Naam:
Email:
Artikels


Authentiek TUNESIË
PDF Afdrukken E-mailadres

Monastir, geboortestad van Bourguiba

Dit stadje heeft een lange voorgeschiedenis: het was vanouds een militair bastion aan de Middellandse Zee, dat in de 10de eeuw v. Chr. door de Carthagers werd gesticht als ‘Rous Penna’. Toen de Romeinen het veroverden, verbasterden ze de naam tot ‘Ruspina’. Zij bouwden een drievoudige omwalling waarvan je nog enkele ruwe overblijfselen ziet. In 46 v. Chr. maakte Julius Caesar er een vlootbasis van voor zijn Afrikaanse veldtocht. De huidige naam is afgeleid van een klooster dat in de Byzantijnse periode het kloppende hart van het stadje was. De Ribat, religieuze burcht en intellectuele smeltkroes Aan het einde van de 8ste eeuw werd de stad ingenomen door de Arabieren, die er vlak bij de zee een eerste ribat oprichtten, een soort van kloosterburcht. Die zou model staan voor andere soortgelijke gebouwen die tot de 11de eeuw zowat overal aan de Afrikaanse kust van de Middellandse Zee werden opgetrokken. Door op hoge wachttorens vuren aan te steken, konden de ribats elkaar boodschappen doorgeven. Ze werden bewoond door monniksoldaten en dienden om de stad te verdedigen, maar er konden ook pelgrims verblijven die op weg waren naar Mekka. De Ribat van Monastir herbergde een universiteit waar mannen en misschien ook vrouwen studeerden en doceerden. Die vrouwen verbleven wel in een aparte vleugel uit de 9de eeuw. Historici zijn het echter nog niet eens over de vermeende aanwezigheid van vrouwen in de ribat. Deze intellectuele activiteiten werden in stand gehouden tot de 16de eeuw, toen Monastir na te zijn belegerd door de Spanjaarden in handen viel van de Ottomanen. De eerste ribat, uit 796, werd in de 10de en 11de eeuw omgeven door een tweede omwalling, zodat de indrukwekkende Ribat van Monastir in feite bestaat uit een ribat in een andere ribat. De binnenplaats is aan drie kanten omgeven door cellen op verscheidene verdiepingen.

Een klein museum met islamitische kunst is tegenwoordig ondergebracht in een gebedsruimte die volgens sommige hypothesen deel zou hebben uitgemaakt van de ‘vrouwenribat’. Vanaf de hoge muren en de wachttoren, de Nadortoren, geniet je van een aardig uitzicht op het haventje en de stad. In de late middag krijgt de okerkleurige steen een warme tint, waardoor het silhouet van de Ribat nog majestueuzer wordt. De Grote Moskee De eenvoudige, sobere Grote Moskee staat vlak naast de Ribat. Ze dateert van de 9de eeuw, maar werd in de 11de eeuw herbouwd en uitgebreid. Voor de Grote Moskee heeft het stadsbestuur een grote esplanade met hoge palmbomen aangelegd en officiële gebouwen opgetrokken. In Monastir werd Habib Bourguiba geboren, die in 1957 de eerste president van het onafhankelijke Tunesië werd. Zijn geboortestad werd grondig gemoderniseerd: er werden grote pleinen en brede lanen aangelegd, jammer genoeg ten koste van de oude medina, waarvan nu niet veel meer overblijft, behalve enkele steegjes met toeristenwinkeltjes. Een deel van de omwalling van de oude stad werd afgebroken om in 1963 de elegante Moskee Bourguiba op te trekken, in traditionele stijl. De grote gebedsruimte, die tot 1000 mensen kan herbergen, steunt op 86 zuilen van roze marmer. Je bereikt ze via grote poorten van bewerkt hout die het werk zijn van ambachtslui uit Kairouan. De binnenversiering van de moskee is bijzonder verfijnd, maar helaas niet toegankelijk voor niet-moslims. Ten westen van de esplanade rusten de gewezen president en zijn echtgenote in het Bourguibamausoleum. Het is een harmonieus gebouw met een zuilengang, een vergulde koepel en twee minaretten. Het staat aan het uiteinde van de zeebegraafplaats, vol bescheiden witte graven. Achter de begraafplaats vind je het aardige haventje van Monastir, met zomerverblijven, winkelcentrum en restaurants.

