musée Fabre. Een ideale voedingsbodem dus voor een artistiek parcours door de Franse departementen Hérault en Pyrénées Orientales.

MONTPELLIER: schilders in het Musée Fabre

Montpellier, de regionale hoofdstad van de Languedoc-Roussillon, is de achtste grootste Franse stad qua inwonersaantal. Hoewel ze eeuwenoud is, doet de stad erg jong aan: ze bruist van de energie, vooral dankzij de universiteiten (waarvan de faculteit geneeskunde overigens de oudste van het land is). De steegjes in het historische centrum, die nog altijd volgens het middeleeuwse stadsplan lopen, vormen samen één van de meest uitgestrekte voetgangerszones van Europa. Door de ontelbare winkeltjes, terrasjes en straatanimatie is dit een erg levendige en charmante wijk: een ideaal vertrekpunt dus voor een artistiek parcours. Daarenboven beleefde Montpellier, beschouwd als één van de cultureel meest actieve gebieden van Frankrijk, zopas een gloriemoment: de heropening van het prestigieuze Musée Fabre. 

Naast talloze evenementen vindt hier in september de wereldbeker rugby plaats, een gebeurtenis die altijd veel aandacht krijgt in de pers. In de herfst gaat daarenboven een gigantisch aquarium open. Maar hét ijkpunt op de jaarkalender was ongetwijfeld de heropening van het Musée Fabre in februari, dat buiten Parijs een van de belangrijkste kunstcollecties van het land in zijn bezit heeft. Na vijf jaar renovatiewerken is het museum uitgebreid met een nieuwe tentoonstellingsruimte, waardoor het nu dubbel zo groot is als vroeger. Niet minder dan 800 kunstwerken kunnen er gelijktijdig tentoongesteld worden: 300 meer dan voorheen. Toen het museum in de 19de eeuw werd opgericht, vond het onderdak in een oud Jezuïetencollege en in het Hôtel de Massilian. Dat gedeelte van het museum werd tijdens de werken volledig gemoderniseerd, maar met respect voor het historische uitzicht van de gevel. De oude gebouwen werden uitgebreid met een volstrekt nieuw en hypermodern paviljoen, dat helemaal gewijd is aan de 20ste-eeuwse schilderwerken van o.a. Simon Hantaï, Pierre Soulages en de groep Support-Surface. In de andere ruimtes kwamen de oudere collecties terecht, die voornamelijk bestaan uit schenkingen van Antoine Valedau, Alfred Bruyas en François-Xavier Fabre (1766-1837), de stichter van het museum. Het is aan die schilder-verzamelaar uit Montpellier te danken dat het museum nu over gerenommeerde namen beschikt als Rafaël, Veronese, Rubens, Bourdon en Poussin, die hier allemaal zijn tentoongesteld. Ook zeer de moeite waard zijn de 19de-eeuwse doeken van de hand van Delacroix, Géricault, Corot, Courbet en vele anderen. Met de recente renovatiewerken wil het Musée Fabre zichzelf internationale uitstraling geven. Daar is het zeker in geslaagd: naast de puike permanente collecties staan er al een paar grote exposities op het programma, zoals ‘Impressionnisme vu des Etats-Unis’ (‘Het impressionisme gezien vanuit de Verenigde Staten’)” (juni-september 2007), een retrospectieve rond François-Xavier Fabre (oktober-december 2007) en een retrospectieve rond Gustave Courbet (februari-juni 2008). Musée Fabre, Boulevard Bonne Nouvelle 39. Tel.: 0033-(0)4 67148300, e-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. www.montpellier-agglo.com

ANDERE ARTIESTEN, ANDERE PLAATSEN...

