Naam:
Email:
Artikels


PDF Afdrukken E-mailadres

CANADA

HET MARITIEM QUEBEC. Op ontdekking door Bas-Saint-Laurent en Gaspésie, langsheen de “Route des Navigateurs”...

Het Maritiem Quebec, dat Bas-Saint-Laurent en Gaspésie omvat, vormt een wereld op zich. Met landschappen die al het moois van de “Belle Province” verenigen en een bevolking die de Quebecse gastvrijheid alle eer aandoet. Het toeristisch seizoen is in deze streek zeer kort. Het loopt van eind mei tot begin augustus, en valt samen met de grote trek van de walvissen naar de wateren van de Saint-Laurent. Dit deel van Quebec is als het ware een groot natuurreservaat dat zich perfect leent tot het ecotoerisme. Walvissenobservatie, bergtochten, langlaufen, tochten met sneeuwschoenen of sneeuwscooters,... zijn slechts een greep uit een brede waaier aan activiteiten. Wij nemen u graag mee op sleeptouw door dit 100% natuurlijke attractiepark, op slechts 7u vliegen en 5u rijden van ons vlakke land!

GESCHIEDENIS. Een kort overzicht

Dit groot schiereiland, begrensd door de Saint-Laurent en New Brunswick, was vroeger bewoond door de Micmac-indianen. Deze indianen van Algonkin-origine deelden het grondgebied met andere Noord-Amerikaanse stammen en kwedech Irokezen, wat regelmatig tot conflicten leidde. De Micmacs, die hier permanent verbleven, leefden, naargelang het seizoen, van de visvangst en de jacht op kuddes kariboes. Maar aan deze relatieve rust kwam een bruusk einde, toen Jacques Cartier, na een gewaagde overtocht van de Atlantische Oceaan, in 1534 de Saint-Laurent monding bereikte. Op 24 juli plantte hij een kruis in de baai van Gaspé en was de officiële inlijving van de gebieden in naam van de Franse koning een feit. De indianen werden echter meer dan een halve eeuw met rust gelaten door hun bezetters, die andere bekommernissen aan hun hoofd hadden zoals godsdienstoorlogen en de strijd tegen Spanje. Het waren trouwens vissers, afkomstig uit Bretagne en Baskenland die zich als eerste kwamen vestigen in deze provincie, aangetrokken door de kabeljauwbanken. Champlain volgde, stichtte de stad Quebec en richtte een handelspost op, die door een lucratieve pelshandel de verdere kolonisatie stimuleerde. Hij werd op de voet gevolgd door missionarissen die, gedreven door een radicale bekeringszin, de 'wilden' kwamen kerstenen. Het duurde nochtans meer dan een eeuw vooraleer deze eerste vestigingen uitgroeiden tot een volwaardige kolonie. Het barre klimaat en de Engelse overheersingsdrang maakten deze kolonie bovendien weinig populair bij kandidaat-kolonisten. We gaan hier niet dieper in op de strijd tussen Frankrijk en Engeland om de verovering van de Nieuwe Wereld, maar vermelden nog wel even de overwinning van de Engelsen, waardoor factorijen en grootgrondbezit in Britse handen kwamen, De handel spitste zich volledig toe op kabeljauwvangst. Een handvol gewiekste ondernemers, afkomstig uit Jersey, vergaarden een fortuin met de ontginning van gedroogde en gepekelde vis. µ

Een zekere Robin, afkomstig uit Jersey, veroverde zelfs een monopoliepositie, waardoor menig kleine ondernemer de boeken moest neerleggen. De geïsoleerde ligging van het schiereiland, dat men enkel met de boot kon bereiken na het smelten van de sneeuw, betekende bovendien een belemmering in de ontwikkeling van de streek. Pas met de opening van de militaire verbindingsweg tussen Métis (langs de kant van de rivier) en de Baie des Chaleurs (kant van New Brunswick) langs de visrijke vallei van Matapédia, startte een weliswaar nog bescheiden demografische groei. De Micmacs moesten helaas het onderspit delven. Aanzienlijk in aantal teruggelopen, zagen ze hulpeloos toe hoe ze uit hun eigendommen werden ontzet en verbannen werden naar afgebakende zones. De Acadiërs die, na hun gedwongen vertrek uit Acadië (later door de veroveraars omgedoopt tot New-Scotland) , hier in 1755 hun toevlucht hadden gezocht, vestigden zich voornamelijk op de zuidoostkust en langs de Baie des Chaleurs. Ook Loyalisten, die de onafhankelijke Verenigde Staten ontvluchtten, kwamen zich hier vestigen. Ze vermengden zich echter niet met de plaatselijke bevolking, die toen, halfweg de 19de eeuw, amper 10.000 zielen telde. Gaspésie bleef miskend tot aan het industriële tijdperk. De vooruitgang in het transport, te beginnen bij de stoomboot en de spoorwegen, haalde uiteindelijk het schiereiland uit zijn isolement. De handel in kabeljauw, daarentegen, kon de pas niet houden met de toenemende modernisering en geraakte in verval. De smaken (verse of diepgevroren vis hadden voortaan meer succes) en ook de methodes veranderden, waardoor Robin's bedrijven een tweederangsrol kregen toebedeeld. De visvangst werd verscheidener en de landbouw, die tot dan toe verwaarloosbaar was, breidde zich uit naar het binnenland en palmde vooral de oevers van de Saint- Laurent in. Het houthakken trok zagerijen, en later papierverwerkende industrieën aan, waarvan sommige, St-Anne bijvoorbeeld, nog steeds voor de grootste werkgelegenheid in de regio zorgen.