Mahdia: een charmante stad met een bewogen verleden

Mahdia is volgens ons het meest pittoreske plekje van dit deel van de Tunesische kust. Haar buitengewone geschiedenis en geografische ligging hebben daar wellicht veel mee te maken. In 912 verliet kalief Obeid Allah El Mahdi de stad Kairouan en ging op zoek naar een plaats voor de hoofdstad van de nieuwe dynastie van de Fatimiden. Die beweerden dat ze afstamden van Fatima, de dochter van de Profeet. El Mahdi vond een smal, rotsachtig schiereiland – een gewezen Fenicische factorij – en wachtte het juiste ogenblik af om zich daar te vestigen. Toen zijn astrologen het sterrenbeeld van de Leeuw, dat symbool staat voor macht, zagen verschijnen, besloot hij Mahdia te stichten en de stad te beschermen met stevige vestingwerken. Op de smalste plaats van het schiereiland liet hij een monumentale poort optrekken, die eventuele indringers de weg moest versperren. Ze wordt Skifa el Kahla genoemd, ‘het sombere portaal’. Achter de poort bevonden zich het paleis van de kalief, zijn fort en zijn naaste medewerkers, maar ook de Grote Moskee en de ateliers van smeden en wevers. Die ambachtslui moesten echter, net zoals de rest van de bevolking na het werk terugkeren naar hun woonsten aan de andere kant van de poort. Mahdia bleef de hoofdstad van de Fatimiden tot 948, toen ze terugkeerden naar de omgeving van Kairouan. Later veroverden ze Egypte, waar ze in 969 hun nieuwe hoofdstad Cairo stichtten.

In Mahdia was de gouden tijd toen voorbij. De stad viel ten prooi aan een opeenvolging van aanvallen en invasies. In de 16de eeuw verwoestten de Spanjaarden de omwalling en de Grote Moskee. Mahdia kwam weer bij haar positieven onder het bestuur van de Ottomanen, die de stad opnieuw bevolkten. Immigranten uit Albanië, Anatolië, Griekenland en Andalusië vermengden zich toen met de plaatselijke bevolking. Omstreeks 1870 kwamen de Sicilianen op sardines vissen ter hoogte van Mahdia. Ze leerden de bevolking vissen met de lamp, een techniek die ook nu nog veel wordt gebruikt. Mahdia is tegenwoordig de belangrijkste vissershaven van Tunesië en een charmant stadje waar niet te veel toeristen komen. De inwoners zijn er nog steeds trots op dat ze afstammen van de Fatimiden. De charme van Mahdia De bezienswaardigheden zijn niet zeer talrijk, maar het stadje is wel zeer charmant en lieflijk. Het is aangenaam verdwalen in de witte steegjes, waar men leeft op het rustige ritme van de Middellandse Zee. Een tochtje langs het strand tot aan Cap Africa biedt je de kans om te genieten van de aanblik van kleurrijke bootjes op het heldere water en van de vissers die geduldig hun netten boeten op de rotsen aan de oever. De Medina strekt zich uit op het smalle schiereiland dat nauwelijks langer is dan een kilometer. Aan de weg die boven de zee uitstijgt, staan traditionele witte huizen waarvan de grote blauwe deuren soms uitkomen op een patio met bloemen en muren die bedekt zijn met tegels van veelkleurige keramiek. Mahdia heeft verscheidene dars, grote, tegenwoordig beschermde verblijven waarvan de mooie plafonds beschilderd zijn met bloemmotieven en de muren versierd zijn met faience of borduurwerk. In de Rue Mohammed-Abdessalem, in de richting van het fort, kun je een bezoek brengen aan de Dar Sghir. Het is een traditioneel ingericht huis aan een centrale patio. De verschillende vertrekken bevatten oude kunstvoorwerpen, meubels en keukengerei. Je kunt er ook een bruidsjurk met zwaar goudborduurwerk bewonderen. Wanneer je het uiteinde van Cap Africa nadert, maken de woningen plaats voor de grote zeebegraafplaats, met tot aan het strand duizenden kleine witte graven.