Frédéric Bazille in Montpellier

Montpellier staat bekend om zijn groot aantal herenhuizen uit de 18de en de 19e eeuw. Ze liggen her en der verspreid over het historische centrum en verbergen achter hun gevels vaak prachtige binnenplaatsen en monumentale trappen. Op nummer 11 van de schilderachtige winkelstraat Grand-Rue bevindt zich Hôtel Périer: in de protestantse bourgeoisfamilie die hier ooit woonde, werd de schilder Frédéric Bazille geboren (1841-1870). Onder druk van zijn afkomst en zijn familie zal hij zijn geboortestad inruilen voor Parijs, waar hij geneeskunde moet gaan studeren. Alleen interesseert die opleiding hem hoegenaamd niet. Hij maakt handig gebruik van zijn verblijf in de hoofdstad om naast latere iconen als Sisley, Renoir, Degas en Manet te kunnen schilderen. Samen met hen is hij een van de voorlopers van het impressionisme, maar hij sterft in de oorlog, te vroeg om de stroming in al haar glorie mee te maken. Toch schilderde hij in zijn korte leven een indrukwekkend oeuvre bijeen, dat vandaag over de hele wereld gelauwerd wordt en te zien is in New York, in het Musée d’Orsay van Parijs en – uiteraard – in het Musée Fabre. Het Maison Périer is vandaag helaas in privéhanden, waardoor het niet kan worden bezocht, maar nog altijd kan je er het traliewerk zien aan de vensters van de vroegere kamer van Bazille. Het verhaal wil dat zijn ouders die zouden hebben laten installeren omdat hun zoon, dromer als hij was, vaak op de vensterbak zat en ze vreesden dat hij er ooit af zou vallen. Op een boogscheut van het Maison Périer, in de Saint-Rochkerk, kan je de buste van Bazille zien, die zijn eerste meester, Auguste Baussan, van hem maakte. Een uitstekende gelegenheid ook om het mooie sanctuarium te bezoeken, dat gewijd is aan de heilige uit Montpellier. Het neogotische gebouw, dat in de 19de eeuw op deze mooie plek werd neergezet, illustreert goed het verleden van de stad: als oud protestants bastion heeft Montpellier geen kerken meer uit de middeleeuwen of de renaissance. Die werden allemaal met de grond gelijkgemaakt tijdens de godsdienstoorlogen in de 16e eeuw. Allemaal, behalve de Sint-Pierrekathedraal.

De Saint-Pierrekathedraal en haar meesterwerken

Saint-Pierre, aanvankelijk slechts de kapel van het 14e-eeuwse Saint-Benoîtklooster, werd pas in 1536 tot kathedraal gewijd, door paus Urbanus V van Avignon. Het is de enige kerk die niet volledig werd verwoest tijdens de godsdienstoorlogen, maar toch doorstond ze de bewogen periode niet zonder schade: in de eeuwen die erop volgden werd het gebouw heropgebouwd en gerenoveerd. Het resultaat is een ware mastodont in zuidelijke gotiek, dat meer weg heeft van een fort. De kathedraal grenst trouwens aan de eeuwenoude faculteit Geneeskunde. Binnengaan doet u best langs de elegante Place de la Canourgue, dat een prachtig uitzicht biedt op de lager gelegen kathedraal – hier bevinden zich niet voor niets de duurste woningen van de stad. Binnen wachten een paar indrukwekkende meesterwerken van drie bekende 17e-eeuwse schilders. De bekendste is zonder twijfel Sébastien Bourdon (1616°, Montpellier), die met zijn doek ‘Simon le Magicien’ (‘Simon de Magiër’) een episode uit het leven van Sint-Pieter uitbeeldde. Bourdon was een van de twaalf leden van de Koninklijke Academie voor Schilder- en Beeldhouwkunst en de officiële schilder van Christina van Zweden, voor hij in 1671 in Parijs overleed. Ga in de kathedraal ook zeker kijken naar ‘La Guérison du Paralytique’ (‘De genezing van de lamme’) van de Toulousenaar Jean de Troy en naar ‘Jésus remettant les clés à saint Pierre’ (‘Jezus die de sleutels teruggeeft aan Sint-Pieter’), dat de Troy begon te schilderen maar dat werd afgewerkt door zijn vriend Antoine Ranc, een andere grote kunstenaar uit Montpellier.