Het bevolkingsaantal steeg pijlsnel, te meer daar Gaspésie niet ontsnapte aan de "wiegenrevolutie", die de Franstaligen aanspoorde 10 à 14 kinderen voort te brengen. Hiermee hoopten ze de Engelsen in aantal te overtreffen en zo hun eigen taal en cultuur op te leggen. Dit initatief kon rekenen op de steun van de Kerk. De alomtegenwoordigheid van kerkjes laat zich tot op vandaag gelden: de meeste (om niet te zeggen meer dan 90%) hebben een verzilverd dak en klokkentoren, die lange tijd in grootsheid gewedijverd hebben met de vuurtorens. Vandaag heeft Gaspésie, met zijn 150.000 inwoners, te kampen met eenzelfde leegloop als de kerken. De sluiting van een aantal fabrieken, de teloorgang van de visvangst, het korte toeristisch seizoen, de aanleg van nationale parken (die een eind maakten aan de bosontginningen en tegelijk ook aan de zagerijen en papierindustrie) hebben de werkgelegendheid aanzienlijk teruggeschroefd. Jongeren die voor hun studies noodgedwongen naar Rimouski, Quebec of Montreal uitweken, keerden maar zelden naar hun geboorteland terug. Gaspésie is dus aan het vergrijzen, en stilletjes aan het leeglopen. Alle hoop is nu gevestigd op het ecotoerisme. In het spoor van de Quebeckenaars, gingen wij op pad door het ongerepte landschap, en, geloof ons, het loont de moeite! De Micmacs vandaag Indianenstammen bevolkten lang vóór de Europeanen het Amerikaans continent. Helaas werd de komst van de kolonisten voor veel van deze volkeren fataal.

De eetste contacten tussen de Micmac-indianen van Gaspésie en de pioniers waren eerder vriendschappelijk en commercieel. Maar deze goede verstandhouding was slechts van korte duur. Want al snel trachtten de pioniers de indianen te onderwerpen. De Engelsen gingen zelfs zo ver om een massale uitroeiing te bekostigen waarbij 10 pond werd uitgeloofd voor elke dode Micmac-indiaan. Na honderd jaar Europese bezetting, was de indianenbevolking herleid tot een klein duizendtal (oorspronkelijk 10.000!). De huidige bevolking telt nog ongeveer 2.200 Micmac-indianen, waarvan de grootste groep zich geconcentreerd heeft in Restigouche (1.500 indianen) en in Maria (500), in de Baie des Chaleurs. Een kleine 200 leven verspreid in de streek van Gaspé. Hoewel hun kledij niets over hun afkomst doet vermoeden, hebben zij hun eigen identiteit weten te bewaren. Deze komt tot uiting in hun tradities, hun activiteiten, die vooral gericht zijn op handwerk (en vooral het vervaardigen van manden), de visvangst en uiteraard in hun uiterlijke trekken. Het Engels, dat hun eertijds was opgelegd door de Britten, is nog steeds de voertaal en ook het beste middel om met de "grote indiaanse natie", verspreid over Canada en de Verenigde Staten, te communiceren. Ze houden hun gebruiken in ere en hebben bet recht verworven hun taal en tradities te onderrichten. De integratie verloopt echter stroef. Waar de blanken de indianen beschuldigen van slechte wil en automarginalisatie, beschouwen de Micmacs zich als slachtoffers van een gedwongen afzondering in moerasgebieden en de daaruit groeiende werkloosheid. Hun Engelstaligheid zorgt trouwens voor een bijkomend probleem. Sinds de botsingen van de jaren '80, waarmee ze in de internationale belangstelling kwamen, beschikken de Micmacs over een eigen politie, die permanent in hun regio patrouilleert. De omgeving wordt namelijk vaak geplaagd door sociale problemen. Criminaliteit, geweld, maar ook georganiseerde maffia-groeperingen zijn een doorn in het oog van de plaatselijke instanties. Anderen beweren dat deze maffiosi een kleine minderheid vormen en "dat men de indianen bijgevolg niet allemaal over dezelfde kam moet scheren" .



Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2010 12:43