Al sinds de 16de eeuw laten de inwoners van Mahdia zich begraven op deze vredige plek, met een weids uitzicht op de zee. Een pad leidt naar de eeuwenoude, in de rots uitgegraven Fenicische haven, waar vissersbootjes dobberen op het water. Er blijft maar weinig over van de oude vestingwerken en van de antieke boog van de Zeepoort, die met een grote ijzeren ketting de toegang tot de haven afsloot. Boven de zeebegraafplaats verrijst het massieve silhouet van de vierkante burcht van Borj el Kébir. Die herinnert eraan dat de stad af te rekenen had met buitenlandse indringers. Ze werd aan het einde van de 16de eeuw gebouwd door de Turken. Vanaf haar muren krijg je in een oogopslag een beeld van de stad, de haven, de begraafplaats en de Grote Moskee. Die werd in de jaren 1960 gebouwd naar het grondplan van de Fatimidenmoskee die Obeid Allah el Mahdi in de 10de eeuw liet verrijzen. Gun jezelf enige verpozing op het aangenaamste plekje van de stad en drink een muntthee. Café Sidi Salem heeft namelijk het mooiste terras van de stad, hoog op een rots vlak aan de zee, onder de weg, ongeveer halfweg tussen de moskee en het fort. Vervolgens keren we terug naar de Medina, die je binnenloopt door de enorme stadspoort, de Skifa el Kahla. Ze werd in de 10de eeuw gebouwd door de Fatimiden en maakte deel uit van de omwalling die in de 16de eeuw werd verwoest door de Spanjaarden. Na hun vertrek werd de poort gerestaureerd. Met haar dikte van 10,8 meter had ze de aanvallen trouwens vrij goed doorstaan. In deze donkere doorgang wordt op vrijdag een markt gehouden. Vrouwen verkopen er juwelen en traditionele rijke bruidsjurken die met gouddraad bestikt zijn. De zijde en het goud- en zilverborduurwerk van Mahdia genieten in Tunesië grote faam. Je kunt voorbeelden ervan bewonderen in het kleine Regionaal Museum van Mahdia, vlak naast de poort. De Skifa el Kahla komt uit in de hoofdstraat van de medina, waar je enkele zijdeateliers en de gebruikelijke toeristenwinkeltjes vindt. Het Cairoplein wordt aangenaam beschaduwd door dikke oude bomen die de klanten op het caféterras ’s zomers aangename verkoeling bieden.

Op een hoek staat de kleine Moskee van Haj Mustapha Hamza (18de eeuw), met een aardige achthoekige minaret in Ottomaanse stijl. Mis wat verderop in geen geval de blauwe loggia’s met hun houten traliewerk op de bovenverdiepingen van enkele mooie gebouwen. De badplaats van Mahdia bevindt zich een paar kilometer van de stad. Hopelijk breidt ze niet te veel uit, zodat dit aardige stadje zijn charme en authenticiteit kan bewaren! De schat van Mahdia In 1907 ontdekten sponsvissers voor de kust de lading van een schip dat in 81 v. Chr. zou zijn gezonken. Men is erin geslaagd enkele kunstwerken van onschatbare waarde boven te halen, waaronder enkele zuilen en kapitelen, en marmeren en bronzen beelden. Aangenomen wordt dat het schip auit Athene kwam en dat de kost-bare lading bestemd was voor de versiering van rijke Romeinse villa’s. De meeste kunstwerken zijn overgebracht naar het Bardomuseum in Tunis. Résidence Dar Sidi Aan de weg naar de zee, 5 km ten zuiden van Mahdia, vonden we vlak bij een zandstrand dit charmante hotel met 10 bungalows in traditionele stijl. De originele kamers zijn allemaal anders ingericht. De eigenares heeft oude en ambachtelijke materialen en decoratie-elementen verzameld: faiencetegels, smeedwerk, omlijstingen van beschilderd hout en keramieken kruiken. De tapijten zijn kilims die typisch zijn voor de omgeving van Kairouan. Alle kamers hebben airco en een eigen badkamer. Een van de amusante en originele details: als douchekop worden oude theepotten gebruikt! Alle kamers zijn leuk, maar sommige zijn nauwgezetter ingericht dan andere. Onze voorkeur ging uit naar de turkooizen suite, die geschikt is voor een gezin van 4 personen, en naar de blauwe kamer. In het restaurant staan lage tafeltjes die eruitzien als kindermeubelen. Sommige bungalows bieden uitzicht op een zanderige, nogal wilde tuin die naar het strand leidt. In de zomer kun je eten op het terras naast het minizwembad. Dar Sidi ligt niet in een toeristisch gebied, waardoor het er vrij rustig is, zelfs in het hoogseizoen. Door zijn isolement is deze residentie echter niet geschikt voor een verblijf buiten het seizoen, zeker niet als je geen eigen vervoer hebt, want in de omgeving valt hoegenaamd niets te bezoeken.



Laatst aangepast op donderdag, 01 april 2010 08:04