LODEVE, een onwaarschijnlijke speling van het lot

Niets kon doen vermoeden dat dit industriële stadje ooit zou uitgroeien tot het gerenommeerde kunstcentrum dat het vandaag is. Lange tijd waren de textielindustrie en de uraniumproductie hier de voornaamste bron van inkomsten. Maar toen de fabrieken een voor een sloten, ging het stadje een economisch dal door, met als gevolg dat iedereen er wegtrok. Vijftien jaar geleden nog lag de oude binnenstad er verlaten bij: 7 winkels op de 10 hadden hun deuren gesloten. De verkiezing van een nieuwe burgemeester in 1995 veranderde alles: hij stelde zich als doel om Lodève nieuw leven in te blazen, en wel door zich toe te spitsen op één activiteit: cultuur. Het werd een succes. Vergeleken met de rest van Frankrijk heeft dit gemeentebestuur procentueel het allergrootste budget voor cultuur - een vierde van het totale budget. Daarnaast kreeg Lodève ook het label ‘Ville d’Art et d’Histoire’, een titel die normaal niet wordt toegekend aan een stad van minder dan 10.000 inwoners, terwijl er hier nochtans maar 7.500 mensen wonen … Elk jaar weet de stad 80.000 toeristen aan te trekken, uit Frankrijk en daarbuiten, die op hun beurt voor nieuwe inkomsten zorgen. Zo konden de huizen worden gerestaureerd en kreeg de oude binnenstad zijn pittoreske karakter.

MUSEE FLEURY EN ANDERE CULTURELE ACTIVITEITEN

Het epicentrum van de cultuurpolitiek van Lodève is het Musée Fleury. Dat opende in 1987 zijn deuren en werd toen ondergebracht in een prachtig herenhuis dat eigendom was van de kardinaal van Fleury. Aanvankelijk stelde het museum niet veel voor, tot men de conservatrice van het Musée de Chartres ging ’wegkapen’ en samen met haar een gemotiveerd team in dienst nam. De ploeg herdacht het opzet van het museum en kwam op de proppen met een heleboel nieuwe activiteiten. Vanaf dat moment werd het museum opgedeeld in twee grote departementen: één gewijd aan archeologie, een ander aan schone kunsten. Dankzij de recente aanschaf van een tweede gebouw zal de beschikbare ruimte nog eens verdubbelen. Bij het departement schone kunsten vind je naast beeldhouwwerken vooral schilderijen uit de 19e en 20e eeuw (Courbet, Dufy, Caillebotte…). Sommige zijn van Paul Dardé, die in 1919 in Lodève werd geboren en wiens werk ook te zien is in het Musée d’Orsay in Parijs. Naast de permanente collecties worden er elk jaar ook een drietal prestigieuze tijdelijke exposities georganiseerd. Sommige daarvan zijn gewijd aan hedendaagse kunst, waarvoor men kunstenaars vraagt om in residentie te komen werken. Musée Fleury, Square Georges Auric. Tel: 0033-(0)4 67888610. Website: www.lodeve.com Een andere cultuurpijler die ver boven het lokale niveau uitstijgt, is het ‘Festival de Poésie des Voix de la Méditerranée’. Dat heeft elk jaar plaats in de laatste week van juli en is een van de belangrijkste poëziefestivals ter wereld. Het internationale publiek krijgt de kans te luisteren naar Franstalige dichters die afkomstig zijn van verschillende plaatsen uit het gebied rond de Middellandse Zee. In Lodève kan je trouwens het hele jaar door ambachtelijke ateliers en winkels ontdekken in de gezellige steegjes van de oude binnenstad. Men trok immers ambachtslui aan om zich in Lodève te vestigen en te werken, en zo de kunstambachten te herwaarderen.

CERET, een Catalaans stadje waar kunstenaars thuis zijn

We laten het departement van de Hérault achter ons en trekken naar de Pyrénées Orientales en de stad Céret, op amper een kwartier van de Spaanse grens en 2 uur rijden van Barcelona. Zoals elders in de streek zijn de inwoners hier erg trots op hun Catalaanse roots, die men hier levend houdt doorheen Catalaanse dansen, corridas (stierengevechten) en ferias (kermissen). Céret leeft voornamelijk van het toerisme. Met zijn landhuizen, steegjes en herenhuizen is dit stadje dan ook bijzonder charmant. Bovendien wil iedereen wel eens de plek zien waar zoveel kunstenaars hun toevlucht zochten. Sinds het begin van de 20e eeuw strandden hier immers nogal wat artiesten, op de vlucht voor de opeenvolgende oorlogen. Sommigen bleven er tot aan hun dood, anderen woonden er slechts tijdelijk. Maar allemaal droegen ze bij tot de uitstraling van Céret als historisch kunstcentrum, mee doordat ze de plek en zijn inwoners meermaals als model gebruikten.

TOEVAL EN SLECHT WEER

De eersten die naar Céret afzakten, waren de componist Déodat de Séverac, de schilder Frank Burty Haviland en de beeldhouwer Manolo, een Spaanse Catalaan en deserteur. Na zijn verbanning in Parijs wilde die graag terugkeren naar de Pyrénées Orientales, een streek die zowel geografisch als cultureel dicht bij zijn land van oorsprong aanleunde. Het trio wilde zich oorspronkelijk in Banyuls-sur-mer vestigen, het geboortedorp van een andere kunstenaar, Aristide Maillol. Maar bij aankomst was het weer er zo slecht, dat Manolo besliste een poosje elders te gaan wonen. Zo belandde hij in 1910 in Céret, dat dankzij die eerste kunstenaarskolonie – en dus eigenlijk per toeval – uitgroeide tot een artistieke referentie. De kunstenaars trokken namelijk snel anderen aan. In volle kubistische periode kwam een heel gezelschap in Céret aangewaaid: Picasso, Braque, Kisling, Juan Gris, Max Jacob, Auguste Herbin en Jean Marchand. Ze bleven er lange tijd wonen of keerden er regelmatig terug. Later volgden andere generaties - na de Eerste Wereldoorlog kwamen André Masson, Marc Chagall, Pinkus Krémègne, Chaïm Soutine en Pierre Brune ... Tijdens de Tweede Wereldoorlog volgden Raoul Dufy, Tristan Tzara, Jean Dubuffet en Albert Marquet, op de vlucht voor het nazisme. Nog later kwamen hier ook de bekende Salvator Dali en Joan Miro, naast vele anderen …

HET MUSEE D'ART MODERNE, ONTSTAAN DOOR EN VOOR SCHILDERS

Op initiatief van verschillende kunstenaars, en in het bijzonder van Pierre Brune, opent in 1850 het Musée d’Art Moderne, in het oude stadscentrum van Céret. Aan zijn vrienden die in Céret langskwamen, vroeg Brune telkens om een aantal werken af te staan. Zo breidde hij de collectie uit, die voornamelijk bestaat uit werken die de stad in beeld brengen. Matisse schenkte 14 tekeningen, Picasso 53, waaronder zijn talrijke ‘Coupelles tauromachiques’. In 1993 werd het museum, dat vrij aanzienlijk is voor een stad van 78.000 inwoners, nog uitgebreid en vernieuwd. Vandaag is het uitgegroeid tot een absolute trekpleister: niet alleen omwille van de kunstwerken van bovenvermelde kunstenaars, maar ook door de hedendaagse kunstcollecties en de grote tijdelijke exposities die er regelmatig georganiseerd worden. Musée d'Art Moderne de Céret, 8, Bd Maréchal Joffre. Tel: 0033-(0)4 68872776. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. - Website: www.musee-ceret.com Ook naast het museum houdt Céret zijn culturele traditie in ere: er wonen en werken nog altijd kunstenaars, zoals Marc Fourquet (ook eigenaar van Hotel Vidal, waar hij zijn galerie heeft) en Michel Brigand, voormalig leraar schone kunsten te Toulouse, wiens atelier zich in het hoger gelegen stadsdeel bevindt. Achter de vestingmuren kan je trouwens de ateliers van de ‘Métiers d’Art Saint-Roch’ bezoeken, die de stad kosteloos ter beschikking stelt van kunstenaars. Ook een aanrader: de galerie Odile Oms, die verschillende verdiepingen van een pittoresk huisje inneemt. De galerie verkoopt en exposeert tussen de 200 en 300 werken van jonge hedendaagse schilders, naast een paar oudere werken, gesigneerd Manolo of Maillol ...


De haven van COLLIOURE en de route van het fauvisme

Net als Céret kan dit schilderachtige Catalaanse vissershaventje bogen op een lange artistieke traditie. Met haar pittoreske plekjes wist ook Collioure vanaf begin 20ste eeuw menig beroemd kunstenaar aan te trekken. Fauvisten als Matisse en Derain waren de eersten, en in hun zog kwamen vanaf 1905 ook andere belangrijke figuren naar hier, zoals Picasso, Dufy, Chagall of Marquet, wiens werk nog altijd te zien is in het Musée d’Art Moderne van Collioure. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er een ‘Chemin du Fauvisme’ aan hen werd gewijd. Die route brengt u langs een twintigtal reproducties van de meesters, die werden opgesteld op de plaatsen waar de kunstenaars ooit hun schildersezel neerzetten. Zo kan je zien hoe de schilders het oorspronkelijke landschap interpreteerden en vormgaven. Andere interessante culturele evenementen in Collioure zijn o.a. de jaarlijkse internationale poëziewedstrijd, een organisatie van de Fondation Antonio Machado, die genoemd werd naar de Spaanse dichter die naar Collioure vluchtte en er stierf in 1939. Krijgt u de kans ertoe, neem dan zeker ook een kijkje in de galerie van het hotel-restaurant Les Templiers. Dit etablissement, dat al sinds 1822 van vader op zoon wordt overgedragen, is een waar instituut in de streek. Je vindt er nog altijd talrijke herinneringen aan de kunstenaars die er vertoefden: meer dan 200 originele werken, alsook een guldenboek met prachtige tekeningen van Picasso en anderen. De Languedoc heeft nog wel meer stadjes met artistieke verrassingen in petto. We zouden onze reisweg dus gerust kunnen verderzetten naar Banyuls, om er het Musée Maillol te ontdekken, of naar Port-Vendres, via de Mackintosh-route. Sommige toeristische diensten (zie kader) hebben zelfs brochures over het onderwerp. Zij helpen u zeker verder om uw eigen route samen te stellen.

ETEN EN SLAPEN

Wij genoten van…

La Maison de la Lozère, in Montpellier

De omgeving alleen al is betoverend. In de steegjes van het oude Montpellier eet je onder de puntgewelven of op de patio van dit schitterende herenhuis. De bediening is zeer verzorgd en de keuken blinkt uit in gastronomische streekgerechten (o.a. die uit de Lozère, vanwaar de eigenaars afkomstig zijn). Met veel finesse weet men hier de traditie te herinterpreteren: de gerechten komen verzorgd en origineel op het bord. Je kan er o.a. proeven van een croustillant de thon, gerookte eendenfilet, gekonfijte tomaten, basilicum of oesterschuim met kokosmelk. En dan is er natuurlijk nog de traditionele ‘aligot’, die hier met stijl op tafel komt. Een absolute aanrader! Bovendien biedt het restaurant een goede prijs-kwaliteitverhouding: het lunchmenu bedraagt €26, de andere menu’s schommelen tussen €32 en €80 (aperitief met hapjes, gerecht, aligot, dessert, koffie en zoete lekkernijen inbegrepen). La Maison de la Lozère, Cellier & Morel, 27, rue de l’Aiguillerie. Tel: 0033-(0)4 67664636. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Website: www.celliermorel.com

Le Domaine du Canalet, in Lodève

Muriel Lagneau en haar echtgenoot Yves Berliet, allebei uit Parijs, vestigden zich 3 jaar geleden in Lodève op dit mooie landgoed van 5 hectare. Ze hadden daarbij een origineel concept voor een gastenverblijf in gedachten. Door het park stroomt een waterloop met een waterval, waar je ook het water in kan. Alle ruimtes in dit elegante buitenverblijf uit 1900 doen dienst als hedendaagse kunstgalerie: er worden werken tentoongesteld van een vijftiental kunstenaars. Je vindt ze in de oranjerie die uitgeeft op het zwembad, in de drie salons en in de vier chique kamers, die elegant werden ingericht volgens verschillende thema’s. Door de werken zo in huis op te stellen, willen de eigenaars hun bezoekers een beter beeld geven van het effect dat de beeldhouwwerken, schilderijen en andere bij hen thuis zouden kunnen hebben … Heel het landgoed werd met veel smaak ingericht. Ook de thuiskok maakt op bestelling geraffineerde gerechten klaar met regionale producten. Staan verder ter beschikking van de gasten: tennis op gravel, fietsen en mountainbikes. Voor wie het wenst, zijn er ook kooklessen mogelijk, jacht op houtsnippen, artistieke avonden, verhuur van het ganse domein en binnenkort, massages … Prijs (naargelang van de kamer) vanaf €250 per nacht in hoogseizoen en vanaf €185 in laagseizoen. Uitgebreid en huisbereid ontbijt: €15. Domaine du Canalet, av. Joseph Vallot. 34700 Lodève. Tel: 0033-(0)6 18936832. Website: www.domaineducanalet.com

La Terrasse au Soleil, in Céret

Dit hotel-restaurant, gelegen op de heuvels van Céret, biedt een prachtig uitzicht over het dorp en het rondom gelegen landschap, waar zich ook de Pic du Canigou aftekent. De 39 kamers en suites liggen verspreid over vier villa’s die aan het landhuis gebouwd zijn. Charles Trenet woonde hier ooit, 12 jaar om precies te zijn. Een troef, omdat de herinneringen aan de beroemde artiest wel toeristen lokken, maar tegelijk ook een nadeel, vooral dan bij de mensen in de buurt. In het dorp zouden namelijk nogal wat jongens niet zo’n prettige herinneringen overhouden aan de zanger. Die organiseerde al eens feestjes waarop dingen gebeurden waar niet iedereen zo happig op was. De bewoners vinden dus maar met moeite de weg naar deze plek, ook al hebben de huidige eigenaars niets met Trenet te maken. Het kader is nochtans pittoresk, het personeel zeer competent en vriendelijk, en de gastronomische keuken van Gérard Perreau wellicht de lekkerste van heel de streek. Zijn copieuze en originele menu’s, geïnspireerd op de regionale keuken, worden aangeboden van € 31 tot € 62. In de zomer serveert de Brasserie de la Plage lichte maaltijden aan het zwembad. Gasten kunnen ter plaatse gebruik maken van tennisterreinen en een wellnessruimte met hammam, jacuzzi, solarium, massages, enz. Het enige minpuntje: de kamers, hoewel zeer ruim en warm ingericht, verdienen eerder 3* dan de 4* die ze nu krijgen. Dit hotel behoort trouwens tot de Châteaux et Hôtels de France. Prijzen: tussen € 128 en € 246 (naargelang van het seizoen) voor een tweepersoonskamer met ontbijt. Opgelet: La Terrasse au Soleil is slechts open van 1 maart tot 30 november. La Terrasse au Soleil, Route Fontfrède, 66400 Céret. Tel: 0033-(0)4 68870194. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. - Website: www.terrasse-au-soleil.com

Les Feuillants, te Céret

Gelegen in een 19de-eeuws herenhuis in het centrum van Céret kan dit restaurantje mee met de grootsten, en dat zowel qua uitstraling, qua service als qua keuken. Of u nu plaatsneemt in de prachtige eetzaal met hoge plafonds en monumentale schilderijen, of op het schaduwrijke terras: hier komen de meest geraffineerde gerechten op het bord. De keuken is in handen van de chefs David Tanguy et Robert Abraham, die u al van bij de aperitiefhapjes epateren met hun kookkunsten, waarbij ze smaken uit heel Frankrijk op verrassende wijze combineren. De absolute top! Menu’s vanaf €30. Les Feuillants, 1 bd La Fayette, 66400 Céret. Tel: 0033-(0)4 68873788.


Meer inlichtingen

Over de Languedoc-Roussillon:

- Comité Régional du Tourisme Languedoc-Roussillon: Tel: 0033-(0)4 67200220, E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. Website: www.sunfrance.com

- Vertegenwoordigr in België: Jessy Van den Rym: tel:03 272 32 86. E-mail: Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

Over de departementen:

- Comité Départemental du Tourisme Hérault: www.herault-tourisme.com

- Comité Départemental du Tourisme Pyrénées Orientales: www.pyreneesorientalestourisme.com

Over de steden:

Office de Tourisme de Montpellier: tel: 0033-(0)4 67601927. Website: www.ot-montpellier.fr

Office de Tourisme du Lodevois: tél: 0033-(0)4 67888644. Website: www.lodeve.com

Office de Tourisme de Céret: tél: 0033-(0)4 68870053. Website: www.ot-ceret.fr

Office de Tourisme de Collioure: tél: 0033-(0)4 68821547. Website: www.collioure.com


Laatst aangepast op zaterdag, 03 april 2010 10:15